Je opende de openslaande deuren: het leek of met de rozen rond het gras het paradijs teruggewonnen was, alleen met nog meer kleuren en meer geuren.
Wie dit gekend heeft moet maar niet meer zeuren. De dagen van de rozen zijn zo ras vervlogen dat ik ze na jaren pas weer dromen kan in geuren en in kleuren.
Door rozegeur word ik met open ogen nog mooier dan door maneschijn bedrogen, en snuif ik diep en doe mijn ogen dicht dan gaat mijn neus, ontsnapt uit mijn gezicht, de hortus op en wandelt door de tijd een weg terug die over rozen leidt.