Zondag zijn Carina, Ronald, mijn vriendin en ik, naar de Joodse begraafplaats in Putte geweest om de laatste wens van mijn vriend te vervullen, zijn familie langs vaderskant ligt daar begraven, en hij wou dat ik naar zijn vader en grootmoeder zou gaan. Dat was natuurlijk niet zo'n gemakkelijke opdracht, maar ik had het beloofd, dus moest ik het ook doen. We zijn daarna nog gaan eten en dan terug huiswaarts, om dan toch nog even langs het kerkhof te gaan, zodat ik hem kon zeggen wat we gedaan hadden. Het klinkt misschien allemaal een beetje raar, maar voor mij is het dat niet. Met mama gaat het niet goed in het home, zij is vanaf vrijdag helemaal toegeklapt, zij spreekt tegen niemand, alleen tegen mij zegt ze alleen "och, manneke". Ik val zeker in herhaling, maar ik voel mij er helemaal niet goed bij, ik heb het gevoel dat ik haar in de steek heb gelaten. Vandaag heeft ze al een paar woorden meer gezegd en toen ik vroeg of ik morgen pralines moest meebrengen, kreeg ik een volmondig "ja". Maar ze wil van niemand buiten mij iets aannemen, want de hoofdverpleger, die ik in 't vervolg Stefan ga noemen, zei dat ze haar medicatie niet wou innemen, daarop heb ik hem gevraagd om het aan mij te laten proberen en dat ging vlot. We moesten er nog mee lachen, toen ik zei:" ik kan hier wel geen hele dag blijven, hé", waarop hij antwoordde: "zou anders wel gemakkelijk zijn". Ik zal wel zien hoe het morgen gaat, ik schrijf morgen wel verder, want nu wordt het me weer allemaal iets teveel. Deze foto, die ik nog vlug heb toegevoegd, is mijn mama vorig jaar in juni.
|