Costa Blanca - Finestrat - De Panne - Turkije - Egypte - Hongarije - Marokko - Jordanie
18-02-2008
Rabat
.
RABAT
In 1912, na de ondertekening van het protectoraatsverdrag in Fès, werd Rabat de hoofdstad van Marokko. Het was generaal Lyautey, de eerste resident- generaal, die zich in Rabat vestigde en er meteen nieuwe wijken liet bouwen. Hij had daarbij de volledige scheiding van de Europese en van de oude wijken voor ogen.
Door de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 werd Rabat automatisch de definitieve hoofdstad.
Paleis van koning Mohammed VI
Het paleis dateert van 1864.
Tegenover het paleis staat de Mohammed V universiteit met bijna 20.000 studenten.
De Chellah, necropolis van de Mariniden
Deze dodenstad staat op de plek waar in de Romeinse oudheid de stad Sala lag.
Deze welvarende stad werd in de 9de eeuw verlaten, waarna de bouwwerken tot ruïnes zijn vervallen.
In de 14de eeuw stichtten de Mariniden er een groot kerkhof. De necropolis werd verwoest in 1755 door de aardbeving. Het gebied is heden begroeid met een weelderige vegetatie van palmen, hibiscus, banaan- en vijgenbomen.
In het Mariniden heiligdom staat de 13de eeuwse Abou Youssef moskee, genoemd naar de eerste sultan die in de Chellah begraven ligt. Verder zijn er nog slechts ruïnes van de zaouia waar volgens de legende Mohammed heeft gebeden.
In de schaduw van de bomen ligt de "Bron van de heilige palingen": hierin leven witte palingen die steriliteit zouden kunnen genezen!
De Hassan toren
In 1196 werd begonnen met de bouw van de Hassan- moskee.
Sultan Yacoub el- Mansour ("de Overwinnaar") wou er een van de grootste moskeeën van de Islamitische wereld van maken.
Na zijn dood in 1199 bleef het bouwwerk echter onvoltooid: de minaret had 80 m hoog moeten worden.
Huidig is de toren slechts 44 m hoog en omgeven door een plein met de resten van 200 zuilen: in 1755 werd het geheel namelijk verwoest door de aardbeving.
In de 14de eeuw kreeg het gebouw de naam Hassan (Goedheid).
Het Mausoleum
Het mausoleum staat tegenover de Hassan toren.
Het werd gebouwd in tussen 1961 en 1969 door de Vietnamese architect Vo Toan als een huldebetoon aan de sultan die in 1956 Marokko de onafhankelijkheid bracht
De sarcofaag in onyx is zo gepolijst dat het lijkt alsof het op een turkooizen wateroppervlak drijft.
Dag en nacht wisselen theologen elkaar af om vlak bij de sarcofaag hardop uit de koran te lezen.
In een andere hoek van de zaal ligt het graf van de zoon van Mohammed V.
De twaalfzijdige koepel is samengesteld uit gebeeldhouwd mahoniehout.
Onder de koepel hangt een kroonluchter met een diameter van 2,3 m en weegt 1,5 ton.
Oudaïa Kasba
In het noorden van de Medina kan je niet naast de Oudaïa Kasba kijken. Deze ommuurde vesting werd gesticht in de twaalfde eeuw. De constructie moest de stad beschermen tegen aanvallen. Je kan het versterkte fort binnentreden via de grote of de kleine poort in de stadsmuren.
Eens binnen tref je aan je rechterkant het Oudaïa museum aan. Je kan hier een aardige collectie sieraden, aardewerk en tapijten bezichtigen. In het verlengde van dit museum ligt de Andalusische tuin. Wie in deze buurt is, moet beslist eens langsgaan in het charmante café maure. Tijdens een wandeling zullen de wit-blauwe huisjes ongetwijfeld je aandacht trekken.
Nabij Moulay Idriss liggen de overblijfselen van de stad die gesticht
is in de pré- Romeinse tijd. Destijds was Volubilis een van de hoofdsteden van
Juba II in Mauretania en zeer welvarend. Eind 3de eeuw namen Berberstammen de
stad onder bezetting tot in de 8ste eeuw. In 789 werd Idriss I benoemd tot imam
van de stad.
Tijdens de aardbeving van 1755 werd de stad volledig verwoest.
Naast de basiliek, het forum en de triomfboog zijn het voornamelijk de
mozaïekvloeren van de woningen die zéér mooi zijn en nog in goede staat.
Wegens het aanwezige stof zijn de rijke kleurschakeringen niet zo goed te zien:
een weinig water over een stukje vloer laat echter de rijkdom oplichten...wij hadden geluk het regend.
Meknès
Deze stad is prachtig gelegen op een heuvel aan de wadi Bou
Fekrane in de vruchtbare vlakte van de Saïs.
Het was de hoofdstad van Moulay Ismaïl, een tijdgenoot van Lodewijk XIV.
Moulay Ismaïl, de sultan van de Alaouïten dynastie, liet in 1672 de oude
Mariniden- kasba en een deel van de oude stad afbreken en richtte de
stadsmuur met omringende poorten op.
Bovendien een aantal moskeeën, kasba's, voorraadschuren en
paardenstallen.
Door de aardbeving van 1755 kende Meknès een groot verval.
Rond 1920, onder Frans protectoraat, werden het oude deel en de moderne stad
herbouwd.
Het Mausoleum van Moulay Ismaïl
het plafond is van prachtig bewerkt cederhout en in de graftombe van hem en
zijn vrouw staan twee grote klokken. Deze waren een geschenk van de zonnekoning
Lodewijk XIV. Het 'zonnesymbool' is op diverse plaatsen terug te vinden in de
versieringen.
De voorraadschuren
hierin bevond zich een volume aan voedsel dat voldoende moest zijn voor de
ganse stad en dit voor een periode van 20 jaar!... meters dikke muren en een
doordacht ventilatiesysteem zorgde voor een afdoende bescherming.
De paardenstallen
deze ruimte was voldoende groot voor de 12.000 paarden van de sultan!
De omwalling van Meknès is 40
km lang en drie muren breed. Ze omvat drie monumentale
poorten:
Bab Berdaïne, gebouwd in de 17de eeuw, in opdracht van Moulay Ismaïl.
Naast de poort staan twee vierkanten bastions versierd met groene faience
tegels. Binnen de poort (N ingang van de medina) staat de Berdaine moskee. Bab el- Khemis is de belangrijkste toegangspoort tot de stad en de mellach,
eveneens uit de 17de eeuw.
Tenslotte Bab Mansour, een van de mooiste poorten van Marokko. Ook deze
is gebouwd in opdracht van Moulay Ismaïl en wel door een christen architect die
tot de islam was bekeerd. De zigzag doorgang door de poort was een extra
barrière voor de aanvallers van de stad!
De stad Fès is de oudste keizerstad van Marokko.
Ze is niet alleen een bekend productiecentrum voor de kunstnijverheid, maar ook
de religieuze, intellectuele en artistieke hoofdstad van het land. Deze stad
wordt ook wel "het Athene van Afrika" genoemd, deels omdat ze een
universiteit heeft die vroeger werd gesticht dan de Sorbonne van Parijs.
Fès werd gesticht door Idriss I in het jaar 789.
De stad is onderverdeeld in twee delen:
- Fès el- Jedid of het nieuwe Fès en
- Fès el- Bali, het oude Fès.
Fès el- Bali
De medina
Deze ligt achter de grote toegangspoort uit de 13de eeuw.
De poort is aan één zijde versierd met blauwe (de kleur van Fès) geëmailleerde
faiencetegels en aan de andere zijde met groene (de kleur van de Islam) tegels.
Doorheen de poort is links de Karaouine moskee te zien en rechts de zaouia
van Moulay Idriss II.
De medina is door de Unesco uitgeroepen tot cultureel erfgoed van de
mensheid. Je kan er best verdwalen: ze bevat meer dan 1000 doodlopende
straatjes!
De smalle straatjes bieden enkel doorgang aan ezels voor het vervoer van
goederen. Het geroep van "ballach!" ("opgepast!") is dan
ook niet uit de lucht.
Ambachten
In en rond de soek kun je in Fès zéér goed de verschillende
artisanale ambachten bekijken:
links boven: het 'bewerken' van keramiek mozaïek tegels door met een
speciale hamer stukjes email weg te kappen om zodoende een mooi geometrisch
patroon te verkrijgen. Deze techniek noemt men "zellige".
Aardewerk siervoorwerpen worden, op een witte geëmailleerde ondergrond,
verder 'beschilderd' met de zo typische kobaltblauwe kleur van Fès.
De leerlooierswijk
Dit 'beeld' is zowat overal ter wereld bekend... en toch wordt deze
activiteit niet enkel toegepast in Fès! Het doel van leerlooien is om een
dierenhuid soepel en bestand tegen bederf te maken.
Het proces verloopt als volgt:
huiden van schapen,
geiten, runderen en dromedarissen worden eerst onthaard en ontvleesd
daarna in een kalkbad
ontkalkt en geweekt (voor de soepelheid) en gepikkeld in water met
zwavelzuur of zeezout
dan komt het echte
looien in stenen of houten kuipen met natuurlijke of chemische looistoffen
en drogen, daarna de zeemlooiing (om de vezels soepeler te maken) in een
vette oplossing
de huiden worden
daarna afgekrabd, gewalst en geschuurd (voor de glans)
dan komt het verven
met plantaardige stoffen en een beitsmiddel (om de kleur te fixeren)
tenslotte worden de
huiden gedroogd op gras of stro...
De medresse El- Attarine en de moskee van Karaouine
Deze medresse is de mooiste van Fès, ondanks zijn kleine afmetingen.
Ze is gebouwd in de 14de eeuw. De open binnenplaats is omgeven door prachtig
gesculpteerd cederhouten afdak en vensters, de wanden en zuilen uit marmer en
albast zijn rijkelijk versierd met kalligrafisch en geometrische motieven met
onderaan de mozaïek tegels.
De moskee (verboden voor niet- moslims!) is ingewijd in 933 als
vrijdagmoskee en verder afgewerkt in 1135. Veertien deuren leiden naar de
gebedsruimte, die uit zestien schepen bestaat. Het dak rust op 270 zuilen! Op
de grote binnenplaats met een bron en groot waterbekken voor de rituele wassing
staan twee paviljoenen met marmeren zuilen. Deze zijn een imitatie van het
Alhambra van Granada. Bovendien is hier het oudste centrum voor religieus
onderwijs gevestigd. Het is een van de grootste van de maghreb.
Fès el- Jedid
De moderne (nieuwe) stad is gebouwd tijdens het protectoraat.
Ze is gebouwd met een regelmatig stratenplan, maar mist elke charme.
Hier bevindt zich het koninklijk paleis (Dar el- Makhzen).
Het is niet voor het publiek toegankelijk en diende vroeger als paleis van de
sultan en voor zijn troepen.
Ook de mellach bevindt zich hier die overigens de grootste is van
Marokko.
Erfoud is één van de belangrijkste oases van Marokko.
Het water, dat zorgt voor de bevloeiing, is afkomstig van de wadi Ziz en
de wadi Rehris. De dadel is het symbool van de Tafilalet en elk jaar
wordt in oktober een groot dadelfeest gehouden in Erfoud.
In de streek rond Erfoud staan wel één miljoen palmbomen.
Vanuit Erfoud worden excursies georganiseerd naar de grote zandduinen van de
Sahara.
De stad Rissani is de oude hoofdstad van de Tafilalet.
Volgens de legende zou de stamvader van de Alaouïten in Rissani terecht zijn
gekomen. Het was dan ook eeuwenlang de laatste halte van de karavanen op weg
naar de Sahara. De ksar werd in de 17de eeuw door Moulay Ismaïl gebouwd.
Bij Rissani ligt het in 1955 herbouwde (origineel verwoest door de overstroming
van de wadi Ziz) mausoleum van Moulay Ali Cherif, de stichter der
Alaouïden.
Ten huidige dage, onder koning Mohammed VI, is de dynastie der Alaouïden nog
steeds aan de macht.
De toegangspoort tot Rissani heeft, buiten de zo typische 'hoefijzervorm',
specifiek voor Marokko, een prachtige dakbedekking met groen geëmailleerde
pannen en enig mooi stukadoorwerk!
op weg
waterput
Tinerhir
Dit stadje was vroeger een legerpost, huidig telt het een 3000
inwoners. Het is gebouwd rond een heuvel met een uitgebreid palmbos.
De Boumaln Dadès is een van de mooiste oases van de streek, met olijf-,
granaatappel- en sinaasappelbomen langs de oever van de wadi Todra.Even voor Tinerhir loopt de bedding van de wadi Todra naar de
gelijknamige befaamde kloof.
De Todra kloof
De weg loopt langs de Todra kloof volgt de
rechteroever van de wadi, dicht begroeid met palmbomen.
We komen langs de "Bron met de heilige vissen":
volgens de legende is de bron ontstaan door toedoen van een maraboet.
Deze sloeg één keer met zijn stok tegen de rots waardoor de bron ontsprong. Met
een tweede slag werd het water gevuld met vissen...
Iets verder komen we aan het meest spectaculaire gedeelte van de kloof:
twee steile rotswanden van 300m hoog over een lengte van een 100tal meter.
Op dit smalst gedeelte is de kloof nauwelijks 20 m breed.
Hierna voert een moeilijk begaanbare weg naar het nationale park van Imilchil.
Skoura
Het plaatsje Skoura is in de 12de eeuw gesticht door Yacoub el-Mansour.
Het is met zijn weelderige oase voornamelijk bekend om zijn rozenkwekerijen.
In de fabriek van El- Kelaa M'Gouna, met een tweehonderd werknemers, worden jaarlijks 5000 ton rozenblaadjes verwerkt. Om één liter rozenwaterextract te bekomen is één ton blaadjes nodig. In de maand mei viert men er het 'rozenfeest' om de nieuwe oogst te vieren.
Van Ouarzazate via het dal van de Draa naar Zagora
Op weg naar Zagora loopt voorbij Ouarzazate het dal van de Draa
evenwijdig met de jebel Tifernine, de oostelijke uitloper van de anti
Atlas.
Langs de wadi Draa groeien oleanders en acacia's. In de oase worden
graan, groenten, klaver en henna verbouwd.
De weg slingert verder door het donkere gebergte naar de stad Agdz,
gelegen aan de rand van de enorme jebel Kissane.
Op deze hogere terrassen staan dadelpalmen en looistofhoudende tamarisken, hun
geur zou gebruikt worden om aan huizen of tenten schorpioenen en slangen tegen
te houden!
Zagora
Dit bergstadje is "de poort van de woestijn"... Men noemt
het daarom ook: "de warmste plaats van Marokko"!
In de 16de eeuw was Taroudant een vestingstad en de uitvalsbasis voor
Mohammed ech-Cheikh in zijn strijd tegen de Portugezen in Agadir. Tevens was
Taroudant als karavaanstad beroemd om de overvloed en de kwaliteit van zijn
koopwaar.
Dit schilderachtige stadje, ook wel "het kleine Marrakech" genoemd,
ligt op de grens tussen het vruchtbare Sous-dal en de Hoge Atlas. De
vestingmuren in okerkleur met hun vijf monumentale poorten geven toegang tot de
medina.
Juni 2006 1ste dag Vertrek om 6u30 uit Menen via Luik - Keulen -Frankfurt -Wurzburg - Nurenberg naar Neumarkt voor overnachtig in hotel Nürnberger Hof (785 km)
2de dag Vertrek om 8 uur uit Neumarkt via - Passau - Wenen naar Budapest aankomst in Hotel Stadion ( danubiushotels.com ) om 18 uur (718 km)
Dit gebied noordelijk van Budapest langs de Donau is één van de mooiste natuurgebieden van Hongarije met een boeiend landschap en veel interessante bezienswaardigheden.
Bezoek aan Esztergom zetel van de aartsbisschop van Hongarije. Het stadsgezicht wordt gedomineerd door de kathedraal uit het begin van de 19 eeuw.
Visegràd is het centrum van de Donaubocht. Boven op een bosrijke berg ligt spetaculaire ruinekasteel, vanaf dit punt heeft men een schitterend panorama-uitzicht over de omgeving.
Middagmaal in in restaurant "Szretettel Vàrjuk"
Het pittoreske stadje Sezntendre het "Montmatre" van Hongarije, met veel kunstnaarsgalerijen, musea, Grieks-orthodoxe kerken en souvenirwinkeltjes......
MIR Russisch voor vrede is één van de vier schepen die gebouwd zijn in het Poolse Gdansk op de scheepswerf van de voormalige Sovjet-Unie. Het schip wordt gebruikt door het Marine Engineering College of St. Petersburg en wordt naast zeiltrainingen ingezet voor opleidingen in maritieme wetenschappen en oceanografie. MIR is een zusterschip van Dar Mlodziezy (1982), Druzhba (1987), Khersones (1988) Pallada (1983) en Nasheba (1992). Deze schepen staan bekend om de hoge snelheid die zij aan de wind kunnen behalen (18 knopen).
Schipper Victor Anatov, die al sinds de bouw aan de MIR verbonden is, weet heel goed het maximale uit het schip te halen. Want hoewel de MIR niet zo hoog aan de wind kan varen als veel van haar rivalen, is zij toch vaak in de voorste regionen van haar klasse te vinden. Vandaar dat het schip bekend staat als de snelste windjammer ter wereld.
De MIR heeft relatief veel luxe aan boord, dat wil zeggen dat er voldoende warm water, genoeg proviand en een volledige ziekenhuiszaal met chirurg aanwezig zijn. Maar toch kan de MIR de vergelijking met een luxe cruise-schip niet doorstaan; er moet ook nog gewerkt worden aan boord. En aan de goed onderhouden staat van het schip blijkt dat de cadetten ook alles weten van schrobben en verven! Al deze factoren maken de MIR een perfect voorbeeld van hoe een trainingsschip zou moeten functioneren. Deze driemaster laat heel goed zien wat de waarde van trainingen op schepen als deze is.
Bart De Zutter werd in 1961 geboren, studeerde beeldhouwkunst en is sinds 1990 leraar beeldhouwkunst en algemeen beeldende vorming
aan de Stedelijke Academie voor Beeldende Vorming van Harelbeke. De natuur vormt Bart De Zutters grootste inspiratiebron. Dit is niet verwonderlijk. De beeldhouwer groeide op in een gezin met acht kinderen. Wilde hij een plekje voor zichzelf, dan vond hij dit in de bossen en weiden achter zijn ouderlijk huis in Eeklo.
Bart De Zutter is een uitermate boeiend kunstenaar met evenveel respect voor de sculptuur als voor de gedachte, en evenveel métier
bij het uitbeelden als bij het bedenken. Als beeldhouwer maakt hij in het landschap sculpturen met materialen die direct in de natuur voorhanden zijn: hout, steen, klei, aarde ... in hun bijna ruwe vorm. De kunstenaar werkt met respect voor de patronen en ritmes van het natuurlijke groei- of ontstaansproces. Daarbij vormen de toevallige omstandigheden van tijd, plaats, weer en seizoenen een integraal onderdeel van zijn werk.
Hout, en met name bomen, dragen zijn voorkeur weg.
"Ik heb mijn kennis over bomen vergaard door er gewoon in te kruipen," vertelt De Zutter daarover. "Bomen maken dingen wakker bij
mensen, ze appelleren aan ons oerinstinct. Een boom vel je niet zomaar, een boom staat nooit in de weg. Bomen kunnen een herkenningspunt zijn in een landschap of zijn nog geplant geweest door een betovergrootvader. Ze vormen een rustpunt in de drukte."
Qua materiaalgebruik en arbeidsintensiviteit is het werk van De Zutter vergelijkbaar met het werk van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Andries Botha. Bart De Zutter incorporeert daarenboven elementen uit zijn persoonlijke mythologie in zijn werk. Hij creëert hoogst symbolische associaties tussen gebeurtenissen uit zijn eigen leven, zijn persoonlijke geschiedenis.
Project 'Boot'
Een mooi voorbeeld daarvan is het project 'Boot' dat hij op het strand nabij het Leopold I monument in De Panne toont. Voor 2006 Beaufort hakte De Zutter eigenhandig een boot uit een enorme boomstronk van lindehout. Verbeelding, maar ook zin voor de dagelijkse menselijke realiteit en creativiteit vallen samen in het universum van zijn creaties. De stronk refereert naar de tragische geschiedenis van bootvluchtelingen die in bijzonder penibele omstandigheden op zoek gaan naar een beter bestaan. De rest van het verhaal laat Bart De Zutter over aan de eigen fantasie van de toeschouwer.