Officieel duurt het Chinees Nieuwjaar vijftien dagen,
maar de eerste drie dagen zijn de belangrijkste.
Elk van die vijftien dagen heeft een doel.
Zo is er een dag voor familiebezoek en één om vrienden uit te nodigen.
Andere dagen zijn voor het vereren van voorouders,
om uit eten te gaan of een bezoek te brengen aan een tempel.

De nieuwjaarsviering begint op oudejaarsdag met een familiereünie en een gezamenlijke maaltijd. Alle deuren dienen gesloten te blijven tot klokslag middernacht. Om twaalf uur ’s nachts gaat men naar de plaatselijke tempel om de beschermgoden te groeten.

Nieuwjaarsdag is de dag van de aangetrouwde familie: terwijl de echtgenote thuis blijft, bezoeken de mannen hun schoonmoeder om verslag uit te brengen over de stand van zaken in het huwelijk.

De zevende dag wordt gevierd alsof een ieder "jarig" zou zijn. Volgens de legende over de schepping van mens en dier werd de mens geschapen op de zevende dag.
Op de laatste dag wordt het Lantaarnfeest gevierd. Alle lichten in het huis branden dan, ook overdag. Op straat zijn grote optochten waarbij mannen de dans van de draak of de dans van de leeuw uitvoeren. Ze dragen een grote draak, gemaakt van papier, hout en stof in felle kleuren. Op het einde van het feest wordt de draak in brand gestoken.