Costa Blanca - Finestrat - De Panne - Turkije - Egypte - Hongarije - Marokko - Jordanie
22-02-2008
Brussel - Agadir
Brussel - Agadir vlucht FQ 6938 vertrek 09.50 aankomst 11.30 (lokale tijd) transfeer naar het hotel " Dyssee Park Hotel " http://www.hotel-odyssee-park.com
AGADIR
Betekenis
Het woord agadir is in feite een Berbers woord: het betekent 'versterkte opslagplaats of vesting', deze agadirs vinden we in het zuiden in talloze dorpen en in de Atlas. Ook in het Marokkaans Arabisch wordt dus dit woord gebruikt.
De stad Agadir is een regionale hoofdstad en bovendien het handelscentrum voor landbouwproducten uit het rijke Sous-dal en een belangrijke industriestad van visverwerking en levensmiddelen.
Ontstaan
In de 12de eeuw werd deze agadir in gebruik genomen door een Berberse stam. In de 13de en 14de eeuw leefden er Portugese zeelieden van de visvangst (en wapensmokkel).
In 1505 bouwde een Portugees edelman een fort aan de voet van de heuvel bij de rede. Door de koning van Portugal werd dit fort gekocht en verder uitgebreid, een garnizoen werd er ondergebracht: goud en slaven werden er verhandeld.
In 1541, na een heilige oorlog die zes maanden duurde, werden de Portugese indringers verdreven door de Saadische sultan Mohammed ech-Cheikh. Zijn zoon bouwde 30 jaar later de kasba op de heuvel. Na herhaalde twisten tussen de Berbers, de Saadiërs en de Alaouïten werd in 1760 de haven van Agadir gesloten door de sultan van de Alaouïten, dit als 'straf' voor de opstandige bevolking!
Pas in 1911 werd Agadir terug uit de 'vergetelheid' ontrukt door de Duitse keizer Wilhelm II die het oorlogsschip Panther naar de Marokkaanse kust stuurde om zijn aanspraken op dit gebied te laten gelden. Na een akkoord tussen Frankrijk en Duitsland trokken de Fransen in 1913 Agadir binnen: de stad telde toen amper duizend inwoners!
Tot aan de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 werden, onder Frans bewind, de stad en de haven verder uitgebouwd, landbouw en visserij werden hervat.
De ramp van 1960
Op 29 februari 1960 trof een zware aardbeving, gevolgd door een vloedgolf, de stad Agadir: men telde ruim 15.000 slachtoffers. De stad werd compleet verwoest.
Onder koning Mohammed V werd in 1962 begonnen met de heropbouw van de stad, nu 1,5 km meer ten zuiden gelegen. In het N werden wegen tussen haven- en industriegebied aangelegd, langs het 10 km lange strand woonwijken en hotels.
De avenue Mohammed V loopt als hoofdader door de stad van N naar Z: aan één zijde het moderne stadscentrum, langs de andere zijde de toeristische zone aan zee.
Heden Agadir heeft heden een aantal troeven die het tot een toeristische topper maakt in Marokko : een 'beschermende baai' met een fijn zand strand van 6km. en geschikt voor alle watersporten
300 dagen zon per jaar (voornamelijk in de winter - in de zomer kan de voormiddag 'mistig' zijn!)
met een cap. van 20.000 bedden de grootste hotel accommodatie van Marokko
brede wandellanen met talloze shopping- en eetgelegenheden
casino, nightclubs en dancings...
goede uitvalsbasis voor trips naar het interland vb. Taroudant, Marrakech enz. mooie vissershaven en panoramisch zicht van op de heuvel met de oude kasba
eigen luchthaven
In de medina staan in de smalle straatjes vele in wit en blauw geschilderde huizen die doen denken aan Griekenland... In de ochtend krioelt het hier van straatverkopers en 's avonds van artiesten. Ook artisanaal heeft Essaouira heel wat te bieden: de vele juweliers verwerken uitsluitend zilver. Zéér bekend zijn de vele voorwerpen die door houtbewerkers worden vervaardigd: het betreft hier allerhande voorwerpen gemaakt uit het wortelhout van de thyja bomen en ingelegd met citroenboom-, ebbe- en notenhout, vaak verder versierd met paarlemoer, koper en zilverdraad.
tussen Essaouira en Safi
SAFI
Industrie om en rond Safi Eén van de drie grootste sardinevisserij havens van Marokko bevindt zich in Safi. Bij Safi zijn een 30- tal conservefabrieken die voor 90% bestemd zijn voor de export van sardines. Gans Marokko heeft een jaarlijkse sardinevangst van 300.000 ton! Tussen Casablanca en Safi staat de erg vervuilende industrie voor het verwerken van fosfaten: per jaar exporteert Marokko 16.000.000 ton ruwe fosfaten en maakt het tot 's werelds grootste exportland voor fosfaten (75% van de wereldproductie). Pottenbakkerijen, ten noorden van de stad, leveren veelkleuriger aardewerk af dan Fès dat in hoofdzaak 'blauw- wit' van kleur is. In Safi maakt men gebruik van plaatselijke klei die van een uitzonderlijk hoge kwaliteit is. Goed om weten: het was vanuit Safi dat de Noor Thor Heyerdahl met zijn Ra de overtocht maakte van de Atlantische oceaan.
Na diverse heersers die de stad heeft gekend, met oa. Yacoub el- Mansour, was het Mohammed III die in 1750 opdracht gaf alle heiligdommen, moskeeën, poorten, kasba's en medressen in heel Marokko te restaureren, die geheel of gedeeltelijk waren verwoest.
Marrakech bleef 25 jaar lang de Alaouïten hoofdstad van Marokko.
In 1873 werd Moulay Hassan de sultan van Marrakech.
In 1912 verloor, onder Frans protectoraat en door toedoen van generaal Lyautey, Marrakech definitief de status van hoofdstad van Marokko.
De indrukwekkende, uit leemmortel en kalk bestaande vestingmuren met een lengte van 10 km, dateren uit de 12de eeuw en werden voltooid in de 18de eeuw.
De muren zijn 8 tot 10 m hoog en omvatten tientallen poorten in Spaans- Moorse stijl.
Menara
De soek
Marrakech was een pleisterplaats voor de karavanen op hun reisroute naar de Sahara.
Vandaar dat de eerste soeks per gilde geordend waren opgesteld.
Heden zijn deze niet meer van elkaar te onderscheiden en vanaf het Jemaa- el- Fna plein begint dan ook de wirwar van straatjes, vaak overdekt met oa. riet ter bescherming tegen de zon.
Van zowat alle artisanale ambachten zijn hier producten te koop... de 'ijzerbewerking' laat u ter plaatse hun vaardigheden bewonderen!
De medresse Ben Youssef
Het is zonder meer één van de mooiste gebouwen van Marrakech.
Opgericht in de 14de eeuw maar door sultan Moulay Abdallah in 1565 geheel verwoest.
De prachtige versieringen vertonen Andalousische invloeden vooral in het marmer en cederwerk: de 'hoefijzervorm' ontbreekt hier In de mihrab plaatst men zich, richting Mekka, met zijn aangezicht naar de binnenkant gekeerd... wegens de goede akoestiek is de salaat zéér goed te horen over het binnenplein.
Jemaa- el- Fna esplanade
Van oudsher was dit plein dé plaats waar boeren en kooplui uit de Sous, de hoge Atlas en het diepe zuiden elkaar ontmoetten.
's Morgens zijn hier fruit- en specerijen handelaren te vinden.
In de namiddag nemen dansers, muzikanten, slangenbezweerders, apentemmers en verhalenvertellers het plein in bezit. Deze trekken een halqa, een denkbeeldige, door een heilige gezegende cirkel, waarbinnen zij hun optreden verzorgen.
's Avonds zijn er de talrijke verlichtte eettentjes...
Koutoubia moskee
Een van de grootste moskeeën, en tevens dienst doende als koranschool, van Marokko.
Ze is het symbool van de Berberstad.
De 77 m hoge minaret is opgetrokken uit roze steen en werd voltooid onder sultan Yacoub el- Mansour in 1199.
Kenmerkend is de juiste verhouding van de minaret: een breedte/hoogte verhouding van 1/5.
Vier koperen bollen, ook in sterk geometrische verhoudingen, bekronen de lichtkoepel.
De onderste is klein en vanaf de grond niet te zien. De tweede heeft een diameter van 2 m. De derde en vierde zijn respectievelijk de helft en driekwart kleiner dan de tweede.
Volgens de legende zouden de bollen van puur goud zijn, gemaakt uit de sieraden van de echtgenote van Yacoub el- Mansour. Dit als boetedoening omdat zij het vasten tijdens de ramadan drie uur had onderbroken...
Voorheen was in 1147 hier reeds een moskee gebouwd, maar deze werd afgebroken... omdat zijn qibla foutief was.
Rechts van de huidige moskee zijn de oude fundamenten nog te zien.
"Chez Ali"
Wens je 'een avondje uit' met een aantal typisch Marokkaanse elementen: een avondmaal in een kaïd tent, een spetterende "fantasia", folkloristische dansen en kledij... dan is een bezoek aan "Chez Ali" een goede keuze...
De fantasia is een soort spiegelgevecht dat de traditionele krijg nabootst: een aantal gewapende ruiters komen in razende galop aangesneld, waarbij zij zich klein maken in het zadel. Dan gaan zij in de stijgbeugels staan, nemen de strijdhouding aan en vuren allen gelijk hun geweren af... het moet als één schot klinken!
Reeds in de 10de eeuw v.C. hebben Berberse vissers zich komen vestigen op de heuvel ten Z van de stad. De vondst van een Romeins galeischip voor de kust bewijst dat de Romeinen rond 15 v.C. deze stad aandeden.
In de 7de eeuw n.C. vestigden Berbers zich in de ganse vruchtbare vlakte en stichten er een eigen koninkrijk en kozen Anfa (heuvel) als hun hoofdstad.
Nadat de stad in 1068 was verwoest werd ze in de 14de eeuw weer opgebouwd, inclusief een medresse waardoor de islamitisering was begonnen.
In 1468 werd de stad door de Portugezen platgebrand en door hen 100 jaar later weer opgebouwd. Na de aardbeving van 1755 verlieten zij de stad.
In 1770 werd de stad en een moskee herbouwd en kreeg de Arabische naam Dar el- Beïda (huis van de witte vrouw). Na 1781 werd het gebruik van de Spaanse naam Casa Blanca (wit huis) vrij algemeen.
Na 1912, onder Frans protectoraat, werd de stad en de haven verder uitgebouwd en verfraaid. Getuige hiervan de mooie art deco voorgevels die er nog te zien zijn.
Casablanca werd de economische hoofdstad en is huidig de grootste agglomeratie van Marokko.
De Hassan II moskeeKoning Hassan II gaf opdracht tot de bouw van deze moskee die "in het uiterste Westen van de islamitische wereld een symbolische waarde moet zijn voor Noord- Afrika zoals het Vrijheidsbeeld dat is voor Noord- Amerika".
In 1980 begon de bouw van de moskee op een schiereiland voor de kust.
Ontwerper was de Franse architect Michel Pinceau.
De moskee werd in 1993 voltooid
De wanden zijn bedekt met fijn geciseleerde pleisterkalk en mozaïekwerk. Het gebouw rust op granieten zuilen met prachtige kapitelen.
Het dak bevat een aantal bewerkte cederhouten koepels. Het geheel omvat een oppervlakte van 20.000 m². De minaret is 200 m hoog en een 35 km ver zichtbare laserstraal geeft de kibla aan.
De gebedsruimte kan 25.000 gelovigen bevatten en op het voorplein kunnen zich nog eens 80.000 pelgrims verzamelen. De helft van de financiering werd gedragen door een nationale heffing.
In 1912, na de ondertekening van het protectoraatsverdrag in Fès, werd Rabat de hoofdstad van Marokko. Het was generaal Lyautey, de eerste resident- generaal, die zich in Rabat vestigde en er meteen nieuwe wijken liet bouwen. Hij had daarbij de volledige scheiding van de Europese en van de oude wijken voor ogen.
Door de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 werd Rabat automatisch de definitieve hoofdstad.
Paleis van koning Mohammed VI
Het paleis dateert van 1864.
Tegenover het paleis staat de Mohammed V universiteit met bijna 20.000 studenten.
De Chellah, necropolis van de Mariniden
Deze dodenstad staat op de plek waar in de Romeinse oudheid de stad Sala lag.
Deze welvarende stad werd in de 9de eeuw verlaten, waarna de bouwwerken tot ruïnes zijn vervallen.
In de 14de eeuw stichtten de Mariniden er een groot kerkhof. De necropolis werd verwoest in 1755 door de aardbeving. Het gebied is heden begroeid met een weelderige vegetatie van palmen, hibiscus, banaan- en vijgenbomen.
In het Mariniden heiligdom staat de 13de eeuwse Abou Youssef moskee, genoemd naar de eerste sultan die in de Chellah begraven ligt. Verder zijn er nog slechts ruïnes van de zaouia waar volgens de legende Mohammed heeft gebeden.
In de schaduw van de bomen ligt de "Bron van de heilige palingen": hierin leven witte palingen die steriliteit zouden kunnen genezen!
De Hassan toren
In 1196 werd begonnen met de bouw van de Hassan- moskee.
Sultan Yacoub el- Mansour ("de Overwinnaar") wou er een van de grootste moskeeën van de Islamitische wereld van maken.
Na zijn dood in 1199 bleef het bouwwerk echter onvoltooid: de minaret had 80 m hoog moeten worden.
Huidig is de toren slechts 44 m hoog en omgeven door een plein met de resten van 200 zuilen: in 1755 werd het geheel namelijk verwoest door de aardbeving.
In de 14de eeuw kreeg het gebouw de naam Hassan (Goedheid).
Het Mausoleum
Het mausoleum staat tegenover de Hassan toren.
Het werd gebouwd in tussen 1961 en 1969 door de Vietnamese architect Vo Toan als een huldebetoon aan de sultan die in 1956 Marokko de onafhankelijkheid bracht
De sarcofaag in onyx is zo gepolijst dat het lijkt alsof het op een turkooizen wateroppervlak drijft.
Dag en nacht wisselen theologen elkaar af om vlak bij de sarcofaag hardop uit de koran te lezen.
In een andere hoek van de zaal ligt het graf van de zoon van Mohammed V.
De twaalfzijdige koepel is samengesteld uit gebeeldhouwd mahoniehout.
Onder de koepel hangt een kroonluchter met een diameter van 2,3 m en weegt 1,5 ton.
Oudaïa Kasba
In het noorden van de Medina kan je niet naast de Oudaïa Kasba kijken. Deze ommuurde vesting werd gesticht in de twaalfde eeuw. De constructie moest de stad beschermen tegen aanvallen. Je kan het versterkte fort binnentreden via de grote of de kleine poort in de stadsmuren.
Eens binnen tref je aan je rechterkant het Oudaïa museum aan. Je kan hier een aardige collectie sieraden, aardewerk en tapijten bezichtigen. In het verlengde van dit museum ligt de Andalusische tuin. Wie in deze buurt is, moet beslist eens langsgaan in het charmante café maure. Tijdens een wandeling zullen de wit-blauwe huisjes ongetwijfeld je aandacht trekken.
Nabij Moulay Idriss liggen de overblijfselen van de stad die gesticht
is in de pré- Romeinse tijd. Destijds was Volubilis een van de hoofdsteden van
Juba II in Mauretania en zeer welvarend. Eind 3de eeuw namen Berberstammen de
stad onder bezetting tot in de 8ste eeuw. In 789 werd Idriss I benoemd tot imam
van de stad.
Tijdens de aardbeving van 1755 werd de stad volledig verwoest.
Naast de basiliek, het forum en de triomfboog zijn het voornamelijk de
mozaïekvloeren van de woningen die zéér mooi zijn en nog in goede staat.
Wegens het aanwezige stof zijn de rijke kleurschakeringen niet zo goed te zien:
een weinig water over een stukje vloer laat echter de rijkdom oplichten...wij hadden geluk het regend.
Meknès
Deze stad is prachtig gelegen op een heuvel aan de wadi Bou
Fekrane in de vruchtbare vlakte van de Saïs.
Het was de hoofdstad van Moulay Ismaïl, een tijdgenoot van Lodewijk XIV.
Moulay Ismaïl, de sultan van de Alaouïten dynastie, liet in 1672 de oude
Mariniden- kasba en een deel van de oude stad afbreken en richtte de
stadsmuur met omringende poorten op.
Bovendien een aantal moskeeën, kasba's, voorraadschuren en
paardenstallen.
Door de aardbeving van 1755 kende Meknès een groot verval.
Rond 1920, onder Frans protectoraat, werden het oude deel en de moderne stad
herbouwd.
Het Mausoleum van Moulay Ismaïl
het plafond is van prachtig bewerkt cederhout en in de graftombe van hem en
zijn vrouw staan twee grote klokken. Deze waren een geschenk van de zonnekoning
Lodewijk XIV. Het 'zonnesymbool' is op diverse plaatsen terug te vinden in de
versieringen.
De voorraadschuren
hierin bevond zich een volume aan voedsel dat voldoende moest zijn voor de
ganse stad en dit voor een periode van 20 jaar!... meters dikke muren en een
doordacht ventilatiesysteem zorgde voor een afdoende bescherming.
De paardenstallen
deze ruimte was voldoende groot voor de 12.000 paarden van de sultan!
De omwalling van Meknès is 40
km lang en drie muren breed. Ze omvat drie monumentale
poorten:
Bab Berdaïne, gebouwd in de 17de eeuw, in opdracht van Moulay Ismaïl.
Naast de poort staan twee vierkanten bastions versierd met groene faience
tegels. Binnen de poort (N ingang van de medina) staat de Berdaine moskee. Bab el- Khemis is de belangrijkste toegangspoort tot de stad en de mellach,
eveneens uit de 17de eeuw.
Tenslotte Bab Mansour, een van de mooiste poorten van Marokko. Ook deze
is gebouwd in opdracht van Moulay Ismaïl en wel door een christen architect die
tot de islam was bekeerd. De zigzag doorgang door de poort was een extra
barrière voor de aanvallers van de stad!
De stad Fès is de oudste keizerstad van Marokko.
Ze is niet alleen een bekend productiecentrum voor de kunstnijverheid, maar ook
de religieuze, intellectuele en artistieke hoofdstad van het land. Deze stad
wordt ook wel "het Athene van Afrika" genoemd, deels omdat ze een
universiteit heeft die vroeger werd gesticht dan de Sorbonne van Parijs.
Fès werd gesticht door Idriss I in het jaar 789.
De stad is onderverdeeld in twee delen:
- Fès el- Jedid of het nieuwe Fès en
- Fès el- Bali, het oude Fès.
Fès el- Bali
De medina
Deze ligt achter de grote toegangspoort uit de 13de eeuw.
De poort is aan één zijde versierd met blauwe (de kleur van Fès) geëmailleerde
faiencetegels en aan de andere zijde met groene (de kleur van de Islam) tegels.
Doorheen de poort is links de Karaouine moskee te zien en rechts de zaouia
van Moulay Idriss II.
De medina is door de Unesco uitgeroepen tot cultureel erfgoed van de
mensheid. Je kan er best verdwalen: ze bevat meer dan 1000 doodlopende
straatjes!
De smalle straatjes bieden enkel doorgang aan ezels voor het vervoer van
goederen. Het geroep van "ballach!" ("opgepast!") is dan
ook niet uit de lucht.
Ambachten
In en rond de soek kun je in Fès zéér goed de verschillende
artisanale ambachten bekijken:
links boven: het 'bewerken' van keramiek mozaïek tegels door met een
speciale hamer stukjes email weg te kappen om zodoende een mooi geometrisch
patroon te verkrijgen. Deze techniek noemt men "zellige".
Aardewerk siervoorwerpen worden, op een witte geëmailleerde ondergrond,
verder 'beschilderd' met de zo typische kobaltblauwe kleur van Fès.
De leerlooierswijk
Dit 'beeld' is zowat overal ter wereld bekend... en toch wordt deze
activiteit niet enkel toegepast in Fès! Het doel van leerlooien is om een
dierenhuid soepel en bestand tegen bederf te maken.
Het proces verloopt als volgt:
huiden van schapen,
geiten, runderen en dromedarissen worden eerst onthaard en ontvleesd
daarna in een kalkbad
ontkalkt en geweekt (voor de soepelheid) en gepikkeld in water met
zwavelzuur of zeezout
dan komt het echte
looien in stenen of houten kuipen met natuurlijke of chemische looistoffen
en drogen, daarna de zeemlooiing (om de vezels soepeler te maken) in een
vette oplossing
de huiden worden
daarna afgekrabd, gewalst en geschuurd (voor de glans)
dan komt het verven
met plantaardige stoffen en een beitsmiddel (om de kleur te fixeren)
tenslotte worden de
huiden gedroogd op gras of stro...
De medresse El- Attarine en de moskee van Karaouine
Deze medresse is de mooiste van Fès, ondanks zijn kleine afmetingen.
Ze is gebouwd in de 14de eeuw. De open binnenplaats is omgeven door prachtig
gesculpteerd cederhouten afdak en vensters, de wanden en zuilen uit marmer en
albast zijn rijkelijk versierd met kalligrafisch en geometrische motieven met
onderaan de mozaïek tegels.
De moskee (verboden voor niet- moslims!) is ingewijd in 933 als
vrijdagmoskee en verder afgewerkt in 1135. Veertien deuren leiden naar de
gebedsruimte, die uit zestien schepen bestaat. Het dak rust op 270 zuilen! Op
de grote binnenplaats met een bron en groot waterbekken voor de rituele wassing
staan twee paviljoenen met marmeren zuilen. Deze zijn een imitatie van het
Alhambra van Granada. Bovendien is hier het oudste centrum voor religieus
onderwijs gevestigd. Het is een van de grootste van de maghreb.
Fès el- Jedid
De moderne (nieuwe) stad is gebouwd tijdens het protectoraat.
Ze is gebouwd met een regelmatig stratenplan, maar mist elke charme.
Hier bevindt zich het koninklijk paleis (Dar el- Makhzen).
Het is niet voor het publiek toegankelijk en diende vroeger als paleis van de
sultan en voor zijn troepen.
Ook de mellach bevindt zich hier die overigens de grootste is van
Marokko.
Erfoud is één van de belangrijkste oases van Marokko.
Het water, dat zorgt voor de bevloeiing, is afkomstig van de wadi Ziz en
de wadi Rehris. De dadel is het symbool van de Tafilalet en elk jaar
wordt in oktober een groot dadelfeest gehouden in Erfoud.
In de streek rond Erfoud staan wel één miljoen palmbomen.
Vanuit Erfoud worden excursies georganiseerd naar de grote zandduinen van de
Sahara.
De stad Rissani is de oude hoofdstad van de Tafilalet.
Volgens de legende zou de stamvader van de Alaouïten in Rissani terecht zijn
gekomen. Het was dan ook eeuwenlang de laatste halte van de karavanen op weg
naar de Sahara. De ksar werd in de 17de eeuw door Moulay Ismaïl gebouwd.
Bij Rissani ligt het in 1955 herbouwde (origineel verwoest door de overstroming
van de wadi Ziz) mausoleum van Moulay Ali Cherif, de stichter der
Alaouïden.
Ten huidige dage, onder koning Mohammed VI, is de dynastie der Alaouïden nog
steeds aan de macht.
De toegangspoort tot Rissani heeft, buiten de zo typische 'hoefijzervorm',
specifiek voor Marokko, een prachtige dakbedekking met groen geëmailleerde
pannen en enig mooi stukadoorwerk!
op weg
waterput
Tinerhir
Dit stadje was vroeger een legerpost, huidig telt het een 3000
inwoners. Het is gebouwd rond een heuvel met een uitgebreid palmbos.
De Boumaln Dadès is een van de mooiste oases van de streek, met olijf-,
granaatappel- en sinaasappelbomen langs de oever van de wadi Todra.Even voor Tinerhir loopt de bedding van de wadi Todra naar de
gelijknamige befaamde kloof.
De Todra kloof
De weg loopt langs de Todra kloof volgt de
rechteroever van de wadi, dicht begroeid met palmbomen.
We komen langs de "Bron met de heilige vissen":
volgens de legende is de bron ontstaan door toedoen van een maraboet.
Deze sloeg één keer met zijn stok tegen de rots waardoor de bron ontsprong. Met
een tweede slag werd het water gevuld met vissen...
Iets verder komen we aan het meest spectaculaire gedeelte van de kloof:
twee steile rotswanden van 300m hoog over een lengte van een 100tal meter.
Op dit smalst gedeelte is de kloof nauwelijks 20 m breed.
Hierna voert een moeilijk begaanbare weg naar het nationale park van Imilchil.
Skoura
Het plaatsje Skoura is in de 12de eeuw gesticht door Yacoub el-Mansour.
Het is met zijn weelderige oase voornamelijk bekend om zijn rozenkwekerijen.
In de fabriek van El- Kelaa M'Gouna, met een tweehonderd werknemers, worden jaarlijks 5000 ton rozenblaadjes verwerkt. Om één liter rozenwaterextract te bekomen is één ton blaadjes nodig. In de maand mei viert men er het 'rozenfeest' om de nieuwe oogst te vieren.
Van Ouarzazate via het dal van de Draa naar Zagora
Op weg naar Zagora loopt voorbij Ouarzazate het dal van de Draa
evenwijdig met de jebel Tifernine, de oostelijke uitloper van de anti
Atlas.
Langs de wadi Draa groeien oleanders en acacia's. In de oase worden
graan, groenten, klaver en henna verbouwd.
De weg slingert verder door het donkere gebergte naar de stad Agdz,
gelegen aan de rand van de enorme jebel Kissane.
Op deze hogere terrassen staan dadelpalmen en looistofhoudende tamarisken, hun
geur zou gebruikt worden om aan huizen of tenten schorpioenen en slangen tegen
te houden!
Zagora
Dit bergstadje is "de poort van de woestijn"... Men noemt
het daarom ook: "de warmste plaats van Marokko"!
In de 16de eeuw was Taroudant een vestingstad en de uitvalsbasis voor
Mohammed ech-Cheikh in zijn strijd tegen de Portugezen in Agadir. Tevens was
Taroudant als karavaanstad beroemd om de overvloed en de kwaliteit van zijn
koopwaar.
Dit schilderachtige stadje, ook wel "het kleine Marrakech" genoemd,
ligt op de grens tussen het vruchtbare Sous-dal en de Hoge Atlas. De
vestingmuren in okerkleur met hun vijf monumentale poorten geven toegang tot de
medina.
Juni 2006 1ste dag Vertrek om 6u30 uit Menen via Luik - Keulen -Frankfurt -Wurzburg - Nurenberg naar Neumarkt voor overnachtig in hotel Nürnberger Hof (785 km)
2de dag Vertrek om 8 uur uit Neumarkt via - Passau - Wenen naar Budapest aankomst in Hotel Stadion ( danubiushotels.com ) om 18 uur (718 km)
Dit gebied noordelijk van Budapest langs de Donau is één van de mooiste natuurgebieden van Hongarije met een boeiend landschap en veel interessante bezienswaardigheden.
Bezoek aan Esztergom zetel van de aartsbisschop van Hongarije. Het stadsgezicht wordt gedomineerd door de kathedraal uit het begin van de 19 eeuw.
Visegràd is het centrum van de Donaubocht. Boven op een bosrijke berg ligt spetaculaire ruinekasteel, vanaf dit punt heeft men een schitterend panorama-uitzicht over de omgeving.
Middagmaal in in restaurant "Szretettel Vàrjuk"
Het pittoreske stadje Sezntendre het "Montmatre" van Hongarije, met veel kunstnaarsgalerijen, musea, Grieks-orthodoxe kerken en souvenirwinkeltjes......
MIR Russisch voor vrede is één van de vier schepen die gebouwd zijn in het Poolse Gdansk op de scheepswerf van de voormalige Sovjet-Unie. Het schip wordt gebruikt door het Marine Engineering College of St. Petersburg en wordt naast zeiltrainingen ingezet voor opleidingen in maritieme wetenschappen en oceanografie. MIR is een zusterschip van Dar Mlodziezy (1982), Druzhba (1987), Khersones (1988) Pallada (1983) en Nasheba (1992). Deze schepen staan bekend om de hoge snelheid die zij aan de wind kunnen behalen (18 knopen).
Schipper Victor Anatov, die al sinds de bouw aan de MIR verbonden is, weet heel goed het maximale uit het schip te halen. Want hoewel de MIR niet zo hoog aan de wind kan varen als veel van haar rivalen, is zij toch vaak in de voorste regionen van haar klasse te vinden. Vandaar dat het schip bekend staat als de snelste windjammer ter wereld.
De MIR heeft relatief veel luxe aan boord, dat wil zeggen dat er voldoende warm water, genoeg proviand en een volledige ziekenhuiszaal met chirurg aanwezig zijn. Maar toch kan de MIR de vergelijking met een luxe cruise-schip niet doorstaan; er moet ook nog gewerkt worden aan boord. En aan de goed onderhouden staat van het schip blijkt dat de cadetten ook alles weten van schrobben en verven! Al deze factoren maken de MIR een perfect voorbeeld van hoe een trainingsschip zou moeten functioneren. Deze driemaster laat heel goed zien wat de waarde van trainingen op schepen als deze is.