‘Ik ben verrast dat de voorzitter van Open VLD, Gwendolyn Rutten, zich nu profileert als woordvoerder voor de materie onderwijs. De scherpte van haar mening strookt niet met de gesprekken die we eerder gevoerd hebben’, reageerde een verbijsterde minister van Onderwijs, Hilde Crevits (CD&V) in De Ochtend op Radio 1.
In De Standaard opperde Rutten vorige week vrijdag al dat het huidige masterplan niet volledig is en dat het dus ook ‘geen zin heeft om star vast te houden aan alle punten’. Zo wil Open VLD niet enkel het secundair maar ook het kleuter- en basisonderwijs mee hervormen en moderniseren. Conreet wil Open VLD groen licht voor een modulair systeem zodat sommige kinderen al op tien- of veertienjarige leeftijd een andere studierichting kunnen kiezen.
‘Ofwel creëren we iets waarin minstens de drie regeringspartijen zich kunnen vinden, ofwel kiezen we voor kleinere ingrepen die op het terrein veel vooruitgang betekenen, zoals de inschrijvingsplicht’, besloot Rutten vorige week. Woensdagochtend verscherpte de Open VLD-voorzitter dat standpunt nog. ‘Ik ga geen hervorming goedkeuren waarmee we het fundamenteel oneens zijn’, klonk het aan De Morgen.
‘Het laatste wat we nodig hebben, is een politieke oorlog’
Crevits komt uit de lucht gevallen: ‘Open VLD is met volle goesting toegetreden tot deze Vlaamse regering. In het regeerakkoord staat dat een uitdrukkelijke passage dat het masterplan moet worden uitgevoerd. Van zodra je dat op de helling zet, maak je een vodje papier van het regeerakkoord: dat zal ik nooit aanvaarden. Dat we tot compromissen komen, is logisch, maar daarvoor hoef je geen masterplan op te blazen? Het laatste wat we nodig hebben, is een politieke oorlog rond zo’n cruciaal plan.’
‘Het dossier is trouwens nog nooit op een Vlaamse kern besproken, net omdat ik wil vermijden dat er opnieuw onrust gaat ontstaan over een plan dat nog moet uitgewerkt worden’, argumenteert de minister van Onderwijs. ‘Ik denk dat we volop voor de toekomst van onze kinderen moeten gaan, want dat het daar uiteindelijk om draait, en niet om de partij-politieke strategieën. Ik geloof daarom nog steeds dat we tot een concrete compromis kunnen komen.’