God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Bij u, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande. Bevrijd mij en doe mij recht, hoor mij, haast u mij te helpen, wees voor mij een rots, een toevlucht, een vesting die mij redding biedt.
Er wordt wel eens geklaagd dat God in Nederland uit het openbare leven wordt verbannen "In Nederland lijkt op God een actief uitzettingsbeleid van toepassing te zijn. God is op het vliegtuig gezet naar het eiland van de privé-sfeer. Het is ieder voor zich en God voor ons allen. Maar bouw je daarmee een menselijke samenleving op?”
Waar God wordt doodgezwegen, komt het leven van de mens in gevaar. Ook in het evangelie wordt regelmatig onderstreept dat we God een plaats moeten geven in ons leven én de medemens. Geloof in God moet altijd gekoppeld zijn aan respect en zorg voor de medemens. Anders is ons gelovig zijn een leugen.
Eigenlijk geloof ik niets, en twijfel ik aan alles, zelfs aan U. Maar soms, wanneer ik denk dat Gij waarachtig leeft, dan denk ik, dat Gij Liefde zijt, en eenzaam, en dat, in dezelfde wanhoop, Gij mij zoekt zoals ik U.
Zelf echter trok hij een dagreis ver de woestijn in, ging zitten onder een bremstruik en begeerde te mogen sterven, en zeide: Het is genoeg! Neem nu Here, mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn vaderen. 5Daarop legde hij zich neer en sliep in onder een bremstruik. Doch zie, daar raakte een engel hem aan en zeide tot hem: Sta op, eet. 6Toen hij rondzag, was daar, aan zijn hoofdeinde, een koek op gloeiende stenen gebakken en een kruik water. Hij at en dronk en legde zich weer neer. 7Doch wederom, ten tweeden male, raakte de engel des Heren hem aan, en zeide: Sta op, eet, want de reis zou voor u te ver zijn. 8Toen stond hij op, at en dronk en ging door de kracht van die spijs veertig dagen en veertig nachten tot aan het gebergte Gods, Horeb.
NU Iemand die ‘in zak en as’ zit, is verslagen, terneergeslagen, soms ook in financieel opzicht.
BIJBEL Verwijst naar een oude gewoonte bij de Israëlieten, die een zakvormig rouwkleed van ruwe stof aantrokken en as over hun hun hoofd strooiden als teken van verdriet, bijvoorbeeld bij iemands overlijden. In Daniël 9 2:3 staat: In zijn eerste regeringsjaar viel bij het lezen van de boeken mijn aandacht op het getal van zeventig jaren, de tijd dat, volgens het woord van de Heer aan de profeet Jeremia, Jeruzalem in puin zou liggen.
En ik, Daniël, richtte mij tot de Heer God om door bidden en smeken en door vasten in zak en as van Hem inzicht te verkrijgen.
BIJBEL In Matteüs 23:23-24 waarschuwt Jezus: Wee u, schriftgeleerden en farizeeën, schijnheiligen; u draagt een tiende af van munt, anijs en komijn, maar wat het zwaarst weegt in de wet verwaarloost u: recht, barmhartigheid en trouw! Het ene moet u doen, maar het andere niet laten.
Blinde leiders, die de mug uitzeven en de kameel doorslikken!
NU Een plezier om naar te kijken, van grote schoonheid.
BIJBEL Dit gaat terug op de tuin van Eden (Genesis 3:6): De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit,
ze waren een lust voor het oog,
en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan.
NU Goede buren kunnen sneller hulp bieden dan familieleden of vrienden die veraf wonen.
BIJBEL Gebaseerd op een passage uit het boek Spreuken (27:10): Laat je vriend en de vriend van je vader niet in de steek en ga het huis van je broer niet binnen op de dag dat je door rampspoed wordt getroffen.
NU Onverwacht, onopgemerkt, heimelijk - eerder met een negatieve bijklank. Hij verdween als een dief in de nacht.
BIJBEL Op vijf plaatsen in het Nieuwe Testament komt de uitdrukking geheel of gedeeltelijk voor. De dag van de Heer zal komen als een dief, luidt het in de Tweede Brief van Petrus (2 Petrus 3:10). In de Eerste brief aan de Tessalonicenzen (1 Tes 5:2) luidt het:
U weet zelf heel goed dat de dag van de Heer komt als een dief in de nacht.
•Kardinaal is een titel voor de hoogste waardigheidsbekleders, die het voornaamste college voor het bestuur van de katholieke Kerk vormen. •Zij vertegenwoordigen de wereldkerk of leiden de belangrijkste congregaties en raden in Rome •Zij kiezen na het overlijden van de paus in een conclaaf een opvolger. •Bij hun aanstelling krijgen ze een roodzijden toga, een rode kalot en een bonnet.
Maria gaat nog steeds niet de straat op. Maar ze is er wel. Ook bij jou. Als je haar om raad vraagt, dan hoort ze ook jou. Als je bedroefd bent, wil ze ook jou troosten. Wanneer je blij bent, dan is Maria ook blij. Maar je moet Maria wel gaan zoeken. Ze loopt niet over de straat. Ze trekt je niet aan je jasje. Je kunt ook langs haar doorlopen. Je hoeft haar niet te zien. Ze wacht op je. Ze laat jou de kans om haar op te zoeken. Of heb jij geen goede moeder nodig? Hoef jij geen moeder die voor jou zorgt in de hemel? Natuurlijk wel. Daarom mag je ook blij en dankbaar zijn, dat Jezus ook jou moeder Maria heeft gegeven. Denk er elke dag even aan. Je kent toch het ,Wees Gegroet'? Je kunt dat vaker bidden. En je mag ook alles tegen Maria zeggen.
Moeder Maria, wij vinden het fijn dat u onze moeder bent. Wij willen vaak aan u denken. Help ons elke dag. Laat ons goede vrienden van Jezus zijn. Leer ons elke dag beter begrijpen, wat Jezus van ons vraagt. Help ons, elke dag te doen wat Jezus en u blij maakt. Wilt u ons ook beschermen tegen gevaren. Laat er geen oorlog meer zijn in de wereld. Help, dat alle mensen gelukkig kunnen zijn. Amen.
Ik laat het werk even wachten om op adem te komen, Heer, bij U. U bent het licht in mijn ogen, de adem die mij draagt, de warmte van mijn hart, de kracht van mijn voet. Ik dank U Heer, voor wie ik ben, voor wat ik kan. U bent mijn stille vreugde, de bron waaruit ik leef.
Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer. Het gelovige gebed zal de zieke redden, en de Heer zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden. --
Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan. En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, hij weet alles.
Goede God, Gij legt Uw droom om uw Licht door te geven in onze handen. Sluiten wij onze hand, willen wij die droom alleen voor onszelf, dan ontglipt hij ons als korrels zand in een gebalde vuist. Maar op een open hand, gereed om door te geven, wordt die droom tastbare vreugde, echte vrijheid en diep geluk voor elke mens. Bedankt God, voor die droom in onze handen; bedankt God, voor deze dag!
Wat wij bidden noemen, beperkt zich vaak tot vragen en smeken. Wij laten God dan weten hoe Hij het best voor ons zorgt! Maar God weet beter. Hij vervult niet altijd onze wensen, maar Hij blijft wel trouw aan zijn belofte ons te geven wat wij nodig hebben.
Heer God, leer mij bidden om wat ik echt nodig heb: de gezindheid van uw Zoon, Jezus van Nazareth. Laat mijn leven in zijn spoor er toe bijdragen dat uw wil mag geschieden, onder uw mensen en in onze wereld.