Hieronder nog wat uitleg wat De GRIEP eigenlijk inhoudt. Hopelijk blijft ze zo lang mogelijk weg, want ieder jaar krijg ik mijn deel ervan, en leuk is wat anders.
Een groot deel besmettelijke ziekten worden veroorzaakt door virussen. Bij fris en vochtig weer kunnen die virussen onze ademhalingswegen aantasten, met een infectie tot gevolg. Vooral onze luchtwegen - neus, keel, luchtpijp, bronchi - zijn er gevoelig voor. Wie besmet raakt, moet meestal hoesten, krijgt een loopneus, pijn of kriebels in de keel, ogen die prikken... Normaal verdwijnen deze verschijnselen na enkele dagen. Maar wie griep krijgt, heeft daarbovenop ook nog last van ernstige hoofdpijn, spierpijn en (meestal hoge) koorts.
Griep wordt veroorzaakt door het myxovirus influenzae. Van dit virus bestaan er drie types, A, B en C. Het A-type is verantwoordelijk voor de meest ernstige infecties. Het griepvirus is bijzonder besmettelijk. Het is vaak al voldoende in contact te komen met een besmet persoon opdat de virussen kunnen doordringen in het neusslijmvlies, de luchtpijp en de bronchi en zich daar uitbreiden. Op enkele weken tijd kan een griepepidemie 5 tot 10% van de bevolking aantasten.
Griep zonder complicaties geneest vanzelf. Het is belangrijk veel te rusten en veel te drinken omdat men door de koorts en het zweten dat daarmee gepaard gaat, veel vocht verliest. Paracetamol en aspirine helpen tegen de koorts (boven 38,5°C) en de spierpijn. Omdat griep veroorzaakt wordt door een virus, zijn antibiotica zinloos. Tenzij er natuurlijk een bijkomende infectie op de luchtwegen of de longen optreedt die veroorzaakt wordt door bacteriën. In dat geval zal uw arts waarschijnlijk wél antibiotica voorschrijven. Vitamine C lijkt eerder doeltreffend bij het voorkomen van griep, en niet zozeer bij de behandeling zelf. Wanneer de klachten langer dan een week duren of erger worden, is het best om uw arts te raadplegen. Bij een kind verdient het aanbeveling om contact op te nemen met de huisarts wanneer het hoge koorts (+ 39°) heeft die na een dag of 3-4 niet zakt, als het kind weigert te drinken of begint te braken. Ook wanneer het kind klaagt over oorpijn, raadpleegt u best de huisarts omdat dit alles erop wijst dat er misschien iets ernstiger aan de hand is.
Sinds kort zijn er antivirale geneesmiddelen op de markt die ook bij griep kunnen worden gebruikt. Ze verkorten de ziekteperiode, maar zijn alleen effectief als ze helemaal in het begin van de infectie worden ingenomen. Ze zijn wel duur en worden niet terugbetaald door het ziekenfonds.
Voor de meeste mensen is griep een goedaardige ziekte die na een paar dagen vanzelf verdwijnt. Toch kunnen er bij bepaalde risicopersonen ernstige complicaties optreden, zoals een longontsteking, die zelfs dodelijk kunnen zijn. Elk jaar overlijden er in ons land trouwens enkele honderden mensen ten gevolge van dergelijke complicaties. Vooral hartpatiënten, mensen met een longziekte, nier- en leverpatiënten, suikerzieken en ook 65-plussers worden tot die risicogroepen gerekend. Ouderen die in een bejaarden- of verzorgingstehuis verblijven, zijn bij een epidemie uiterst vatbaar voor besmetting.
Het griepvaccin heeft een algemene efficiëntie van 70%; de doeltreffendheid varieert volgens leeftijd. Gevaccineerde personen kunnen dus toch nog de griep krijgen, maar meestal gaat het dan om een minder zware vorm. De doeltreffendheid uit zich voornamelijk in een reductie van de complicaties: dankzij het vaccin vermindert het aantal hospitalisaties met 70% en het sterftecijfer met 80%. Uiteraard biedt het griepvaccin alleen maar bescherming tegen de griepvirussen en niet tegen andere winterkwaaltjes die door totaal andere virussen worden veroorzaakt. Zo kan u ondanks de griepprik bijvoorbeeld toch nog een verkoudheid of een keelontsteking krijgen. Dit betekent niet dat het griepvaccin heeft gefaald, maar gewoon dat u pech hebt en het slachtoffer bent geworden van een ander virus.
Het vaccin wordt aangeraden aan risicopersonen (zie vraag 3) én aan personen die met hen in contact komen en hen kunnen besmetten. Het vaccin voorkomt mogelijke complicaties. Voor al die mensen en voor iedereen die geregeld met hen in contact komt en hen kan besmetten (zoals het personeel in een bejaardeninstelling), wordt een jaarlijkse inenting tegen de griep ten zeerste aanbevolen en betaalt de ziekteverzekering het vaccin ook terug. Maar ook voor jonge, gezonde mensen kan een jaarlijkse griepprik zinvol zijn. In sommige bedrijven wordt het griepvaccin elk jaar trouwens gratis ter beschikking gesteld om te voorkomen dat bij een griepepidemie heel het bedrijf ziek zou worden. Mensen die allergisch zijn voor eieren of die eerder al slecht reageerden op bepaalde vaccins, moeten hun geneesheer hiervan wel op de hoogte stellen zodat de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen.
Het griepvirus ondergaat regelmatig mutaties, veranderingen. De antistoffen die het ene jaar worden aangemaakt tegen het griepvirus, herkennen niet systematisch het virus van het jaar daarop. We zijn dus eigenlijk slecht gewapend tegen griep, en kunnen meerdere malen besmet geraken, telkens met het lichtjes gewijzigd virus. Om beschermd te zijn tegen mogelijke complicaties, moeten risicopersonen zich dus jaarlijks laten inenten met het nieuwe vaccin dat gebaseerd is op de kenmerken van het virus van het jaar voordien. Bovendien verklaart dit ook waarom mensen die zich hebben laten inenten, toch nog de griep kunnen krijgen. Ze kunnen namelijk besmet worden door een nieuw griepvirus waartegen het vaccin nog geen bescherming biedt, of tegen een relatief zeldzaam virus dat niet (meer) in het vaccin is opgenomen. Maar meestal biedt het vaccin dan toch nog een zekere bescherming en is de ziekte minder ernstig en treden er ook veel minder complicaties op in vergelijking met mensen die niet zijn ingeënt.
De vaccinatie gebeurt voor de risicoperiode, dus best tussen midden oktober en midden november. Indien u echter de mogelijkheid hebt u reeds in september te laten inenten, kan u dat best doen. In volle epidemie komt een vaccinatie te laat. Bij het begin van een epidemie echter, wanneer slechts enkele sporadische gevallen zijn opgedoken, is een snelle vaccinatie van de achterblijvers aangeraden.
De bijwerkingen van het vaccin zijn gering. Men noteert soms pijn op de plaats van de injectie (intramusculair), en sporadisch symptomen zoals die van griep, maar dan in mindere mate en van voorbijgaande aard. Personen die allergisch zijn aan eiwitten (anafylactische shock, ademhalingsmoeilijkheden...) of die eerder al slecht reageerden op bepaalde vaccins, moeten hun geneesheer hiervan op de hoogte stellen
Het feit dat het vaccin jaarlijks moet herhaald worden, blijkt een van de grote obstakels te zijn. Gezonde 65-plussers zien bovendien vaak de noodzaak niet in van een vaccinatie omdat ze in goede gezondheid verkeren of nooit griep hebben gehad. Of omdat ze, ondanks een eerdere vaccinatie, toch nog een of andere infectie opliepen waarvan ze (dikwijls ten onrechte) denken dat het om de griep ging.