Gemeente BORGLOON
Geboortestad van OVERGROOTMOEDER :
IV.18.3.- -RAEPERS Maria Odilia
Borgloon is een stad en gemeente in de Vlaamse provincie Limburg en van het arrondissement Tongeren. De huidige stad is in 1976 ontstaan door fusie van 12 oude gemeenten, en telt ruim 10.000 inwoners op een oppervlakte van 5.111 ha. De officiële taal is Nederlands. Vele, vooral oudere inwoners gebruiken het lokale dialect.
Deelgemeenten
Bommershoven, Broekom, Gors-Opleeuw, Gotem, Groot-Loon, Hendrieken, Hoepertingen, Jesseren, Kerniel, Kuttekoven, Rijkel, Voort
Geschiedenis
Loon is afgeleid van het Germaanse Lauhun dat beboste heuvel betekent. Het verschijnt voor het eerst in 1078 in teksten. Vanaf de 12e eeuw is ook de Romaanse vorm Looz bekend. Borgloon betekent dus burcht op een beboste heuvel en de plaats lag binnen het woongebied van de Eburonen.
Die heuvel verheft zich 30m boven de omgeving en werd daarom door de graven van Loon uitgekozen om er hun burcht en hun residentie te bouwen. Strategisch en economisch was de plek interessant omdat hij langs de weg van het Heilige Roomse Rijk naar Brabant lag. Hij werd dan ook de hoofdstad van hun graafschap. De Romeinen waren de middeleeuwers vóór geweest. Bij de sloop van de burchtresten tussen 1870 en 1877 waren heel wat indicaties van een Romeinse aanwezigheid teruggevonden.
Vrij vlug ontstond rond de burcht een eerste en rond 1200 een tweede omwalling. Loon krijgt rond die tijd ook stadsrechten waarvan het perron nog altijd getuigt. Loon werd daardoor één van de Goede Steden van het prinsbisdom Luik. Als bestuurlijk en geestelijk centrum wordt Loon echter vlug voorbijgestoken door Hasselt dat centraler ligt. Na de verwoesting in 1180 van de burcht door Rudolf van Zähringen, Prins-bisschop van Luik verbleven de graven in hun burcht in Kuringen. Ze werden begraven in de abdij van Herkenrode. De heer van het kasteel van Rullingen was een leenman van de graaf van Loon.
In de loop van de 13e eeuw verloor Loon aan Hasselt haar financiële betekenis als muntatelier en zelfs haar titel als hoofdplaats van het graafschap.
De stad groeide nauwelijks en ondanks plunderingen en verwoestingen bleef Loon zijn middeleeuws karakter bewaren. Getuigen hiervan zijn het middeleeuws stratenpatroon, de markt en de radiale smalle steegjes. Burchtheuvel, stadhuis, Kanunnikenhuis en kerk getuigen van haar periode van bloei. Traditionele vakwerkarchitectuur verdween achter betonnen bepleistering of werd vervangen door Maaslandse renaissancegevels.
In 1676 overleden 167 inwoners van Loon aan de gevolgen van de pest.
In de 19e eeuw werd de fruitteelt belangrijk en het maken van stroop van peren en appelen; vandaar de aanleg van een spoorlijn tussen Sint-Truiden en Tongeren. Momenteel is Borgloon het verzorgingscentrum van de streek.
- Het stadhuis
- De romaans-gotische Sint-Odulfuskerk, een kruisbasiliek met vijf beuken. In deze kerk legden de graven van Loon, en na 1366 de prins-bisschoppen van Luik de eed af bij hun troonsbestijging
- de burchtheuvel van de burcht van Loon
- de kapel van Helshoven
__________________________ Bronvermelding : "Wikipedia" de vrije encyclopedie
-o-o-o-O-o-o-o-
|