Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen, Dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen.
Zit rustig en geduldig naast het open raam, Ge zijt een reiziger en niemand kent uw naam.
Zoek in 't verleden weer uw frisse kinderogen, Kijk nonchalant en scherp,dromerig en opgetogen.
Al wat ge groeien ziet op 't zwarte voorjaarsland, Wees overtuigd:het werd alleen voor u geplant.
Groet minzaam de stationchefs achter hun groene hekken, Want zonder hun signaal zou nooit een trein vertrekken.
En als een trein niet voort wil,zeer ten detrimente, Van uwe lust en hoop en zuur betaalde centen.
Blijf kalm en open uw valies; put uit de vooraad En ge ondervindt dat nooit een enkel uur te loor gaat.
En arriveert de trein in een vreemdsoortig oord, Waarvan ge in uw bestaan de naam nooit hebt gehoord.
Dan is uw doel bereikt,dan lert ge eerst wat reizen, Betekent voor de doolaards en de ware wijzen.
Wees vooral niet verbaasd dat,langs gewone bomen, Een doodgewone trein u voert naar 't hart van Rome
|