Van Beaumont-Hamel zijn we een paar kilometers verder gereden naar Thiepval Mémorial één van de bloedigste plaatsen van het slagveld.
De frontlijn liep over een heuvel van 140 m hoog.Thiepval was bezet door de duitsers.Om dit te veroveren leverden de Britse en de Franse troepen hevige strijd. Dit kwam terug in handen van de Britse en Franse troepen op 28 september 1916 , maar verloren hierbij 82.000 manschappen.
Deze plaatswerd uitgekozen om de vermiste soldaten te herdenken van de Sommeslag. Het monument werd in 1932 plechtig ingehuldigd om de 72.000 Britse en Franse vermiste soldaten te herdenken.
Na ons verblijf van drie dagen aan de Baai van de Somme zijn we de maandagmorgen vertrokken naar onze thuishaven Gent.
Maar gezien mijn bijzondere interesse voor de "Slag van de Somme" gaan we het binneland in en de frontroute volgen.
Het eerste wat we bezoeken is "Terre-Neuvien de Beaumont-Hamel" waar het 1ste Bataljon van het Newfoundland Regiment heeft gestreden en vooral is opgedragen aan de 820 leden van de Royal "Newfoundland Regiment , de Newfoundland Royal Naval Reserve en Merchant Marine die geen bekend graf hebben gekregen na de slag van 1 juli 1916.
Het is een van de weinige plaatsen in Frankrijk en België waar u de loopgraven en het omliggend terrein kunt zien.Canadese studenten doen de rondleiding op dit slagveld.
Neuwfoundland gedenkteken
De memorial plaque van de Britse 29e Divisie.
de "Caribou" embleem van de Newfoundland (Canada)
Loopgraven
De "boom van gevaar "
"Ravinne" Cemetery
Duitse linie - gevaar voor niet ontmijnde springstoffen.
looopgraven
Gedenkteken voor de gesneuvelden van NCDs en 51e Highland DIV.
Na Le Crotoy bezocht te hebben gaan we eens kijken bij zijn overbuur Saint Valery. Eveneens bekend van de honderjarige oorlog waar Jeane d'Arc eveneens gevangen heeft gezeten. Saint Valery is een aangenaam stadje waar de Somme in de baai vloeit. Dit stadje heeft meer resten van het verleden bewaard dan zijn gebuur Le Crotoy. Enkele beelden hiervan :
(Na Saint Valery gaan we naar het natuurpark " Le Parc du Marquenterre")
Onze volgende driedaagse ( van 13 tot 16 maart) ging naar de baai van de Somme.In een hoteltje "Les Tourelles" (restaurant uitstekend) in Le Crotoy (ongeveer 2.500 inwoners) aan de baai van de Somme.We verbleven in een oude pastorij dat verbouwd werd tot B & B aan het hotel.
Jules Verne was één van de bekenste inwoners (van 1865 tot 1870) ,hij schreef er de roman van "Duizend mijlen onder zee". Jeanne d'Arc werd er gevangen gehouden vanaf 21.11 tot 20.121430.
U kunt er slenteren langs de dijk en vis kopen van de plaatselijke vissers. Enkele beelden van dit leuk stadje :
Les Tourelles
dijk
visverkoop
resten van omwalling kasteel waar Jeanne d'Arc gevangen werd gehouden
De keukens van Chenonceau bevinden zich onder de enorme grondlagen,die gevormd worden door de twee eerste pijlers die in de beding van de Cher staan.
De keuken bestaat uit de eetzaal voor het personeel en de slagerij en de provisiekamer.
De renaissance keukens hebben tijdens de eerste wereldoorlog van 14 - 18 een moderne uitrusting gekregen omdat het Kasteel dan als ziekenhuis werd gebruikt.
Chenonceau werd gebouwd aan de Cherin de XVIe eeuw door Thomas Bohier. Dit prokstuk werd gebouwd op de oude pijlers van de versterkte molen van de familie MARQUES. Enkel de slottoren is gebleven en hersteld in Renaissance stijl.
Een brug verbind het kasteel met de andere kant van de Cher. Op die brug liet Catharina de Médicis in 1576 een galerij bouwen. De tuinen werden aangelegd door Diane de Poitiers aan de kant van de "Toren van Marques " en aan de andere zijde door Catharina de Médicis. Verder heeft men de boerderij uit de XVIe eeuw en groententuin een park van 70 hectaren ontsluit het kasteel.
De volgende beelden geven ons een algemeen beeld van Chenonceau :
Cheverny is volgens ons bescheiden mening één van de mooiste bemeubelde kastelen die we bezocht hebben gedurende ons verblijf aan de Loire.
Cheverny wordt nog steeds bewoond door Hurault de Vibraye afstammeling van de bouwers van het kasteel. Deze familie van financiers en officiers is beroemd doordat zij vijf koningen van Frankrijk hebben gediend.
Nu gaan we enkele beelden tonen van het kasteel aan de buitenkant.Dit kasteel heeft ook gediend als voorbeeld voor het kasteel " Moulinsart " (Molenslot) van kapitain Haddock in de stripverhalen van "Kuifje" door Hergé.
Het eerste kasteel dat we bezoeken is " Chambord " werelderfgoed in Europa,nu staatsdomein sinds 1930. Chambord werd gebouwd in opdracht van Frans I.De bouw startte in 1519 onder Franss I in een innoverende Italiaanse renaissence stijl en werd de Donjon (77 m hoog),de koningsvleugel aan de oostkant en de westgalerij gebouwd. De verdere afwerking werd uitgevoerd door Hendrik II ; zijn zoon ; en, Lodewijk XIV. Chambord bestaat uit 426 vertrekken , 282 schoorstenen en 77 trappen. De vermoedelijke archtitect is waarschijnlijk de Italiaan Domenic Da Cortona.Ook Leonardo DaVinci en andere Italiaanse kunstnaars hebben medegewerkt aan de afwerking van Chambord.
Na aan de "Tarn" verbleven te hebben zijn we verder getrokken naar huis toe.Daarom hebben we de D999 ( langs het kaasfabriek van Roquefort)genomen om alzo de brug van "Millau" te bewonderen en onze laatste verlofdagen te slijten in de loirestreek.
Daar hebben we opnieuw gekozen voor chambres et tables d'hôtes in het dorpje Tavers (Val de Loire) bij Patricia & Pierre Fournier (www.clos-de-pontpierre.com).
Tavers is gelegen op 2km van Beaugency .Beaugency is vooral bekend om de geschiedenis van " du Moulin à eau ",de watermolen die in de middeleeuwen gebruikt werd voor het malen van graan ,om lakens te persen (11e eeuw ) en het bewerken van ijzer (12e eeuw) en papier te maken.De molens gaven werk en eten aan de bevolking van Beaugency waardoor de welvaart heel hoog stond.
De brug met haar 23 bogen was de enige oversteek tussen Orléans en Blois.Deze werd gebouwd in de 12e eeuw en was vooral bekend door Jeanne d'Arc die de brug heroverde op de Engelsen.
We vertrekken vanuit ons verblijf in Saint-Cirgue naar Valence d'Albigeois dan langs de D91 naar Carrnaux tot Cordes-sur-Ciel.
Cordes werd in het begin van de 13e eeuw gesticht als "bastide"voor de "Katharen". Dit versterkte dorp moest zich steeds uitbereiden waardoor er 5 ommuringen diende te worden gebouwd.
Op het einde van de 13e eeuw waren er reeds 5.500 inwoners. Cordes was vooral bekend door de rijke handelaars. Op het einde van de 17 e eeuw was het aantal inwoners gezakt tot 2.500,dit was vooral te wijten door het instorten van de handel die veroorzaakt werd door het graven van het "Canal du Midi" die een gans andere handelsweg opende.
In 1870 herleefde de handel door de komst van de machinale borduurwerken ingevoerd vanuit Zwitserland.
Nu herleeft Cordes dankzij de kunstambachten die zich er gevestigd hebben.
In 1993 veranderde de naam Cordes in Cordes - sur - Ciel.
We verlaten nu "Le Palais de la Berbie" om ons te begeven naar " La maison du Vieil Alby ". Volledig gerestaureerde woning uit de middeleeuwen ,ligt op de kruising van de straten rue de la Croix Blanche en Puch Bérenguier.In dit huis worden tentoonstellingen gehouden en diaprogramma's gegeven over het "Oude Alby".
Verder gaan we naar "La collégiale Saint-Salvi(y)" in de rue Mariés,ze had de hoogste toren ,voor de bouw van de kathedraal.Het laatste gedeelte werd gebouwd in rode baksteen.Aan dit gebouw werd een klooster aangebouwd met gangen en dit vanaf het jaar 1270 in romaanse en gotische vormen.
Aaan de oudste brug van "Le Pont Vieux" ; gebouwd in de 12e eeuw ; waar u de mogelijkheid hebt om met de "Gabarre" verschillende tochten te maken (Promenades en gabarres).
Dit was Albi, we hebben er stil van genoten .Onze volgende tocht gaat naar Cordes-sur-Ciel één van de vele versterkte dorpen in deze streek.
Na de kathedraal van Saint-Cécile te hebben bezocht gaan we naar de volgende bezienswaardigheid : " Le palais de la Berbie"waar het museum van Toulouse-Lautrec is gevestigd.
Het museum is gevestigd in het bisschoppelijk paleis "Le palais de la Berbie". Toulouse-Lautrec geboren te Albi in 1864 als rechtstrekse afstammeling van de graven van Toulouse. In 1882 vestigde hij zich in de Parijse wijk Montmatre waar hij begon te tekenen en te schilderen. Hij werd vooral bekend door zijn tekeningen van danseressen , prostiutees,clowns en zangeressen. Hij stierf op 36-jarige leeftijd.Veel van zijn werken werden door zijn moeder geschonken aan de stad Albi. Vanaf de terrastuin van het "Palais de la Berbie" heeft men een mooi uitzicht op de tarn. De moeite waard om dit te bezoeken.