Tot er in de 19e eeuw een snelle opkomst van de theorieën over de evolutie begon,was er in de pre-darwinisme periode reeds een evolutie gedachte aanwezig.Verschillende filosofen van de oudheid (o.a.Griekenland en Rome) waren van mening dat de natuur een grote variëteit aan schepsels voortbrengt,op eerste zicht willekeurig.Deze diverse schepsels (soorten zou men nu zeggen) konden volgens hen slechts blijven bestaan indien ze konden instaan voor hun overleving en zorgen voor hun reproductie (bv.Empedocles,Democritos,Lucretius en anderen maar vooral Aristoteles). Tot in de 19e eeuw kreeg de godsdienst stilaan vat op de meningen over de evolutie.Zoals voor de plaats van de aarde in het zonnestelsel ten tijde van Galilei had de kerk van Rome een eigen visie die ze als dogma aan de gelovigen imponeerde.Dit duurde tot in de 20e eeuw toen paus Johannes-Paulus II erkende dat het darwinisme een aanvaarbare hypothese was. In de pre-Darwin periode was het echter Jean-Baptiste de Lamarck die de voornaamste evolutionist was en een belangrijke rol speelde in de vorming van de gedachten over de evolutie (einde 18e eeuw-begin 19e eeuw)Het is tegen zijn evolutietheorie dat Darwin,Wallace en anderen zich verzet hebben. Lamarck was een franse plantenfysioloog en zooloog die leefde van 1744 tot 1829. Zijn voornaamste werk was:"Philosophie zoologique.1809"Deze theorie van de biologische evolutie houdt in dat soorten evolueren door overerving van verworven kenmerken of kenmerken die gemodificeerd werden door gebruik of onbruik van lichaamsdelen of weefsels (lichaam betekent hier "soma"). Het Lamarckisme wordt beschouwd als onverenigbaar met de centrale doctrine van de moleculaire biologie die de overerving van informatie door lichaamsdelen (soma)onmogelijk acht.In het Lamarckisme is er geen plaats voor genetische overerving maw voor overerving door "germen" of anders gezegd door geslachtscellen o.a. bij de "eukaryoten" (dit zijn organisme met een omsloten kern in de cellen waarin het erfelijk materiaal-DNA vervat zit).De theorie van Lamarck refereert naar wat genoemd werd :"Heritability of acquired characteristics-or soft inheritance".Hij stelde voor dat individuele inspanningen gedurende het leven van organismen het voornaamste mechanisme was dat de adaptatie van de soorten veroorzaakt.Een wereldwijd bekend voorbeeld van Lamarckisme is de hypothese dat de giraffen een lange nek krijgen door zich voortdurend in te spannen om hoger gelegen bladeren in eucalyptusbomen te kunnen eten.De lange nekken zouden dan overgeëefd kunnen worden.Als anecdote kan men verwijzen naar de enorme spierontwikkeling verworven door de "body builders";tot nu toe echter is er geen enkele nakomleling van een body-builder die de spiermassa van zijn ouder overgeërfd heeft.Dit zou pas Lamarckisme zijn. De genetica van Gregor Mendel en de moderne evolutie theorie hebben geleid tot het verlaten van de evolutie volgens Lamarck.Er moet wel opgemerkt worden dat sommige aspecten van het Lamarckisme zelfs door Darwin niet als volledig waardeloos gevonden werden.Hij was eerlijk genoeg om dit in te zien.Dit blijft echter wel zeer sterk beperkt tot de hypothese van de "pangenesis" in de plantenwereld.Op een volledig ander gebied wordt in de 20e eeuw de gedachte van "soft inheritance" teruggevonden in de evolutie van culturen en gedachten,gekend als theorie van de "memen" ("memetics" volgens Richard Dawkins).Deze "soft inheritance" is echter een niet-genetische en niet-permanente overerving.Het is wel een vorm van neo-lamarckisme die de overervingstheorie ziet als een modificatie en een uitbreiding van de oorspronkelijke visie,beinvloed en gestuurd door omgevingsfactoren.Dit lijkt in het kader van moderne moleculaire biologie wel aanvaarbaar.Deze variante versie steunt echter wel op erfelijke overervingsmechanismen.Het hoofdargument tegen het Lamarckisme is dat er geen experimentele evidentie kan gevonden worden voor dit mechanisme.Moderne aspecten van de moleculaire biologie,gekend als epigenetica,schijnen min of meer te doen denken aan Lamarck maar dit is bedriegelijk.In feite kunnen de epigenetische waarnemingen tenslotte herleid worden tot een uitbreiding van de klassieke genetica en vallen onder het Darwinisme.
De natuurwetenschapper Charles R.Darwin is een der meeste vooraanstaande biologen van de 19e eeuw.Darwin werd geboren in 1809 in Shrewsbury (Engeland).Van 1825 tot 1828 studeerde hij geneeskunde in Edingburg;daarna studeerde hij enige tijd in Cambridge (Christ's College) om clergyman te worden maar werd snel geboeid door de natuurwetenschap.Hij kreeg een uitgelezen kans om in deze richting voort te gaan toen hij door kapitein Fitzroy van de Beagle werd gevraagd een reis rond de wereld op zijn schip te maken en er natuurobservaties te doen bij dieren en mensen populaties.Hij vertrok uit Devonport op 27 december 1831 en kwam terug in Falmouth in 1836.In en rond zuid-amerika deed hij een groot aantal waarnemingen.De meest gekende zijn de observaties van de vinken op de Galapagos eilanden.Deze vinken behoren allen tot dezelfde soort en hebben verschillende vormen van bek die elk aangepast zijn aan de wijze van vergaren van hun voeding op de diverse eilanden.Bij zijn terugkomst in Engeland analyseerde hij verder deze observaties die in zijn wereldberoemde boeken vermeld werden.Vanaf 1837 vorderde zijn werk met de hem kenmerkende grondigheid en met heel veel geduld.Dit leidde tot de publicatie van zijn meesterwerk in 1859:"On the origin of species by means of natural selection,or the preservation of favoured races in the struggle for life." (Over het ontstaan van de soorten door middel van de natuurlijke selectie,of het behoud van bevoordeelde rassen in de strijd om het leven.)
2-DE NATUURLIJKE SELECTIE.
De natuurlijke selectie is het proces in de natuur dat ertoe leidt dat individuen die het minst aan hun omgeving zijn aangepast de kleinste overlevingskansen hebben.Hierdoor raakt een populatie (groep individuen) steeds beter aangepast aan het milieu.Charles Darwin verklaarde in 1859 de aanpassingen van een populatie aan het milieu als volgt:Individuen van één soort verschillen in allerlei eigenschappen;dit veroorzaakt verschillen in levenskansen en voortplantingsstrategieën.Deze verschillen zijn grotendeels erfelijk.Ondanks een toename van het aantal individuen blijft de bevolkingsdichtheid vrijwel gelijk omdat veel nakomelijngen worden geëlimineerd.De beste aangepaste vormen dan steeds een grotere deel van de bevolking.In de huidige evolutietheorie wordt de natuurlijke selectie beschouwd als de belangrijkste richtinggevende kracht.Darwin noemde zijn werk:"The origin of species." een theorie van de natuurlijke selectie;men kan echter discuteren over de terminologie.Is theorie wel de juist gekozen benaming?In feite kon men die toen niet falsifieren maar het was wel een hypothese die zo duidelijk bleek te zijn dat ze snel als theorie beschouwd werd.Het is pas later ,na 1859,dat men over elementen kon beschikken om aan het werk van Darwin als theorie een wetenschappelijke basis te geven. Hiervoor gelden voornamelijk: -de erfelijkheidswetten van Gregor Mendel. -de ontdekking van de chromosomen. -de kennis van de structuur van DNA en de moleculaire biologie. In het begin van de 20e eeuw begon men te spreken van neo-darwinisme. Er zijn ook belangrijke citaten van Darwin zelf die de moeite waard zijn vermeld te worden: -Over zijn bevindingen sprak Darwin als volgt: "I HAVE CALLED THIS PRINCIPLE ,BY WHICH EACH SLIGHT VARIATION,IF USEFUL,IS PRESERVED BY THE NAME:NATURAL SELECTION." -Maar hij voegt er nog aan toe: "I AM CONVINCED THAT NATURAL SELECTION HAS BEEN THE MOST IMPORTANT BUT NOT THE EXCLUSIVE MEANS OF MODIFICATION."
Hiermee liet hij de deur open voor wat later genoemd werd de "omgevingsfactoren", ook grotendeels gekend als "Nature by Nurture." Deze opmerking is ontmoedigend voor talrijke darwinisten die alles willen reduceren tot de oorspronkelijke natuurlijke selectie.Darwin liet deze laatste beginnen bij het ontstaan van het leven op aarde maar voorzag ook belangrijke uitbreidingen in de toekomst: "IN DE VERRE TOEKOMST ZIE IK NIEUWE TERREINEN VOOR VEEL BELANGRIJKE ONDERZOEKEN.DE PSYCHOLOGIE ZAL OP EEN NIEUW FUNDAMENT WORDEN GEPLAATST,DAT VAN DE NOODZAKELIJKE VERWERVING VAN ALLE MENTALE KRACHTEN EN VERMOGENS DOOR MIDDEL VAN EEN GELEIDELIJKE OVERGANG.ER ZAL LICHT GEWORPEN WORDEN OP HET ONTSTAAN VAN DE MENS EN ZIJN GESCHIEDENIS." Dit begint men meer en meer te begrijpen via de vooruitgang in de neurobiologie.Dit is echt een visionair standpunt van Darwin.
-Het aspect toeval was Darwin ook niet vreemd: "I AM INCLINED TO LOOK AT EVERYTHING AS RESULTING FROM DESIGNED LAWS ,WITH THE DETAILS ,WHETHER GOOD OR BAD ,LEFT TO THE WORKING OF WHAT WE MAY CALL "CHANCE".NOT THAT THIS NOTION SATISFIES ME.I FEEL MOST DEEPLY THAT THE WHOLE SUBJECT IS TOO PROFOUND FOR HUMAN INTELLECT.A DOG MIGHT AS WELL SPECULATE ON THE MIND OF NEWTON.(Uit Carl Zimmer,"Evolution-The triumph of an Idea."
Andere wetenschappers hebben analoge uitspraken gedaan: -Theodosius Dobzhansky.(Bioloog): "Niets in de biologie heeft zin behalve in het licht van de evolutie." -Julian Huxley: -"As a result of thousand of million years of evolution,the universe is becoming conscious of itself." In "Integrated principles of zoology." (P.Hickman,L.Roberts,A.Larson) vindt men interessante citaten,zoals:
-"The history of life shows perpetual change which we call evolution." -"Darwin rejected the notion that evolution proceeds toward predetermined goals." Darwin schreef ook het volgende: -"I am aware that if we admit a first cause,the mind still craves to know whence it came from and how it arose."(Darwin,1973) Deze woorden verhitten nog steeds de gemoederen van veel mensen. Als voorbereiding op de 150e verjaardag in 2009 van de publicatie van "The origin of species." (1859-2009) is een website in de maak waar talrijke informaties over Darwin zullen te vinden zijn. www.darwinproject.ac.uk
Dat in de 19e eeuw de natuurwetenschap rijp was de komst van een theorie over de evolutie van de soorten getuigt het werk van Alfred,Russel Wallace. A.Wallace (1823-1913) was een engelse natuurwetenschapper die talrijke soorten observeerde en bestudeerde in Brazilië (1848-1853) maar hoofdzakelijk in het maleisisch archipel (oa.Java,Sumatra,Borneo tot Nieuw-Zeeland en Australië). Onafhankelijk van Darwin kwam hij tot de conclusie omtrent de evolutie van de soorten en van de natuurlijke selectie.Toen hij ingelicht werd over de werken van Darwin stuurde hij hem in 1858 een exemplaar van zijn geschriften over de natuurlijke selectie:"On the tendency of varieties to depart indefinitely from the original type." Darwin herkende daarin zijn eigen theorie die hij samengesteld had sinds 1844 en waarvan de publicatie in voorbereiding was.Hij nam op zich zijn werk samen met dat van Wallace gezamenlijk te presenteren in 1858 voor de Linnean Society of London.Darwin respecteerde Wallace en vice versa.Zij werden nooit tegenstanders.Beiden verwierpen de opvatting van Lamarck omtrent de overerving van verworven kenmerken (zie bericht over Lamarckisme). Al zijn de werken van deze twee wetenschappers in grote lijnen identiek toch verschillen ze qua interpretatie.Bij Wallace is er o.a. sprake van spiritualiteit in zijn visie van de evolutie terwijl dit bij Darwin niet aanwezig is.