Waarom loopt de mens op twee benen en niet op benen en knokkels zoals sommige apen? Wie rechtop loopt, is trager en stelt zichzelf bloot aan verwondingen van buik en ingewanden. En met een kwetsuur aan één been zou vluchten uitgesloten zijn.
Kon de mens door het dragen van wapens en proviand misschien niet meer op vier poten lopen? Het ene zou het andere wellicht niet hebben uitgesloten.
De wetenschap staat blijkbaar niet alleen voor torenhoge raadsels daar waar het over het bewustzijn van de mens gaat. Ook zijn lichaam is één groot mysterie.
Zo zorgt zelfs het kleine bekken van de vrouw voor vraagtekens. Bij heel wat vrouwen is het namelijk totaal ongeschikt voor het baren van kinderen. Alsof de vrouw zich in een vorig leven op een andere manier voortplantte.
De mysteries zouden in één klap worden opgelost als de wetenschap zou aanvaarden dat er op een bepaald moment in de evolutie van de mens werd ingegrepen door een hogere macht. Niet door de God waar velen in geloven maar door een veel tastbaarder en logischer wezen: een buitenaards. De overvloedig behaarde Homo Sapiens werd omgevormd tot een naakte, mooi rechtop lopende mens. Hij werd een soort robotmens.
De onvermijdelijke mutant die hieruit 32.000 jaar geleden voortkwam, zou zich uiteindelijk vermengen met dierlijke mensenrassen. Waardoor de huidige mens wat meer ging lijken op zijn natuurlijke voorouder. Hij kreeg bijvoorbeeld weer wat lichaamsbeharing.
In de rand van dit alles:
Het is opvallend dat duizenden jaren na de megacatastrofen machthebbers weelderige haren en baarden hadden. Terwijl er daarvóór gedurende meer dan 20.000 jaar lang op afbeeldingen van de mens (vrouwen) geen haartje te bespeuren viel. Tenminste, daar lijkt het op.
Opvallend ook dat Egyptische priesters volledig haarloos waren. Zij hadden wimpers noch wenkbrauwen.
Wetenschappers beweren dat ze om hygiënische redenen al hun haar verwijderden. Maar klopt dat wel? Misschien ging het wel om een eerbetoon aan de goden?
Philip Corso: De lichamen hadden wenkbrauwen noch wimpers. Ze waren volledig haarloos. Corso leek er overigens van overtuigd dat het om robotmensen ging.
Vandaag staat de mens overigens op het punt om die robotmens opnieuw uit te vinden.
De belangrijkste dingen in het leven zijn het moeilijkste om te verwoorden omdat woorden ze afzwakken. (Stephen King, Amerikaans schrijver).
Woorden schieten tekort
Spreken zonder woorden ... elkaar aanvoelen ... uitdrukkingen als 'daar zijn geen woorden voor' ... 'niet onder woorden te brengen' ...
Ze wijzen er ons op dat er iets veel sterker is dan woorden.
Van grotschilderingen tot piramiden wijzen heel wat tekenen op het bestaan van een superintelligent wezen.
Toch was er blijkbaar geen geschreven taal. En dit gedurende minstens 20.000 jaar. Terwijl alleen al de magistrale grotschilderingen aantonen dat er al die tijd van een superintelligentie sprake moet zijn geweest.
Zou het kunnen dat het ontstaan van een taal eerder een signaal was van afnemende dan van toenemende gaven van de mens?
Was geschreven taal wel die ongelooflijke uitvinding waarover men het zo vaak heeft? Zo ja, waarom blijkt dan dat die uitvinding op meerdere plaatsen in wereld zowat gelijktijdig het licht zag? Het wordt namelijk stilaan duidelijk dat de geschreven taal niet alleen in Soemerië werd uitgevonden. En het lijkt er zelfs sterk op dat sommige talen - geschreven zowel als gesproken - zich niet alleen gelijktijdig maar ook volledig onafhankelijk van elkaar ontwikkelden. Alsof ze ontstonden uit noodzaak.
Heeft de mens zijn buitenaardse gave om te communiceren - eerst geleidelijk, maar na de megacatastrofen totaal - moeten prijsgeven? En ontstond daardoor eerst de gesproken en later de geschreven taal?
Ook nu nog zijn er mensen die ervan overtuigd zijn dat ze anderen zodanig aanvoelen dat woorden overbodig zijn. Of die beweren dat ze buiten hun lichaam kunnen treden.
Zouden het echt allemaal bedriegers zijn? Of voelen ze door een genetisch toeval nog flarden in zich van de wonderlijke gaven die de voorouders van de huidige mens ooit bezaten?
Philip Corso: 'Hun hersenen bestonden voor een deel uit computer hardware. Ze leken hun gedachten op een paranormale wijze te kunnen overbrengen.'
Een klooster in Tibet (Foto: Wikipedia) (voor de fotos: zie link hierboven)
Sinds de inval in 1950 maakt Tibet deel uit van China. En hoewel de Chinezen alle moeite van de wereld doen, het lukt hen maar niet om hun wil op te dringen aan de Tibetanen. In feite wordt Tibet dus nog steeds geregeerd vanuit India door een Tibetaanse regering in ballingschap. En de dalai lama voert er - eveneens vanuit India - het hoogste woord.
Tibet is bekend als het dak van de wereld. Het is misschien wel de meest onherbergzame streek op aarde. Er zouden weliswaar olie en kostbare mineralen in de grond zitten maar wie een blik op de bergen werpt, weet dat ontginning zo goed als onbegonnen werk is.
Toch lijken de Amerikanen zeer begaan met het lot van de Tibetanen. De banden die ze met hen hebben, zijn in elk geval niet van de minste. Zo zijn er vandaag connecties tot in de hoogste kringen van de Amerikaanse politiek die teruggaan tot eind de jaren 40.
Dachten de Amerikanen daarmee het communisme een halt toe te roepen? Uiteraard kan men steeds alles verstoppen achter de strijd tegen het communisme.
Of zijn ze oprecht begaan met het lot van de Tibetanen?
De dalai lama bij George Bush en andere topfiguren van de USA. Hij stond gedurende decennia op de loonlijst van de CIA, net als twee van zijn broers. Ondertussen heeft ook president Obama zijn officiële ontmoeting al achter de rug, ondanks verzet van China (Foto: Wikipedia).
Maar is dat echt de reden waarom de USA (en andere) het bewind van China niet erkennen? Of voelen de Amerikanen zich om één of andere reden toch wat schatplichtig tegenover de Boeddhistische monniken?
Het heeft er alle schijn van dat men dat laatste toch niet volledig mag uitsluiten.
Dat de nazis in de jaren 30 en 40 zeer goed bevriend waren met de Boeddhistische monniken, is publiek domein. Dat ze een hele reeks expedities hebben ondernomen in Tibet, waarbij ze gangenstelsels onder de Himalaya hebben doorzocht, is voor velen ook geen geheim. Niemand die nog verwacht dat men met een officiële verklaring over de reden van die zoektocht naar buiten zal komen. Maar dat velen ervan overtuigd zijn dat de nazis op zoek waren naar buitenaardse kennis, staat vast.
Doch niet alleen de nazis, ook Chinese onderzoekers hebben de gangenstelsels doorzocht. In 1938 zouden ze in één ervan 716 stenen schijven met mysterieuze groeven - de zogenaamde Dropa schijven - hebben ontdekt. (Dropa is de naam voor een Tibetaans volk.) De schijven en de legenden van de Dropa stam werden onder de loep genomen. Resultaat: het Dropa volk zou volgens de overleveringen afstammen van buitenaardse wezens die 12.000 jaar geleden met hun ruimteschip in de Himalaya neerstortten. En de schijven zouden afkomstig zijn van dat ruimteschip. Ze leken enigszins op grammofoonplaten. Toen men ze op magnetische signalen onderzocht, ontdekte men dat ze een vibrerend gezoem produceerden.
Van de onderzoekers is echter geen spoor meer te bekennen. Wat daarom nog niet wil zeggen dat ze niet hebben bestaan.
Sommigen beweren dat gelijkaardige schijven circa 5000 jaar geleden deel uitmaakten van een dodencultus. Ze zouden dus gefabriceerd zijn door gewone mensenhanden. Hoewel anderen dan weer menen dat ze net vanwege hun goddelijke afkomst werden nagemaakt.
Uiteindelijk zou de hele geschiedenis als ongeloofwaardig worden afgedaan. Vaak was de naam van de auteur daarvoor al voldoende reden. Het was immers bestsellerauteur Erich von Däniken geweest die de historie in 1968 naar buiten bracht. En die heeft nu eenmaal geen al te beste reputatie.
Nu blijkt echter dat het verhaal al in de jaren 60 was opgedoken in een Sovjet tijdschrift. En dat een Oostenrijks onderzoeker, Ernst Wegerer, in 1974 een paar van de schijven heeft gefotografeerd in een Chinees museum. De directeur van dat museum zou later verklaren dat de schijven na het bezoek van Wegerer spoorloos verdwenen. Overigens is er geen spoor van de 716 schijven overgebleven.
Of het relaas met de werkelijkheid overeenstemt, weet niemand. Doch als het zou kloppen dan hoeft het hoe dan ook geen betoog dat men dit nooit zal toegeven. Anders zou men in één adem ook de waarheid over piramiden en maanlandingen kunnen bekendmaken.
Het enige wat men echter met zekerheid kan zeggen, is dat Tibet sinds de jaren 30 in verband wordt gebracht met het buitenaardse. En dat het verhaal over de Dropa schijven los staat van dat over de nazis. Waardoor de stelling dat de nazi's in de Himalaya buitenaardse technologie zochten nog aan geloofwaardigheid wint.
Opmerkelijk is ook dat de Dropa historie al bestond, vele jaren vóór de beslissing van de Amerikanen om hun Voyager plaat de ruimte in te sturen. En hoewel de Dropa schijven uit steen bestonden - steen met metaal overdekt volgens de overlevering - en de Voyager plaat uit goud, de gelijkenissen zijn frappant. Beide hadden ongeveer dezelfde doorsnede (30 cm), met een gat in het midden en ze waren voorzien van groeven die duidelijk een communicatief doel hadden (of zouden hebben gehad).
Fotos
Links: de gouden plaat van Voyager 2 uit 1977.
Rechts: één van de weinige foto's die van de Dropa schijven bestaat (foto genomen door de heer Wegerer).
Zowat alle serieuze wetenschappers waren het er in 1977 over eens. 'Hoe komt NASA erbij om een grammofoonplaat de ruimte in te sturen? De kans dat buitenaards leven de plaat hoe dan ook zou vinden is belachelijk klein. Net zoals het zo goed als uitgesloten is dat aliens over dezelfde zintuigen als de mens zouden beschikken. En dat ze hun platenspeler zouden bovenhalen is simpelweg een giller.'
Of wist NASA wel beter en hebben ze zich geïnspireerd op schijven die ze op aarde hadden teruggevonden?
Ten slotte herinnert Tibet nog aan het buitenaardse omwille van een heel ander aspect. De boeddhistische cultuur in Tibet is - meer dan waar ook ter wereld - gebaseerd op principes, wijsheid, medeleven en spirituele verbondenheid. Toevallig allemaal kenmerken die nauw in verband staan met datgene wat de mens zo speciaal maakt. En die dus een buitenaards tintje hebben.
Wie de moeite neemt om zich over Edgar Mitchell te informeren, kan moeilijk anders dan besluiten dat hij een integer, bescheiden en intelligent man moet zijn. Hij werd geboren in 1930 en groeide op in de buurt van Roswell (in de staat New Mexico) waar in 1947 het meest mysterieuze UFO incident aller tijden plaatsvond. Er zou daar namelijk een buitenaards ruimtetuig zijn neergestort (zie de rubrieken over Roswell).
Mitchell was sterk onder de indruk van het voorval.
Later zou hij zelfs gaan vermoeden dat de overheid zaken verborgen hield. Maar hij besefte maar al te goed dat hij nooit zou kunnen achterhalen wat er nu precies was gebeurd.
Op drieëntwintigjarige leeftijd ging hij bij het Amerikaanse leger waar hij werd klaargestoomd tot modelpiloot. Hij sleepte er de ene erkenning na de andere in de wacht.
In 1966 zou NASA hem selecteren als astronaut. Zijn verleden en toekomst stonden in het teken van de lucht- en ruimtevaart. En van zijn werkgever.
Tot de maanlanding zijn leven grondig overhoop haalde. En hij - net als andere astronauten overigens - op aarde terugkeerde met een andere kijk op het leven.
Volgens Mitchell zelf kwam dat doordat zijn geest op de maan een metamorfose had ondergaan. Hij was er als het ware opgenomen geweest in wat hijzelf 'een gemeenschappelijk bewustzijn' noemde. 'Ik maakte er deel uit van een wereld waar geesten elkaar aanvoelden.'
Moeilijk te achterhalen of Mitchell al vóór zijn vertrek naar de maan op de hoogte was van vertrouwelijke informatie. Maar dat hij bevriend was geraakt met enkele topfunctionarissen staat vast.
Decennia later (eind de jaren '90) zou hij publiekelijk het volgende verklaren: 'De overheid heeft buitenaardse ruimtetuigen onderzocht. Ze is er al zestig jaar van op de hoogte dat de aarde in het verleden werd bezocht door een buitenaardse beschaving'.
En het valt daarbij op dat zijn collega maanlanders hem eigenlijk niet tegenspraken. Integendeel, sommigen gingen zélf verbazingwekkende uitspraken doen. (Of ze gingen zich als fanatieke gelovigen gedragen.)
***
Mitchell heeft op de maan letterlijk en figuurlijk het licht gezien. Het lijdt daarbij geen twijfel dat hij op de hoogte is van top secret informatie. Zowel over Roswell als over de maan. Hij stond nu eenmaal zeer dicht bij de bron.
Hij wil naar eigen zeggen later niet als bedrieger worden afgeschilderd. Vandaar dat hij met zijn verklaringen naar buiten is gekomen.
Hij beweert dat hij zijn bronnen niet openbaar kan maken omdat hij daardoor mensen in gevaar zou kunnen brengen.
Voor zijn eigen veiligheid vreest hij niet. En blijkbaar weet hij maar al te goed tot hoever hij mag gaan. 'Ze zullen me met rust laten omdat de buffer die ze (de machthebbers) ondertussen hebben opgebouwd, wel tegen een stootje kan.'
Zijn geloofwaardigheid werd dan ook door de media jarenlang subtiel ondermijnd. Dat was nodig want zijn uitspraken zijn - ook zonder dat hij namen noemt - opzienbarend.
Wie documentaires ziet waarin hij aan het woord is, hoort hem vaak zeggen dat de maanlanding een keerpunt was in zijn leven. Maar daar houdt het dan ook op. Over zijn ware overtuiging laat men hem blijkbaar liever niets zeggen.
Op de uitlatingen van Mitchell reageert NASA met de woorden: 'Hij is een groot Amerikaan maar we hebben absoluut niets te verbergen ...'.
Diegenen die het voor het zeggen hebben, kunnen achteraf de feiten verdraaien en nuanceren. Van een hard bewijs kunnen ze een fait divers maken door de geloofwaardigheid van getuigen in vraag te stellen of door deze - als het echt moet - onder druk te zetten. De aanwijzingen echter, waaruit blijkt dat ze onze ware roots verborgen houden, stapelen zich op.
En in één van die aanwijzingen, spelen nazi's - hoe verwerpelijk hun ideeën ook waren - een hoofdrol.
De echte nazi leiders hadden duistere banden met al even duistere genootschappen. Zo waren ze bezeten van hun zoektocht naar het godenras. Een zoektocht waar ze onwaarschijnlijk veel tijd, kennis en geld hebben ingestopt.
Hun geleerden waren wereldtop. Hoewel sommige onder hen vandaag al te makkelijk worden afgedaan als fantasten. Vooral omdat ze in latere tijden zouden beweren dat ze beroep hadden gedaan op kennis die afkomstig was van een buitenaardse beschaving.
Het heeft er echter alle schijn van dat de nazi's inderdaad op de hoogte waren van geheime kennis. Zo wisten ze wellicht meer over de ware afkomst van de mens.
Dat ze zichzelf graag als afstammelingen van de goden hadden gezien, spreekt voor zich. Zo gaat dat met veroveraars.
Het staat trouwens nog steeds niet vast waar het woord nazi vandaan komt. Het zou eerder een duistere mythische achtergrond hebben dan dat het de afkorting zou zijn van 'nationalsozialismus'. Nazi was overigens ook de naam van een god in het oude Soemerië.
Als het echter hun bedoeling was zichzelf te vergoddelijken dan waren er wel efficiëntere methoden dan het organiseren van dure en tijdverspillende expedities die hun genetische banden met het godenras moesten bewijzen.
Onder het mom van wat als een zoektocht naar die banden werd gepropageerd - de propaganda was weliswaar meegenomen - stuurde Hitler zijn gezanten naar de verste uithoeken van de wereld. Niet zozeer op zoek naar genetische bewijzen. Maar om buitenaardse technologieën te onderzoeken. Technologieën afkomstig van tuigen die men, onder meer in Tibet, verborgen zou hebben gehouden.
Tussen haakjes: de bezorgdheid die Amerika nu voor Tibet toont, mag dan met mensenrechten te maken hebben, het zou niet verbazen dat ze tevens een uitvloeisel is van de banden die de nazi's ooit hadden met de Tibetanen.
In 'Operatie Paperclip' liepen de Amerikanen zichzelf op het einde van de oorlog voorbij om de nazi geleerden - bij wijze van spreken - weg te kapen en op de meest geheime locaties onder te brengen. Daardoor zullen wij wellicht nooit weten in welke mate de nazi's hebben bijgedragen tot de gigantische technologische boom van de laatste 50 jaar.
Het moet daarbij wel gezegd dat de Duitse genieën de bui hadden zien aankomen en maar al te blij waren dat ze bij de Amerikanen een luxe onderkomen vonden. Vooral in New Mexico (dus ook in Roswell) zouden ze zeer goed vertegenwoordigd zijn geweest.
Van alle mysteries die de piramiden omringen, zijn er twee die men gerust als onmogelijk mag bestempelen.
Een eerste is het feit dat de faraos geen tekenen van macht in de echte piramiden lieten aanbrengen. Ze hadden schilders, beeldhouwers en wellicht ook schrijvers ter beschikking. Het schrift bestond namelijk al honderden jaren vóór er van Djoser of Khufu (Cheops) sprake was. En faraos waren machtsmensen. Daarover bestaat niet de minste twijfel. Zo bewijst de Narmerpallet dat machthebbers hun macht lieten uitbeelden. Iets wat eigen is aan de mens zoals wij hem kennen.
Onvoorstelbaar is dat de eerste piramideteksten pas hun intrede doen met de piramide van Oenas, dus pakweg 130 jaar nadat de laatste echte piramide zou zijn opgericht (deze van Menkaure).
Het tweede onmogelijke feit is de vaststelling dat nergens een aanwijzing te vinden is over de manier waarop de piramiden werden gebouwd.
Volgens de geschiedenisboeken waren er tienduizenden mensen bij betrokken. Ontelbare hooggeplaatste en geniale personen hebben er hun hele leven aan gewijd. En toch vindt men in de vele graven of mastabas niet eens een hint naar de bouw van de piramiden.
De rubriek werd lichtjes gewijzigd. (Vandaar dat dit bericht goed lijkt op het vorige)
Vrouwen die de man trachten te evenaren, hebben een gebrek aan ambitie ... (Timothy Leary, Amerikaans psycholoog)
Kan de vrouw de toekomst redden?
Vrouwen waren ooit hoog verheven boven de gewone stervelingen. De goden waren 20.000 jaar lang wellicht uitsluitend godinnen.
Van zowat 32.000 jaar tot circa 12.000 jaar geleden moeten vrouwen simpelweg superieure wezens zijn geweest. Het is een vaststelling die uit de oudste kunstwerken naar voor komt.
Doch na de megacatastrofen deed er zich een totale ommekeer voor, doordat de supermens van het toneel verdween.
De natuur had de mens gedwongen zich te schikken naar haar wetten. Het spirituele moest plaats ruimen voor machtswellust. En de vrouw werd als het ware de slavin van de man. Een onrecht dat vele duizenden jaren zou aanslepen. Zelfs vandaag nog, wordt ze in heel wat landen op een onmenselijke manier misbruikt.
Nu zouden sommige studies zelfs aantonen dat mannen over het algemeen intelligenter zijn dan vrouwen. Daarbij zou de grootte van de hersenen een rol spelen volgens de wetenschappers. Vrouwen hebben nu eenmaal - doorgaans - kleinere hersenen dan de man.
Andere studies tonen dan weer aan dat de grootte van het brein een volstrekt onbetrouwbare factor is voor het meten van intelligentie.
Geestelijke ontwikkeling was voor de vrouw echter gedurende vele millennia eerder taboe. Het zou daarom een wonder zijn als ze intellectueel niet achterop zou zijn geraakt.
Maar zoals iedereen weet, zijn de wonderen de wereld nog niet uit.
Vrouwen hebben - over het algemeen uiteraard - iets meer hersenverbindingen dan mannen. Het heeft er trouwens alle schijn van dat die ervoor zorgen dat de mens is wat hij is: een ongezien wezen op deze planeet.
De verbindingen zouden immers bijdragen tot ons bewustzijn. En dat laatste is - samen met de wijsheid die eruit voortvloeit - niet te meten met de huidige maatstaven.
Het peilen van intelligentie richt zich vandaag vooral op kennis die zich in één specifiek deel van de hersenen bevindt. Het zou de man een twijfelachtig voordeel opleveren. Doordat de verschillende regionen in zijn hersenen minder met elkaar communiceren, zou hij beter kunnen focussen.
Voorlopig gaat de vrouw echter niet uit van de mogelijkheden die haar brein biedt en meet ze zich te veel aan de criteria die gelden in een mannenwereld. Hierdoor treden vaak net de vrouwen met typisch mannelijke karaktertrekken op het voorplan. Een scenario dat de wereld op termijn nog meer kan doen afglijden.
Het lijkt cynisch om te geloven in de kracht van de vrouw als men ziet hoe ze zich nog vaak laat gebruiken door de man. Zo wordt ze door de seksindustrie schaamteloos letterlijk en figuurlijk verkracht. Iets waar het internet ijverig aan meewerkt.
Toch zou net deze absurde trend wel eens de katalysator kunnen zijn die een aantal sterke vrouwen doet opstaan. Vrouwen die de strijd met de man bewust niet aangaan maar vertrouwen op hun eigen waarden. En het internet zou hen daarbij kunnen helpen. Het maakt het voor vrouwen vandaag zoveel makkelijker om hun overtuiging kracht bij te zetten en hun stem te laten horen.
***
Waarom de wereld misschien beter door vrouwen zou worden geregeerd.
Lange termijn studies - onder meer aan de Universiteit van Valencia - hebben aangetoond dat vrouwen doorgaans meer inlevingsvermogen hebben dan mannen (Spanish Journal of Psychology 2009, Vol.12 No1 76-83).
Eerdere studies hadden al aangetoond dat ze meer last hebben van schuldgevoel. Verder zouden ze spiritueler zijn en vooral een rechtvaardiger oordeel kunnen vellen.
Inlevingsvermogen, geweten, aanvoelen van onrecht, eerbied voor alle leven, spiritualiteit (zelfs paranormale gaven) ... het zijn waarden die men eerder in verband zou brengen met vrouwen dan met mannen. Mannen zouden - over het algemeen - meer uit zijn op persoonlijke macht en aanzien.
Van kleine gewelddaden tot moord, met alles ertussenin: mannen plegen ontstellend meer misdaden dan vrouwen. Zij verschuilen zich daarbij achter hun testosterongehalte (het zogenaamde mannelijke agressiehormoon). Maar het is zeer de vraag of pedofilie - één van de misdaden waarbij ze oververtegenwoordigd zijn - te maken heeft met testosteron. Het begaan van misdaden lijkt eerder ingegeven door een tekort aan medeleven en schuldgevoel. En dus een teveel aan egocentrisme.
Medeleven en schuldgevoel - twee superieure gaven van de mens die voortkomen uit zijn bewustzijn - worden al te vaak als soft omschreven. Een schande natuurlijk. Maar in een wereld waarin alles om de macht lijkt te draaien, niet meer dan normaal.
Als de mens echter niet zelf ingrijpt, dan zullen die gaven van de aardbol verdwijnen.
Dan zal de machtswellust blijven toenemen. Iets waar alle grote profeten ons in het verleden voor hebben gewaarschuwd.
***
Om de planeet leefbaar te houden, moet er iets grondig veranderen. En daarom moeten vrouwen eerst in alle landen aan verkiezingen kunnen deelnemen. Want al dragen ze het moederinstinct in zich, het zou niet verbazen als meer vrouwen dan mannen bereid zouden zijn tot het nemen van de meest noodzakelijke stap: het terugdringen van de wereldbevolking door geboortebeperking.
Niet alleen geboortebeperking overigens, maar ook een betere opvoeding is broodnodig. Niet macht of aanzien, maar het op de wereld zetten van een 'rechtschapen mens zou het hoogste doel moeten zijn. Meer nog: het zou het enige mogen zijn dat er werkelijk toe doet. Hoe soft dit ook moge klinken.
Pas nadien kan het volgende punt op tafel komen: het toekennen van rechten aan andere levensvormen. Want jawel, ook planten en dieren zouden een stem in ons rechtssysteem moeten krijgen.
Het is echter ondenkbaar dat ze een eerlijke behandeling krijgen zolang de mens zelf de touwtjes in handen houdt. Een rechtvaardige houding tegenover alle leven kan de democratie nooit voor mekaar krijgen. Vrouwen mogen dan nog iets minder egocentrisch dan mannen, het zal wellicht niet baten.
Dat macht en rechtvaardigheid niet samengaan, wisten we al. Rechtvaardige leiders kunnen zich onmogelijk handhaven. Hoewel rechtvaardigheid het nemen van bikkelharde maatregelen niet uitsluit, kan het niet op tegen de schijnheiligheid van de intrige. Een wapen waarvan uiteraard niet alleen mannen gebruik maken.
Daarom moeten we via de democratie de fakkel durven doorgeven aan een machtsorgaan dat weliswaar nog moet worden uitgevonden. En dat moet ingaan tegen ons egocentrisme.
Toch nog een geruststelling voor diegenen die het met dat laatste niet eens zijn: het is maar wishful thinking.
Niemand weet immers hoe die (virtuele?) leider er dan zou moeten uitzien. Hoe hij in de handen kan blijven van de juiste mensen. Hoe hij voldoende slagkracht zou kunnen krijgen om zijn beslissingen door te drukken. En vooral: hoe men de mens ooit zover zou kunnen krijgen om ervoor te kiezen.
Hoewel men diegenen achter de schermen niet moet onderschatten. Ze lijken dan wel als een kip zonder kop profijt te halen uit het alles overwoekerende natuurrecht - dat van de sterkste - maar net zij moeten beseffen dat dit niet kan blijven duren. Dus wie weet wat ze ondertussen aan het uitbroeden zijn?
Vrouwen die de man trachten te evenaren, hebben een gebrek aan ambitie ... (Timothy Leary, Amerikaans psycholoog)
Het wordt stilaan duidelijk.
Lange termijn studies - onder meer aan de Universiteit van Valencia - hebben aangetoond dat vrouwen meer inlevingsvermogen hebben dan mannen (Spanish Journal of Psychology 2009, Vol.12 No1 76-83).
Eerdere studies hadden al aangetoond dat vrouwen tevens meer last hebben van schuldgevoel dan mannen.
Verder zouden vrouwen eerder dan mannen paranormale gaven bezitten.
Inlevingsvermogen, geweten, aanvoelen van onrecht, eerbied voor alle leven, spiritualiteit ... het zijn waarden waar vrouwen over het algemeen meer belang lijken aan te hechten dan mannen. Mannen lijken eerder macht en egocentrisme na te streven. (Wie deze site heeft gelezen, weet waarom.)
Van kleine gewelddaden tot pedofilie en doodslag, met alles ertussenin: het percentage misdaden dat door mannen wordt gepleegd, ligt schrikbarend hoog. Iets wat zeker niet het gevolg kan zijn van een teveel aan medeleven of schuldgevoel. Twee superieure waarden die al te vaak als 'soft' worden omschreven. Een schande natuurlijk. Maar in een wereld waarin alles om de macht lijkt te draaien, niet meer dan normaal.
Als de mens echter niet zelf ingrijpt, dan zullen medeleven en schuldgevoel volledig van deze planeet verdwijnen.
Dan zal de machtswellust blijven toenemen. Iets waar alle grote profeten ons in het verleden voor hebben gewaarschuwd.
Kan de vrouw de toekomst redden?
Vrouwen waren ooit hoog verheven boven de gewone stervelingen. De goden waren 20.000 jaar lang, wellicht uitsluitend godinnen.
Van zowat 32.000 jaar tot circa 12.000 jaar geleden moeten vrouwen simpelweg superieure wezens zijn geweest. Het is een vaststelling die uit de oudste kunstwerken naar voor komt.
Doch na de megacatastrofen deed er zich een totale ommekeer voor, doordat de supermens van het toneel verdween.
De natuur had de mens gedwongen zich te schikken naar haar wetten. Het spirituele moest plaats ruimen voor machtswellust. En de vrouw moest onderdoen voor de man.
Nu zouden sommige studies zelfs aantonen dat de man over het algemeen intelligenter zou zijn dan de vrouw. Daarbij zou de grootte van de hersenen een rol spelen volgens de wetenschappers. De vrouw zou namelijk doorgaans kleinere hersenen hebben dan de man.
Larie natuurlijk. Vooral omdat herseninhoud er niets mee te maken heeft. Anders zouden Neanderthalers slimmer zijn geweest dan de Homo Sapiens. Of zou de huidige mens het moeten afleggen tegen - pakweg - een walvis. Want die heeft een grotere herseninhoud.
Wel werd de vrouw duizenden jaren lang onderdrukt door de fysieke kracht en geldingsdrang van de man. Zij werd zelfs beschouwd als zijn persoonlijke bezit. Het zou daarom een wonder zijn als ze intellectueel niet achterop zou zijn geraakt.
Maar zoals iedereen weet, zijn de wonderen de wereld nog niet uit.
De vrouw heeft - over het algemeen uiteraard - meer hersenverbindingen dan de man. En het zijn die verbindingen die verantwoordelijk zijn voor iets dat veel hoger aangeschreven zou moeten staan dan datgene wat men vandaag intelligentie noemt: wijsheid.
Wijsheid is spijtig genoeg niet te meten met de huidige - op egocentrisme gebaseerde - maatstaven. De huidige criteria waarmee men intelligentie tracht te meten, zijn immers te zeer gericht op de mannenwereld. Het zijn criteria die zich toespitsen op kennis die zich in één specifiek deel van de hersenen bevindt. En doordat de verschillende regionen in de hersenen bij de man minder met elkaar communiceren, zou dat de man een twijfelachtig voordeel opleveren. Hij zou beter kunnen focussen.
Voorlopig gaat de vrouw echter niet uit van de mogelijkheden die haar brein haar biedt en meet ze zich al te vaak aan de criteria die gelden in een mannenwereld. Veel vrouwen zijn dan ook al zodanig opgegaan in de mannenwaarden dat ze zich eerder als man dan als vrouw zijn gaan gedragen. Een scenario dat de wereld op termijn nog meer kan doen afglijden.
Voor alle duidelijkheid: heel wat vrouwen lijken tegenwoordig het tegendeel te bewijzen van wat in deze rubriek wordt beweerd. Maar dat sluit niet uit dat vrouwen inderdaad (voorlopig nog) meer inlevingsvermogen hebben dan mannen en over het algemeen bekeken rechtvaardiger beslissingen nemen. Een trend die door de 'vermannelijking' van de vrouw weliswaar lijkt te verdwijnen.
Het lijkt cynisch om te geloven in de kracht van de vrouw als men ziet hoe ze zich nog vaak laat gebruiken door de man. Zo wordt ze door de seksindustrie schaamteloos letterlijk en figuurlijk verkracht. Maar toch zou net deze absurde trend wel eens de katalysator kunnen zijn die het zelfbewustzijn van een sterke groep vrouwen aanwakkert. Misschien dat er op een bepaald ogenblik een aantal vrouwen (en in hun zog ook mannen) zal opstaan die zegt dat het genoeg is geweest. Misschien dat die groep er in zal slagen om de balans te laten doorslaan naar de kant van de morele waarden in plaats van naar deze van de machtswellust en het egocentrisme.
Jammer dat mindere geldingsdrang - die haar ironisch genoeg precies boven de man doet uitsteken - de vrouw ervan weerhoudt om zich op te dringen als kandidaat bij verkiezingen om de macht. Een trend waarin langzaamaan verandering lijkt te komen.
En hoe tegenstrijdig het ook lijkt - gezien de vele sekssites - het internet zou daarbij wel eens een grote rol kunnen spelen. Het zou op termijn de aanzet kunnen geven voor een wereldwijde heropleving van de vrouwelijke waarden. Waarden die eerder de wereld willen verbeteren dan beheersen. Vooral omdat het voor de vrouw dankzij het internet makkelijker wordt om haar stem te laten horen.
***
Toch is de uitdaging gigantisch groot.
Leiders - en zeker politieke leiders - moeten zich sinds mensenheugenis gedurende vele jaren opwerken naar de top. Ze ontzien daarbij niets of niemand. De wetten van de macht zijn de enige wetten die ze toepassen.
Met andere woorden: voor de klim naar de top heeft men best niet teveel last van zijn geweten. Spiritualiteit en morele waarden staan die klim in de weg.
'Softe' leiders worden op hun weg naar de top meedogenloos uitgeschakeld.
(Het is trouwens triest om aan te zien dat vrouwelijke waarden bij verkiezingen - ook door vele vrouwen - als 'zwak' worden afgeschilderd.)
***
Om iets te kunnen veranderen moet eerst echte democratie voor de wereldbevolking een prioriteit worden.
Daarvoor moeten eerst alle vrouwen op deze planeet stemrecht krijgen. En daar zijn we nog lang niet aan toe. Vrouwen steken na duizenden jaren van onderdrukking pas de neus aan het venster. Zo kregen ze voor het eerst stemrecht in Nieuw-Zeeland in 1893, in Amerika in 1920, in Groot-Brittanië in 1928 en pas vele jaren later in de rest van Europa. In heel wat landen is er van vrouwenrechten zelfs nog geen sprake.
Opdat de planeet leefbaar zou blijven, moet de mens eerst zijn egocentrische houding opzij schuiven. Een volledige mentaliteitswijziging lijkt echter enkel tot stand te kunnen komen als de media hieraan zouden meewerken. Zij moeten de mens ervan overtuigen dat hij zich niet centraal kan blijven stellen. De mens moet afstand doen van de gedachte dat hij oneindig meer recht heeft op leven dan een ander levend wezen op deze planeet. En ook al dragen ze het moederinstinct in zich. Veel meer vrouwen dan mannen lijken bereid om de stap naar een rechtvaardige opstelling tegenover al dat andere leven te zetten.
De meest noodzakelijke stap die men zou moeten nemen, is echter nog veraf.
Het terugdringen van de wereldbevolking door geboortebeperking, is nog lang niet aan de orde.
Niet alleen geboortebeperking overigens, maar ook een betere opvoeding moet er komen. Nu ligt al te veel de nadruk op het bereiken van materiële welstand. Ouders zijn zozeer met zichzelf begaan dat ze te weinig tijd besteden aan een goede opvoeding van hun kinderen. En dit terwijl het op de wereld zetten van een goed mens mijlenver boven al het andere verheven zou moeten zijn. Meer nog: het zou het enige mogen zijn dat er werkelijk toe doet.
Dus: minder en betere mensen is de enige oplossing voor een betere wereld.
Een wereld die niet alleen rekening mag houden met de mens.
En naast het feit dat wij daarvoor eerst ons egocentrisme moeten laten varen, is het nog de vraag hoe wij dit alles zouden kunnen verwezenlijken en onder controle houden.
Democratie mag dan niet de perfecte oplossing zijn, ze is voorlopig de minst slechte. Ze garandeert in elk geval dat er achter de leider mensen staan die zijn macht kunnen beteugelen. Zo wordt het bijna onmogelijk dat diegene die enkel op macht is belust, volledig zijn zin kan doordrijven. Hij wordt namelijk door de anderen - die overigens niet beter zijn dan hij - beperkt in zijn macht. Het is een systeem waarbij het egocentrisme ironisch genoeg zichzelf aan banden legt.
Of hoe democratie eigenlijk een pervers systeem is, dat gelukkig min of meer blijkt te werken.
We moeten echter nog veel verder durven gaan.
Zo moeten we in de toekomst rechten toekennen aan de natuur, aan planten en aan dieren.
Daarvoor zouden we eerst op een rechtvaardige wijze moeten afwegen welke waarde we aan hun stem moeten geven.
Ten slotte moeten we via de democratie de fakkel durven doorgeven aan een machtsorgaan dat kan en moet ingaan tegen ons egocentrisme. Want al is de vrouw op dat vlak beter af dan de man: ook zij is niet meer wat ze ooit is geweest.
Hoe dat machtsorgaan er dan moet uitzien, hoe het in de handen kan blijven van de juiste mensen en hoe het voldoende slagkracht kan krijgen om zijn beslissingen door te drukken, is werk voor genieën.
Wat echter nog het meeste opvalt, is dat mensen die een bijna dood ervaring achter de rug hebben, er doorgaans een andere kijk op de dood aan overhouden. Zij die voorheen niet geloofden in het hiernamaals, zien de dood plots niet meer als een eindpunt. Ze worden meer spiritueel en hechten minder belang aan materiële zaken.
De rustige overtuiging waarmee ze door het leven gaan, spreekt boekdelen. Alsof ze lak hebben aan de uitleg die wetenschappers aan hun ervaring trachten te geven.
***
Niet alleen oude religies, mythen en bijna dood ervaringen hebben het echter over een helder wit licht. Ook Apollo astronauten hebben er meermaals verklaringen over afgelegd. Verklaringen die overigens niet alleen gingen over een wit licht.
Is er een verband of is het toeval dat uitspraken over het licht, het uittreden uit het lichaam, het universele bewustzijn, de spirituele transformatie ... niet alleen horen bij hen die een bijna dood ervaring meemaakten maar ook bij diegenen die ooit een voet op de maan hebben gezet?
Bijna dood ervaringen zijn fenomenen die overal ter wereld werden en worden waargenomen. Hun aantal loopt in de vele miljoenen.
Sommige studies zouden echter hebben aangetoond dat ze niets met het bovennatuurlijke te maken hebben. Zo zouden bijvoorbeeld de oogirissen van stervenden zich zodanig openen dat ze alle licht doorlaten. Verder zouden patiënten met een bijna dood ervaring op de operatietafel maar al te vaak de witte lamp met het mysterieuze witte licht verwarren. Ook zouden heel wat getuigenissen simpelweg gefantaseerd zijn.
Ondertussen weet iedereen echter dat studies elkaar al te vaak tegenspreken. Er zijn dus ook heel wat studies die aantonen dat de bewuste ervaringen één groot mysterie zijn.
Wel lijkt het er sterk op dat vlak voor de dood de hersenen een verhoogde elektrische activiteit vertonen. En welke de oorzaak daarvan ook moge zijn: elektromagnetisme komt alweer om de hoek kijken.
Alweer, want ook in verhalen over UFO's, maanlichten en zelfs in deze over de piramiden lijkt het een sleutelrol te spelen.
Ontelbare getuigenissen zijn zo overtuigend dat men ze wel ernstig moét nemen. Daarbij horen er heel wat die afkomstig zijn van kinderen. Van enige beïnvloeding achteraf was na grondig onderzoek geen sprake. Niemand bleek hen bijvoorbeeld ooit iets te hebben ingefluisterd over een wit licht. Hun ervaringen waren authentiek.
Vele waarnemingen gebeurden ook in volstrekte duisternis. Dus zonder dat er sprake was van een reële lichtbron waarmee men het witte licht had kunnen verwarren.
Over de hele wereld hebben geleerden het fenomeen door en door onderzocht.
Uit de gemene deler van de vele studies kan men volgende conclusies trekken:
- de bewuste ervaringen staan los van elke religieuze achtergrond of leeftijd;
- de geest leek uit het lichaam te treden;
- hij leek via een tunnel te worden gevoerd naar een helder wit licht;
- het licht bestond uit bewustzijn en was vredig;
- in het licht voelden de geesten van de overleden mensen elkaar volledig aan;
- materiële dingen waren van geen enkel belang;
Een getuige verklaart: 'Iedereen bestond uit licht, ook ikzelf. Het was er vredig en we voelden elkaar aan alsof we één en dezelfde geest waren ...'
***
Niet alleen oude religies, mythen en bijna dood ervaringen hebben het echter over een helder wit licht. Er zijn nog andere mysterieuze verschijnselen waarbij het witte licht steeds terugkeert in de getuigenissen.
Wellicht wijzigden onze buitenaardse bezoekers het DNA van een aantal leden van de Homo Sapiens. Doch aangezien de wetenschap slechts van drie procent van dat DNA min of meer weet waarvoor het dient, kan ze voorlopig niet achterhalen hoe de vork in de steel zit.
Iets waar overigens spoedig verandering in kan komen want geleerden maken momenteel reuzensprongen (zie de rubriek over nanotechnologie).
In de toekomst zal men de mens volledig verbouwen. Dat staat nu al vast.
Het is dus niet zo onlogisch om te veronderstellen dat buitenaardse wezens - die verder geëvolueerd waren dan wij nu - ooit hetzelfde hebben gedaan. Vooral omdat de huidige mens zowel lichamelijk als geestelijk een aantal ongerijmdheden etaleert, die bij nader toezien niet het resultaat lijken te zijn van een natuurlijke evolutie (zie de vorige rubrieken).
Een buitenaardse intelligentie wijzigde niet alleen het DNA van de Homo Sapiens maar paste ook zijn uiterlijk aan. Er werden als het ware halve robots in het leven geroepen.
Men zou dus (met de glimlach) kunnen zeggen dat 'Extreme Makeover' ooit al eens heeft bestaan.
Een select groepje mensen staat trouwens op het punt om die makeover binnenkort nog eens over te doen. Artificiële intelligentie, communicatie via hersengolven, futuristisch voedsel, klonen ... de nieuwste technologieën lijken pure sciencefiction in hun mars te hebben. (Is men onze buitenaardse bezoekers - en tegelijk onze onvrijwillige scheppers - aan het inhalen?)
Als ze bijvoorbeeld konden toetreden tot een universeel bewustzijn en als ze hun lichaamsenergie konden halen uit een technologie, waarom zouden de zogenaamde robotmensen dan een goed ontwikkelde mond moeten hebben gehad? Als ze zichzelf konden klonen via ongeslachtelijke weg, waarom zouden ze dan geslachtsorganen hebben nodig gehad?
De oudste volken in Tibet en Nepal die sinds mensenheugenis in afzondering leven, geloven allemaal in eenzelfde scheppingsverhaal.
Het is een verhaal dat ons bekend in de oren klinkt. Goden uit de hemel daalden neer op aarde. Ze brachten mensen voort die licht van huid en haarloos waren. En die boven de apen uitstaken. (Sommigen beweren dat dit laatste kwam doordat ze rechtop liepen.)
Volgens oeroude teksten die oorspronkelijk in het Oude Testament waren opgenomen, maar er nadien gedeeltelijk werden uit verwijderd, zou de eerste vrouw van Adam Lilith zijn geweest. Een harige aap. Adam voelde zich echter aangetrokken tot Eva, een haarloze vrouw
Behoorden de haarloze menselijke figuren zonder geslachtskenmerken en met een minuscule mond die zowel voorkomen in de oudste kunstwerken, de oudste verhalen als in Roswell getuigenissen, tot de 'verbouwde' Homo Sapiens?
En stelde het venusbeeldje de mutant voor die was geëvolueerd uit die robotmens?
In Roswell, gelegen in de staat New Mexico (USA), een plaats die wellicht niet toevallig tot de meest beveiligde plekken ter wereld behoorde, stortte volgens de autoriteiten op 8 juli 1947 een meteorologische ballon neer.
Volgens getuigen daarentegen - waaronder een paar bevoorrechte - ging het niet om een weerballon maar om een UFO of een buitenaards tuig met al even buitenaardse wezens of robotten.
De autoriteiten walsten als naar goede gewoonte over de critici heen zodat niemand - 'fantasten' uitgezonderd - eind de jaren 60 nog sprak over Roswell.
Na de eerste maanlanding echter - en dat is ook niet toevallig - werd de druk op de Amerikaanse autoriteiten opgevoerd. En die druk bleef groeien. Vooral omdat hij werd gevoed door invloedrijke personen.
Uiteindelijk zouden de autoriteiten in het midden van de jaren 90 met een nieuw verhaal op de proppen komen. Iets wat zo uitzonderlijk was dat het hen alleen maar meer verdacht maakte.
Het zou geen weerballon maar een spionageballon zijn geweest. Rapporten die stukken van mensen hadden gekost, moesten de nieuwe verklaring staven.
In 1947 stond de koude oorlog voor de deur en men zou wel begrijpen dat de eerste verklaring een leugentje om bestwil was geweest. Men had nu eenmaal de Russen niet voor het hoofd willen stoten.
Case closed.
Zo gemakkelijk kwamen de autoriteiten er echter niet vanaf.
De vragen gingen zelfs luider klinken.
Waarom heeft men de burger vijftig jaar voorgelogen? Waarom kon men niet van in het begin gewoon toegeven dat het om spionage ging? Of dacht men echt dat de Russen (en met hen alle communisten) het weerballonverhaal geloofden?
Het nieuwe verhaal is in elk geval - hoewel het dus pakken geld heeft gekost - nogal goedkoop.
Het lijkt er dan ook op dat de autoriteiten er alles aan blijven doen om de waarheid verborgen te houden.
De waarheid die wel eens als volgt zou kunnen gaan.
In Roswell is inderdaad een buitenaards tuig neergekomen. Of het op een speciale manier werd geborgen of uit zichzelf vloog, mag hier in het midden blijven. Maar dat Amerikaanse topmilitairen de 'landing' hebben begeleid, wordt stilaan duidelijk.
Alles was tot in de puntjes voorbereid.
Zo had men zich alle moeite getroost om een eventuele mislukking in te dekken door vóór de berging onder meer honderden valse UFO meldingen de wereld in te sturen. (Ook nadien zouden die valse meldingen trouwens voortduren.)
Toch zouden deze voorzorgen decennia later al te doorzichtig blijken.
Getuigenissen van kleine burgers kon men nog wel weerleggen. Doch ook prominenten deden in de jaren 50 en 60 uitspraken die hierop neerkwamen: 'Men heeft op aarde buitenaardse ruimtetuigen ontdekt. En de mogelijkheid bestaat dat gelijkaardige tuigen zich nog in het luchtruim bevinden.'
De autoriteiten waren in alle staten. Nuanceringen zouden dan ook spoedig volgen. 'Het was allemaal zo niet bedoeld.'
Het vuur werd dus enigszins geblust.
Voorlopig.
Want de uitspraken zouden blijven nazinderen.
De vlammen laaiden dan ook weer op toen sommige gewetensbezwaarden zich plots geroepen voelden om op het einde van hun leven over te gaan tot een openlijke biecht.
Daarbij komt nog dat de verbeterde communicatiemiddelen toelieten dat 'dwarsliggers' de woorden van de prominenten in de verf gingen zetten.
Het waren woorden die het lachen bij velen onder ons deed verstommen.
Wat volgt is uiteraard maar een hypothese. Er zullen dus wel meerdere verklaringen mogelijk zijn voor het fenomeen 'mens'. 'The sky' is immers 'the limit' voor diegenen die openstaan voor datgene waar zoveel aanwijzingen voor zijn, namelijk:
Een buitenaardse beschaving heeft de aarde bezocht.
Vraag en antwoord
Wanneer kwam die buitenaardse bezoekers op aarde aan?
Dat is onmogelijk te zeggen. In elk geval vóór de eerste grotschilders zich manifesteerden. En dat is ongeveer 32.000 jaar geleden.
Waar kwamen ze vandaan?
De kans bestaat dat ze op zoek waren naar een geschikte planeet omdat hun moederplaneet om één of andere reden onleefbaar was geworden.
Als het er zou op aankomen te moeten speculeren over de thuisplaneet van één van onze voorouders dan zou een planeet in de buurt van de ster Gliese een geschikte kandidaat kunnen zijn.
De ster is immers extreem oud en stabiel. Hierdoor voldoet het Gliese stelsel aan twee heel belangrijke voorwaarden voor de ontwikkeling van een levensvorm die ver boven de aardse mogelijkheden ligt.
En misschien is de ster bijvoorbeeld zodanig veel kracht aan het verliezen dat een planeet in haar buurt minder en minder levensvatbaar is geworden. Reden genoeg voor de bewoners ervan om op zoek te gaan naar een alternatief.
Dat heel wat wetenschappers vandaag met de gedachte leven dat de mens op zoek moet naar een andere leefbare planeet zou trouwens best kunnen verwijzen naar datgene wat onze buitenaardse voorouders tienduizenden jaren geleden hebben moeten doen.
Waarom konden ze niet op aarde blijven in hun eigen lichaam?
Om één of andere reden was deze planeet niet geschikt voor hun levensvorm.
Naast onder meer de zwaartekracht, straling, luchtdruk en chemische samenstelling van de lucht zullen ook virussen en bacteriën een sterke bedreiging hebben gevormd.
Het leven op aarde heeft samen een evolutie doorgemaakt van miljarden jaren. De verschillende levensvormen hebben zich door vallen en opstaan gedurende al die tijd aangepast aan elkaar en aan andere obstakels. Het ligt dan ook voor de hand dat een buitenaardse levensvorm snel ten prooi zou vallen aan één van de bedreigingen.
Het aardse leven is opgegroeid met al die zogenaamde obstakels en heeft er dus geen hinder van, integendeel: het heeft ze zelfs nodig.
Een buitenaardse levensvorm zou er echter wél hinder van ondervinden. Vandaar dat onze scheppers een aards lichaam uitkozen.
Waarom verkozen ze een Homo Sapiens?
De Homo Sapiens was de levensvorm van wie het geestelijk vermogen nu eenmaal het meest was ontwikkeld. Het verschil was evenwel miniem in vergelijking met andere primaten.
Anderzijds is bewezen dat primaten (en dus ook mensen) met voorsprong te verkiezen zijn boven andere zoogdieren daar waar het op klonen en genetisch manipuleren aankomt. Mensen zouden immers na te zijn gekloond - overigens om een onduidelijke reden - veel minder vatbaar zijn voor allerlei ziekten.
Waarom verkozen ze vrouwelijke exemplaren?
Heel wat wetenschappers beweren dat voor een genetische ingreep, de vrouw (om biotechnische redenen) te verkiezen is boven de man.
Hedendaagse onderzoekers deden in het 'Kaguya project' - op minieme schaal - na wat onze buitenaardse bezoekers met de Homo Sapiens deden. Ze zorgden ervoor dat het mannelijke exemplaar overbodig werd. Het project toonde aan dat een dier (een muis) zonder tussenkomst van één mannelijke cel enkel vrouwelijke nakomelingen kan voortbrengen.
De naam van het project verwijst naar het meisje uit het oudste Japanse volksverhaal. Kaguya was geboren op de maan en werd door het maanvolk naar de aarde gebracht in een holle bamboestengel. Ze was maar een duim groot maar groeide op tot een mooie prinses. Een verhaal dat precies past in het plaatje over onze buitenaardse voorouders ... net zoals zoveel van de oudste mythen passen in dat plaatje. En dat is wellicht geen toeval.
In de mythologie wordt trouwens wereldwijd verwezen naar de ongeslachtelijke voortplanting van de eerste mensen ... naar godinnen die maagd zijn en toch kinderen op de wereld zetten. Ook volgens Plato konden de eerste mensen zich ongeslachtelijk voortplanten.
Waar zijn de bewijzen dat buitenaardse wezens ooit de aarde hebben bezocht?
Alle bouwwerken die van 'de goden' - de gekloonde Homo Sapiens - afkomstig waren, werden overgenomen en later afgebroken en heropgebouwd door de overlevenden van de megacatastrofen.
Wat niet af te breken of na te bouwen was (de piramiden) wordt in een oeverloze discussie betrokken.
Ruimteschepen en andere technologieën worden afgeschermd.
De goden hebben overigens nooit de intentie gehad om ons ook maar iets wijzer te maken. Diegenen waar wij van afstammen, bevonden zich nu eenmaal op een veel lager niveau. De goden hadden simpelweg geen interesse voor hen.
Tenslotte waren er van 'de goden', net zoals van hun technologieën, maar een beperkt aantal exemplaren op aarde. En ze hebben hier slechts een minieme tijdsspanne kunnen overleven. Zoveel relikwieën zullen er dus ook weer niet zijn.
Misschien is een overtuigend argument voor het prehistorische bestaan van het godenras - tenminste voor diegenen die immuun zijn voor de andere aanwijzingen - de vanzelfsprekendheid waarmee de Bijbel en de wereldwijde mythen ernaar verwijzen.
Alsof de goden voortleefden in het collectieve bewustzijn van de taaiste mensen die duizenden jaren na de megacatastrofen - die zo goed als al het intelligente leven op aarde hadden uitgeroeid - aan een heropstanding begonnen.
Onze buitenaardse bezoekers waren niemand minder dan diegenen die de gnostici heel geheimzinnig de tussengod noemden. Zij bevonden zich tussen de echte God en het leven op aarde.
Waren de oude Egyptenaren de bouwers van de echte piramiden? De autoriteiten willen ons in elk geval laten geloven van wel. Maar hun antwoorden roepen toch heel wat vragen op.
- Ze gaan er van uit dat er vóór de Egyptenaren geen andere beschaving in staat kan zijn geweest om de piramiden te bouwen. Nergens ter wereld heeft men immers constructies weergevonden die - volgens de officiële versie - ouder zijn dan pakweg 4500 jaar en die aantonen dat de mens in staat kan zijn geweest om nauwkeurige en kolossale bouwwerken te realiseren.
Waarom ziet men hier over het hoofd dat een ontdekking onder de Navelberg in Turkije ondertussen het tegendeel heeft bewezen? (Zie een volgende rubriek)
- De overgang van de trappenpiramide naar de echte piramide is volgens de autoriteiten niet zo gigantisch te noemen. Het basisontwerp zou een trappenpiramide zijn geweest die op 'één of andere manier' verder werd opgevuld tot een gladde piramide.
Wie zich echter in het onderwerp verdiept, zal merken dat de meeste wetenschappers het hebben over een 'onverklaarbare' evolutie.
- Men heeft een ingegraven boot aangetroffen in de nabijheid van de piramide van Khufu. Het zou de boot zijn geweest waarmee het lichaam van de farao naar zijn laatste rustplaats werd gebracht. Er zou dan ook volgens de autoriteiten geen twijfel bestaan over het feit dat de piramide door Khufu werd gebouwd en dat ze dienst deed als zijn laatste rustplaats.
Dat Khufu's boot in de onmiddellijke buurt van de piramide werd ingegraven, betekent echter niet dat Khufu de piramide heeft gebouwd.
- Op en in enkele piramiden heeft men graffiti aangetroffen die zou zijn aangebracht door de arbeiders tijdens de bouw ervan. En die graffiti verwijst duidelijk naar farao's als Khufu en Menkaure.
De authenticiteit van de graffiti wordt sterk in twijfel getrokken. (Daarover later meer)
- Sneferoe zou met zijn knikpiramide oorspronkelijk een veel hoger bouwwerk in gedachten hebben gehad. Omdat de ondergrond echter niet stabiel genoeg bleek, zou hij tijdens de bouw de hellingsgraad hebben aangepast waardoor de problemen werden opgelost.
Onwaarschijnlijk toch dat men vandaag zo snel conclusies trekt? Niemand die dat immers met zekerheid kan zeggen. Misschien was de knik wel oorspronkelijk voorzien. De scheuren die zich vandaag in de piramide manifesteren, waren er duizenden jaren geleden misschien niet. Waarom stopte Sneferoe trouwens niet onmiddellijk met de bouw als hij vaststelde dat het mis liep? Dan kon hij direct beginnen aan zijn 'rode' piramide? Ten andere: Waarom zou Sneferoe drie piramiden nodig hebben gehad? Want tussen haakjes: hij krijgt ook nog een trappenpiramide op zijn conto.
- Khufu, de grootvader, heeft blijkbaar de grootste piramide van het Gizeh complex.
Zou het niet logischer zijn als de zoon telkens de vader zou willen overtreffen?
- Het staat vast dat de bouwers onvoorstelbare rekenkundige, organisatorische, architecturale en sociale competenties moeten hebben gehad om dergelijke bouwwerken tot een goed einde te brengen. Ze hebben de piramiden ook perfect uitgelijnd volgens de magnetische polen van de aarde. En ze hadden overduidelijk een gigantische hoeveelheid kennis over de sterrenhemel.
Dit alles moet massa's notities hebben vereist. Notities waarvan men er veel te weinig heeft van teruggevonden.
- De autoriteiten nemen aan dat de piramiden graftomben waren.
Er werd nooit een mummie in teruggevonden. Men heeft er slechts lege sarcofagen in aangetroffen.
Waarom zouden de farao's trouwens zon reusachtige bouwwerken enkel als graf laten dienen? Er was geen ruimte in voorzien voor erediensten of machtsvertoon.
- De autoriteiten nemen aan dat de grafkelders met mummies en al werden leeggeroofd in latere tijden.
Dit is verre van zeker omdat bijvoorbeeld de toegang tot de koningskamer (de zogenaamde grafkamer van de farao) in de piramide van Khufu met kolossale granieten blokken werd afgesloten. Zodanig zelfs dat men onmogelijk naar binnen kon. Laat staan dat men met een mummie of een andere relikwie naar buiten kan zijn geraakt. En als dieven dan toch op een mysterieuze wijze zouden zijn binnengeraakt, hoe hebben ze dan de koningskamer zo klinisch schoon kunnen achterlaten? Geen (microscopisch) spoor van een mummie, een potscherf of een ander teken was er in terug te vinden. Nooit is een inbreker tot dergelijk huzarenstuk in staat geweest.
- De koningskamer van Khufu lag hoger dan de ingang van zijn piramide.
Dit doet vermoeden dat de oude Egyptenaren niet eens wisten hoe ze tot in die kamer konden komen. Anders zouden ze in latere tijden ongetwijfeld hetzelfde principe - waarbij de grafkamer zich dus boven de ingang bevond - hebben toegepast.
- Koolstofdatering van organische verfpigmenten in mastabas toont aan dat men al bezig was met het bouwen van de graven van Khufus naaste vertrouwelingen in het begin van diens regeerperiode. Khufu heeft zijn werkkrachten dus verdeeld over verschillende projecten. En hij deed dit lang voordat hij er zeker van kon zijn dat zijn piramide wel zou afgewerkt geraken.
Waarom zou hij zoiets hebben gedaan? Zijn piramide was een onvoorstelbaar gedurfde onderneming die alle voorgaande in het niets deed vervallen. Hij zal dan toch wel eerst zijn piramide hebben afgewerkt vooraleer aan de graven van zijn hofhouding te beginnen?
Dat hij er zeker van was dat de piramide nog tijdens zijn leven voltooid zou worden, ligt min of meer voor de hand als we ervan uitgaan dat ze er al stond voordat Khufu werd geboren. En hij ze enkel moest restaureren. (Overigens zou het niet zijn piramide zijn geweest maar deze van de godin Isis. Maar daarover later nog iets meer.)
- Er werd een organische mortel op de hoogste steenlagen van de piramide van Khufu aangetroffen die honderden jaren ouder bleek dan de leeftijd die men de piramiden toeschrijft.
Alsof men lang vóór Khufus tijd de piramide al eens had gerestaureerd.
- Hoe heeft men de piramiden zo precies kunnen bouwen?
Sommige wetenschappers zijn van mening dat er hellingen of taluds naast de piramiden werden aangelegd om de reusachtige stenen precies te kunnen plaatsen.
Volgens andere wetenschappers is deze theorie achterhaald. Voor het ter plaatse brengen van bouwblokken hoger op de piramiden zou het talud simpelweg veel te lang zijn uitgevallen.
- Een andere optie houdt het bij een talud die als een spiraal rond de piramiden draaide.
Studies tonen aan dat deze manier van werken te weinig overzicht bood. Het zou onmogelijk zijn geweest om de bouwblokken nauwkeurig te plaatsen.
Normaal zouden de grootste genieën van deze tijd verschillende methoden moeten kunnen bedenken waarop de piramiden technisch kunnen zijn tot stand gebracht.
Maar - en dit zal iedere serieuze wetenschapper beamen - er is geen enkele geloofwaardige methode te verzinnen voor de constructie van vijf van de piramiden. Vijf aparte gevallen! Net als de eerste grotschilderingen lijken zij uit het niets te komen. Zonder voorafgaande evolutie. (De trappenpiramide van Djoser is echt wel van een heel andere aard).
Wie houdt nu zoiets voor mogelijk?
- Volgens de autoriteiten verloren de farao's na Menkaure hun interesse in de piramidebouw. Vandaar dat aan de piramiden steeds minder aandacht werd besteed.
De Egyptische beschaving zat nog maar in haar beginstadium (vierde van de in totaal 27 dynastieën) toen - volgens de schoolboeken - de echte piramiden werden gebouwd. Het is dan ook moeilijk te verklaren waarom er daarna plots een enorme terugval zou zijn geweest. Nooit hebben latere faraos getracht ze te evenaren, laat staan te overtreffen. De Egyptische koningen hadden nochtans de obsessie om hun voorgangers te overtreffen, iets wat eigen is aan machthebbers.
Na de echte piramiden zou men opnieuw overschakelen op de trappenpiramide. Op de foto: de piramide van farao Userkaf, 49 meter hoog en nu een puinhoop. Ze zou amper dertig jaar na de echte piramiden zijn gebouwd. Deze van zijn opvolgers zien er overigens niet beter uit.
- De locatie van de piramiden zou overeenstemmen met de sterrenhemel zoals die er 12.500 jaar geleden zou hebben uitgezien. Alsof men bewust de sterrenhemel heeft willen nabootsen. Sirius, een dubbelstel op 8,5 lichtjaar en bekend als de ster van Isis, zou daarbij een cruciale rol hebben gespeeld.
Robert Bauval, een onderzoeker van Belgische origine was in elk geval één van de eerste die een verband zag.
Doch zoals met alles wat te maken heeft met de piramiden was men er als de kippen bij om zijn ontdekking te weerleggen.
Het stof van de discussies is nu min of meer gaan liggen. En het moet gezegd dat de meningen van de wetenschappers verdeeld blijven. Wat op zich toch aantoont dat de stelling nog niet zo gek kan zijn.
- Geen enkele van de duizenden teruggevonden kunstwerken verwijst naar de manier waarop de piramiden werden gebouwd.
Hier moeten de autoriteiten toegeven dat ze voor een raadsel staan. Zelfs in de mastabas, de graven van de vooraanstaande burgers uit die tijd, vindt men geen enkele verwijzing naar de manier waarop de piramiden werden gebouwd. En toch moet voor vele van die belangrijke personen hun hele leven in het teken hebben gestaan van de bouw ervan.
- Ten slotte roept ook de houding van de autoriteiten vaak vragen op bij onafhankelijke onderzoekers. Deze laatste zijn van mening dat de overheid al te snel hun onderzoeken een halt toeroept omdat er gevaar zou dreigen wegens 'de slechte staat van de bouwwerken'.
Onmogelijk om uit te maken wie het hier bij het rechte eind heeft.
De gouden platen uit 1977 van Voyager (Foto: Wikipedia).
Een (te) groot percentage van de astronauten die ooit een voet op de maan hebben gezet, leken achteraf als door Gods hand geslagen.
Hadden ze inzicht gekregen in iets waarvan ook de Egyptische priesters duizenden jaren voor hen op de hoogte waren?
Het zien van onze blauwe planeet vanuit de ruimte moet ongetwijfeld een fascinerende ervaring zijn geweest voor honderden astronauten. Maar diegenen die ooit een voet op de maan zetten, hebben nadien door hun woorden en daden voor te veel vraagtekens gezorgd.
En de houding van de autoriteiten heeft deze vraagtekens alleen maar groter gemaakt.
De plotse stopzetting van het Apolloproject om redenen die achteraf niet klopten, de niet nagekomen beloften, de getuigenissen ... men zou voor minder twijfelen aan de geloofwaardigheid van de autoriteiten.
Wat volgt is dan ook maar een klein toemaatje.
1972: De onbemande sonde Pioneer X wordt de ruimte ingestuurd met een boodschap bestemd voor een buitenaardse levensvorm, gegraveerd in goud met daarop gegevens over de mens en een soort wegwijzer naar de aarde.
Pioneer XI met een gelijkaardige boodschap zou spoedig volgen.
Later zouden Voyager 1 en 2 meer gesofisticeerde berichten versturen waaronder een veelheid van geluiden en beelden van de aarde, samen met begroetingen in 55 talen, onder meer in een 6000 jaar oude taal. In het Nederlands luidde de begroeting: 'Hartelijke groeten aan iedereen'.
Hoewel de berichten nogal simpel leken, had NASA voor het samenstellen ervan een beroep gedaan op uitgekiende wetenschappers. Wetenschappers die het bestaan van een buitenaardse beschaving al langer welgezind waren maar die ongetwijfeld niet op de hoogte waren van wat NASA ondertussen met zekerheid wist.
Sommigen blijven de berichten beschouwen als een knipoog naar televisieseries als Star Trek. Hoewel vier knipogen - waarvan de laatste twee redelijk vettig - zelfs voor Mister Spock wat van het goede teveel zouden zijn geweest.
NASA had geen alternatief dan de berichten lichtjes te bagatelliseren. Als men het naar buiten toe al te serieus had laten uitschijnen dan zou dat zeker argwaan hebben gewekt. En dat was nu net datgene wat men hoe dan ook wou vermijden.
Het officiële doel van de missies had dan ook niets te maken met het sturen van berichten maar met het onderzoek van ons zonnestelsel. De berichten werden daarom door velen beschouwd als een belachelijke bijzaak. Ze hebben de reputatie van de wetenschappers die eraan meewerkten geen goed gedaan. Iets wat NASA overigens niet aan haar hart liet komen.
Wetenschappelijke onderzoeken hebben al langer aangetoond dat bepaalde golven (bijvoorbeeld licht en geluid) elk op hun manier het DNA van de toehoorder magnetiseren en zo informatie overdragen. Hier werd het geluid opgewekt door elektromagnetische golven omdat buitenaards intelligent leven zich misschien in een vacuüm bevindt. En gewone geluidsgolven planten zich in een vacuüm niet voort.
Anderzijds kan elke taal ongeacht wat er precies wordt gezegd, veel informatie bevatten over het DNA van de spreker. En het is best mogelijk dat het leven van onze buitenaardse bezoekers ook draaide rond DNA. Tegen de gevaren van onder meer kosmische straling was het ongetwijfeld opgewassen.
Het gebruik van 55 verschillende talen was dus zeker geen grapje, integendeel.
Waarom vond NASA het plots nodig om berichten de ruimte in te sturen?
Niet om de populariteit van de ruimtevaart te verhogen. Maar omdat men op de maan relikwieën had gevonden van buitenaards leven ... waarvan men sinds Roswell - of langer - wist dat het de aarde ooit had bezocht. (En waarvan het menselijk bewustzijn een product moest zijn.)
De berichten waren dan ook bedoeld om contact te zoeken met een wezen dat wellicht een gelijkaardig bewustzijn als dat van de mens in zich draagt. Dat de kansen om dat wezen te vinden minimaal zijn, beseffen de machthebbers natuurlijk ook. Maar men weet nu eenmaal nooit.
Waarom medeleven en schuldgevoel niet van deze planeet afkomstig kunnen zijn.
De natuur is onvoorstelbaar wreed. Dieren verscheuren andere onschuldige dieren op de meest gruwelijke wijze. Toch treft hen daarbij geen schuld. Omdat ze geen moreel besef hebben. (Wat niet wegneemt dat we al te vaak de neiging hebben om in hun instincten menselijke eigenschappen te willen zien.)
De mens heeft echter een bewustzijn, de basis van al zijn gaven die niet van deze planeet afkomstig lijken.
Daardoor stelt hij zich vragen. Hij kan er op een onvergelijkbare manier problemen door oplossen en bouwen aan de kennis van zijn voorgangers.
Maar het doet hem ook in geweten nadenken over zijn daden. Iets wat geen enkel ander levend wezen op deze planeet ooit doet.
Hoe komt het dat sommige mensen bijna letterlijk doodgaan aan schuldgevoel na het stellen van een verwerpelijke daad? Hoe komt het dat sommige mensen een soort ingebouwd rechtvaardigheidsgevoel lijken te hebben waaraan ze - willen of niet - rekenschap moeten afleggen?
Waarom is er bij dieren van medeleven en schuldgevoel geen sprake? Misschien dat sommigen onder ons de kiemen ervan bij dieren willen zien maar daarvoor moeten ze dan toch veel goede wil aan de dag leggen.
Kortom: Hoe komt het dat de mens eigenschappen heeft die in strijd lijken te zijn met de miljarden jaren oude wetten die het leven op aarde heeft moeten volgen?
Op planeet Aarde draait letterlijk ALLES rond de strijd om te overleven. Op die regel is er maar één uitzondering: de mens.
Mensen die het recht van de sterkste opeisen - zij die het meeste streven naar macht - worden hier even buiten beschouwing gelaten. De ergste onder hen lijken overigens echt wel de wetten van het leven op aarde te volgen en zijn daarbij zelfs tot ongekende wreedheden in staat.
Sommige mensen dragen oprecht medeleven in zich. Medeleven - zowel tegenover mensen als dieren - dat zo sterk is dat het elk mogelijk evolutionair voordeel overstijgt. En dat dus onmogelijk het resultaat kan zijn van een natuurlijke evolutie.
Samen met medeleven, zou het unieke schuldgevoel van de mens ons moeten doen nadenken.
Omdat het kenmerken zijn die niet gericht zijn op natuurlijke selectie. Meer nog: ze lijken die selectie tegen te werken. Want ze houden de zwakkere in stand.
Het is echter duidelijk dat niet elke mens evenveel medeleven en schuldgevoel in zich draagt.
Alsof in elke mens een unieke mix van twee verschillende werelden aanwezig is. Deze van de dieren, die egocentrisch is en gericht op overleven: een aardse karaktertrek. En een spirituele wereld die afkomstig lijkt van een hogere levensvorm. Deze laatste is niet zozeer gericht op overleven maar wordt gedreven door medeleven en schuldgevoel. Absoluut onaardse karaktertrekken.
Toch staat de mens voor een verschrikkelijk dilemma. Egocentrisme en medeleven blijken immers moeilijk met elkaar te verzoenen. Het ziet er trouwens naar uit dat zelfzucht door het leven op deze planeet wordt bevoordeeld. Wat logisch zou zijn, want het zorgt voor de sterkste genen in de strijd om te overleven.
Als men de natuur haar gang laat gaan, zullen enkel de sterkste genen uiteindelijk overleven. Voor mensen met veel medeleven en schuldgevoel zou de (verre) toekomst er dan niet rooskleurig uitzien.
Gelukkig is de kans reëel dat mensen met het meeste geweten ook het meeste weten. Dat ze met andere woorden de slimste zijn.
Laat ons hopen.
***
Eigenlijk lijdt het geen twijfel dat de mens unieke eigenschappen heeft. Eigenschappen die nog niet zo lang geleden als van het ene ogenblik op het andere, zijn ontstaan.
Door de botsing tussen twee werelden en de vermenging die daaruit is voortgevloeid, is de mens terechtgekomen in een mallemolen. En er is blijkbaar niets dat die molen kan doen stoppen.
Welk nut heeft het dan om alles over onze afkomst te willen weten?
Het ligt zelfs voor de hand dat de waarheid het houvast voor miljoenen mensen - religie - zou wegnemen.
We mogen 'zij die weten' dus niet te snel met de vinger wijzen. Best mogelijk dat ze het beste met ons voorhebben (hoewel de waarheid ondanks alles haar rechten heeft).
Edgar Mitchell en Philip Corso verdienen de hoogste geloofwaardigheid. Toch worden ze meedogenloos op de korrel genomen.
Zo zouden ze - naast andere tekortkomingen - mediageil zijn en enkel uit op geldgewin. Beiden hebben onder meer één of meerdere boeken geschreven.
Het is echter de vraag of een boek schrijven niet de beste manier is om de wereld in te lichten.
Hun criticasters hebben in elk geval een onmiskenbaar voordeel: de echte machthebbers willen (voorlopig?) niet dat de waarheid aan het licht komt.
Ondanks het feit dat de media niet anders kunnen dan de verhalen van Corso en Mitchell te brengen, lijkt het steeds alsof de reporters in kwestie meewarig het hoofd schudden bij zoveel onzin.
De zoon van Philip Corso zegt het ietwat verbitterd in het openbaar: 'Mijn vader wordt afgeschilderd als een leugenaar. Dit doet pijn want ik hield zielsveel van hem en hij was een gewetensvol en eerbaar man. Hij werd door de hoogste autoriteiten onder extreme druk gezet om zijn verhaal niet te doen. Ik ben fier dat hij aan die druk heeft weerstaan.'
Het is te hopen dat ook Neil Armstrong op een bepaald moment aan die druk zal kunnen weerstaan. Hij lijkt reeds heel wat jaren de grootste gewetensproblemen te torsen. Hij zal zich echter moeten haasten want ook hij nadert het einde van zijn leven.
Alles wat uit de conservatieve doos springt, is het doelwit van de jagers op complottheorieën. De bedenkers of 'believers' van dat pseudowetenschappelijk of (erger) geschifte gedachtegoed moeten dan ook tegen een stootje kunnen van de zogenaamde wetenschappers (lees: 'ze moeten een olifantenvel hebben').
En ook al verdienen Corso en Mitchell een standbeeld, hun heldhaftige getuigenis is maar één van de vele puzzelstukjes die ons de ogen zouden moeten openen.
De unieke mens, de grotschilders, piramiden, Egyptische priesters, Plato, universele mythen, geheime genootschappen, Roswell ze maken allemaal deel uit van een puzzel.
En datgene wat sommige astronauten op de maan hebben gezien en gevoeld, behoort eveneens tot die puzzel.
Toegegeven, de puzzelstukjes zijn niet altijd even duidelijk maar het geheel toont ondertussen wel aan waar de gigantische evolutiesprong van de mens vandaan komt.
De wedloop naar de ruimte eindigde daar waar ze moest beginnen: op de maan.
De ruimterace
De echte ruimterace begon na de tweede wereldoorlog. Volgens velen was de koude oorlog en de naijver tussen Russen en Amerikanen er de oorzaak van. Wie als eerste een mens op de maan zou kunnen laten landen, zou als winnaar uit de bus komen.
Een reden die bij nader toezien al te simplistisch was. Vooral omdat uit meerdere zaken is gebleken dat de ambitie van zowel Russen als Amerikanen veel verder reikte dan dat.
***
In de wedloop naar de ruimte speelden de nazi's een grote rol.
Zij hadden in het begin van de jaren 40 al concrete plannen voor een verkenning van de ruimte. Zelfs de maan stond - toen al - hoog op hun verlanglijstje.
Op het einde van de oorlog zouden de Amerikanen echter een geniale zet doen. Ze sluisden de beste nazi geleerden richting USA. Het Amerikaanse ruimteprogramma kreeg vleugels.
Een eerste stap zou bestaan uit het lanceren van een satelliet in een baan om de aarde.
Satellieten zouden tal van nieuwe mogelijkheden bieden. Militaire én commerciële projecten schoten eind de jaren 40 dan ook als paddenstoelen uit de grond.
Echter, nog vóór de eerste lancering een feit was, leek het alsof de Amerikanen al hun interesse in satellieten verloren.
Iets wat niet kon worden gezegd van hun aartsvijand, de Russen.
In oktober 1957 zouden die de eerste satelliet (Spoetnik 1) in een baan om de aarde brengen. En daar hield het niet mee op.
- eerste man in de ruimte in april 1961 (Gagarin)
- eerste ruimtewandeling in maart 1965 (Leonov)
Met daartussenin nog een reeks andere primeurs.
Tussen haakjes: velen geloven dat de aanvankelijke primeurs van de Russen enkel te danken waren aan de terughoudendheid van de Amerikanen. Die zou te wijten zijn geweest aan een fenomeen dat voor velen onder ons enkel bestaat in de geest van fantasten. Geloofwaardige getuigenissen die teruggaan tot begin de jaren 50 laten er echter weinig twijfel over bestaan:
Men ging ervan uit dat er zich in het luchtruim vreemde ruimteschepen konden bevinden.
Vooral Amerikanen uit de hogere militaire kringen hadden ronduit schrik voor wat hun astronauten zou kunnen overkomen. Het was een angst die - zoals achteraf zou blijken - werd ingegeven door wat nazi geleerden te vertellen hadden (zie verder in de Roswell rubrieken).
De Russen hadden zich echter niet laten tegenhouden door nazi geheimen en verkeerden in de waan dat ze de ruimterace zouden winnen.
Vanaf de tweede helft van de jaren zestig werd het de Amerikanen plots menens.
Ze hadden niet alleen de beste geleerden, maar tevens het beste materieel en het meeste geld. En ze wisten welk onvoorstelbaar geheim de maan wel eens zou kunnen herbergen.
Zo hielden ze er rekening mee dat er op - of misschien wel onder - het maanoppervlak een schat aan buitenaardse technologie voor het rapen kon liggen. Een technologie die de Russen oppermachtig zou kunnen maken. Het spreekt dan ook vanzelf dat de Amerikanen nooit konden toelaten dat de Russen als eerste de maan zouden betreden, buitenaardse dreiging of niet. Want hoe surrealistisch het voor de meesten mag klinken: men achtte het toen niet uitgesloten dat er op de maan ooit een buitenaardse basis was geweest ... die misschien nog in gebruik was.
In de jaren 60 zetten de Amerikanen alles op alles. Onbemande capsules als Rangers, Surveyors en Lunar Orbiters brachten de maan tot in detail in beeld. Vele duizenden foto's waaronder een massa close-ups werden naar de aarde gestuurd.
Op 20 juli 1969 landde Apollo 11 op de maan.
Een nieuw tijdperk zou aanbreken.
Maar 40 jaar later staat men nog steeds geen stap verder.
Het lijkt logisch dat de eerste ontdekkers een enorme eerbied (of angst) moeten hebben gevoeld voor wat ze de 'huizen van de goden' noemden. Die gevoelens moet men van generatie op generatie hebben doorgegeven. Hoe is het anders te verklaren dat men in bouwwerken die het meest tot de verbeelding spreken, zo goed als geen inscripties of eigendomsbewijzen heeft aangebracht?
Toen de Azteken in de 14°eeuw de piramiden in de buurt van Teotihuacan voor het eerst zagen, waren ze zo overrompeld dat ze ervan uitgingen dat ze door de goden waren gebouwd. Vandaag denkt men dat de Maya's of Tolteken de bouwers moeten zijn geweest in een periode rond 100 vóór Christus. Maar als men er eerlijk zou voor uitkomen dan zou men toegeven dat niemand weet wie ze heeft gebouwd.
Men vermoedt wel hoe langer hoe meer dat de allereerste godheid die er werd aanbeden - opnieuw - een godin moet zijn geweest.
Overigens lijkt niet alleen in Mexico maar ook in Egypte de allereerste godheid een godin te zijn geweest. Een godin aan wie men de grootste piramide heeft toegeschreven.
Velen zijn er immers van overtuigd dat de piramide van Khufu oorspronkelijk de piramide van Isis was. In het oude Egypte was de piramide immers bekend als het Huis van Isis. Uit teksten kan men trouwens afleiden dat Khufu de bouw van de piramide in geen geval opeist. Tussen de regels kan men lezen dat hij Isis zelfs als de oorspronkelijke eigenares van de piramide aanwijst.
En aangezien haar cultus blijkbaar al volledig op punt stond lang vóór er sprake was van de oudste Egyptische beschaving, zou het wel eens kunnen dat Isis vóór de megacatastrofen inderdaad diegene was aan wie de piramide toebehoorde.
- Sneferoe zou met zijn knikpiramide oorspronkelijk een veel hoger bouwwerk in gedachten hebben gehad. Omdat de ondergrond echter niet stabiel genoeg bleek, zou hij tijdens de bouw de hellingsgraad hebben aangepast waardoor de problemen werden opgelost.
Onwaarschijnlijk toch dat men vandaag zo snel conclusies trekt? Niemand die dat immers met zekerheid kan zeggen. Misschien was de knik wel oorspronkelijk voorzien. De scheuren die zich vandaag in de piramide manifesteren, waren er duizenden jaren geleden misschien niet. Waarom stopte Sneferoe trouwens niet onmiddellijk met de bouw als hij vaststelde dat het mis liep? Dan kon hij direct beginnen aan zijn 'rode' piramide? Ten andere: Waarom zou Sneferoe drie piramiden nodig hebben gehad? (Want tussen haakjes: hij krijgt ook nog een trappenpiramide op zijn conto.)
- De locatie van de piramiden zou overeenstemmen met de sterrenhemel zoals die er 12.500 jaar geleden zou hebben uitgezien. Alsof men bewust de sterrenhemel heeft willen nabootsen. Sirius, een dubbelstel op 8,5 lichtjaar en bekend als de ster van Isis, zou daarbij een cruciale rol hebben gespeeld. Robert Bauval, een onderzoeker van Belgische origine was in elk geval één van de eerste die een verband zag. Doch zoals met alles wat te maken heeft met de piramiden was men er als de kippen bij om zijn ontdekking te weerleggen.
Het stof van de discussies is nu min of meer gaan liggen. En het moet gezegd dat de meningen van de wetenschappers verdeeld blijven. Wat op zich toch aantoont dat de stelling nog niet zo gek kan zijn.
- Geen enkele van de duizenden teruggevonden kunstwerken verwijst naar de manier waarop de piramiden werden gebouwd.
Hier moeten de autoriteiten toegeven dat ze voor een raadsel staan. Zelfs in de mastabas, de graven van de vooraanstaande burgers uit die tijd, vindt men geen enkele verwijzing naar de manier waarop de piramiden werden gebouwd. En toch moet voor vele van die belangrijke personen hun hele leven in het teken hebben gestaan van de bouw ervan.
- Ten slotte roept ook de houding van de autoriteiten vaak vragen op bij onafhankelijke onderzoekers. Deze laatste zijn van mening de overheid al te snel hun onderzoeken een halt toeroept omdat er gevaar zou dreigen wegens 'de slechte staat van de bouwwerken'.
Onmogelijk om uit te maken wie het hier bij het rechte eind heeft.