Ouderen gebruiken in het algemeen veel geneesmiddelen. Ook gebruiken veel ouderen verschillende geneesmiddelen tegelijk. Dat kan soms tot problemen leiden. Het lichaam kan gevoeliger reageren op bepaalde geneesmiddelen. Daardoor kunnen bijwerkingen van een geneesmiddel eerder optreden. De bijwerkingen kunt u vinden in de geneesmiddelinformatie of bijsluiter. Soms lijken bijwerkingen op verschijnselen van (ouderdoms)- ziektes. Zo kunnen bepaalde middelen die bij de ziekte van Parkinson of bij depressies worden gebruikt, verwardheid veroorzaken. Dit lijkt op de verwardheid die voorkomt bij dementie. U kunt hierdoor last krijgen van verwardheid of depressieve klachten. Ook bepaalde slaapmiddelen en kalmeringsmiddelen kunnen veel langer werken, waardoor u ook overdag last kunt krijgen van sufheid. Slaapmiddelen en kalmerende middelen verslappen vaak de spieren. Als u dit soort middelen gebruikt, loopt u dan ook een grotere kans om te vallen als u 's nachts uit bed komt. Geneesmiddelen kunnen een bijwerking hebben, die een andere kwaal kan verergeren. Sommige middelen tegen incontinentie kunnen bijvoorbeeld staar verergeren. Mocht u toch nog last krijgen van bijwerkingen als u een nieuw geneesmiddel gebruikt, vraag dan advies aan uw arts of apotheker. Verander nooit op eigen houtje de dosering van een geneesmiddel. • Lees de geneesmiddelinformatie of bijsluiter voor u een geneesmiddel gaat gebruiken. Vraag in de apotheek om uitleg als u iets niet begrijpt. • Neem een geneesmiddel in volgens de aanwijzingen op het etiket. Als op het etiket staat 3x per dag, probeer het geneesmiddel dan in te nemen voor, tijdens of na het ontbijt, het middageten en het avondeten. Staat er elke 8 uur, probeer het geneesmiddel dan in te nemen om 08.00 uur, 16.00 uur en voor het slapen gaan. Volg ook de andere aanwijzingen die op het etiket staan, zoals innemen met melk, innemen voor of na de maaltijd of innemen tijdens de maaltijd. • Vergeet u uw geneesmiddel een keer in te nemen? Kijk dan in de bijsluiter of geneesmiddelinformatie of u de vergeten dosis alsnog moet innemen of dat u gewoon verder moet gaan met de volgende dosis. Kunt u het niet vinden in de bijsluiter of geneesmiddelinformatie, bel dan uw apotheek of uw arts voor advies. • Vindt u het innemen van capsules en tabletten lastig? Probeer het dan eens op deze manier. Leg de capsule of tablet op uw tong en neem hem in met een flink glas water. Probeer bij het doorslikken uw hoofd recht te houden of enigszins naar voren te buigen. Als u problemen heeft met doorslikken van de capsule kunt u vooraf de gelatine zacht laten worden door de capsule even op een lepel water te leggen. In het algemeen kunt u de capsule beter niet openmaken . Zorg ervoor dat u staat of zit als u de capsule inneemt. Neem hem nooit in terwijl u ligt . De capsule kan dan in de slokdarm blijven "kleven" en deze beschadigen. • Zorg ervoor dat u voldoende drinkt , ook als u plaspillen gebruikt. Ten minste 1,5 liter vocht per dag, in de vorm van water, koffie, thee, melk en vruchtensap. Als u last hebt van verstopping en laxeermiddelen gebruikt, is het beter nog meer te drinken. • Het is verstandig om af en toe eens aan uw arts of apotheker te vragen of u alle voorgeschreven geneesmiddelen nog moet gebruiken. • Voor mensen die problemen hebben met het onthouden wanneer ze welk geneesmiddel moeten innemen, is in de apotheek een doseerbox of een doseeretui te koop. Ze kunnen worden gevuld met de geneesmiddelen voor een week en hebben voor elke dag van de week vier vakjes. • Geef uw geneesmiddelen nooit aan een ander en gebruik zelf nooit geneesmiddelen van een ander.