Kantwerksters tijdens Wo I
Op 4 aug. 1914 vielen Duitse troepen België binnen. “Den Grooten Oorlog” zoals W.O.I genoemd wordt was een feit. De kantwerksters vonden geen afzet meer voor hun kant, luxe product bij uitstek, en konden ook moeilijk aan het nodige materiaal geraken. Onder de auspiciën van het Nationaal Hulp en Voedsel Comité (Comité National de Secours et d’ Alimentation), werd de afdeling “Hulp en Bescherming aan de Kantwerksters” ( Aide et Protection aux Dentellières) opgericht. Een deel van onze kantwerksters echter ontvluchtte de gruwelen van de oorlog en trok naar het buitenland, o.a. naar Engeland, de Verenigde Staten en Nederland. Daar gingen ze weer aan hun kantkussen zitten. Er werden tentoonstellingen ingericht en kanten verkocht ten voordele van de vluchtelingen en oorlogsslachtoffers.
Bertha De Blezer (1890- 1962) kantwerkster uit Mechelen, vertrok naar London en vandaar verder naar New-York. Zij nam er deel aan talrijke tentoonstellingen voor kunstambachten en huwde er met de Mechelse kunstschilder Karel Verschaeren ( 1881 - 1928). In 1919 kwamen ze terug naar Mechelen.(zie verder bij EGD Grenzeloos)
Mr. A. Joosen uit Mechelen kreeg een herinneringsdiploma voor zijn medewerking aan de "Exposition Belge". Die werd op 22 – 23 en 24 juni 1915 in “The Market Hall” van Taunton in Engeland georganiseerd. In sectie II A waren kant en borduurwerk te bewonderen en demonstreerden “Belgian Refugee Lace Workers”.
Alfred Ost (Zwijndrecht 1884 – Antwerpen 1945) vluchtte met zijn familie naar Nederland. Hij tekende o.a.de kaart voor een “Tentoonstelling van Belgisch Kant- en Kunstnaaldwerk” in het Stedelijk Museum te Amsterdam, van 15 december tot en met 21 december 1917.
uit de brochure: "Exposition Belge"
ontwerp van A.Ost voor de tentoonstelling in Amsterdam.
06-09-2014, 00:00 geschreven door José
|