Joods leven in Hindeloopen.
Oudere inwoners van Hindeloopen weten het Jodenerf feilloos aan te wijzen, jongere generaties kijken vreemd op van het woord. Aan het lege perceel aan de Buren is niet te zien dat hier vroeger een synagoge heeft gestaan. Een groen-wit hek moet kennelijk voorkomen dat het grasveldje gebruikt wordt door spelende kinderen of vuilstorten door ouderen.
Over de historie van de joodse gemeente van Hindeloopen is maar weinig bekend. J. F. van Agt meldt in een hoofdstuk over de synagogen in Friesland in Hartog Beems de joden van Leeuwarden dat de kehilla (gemeente) in 1862 bij gebrek aan leden moest worden opgeheven.
In merkwaardigheden van Hindeloopen, een in 1979 herdrukt boekje van Roosje, Kroese en Eekhoff uit 1855, wordt nog vermeld dat in het stadje een 'bijkerk der Israëlieten' te vinden is, naast een kerk der hervormden, een doopsgezinde kerk en een kerk der christelijke afgescheidenen. Het terrein met opstal der voormalige kerk kwam later in handen van Jochem Pieters die het gebouw liet afbreken. het terrein is nu in eigendom van een kleinzoon van Jochem Pieters en wordt gedeeltelijk gebruikt als parkeer terrein.
Dé Hindelooper sjoel, waarvan geen afbeelding bewaard is gebleven, heeft vermoedelijk een streekfunctie gehad, want de gemeente had een begraafplaats in Workum, die nog redelijk in tact is. Dit joodse kerkhof geldt als het oudste in Friesland In het register van naamgeving uit 1811 worden de joodse inwoners van Hindeloopen afzonderlijk vermeld. Er zijn negen gezinshoofden en in totaal komt het ledental van de joodse gemeente op veertig. Dertig jaar later waren het nog maar dertig en daarna loopt het aantal joden snel terug, vooral door migratie ten gevolge van de economische teruggang in de Zuiderzeestadjes. De overgebleven joodse families sluiten zich aan bij de gemeente in Bolsward, waar ook de opbrengst van heen gaat van de verkoop van het perceel aan de Buren.
Bank van lening In 1634 was er al sprake van joodse inwoners in Workum, Ene Davids Provana pacht namelijk in dat jaar de bank van lening. Dertig jaar later, zo blijkt uit oude analen, geeft het stadsbestuur aan Davids Salemons toestemming om een plaetse van begravenis te stichten. Of de twee Davids één en dezelfde persoon zijn, is niet duidelijk. Voor de grond betaalde Salemons dertig 'caroliguldens' pacht. De oudste steen die op het kerkhof te vinden is dateert uit 1676 en staat op het graf van Benjamin, de zoon van Jehoeda Sarlouis. Blijkens het grafschrift waren Benjamen en zijn vader beiden 'chaweer', een eretitel die slechts voorbehouden was aan zeer vrome Joden met bijzondere verdiensten voor de gemeente.
Het kerkhof, dat nog geen tweehonderd vierkante meter groot is, is te vinden aan de zuidkant van Workum, vlak bij de sluis. In augustus 1764, dus rond het eerste eeuwfeest van de dodenakker, verscheen er in de Leeuwarder Courant een advertentie van het Workumer stadsbestuur waarin rechthebbenden worden opgeroepen zich te melden, 'aangezien t Jooden Kerkhof tot Workum zeer vervallen is'. Het stadsbestuur wilde mogelijk erfgenamen kennelijk laten opkomen voor de kosten van herstel. De laatste dode werd in 1706 begraven. Oospronkelijk moet er een boomwal om het kerkhof hebben gestaan. Aan het eind van de vorige eeuw werd die wal vervangen door een staketsel met wel 10-voudig prikkeldraad, zoals ene J.B. in de LC van 9 december 1933 meldt. Tegenwoordig is het kerkhof omgeven door een anderhalve meter hoge witgepleisterde muur, terwijl de toegangsdeur groen is geverfd met grote witte Davids ster
Jiddisj. Tot diep in de negentiende eeuw spraken veel Nederlandse Joden een eigen taal, het Jiddisj, maar dan in een unieke mengeling van Hebreeuws met woorden uit het Aramees, Duits en verschillende Romaanse talen. De meeste Joden waren in de 17e en 18e eeuw ons land binnengekomen, eerst voornamelijk uit Spanje en Portugal, later in veel grotere getale uit Midden- en Oost-Europa.
In Friesland is vooral de negentiende eeuw een periode geweest waarin veel Joden in Leeuwarden en enkele middelgrote steden en dorpen neerstreken. Echt groot is het joodse aandeel in de bevolking in Friesland evenwel nooit geworden. In Groningen. en Drente bijvoorbeeld. woonden veel meer Joden. Het grootste aantal dat Friesland ooit telde was 2203 in 1879
Bron: Leeuwarder courant van 4 augustus 1987
Uit een krantenknipsel uit "Ons Noorden van 1940 kan opgemaakt worden dat er toen nog 40 joden in Hindeloopen waren gevestigd.
In de Zuidwesthoek reeks "Hindeloopen stad aan de Zuiderzee van Gosse Blom en Daan Postma is te lezen dat tot 1860 Joden regelmatig in een bij-synagoge in Hindeloopen bijeen kwamen. Toen werd het gebouw afgebroken omdat de groep in omvang te klein was geworden.
|