Inhoud blog
  • Waardeert de mens de natuur nog wel?
  • De hemel en de eindtijd - Mary K. Baxter
  • De hel - Mary K. Baxter (5)
  • De hel - Mary K. Baxter (4)
  • De hel - Mary K. Baxter (3)
  • De hel - Mary K. Baxter (2)
  • De hel - Mary K. Baxter
  • Facebook blunder
  • Is uw huis beschermd?
  • Een mirakel of gewoon een straffe toer?
  • Mijmeringen
    Zoeken in blog

    Godzoeker

    12-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De hel - Mary K. Baxter (3)

    8. De cellen in de hel

    Jezus en ik stonden naast de eerste rij cellen, op een gangpad dat ruim een meter breed was. Ik keek omhoog en zover als ik kon zien waren er allemaal van die gangpaden in een grote cirkel rondom iets dat op een reusachtige put leek. Naast het gangpad waren cellen die ingegraven waren in de aarde. Zoals gevangeniscellen, stonden deze cellen alle in een rij, en werden door niet meer dan een halve meter grond gescheiden.

    Jezus : Dit celblok is 27.500 meter hoog, beginnend op de bodem van de hel. Hier, in deze cellen, zijn vele zielen die aan hekserij deden of in het occulte verzeild waren. Er waren tovenaars, mediums, drugdealers, afgoderij-dienaars of waren goddelozen die een ‘gedienstige’ geest hadden. Dit zijn de zielen die de grootste gruwelen tegen God bewerkstelligden - velen van hen zijn hier honderden jaren geweest. Dit zijn degenen die geen berouw wilden tonen, en vooral zij, die de mensen bedrogen en ze meesleepten, weg van God. Deze zielen hebben vele boze daden tegen de Heer en Zijn volk gedaan. Zij hadden een hartstocht voor het kwade en hadden de zonde lief.

    Terwijl ik de Heer op de ronding van de richel volgde, keek ik naar beneden naar het centrum van de hel, waar de grootste bedrijvigheid was. Een zwak licht vulde het centrum, en ik kon vele vormen zien bewegen. Er waren cellen zover ik kon kijken. Ik dacht bij mezelf dat de martelingen in de cellen toch zeker niet verschrikkelijker konden zijn dan die in de putten. Overal om ons heen hoorde ik het vreselijke huilen en klagen en gillen van verdoemden in de cellen. Ik begon mij erg ziek te voelen. Groot verdriet vulde mijn hart.

    Jezus : Ik laat je nu pas deze kreten horen, kind. Want Ik wil je nu tonen hoe $atan komt om te stelen, te doden en te vernietigen. Hier in de hel zijn verschillende folteringen voor verschillende zielen. $atan dient deze folteringen toe tot de dag van het oordeel, tot de dood en de hel in de poel van vuur geworpen worden. Er gaat ook nu en dan een stroom van vuur door de hel heen.

    Terwijl wij op het gangpad liepen werden de geluiden sterker. Gierend gehuil kwam vanuit de cellen. Ik liep dicht naast Jezus toen Hij stilstond voor de derde cel. Een helder licht verlichtte de cel vanbinnen. In de cel was een oude vrouw die in een schommelstoel zat, schommelend en schreiend alsof haar hart zou breken. Ik weet niet waarom, maar ik was geschokt toen ik zag dat deze vrouw een echt persoon was met een lichaam. De cel was volkomen kaal en leeg, uitgezonderd de vrouw in de schommelstoel. De wanden van de cel waren gemaakt van lichte klei en slijk, en waren in de aarde gezet. De hekopening overspande de hele voorkant van de cel en was gemaakt van zwart metaal met metalen tralies en er zat een slot op. Aangezien de traliesstaven ver uit elkaar stonden hadden Jezus en ik een bijna onbeperkt overzicht van de cel. De huid van de oude vrouw was askleurig - vlees vermengd met een grijsachtige tint. Zij schommelde op en neer. Terwijl zij schommelde rolden de tranen langs haar wangen. Ik wist door de gekwelde uitdrukking op haar gezicht, dat zij ontzettend veel pijn had en dat zij door een ongeziene foltering leed . Ik vroeg mij af waarvan zij beschuldigd was, omdat zij hier gevangen zat.

    Opeens, vlak voor mijn ogen, begon de vrouw van vorm te veranderen : eerst veranderde zij in een zeer oude man, toen in een jonge vrouw, toen in een vrouw van middelbare leeftijd en toen werd zij weer de oude vrouw die ik eerst had gezien. Geschokt keek ik toe, terwijl zij de ene na de andere verandering onderging. Toen zij Jezus zag riep zij:

    Vrouw : Heer, ontferm U over mij. Verlos mij uit deze plaats van martelingen.

    Zij leunde vooruit in haar stoel en strekte haar handen uit naar Jezus, maar zij kon Hem niet aanraken. Zij bleef aanhoudend veranderen, zodat zij gekleed was als een man, daarna als een jong meisje, vervolgens als een vrouw van middelbare leeftijd en tenslotte weer als een oude vrouw. Al deze gedaanteveranderingen schenen niet meer dan een paar minuten te duren.

    Mary K. : Waarom, Heer ?

    Vrouw (gillend) : O Heer, laat me eruit, voor ze terugkomen.

    Zij stond nu voorin de cel, en greep krampachtig de tralies vast.

    Vrouw : Ik weet dat Uw liefde echt is. Ik weet dat Uw liefde waar is. Verlos mij hieruit !

    Dan, als de vrouw gilde in grote angst, zag ik dat iets onzichtbaars bezig was het vlees van haar lichaam af te scheuren.

    Jezus : Zij is niet wat zij schijnt te zijn.

    De vrouw zat weer in de stoel en begon te schommelen. Maar nu zat er niets dan een skelet in de schommelstoel - een skelet met een vuile mist vanbinnen. Waar dat geklede lichaam van enkele minuten geleden was, waren nu slechts zwartgeblakerde en verbrande botten en lege oogkassen. De ziel van de vrouw klaagde en huilde tegen Jezus in berouw. Maar haar huilen was te laat.

    Jezus : Toen zij op aarde was, was deze vrouw een heks en aanbad zij $atan. Zij bedreef niet alleen tovenarij, maar zij onderwees anderen in de toverkunst. Vanaf de tijd dat zij een kind was, beoefende haar familie de zwarte kunst. Zij hadden de duisternis meer lief dan het licht. Vele keren riep Ik haar tot bekering. Zij spotte met Mij en zei: "Ik vind het fijn om $atan te dienen. Ik zal hem blijven dienen". Zij verwierp de waarheid en wilde zich niet bekeren van haar boze weg. Zij keerde vele mensen af van de Heer, sommigen van hen zijn heden met haar in de hel. Als zij berouw had getoond, zou Ik haar gered hebben en velen van haar familie, maar zij wilde niet luisteren. $atan bedroog haar, want hij vertelde haar dat zij haar eigen koninkrijk zou ontvangen als loon voor haar dienst aan hem. Zij geloofde hem. Hij zei tegen haar dat zij nooit hoefde te sterven, maar voor eeuwig met hem zou mogen leven. Zij stierf, $atan prijzende. Toen zij hier kwam, vroeg zij hem om haar koninkrijk.

    $atan, de vader der leugens, lachte haar uit en zei: "Denk je nu werkelijk dat ik mijn koninkrijk met jou zou delen? Dit is jouw koninkrijk". Hij sloot haar op in deze cel en martelt haar nu dag en nacht. Op aarde onderwees deze vrouw vele heksen, witte en zwarte heksen, in de toverkunst. Eén van haar magische trucs was te veranderen van jonge vrouw tot een oude vrouw van middelbare leeftijd, tot een oude vrouw en zelfs tot een oude man. In die dagen had zij plezier in die kunstjes, en joeg er graag de gewone heksen schrik mee aan. Maar nu lijdt zij de pijnen van de hel, en haar vlees wordt met iedere verandering van haar weggescheurd. Zij kan het nu niet beheersen en blijft van de ene vorm naar de andere veranderen, maar haar werkelijke vorm is de mistige ziel binnenin haar geraamte. $atan gebruikt haar voor zijn boze doeleinden en beschimpt en bespot haar. Dikwijls wordt zij voor $atan gebracht om voor zijn plezier gefolterd te worden. Ik riep haar velen malen, en Ik zou haar gered hebben. Maar zij wilde Mij niet. Nu smeekt en pleit zij om vergeving, maar het is te laat. Nu is zij verloren zonder hoop.

    Ik keek naar deze vrouw die voor altijd verloren was in lijden en pijn, en hoewel zij een slechte vrouw was, brak mijn hart van medelijden.

    Mary K. (in tranen) : Heer, hoe afschuwelijk !

    En toen, alsof Jezus en ik er niet eens waren, kwam een vuile, bruine demon met gebroken vleugels, ongeveer de grootte en de vorm van een grote beer, naar de deur van haar cel en opende die met een sleutel. Hij brulde tegen haar, alsof hij haar schrik wilde aanjagen. De vrouw gilde, wanhopig van angst, toen hij haar begon aan te vallen en haar uit haar cel trok.

    Jezus : Deze demon foltert haar vaak.

    Ik zag hoe zij uit de cel werd gesleept en meegenomen werd.

    Mary K. (medelijdend) : Lieve Heer, is er niets wat wij kunnen doen ?

    Jezus : Het is te laat ! Het is te laat.

    9a. De verschrikkingen van de hel

    Ik begreep waarom de mensen in deze cellen verschillend waren, van degenen die ergens anders gekweld werden. Maar er was veel dat ik niet begreep. Ik luisterde eenvoudig naar Jezus en schreef alles wat ik hoorde en zag op voor de glorie van God. Zo ver als het oog reikte stonden de cellen in een eindeloze cirkel. In elke cel zat één ziel. Geklaag, gejammer, gezucht en gekerm kwam uit de cellen als wij er voorbij liepen. We hadden nog niet ver gelopen, toen Jezus weer voor een cel stopte. Toen wij naar binnen keken, ging er een licht schijnen (Jezus maakte het licht). Ik keek naar de ziel waarvan ik wist dat die in grote kwelling was. Het was weer een vrouw en zij had een blauwgrijze kleur. Haar vlees was dood en de delen die vergaan waren vielen van haar botten af. Haar beenderen waren allemaal verbrand tot ze diepzwart zagen, en er hingen hier en daar nog wat voddige stukjes kleren. Wormen kropen uit haar vlees en beenderen. Een afstotende geur vulde de cel. Net als de vorige vrouw zat ook zij in een schommelstoel. Zij hield een lappenpop in haar armen. Terwijl zij schommelde weende zij en hield de lappenpop tegen zich aan. Haar lichaam schokte van de diepe snikken. Jammerklachten kwamen uit de cel.

    Jezus (tot Mary K.) : Zij was ook een dienares van $atan. Zij verkocht haar ziel aan hem en zij beoefende elk soort van kwaad. Tovenarij bestaat echt. Deze vrouw onderwees en bracht hekserij en tovenarij in praktijk. Zij leidde velen naar het pad van de zonde. Dezen, die hekserij onderwezen, kregen speciale aandacht en meer macht van $atan, dan zij die hekserij alleen maar in praktijk brachten. Zij was een waarzegster, een voorspelster en een medium voor haar meester. Zij genoot grote gunsten van $atan, door al het kwaad dat zij bedreef. Zij wist hoe de machten der duisternis te gebruiken voor haarzelf en voor $atan. Zij ging naar diensten waar men $atan aanbad. Ze prees $atan. Zij was voor hem een vrouw met veel macht.

    Ik vroeg me af hoeveel zielen zij voor $atan had misleid. Ik keek ernaar hoe dit knokige omhulsel van een ziel weende over een lappenpop : niets dan een vuil stuk stof. Mijn hart deed pijn en tranen vulden mijn ogen.
    Zij hield de lappenpop stijf vast, alsof die haar kon helpen, of misschien alsof zij de pop kon helpen. Een dodengeur vulde de plaats. Toen zag ik dat zij begon te veranderen, zoals die andere vrouw. Zij was eerst een oude vrouw in de jaren 1930, en toen een jonge moderne vrouw. Keer op keer maakte zij deze hele transformatie vlak voor onze ogen.

    Jezus : Deze vrouw stond gelijk met een prediker, maar dan voor $atan. Net als het ware Evangelie wordt gepredikt door een echte prediker, zo heeft $atan zijn valse predikers. Deze vrouw heeft de sterkste soort van $atanische macht, een macht die zij pas ontving toen zij haar ziel aan $atan verkocht. $atans boze gaven zijn tegengesteld aan de geestelijke gaven die Jezus schenkt aan gelovigen. Dit is de macht der duisternis. Deze medewerkers van $atan werken in het occulte, in de winkels die toverboeken en tovergerei verkopen, als handlezers, en op vele andere manieren. Een medium van $atan is een machtige $atanische werker. Deze personen zijn tot het uiterste misleid en geheel eigendom van $atan. Sommige werkers der duisternis kunnen zelfs niet tegen $atan spreken tenzij hun medium voor hen spreekt. Zij offeren mensen en dieren aan de duivel.
    Vele mensen geven hun ziel aan $atan. Zij kiezen ervoor hem te dienen in plaats van Mij. Hun keus is de dood, tenzij zij zich bekeren van hun zonden en Mij aanroepen. Ik ben getrouw en zal ze redden van hun zonden. Velen verkopen hun ziel aan $atan, zij denken dat zij dan voor altijd zullen leven. Maar zij zullen een vreselijke dood sterven. $atan denkt nog altijd dat hij God kan verslaan en Gods plan kan verijdelen, maar hij was verslagen aan het kruis. Ik nam de sleutels van $atan af, en Ik heb alle macht in hemel en op aarde.

    Haar geschiedenis :

    Toen deze vrouw stierf ging zij regelrecht naar de hel. De demonen brachten haar voor $atan, en daar vroeg zij kwaad waarom de demonen haar overheersten, want op aarde, dacht zij, heerste zij over hen. Zij hadden haar bevelen uitgevoerd. Zij vroeg $atan ook om het koninkrijk dat hij haar beloofd had. $atan bleef tegen haar liegen, zelfs na haar dood op aarde. Hij zei dat hij haar weer levend zou maken en haar zou gebruiken voor zijn doeleinden. Door misleiding had zij vele zielen tot hem gebracht, dus leken zijn leugens haar redelijk. Maar tenslotte lachte $atan haar uit en hoonde haar.

    $atan : Ik heb je bedrogen en je al die jaren gebruikt. Ik zal jou nooit mijn koninkrijk schenken.

    De duivel bewoog zijn armen in haar richting, en het bleek dat haar vlees van haar botten werd gescheurd. Zij gilde van de pijn, terwijl men $atan een groot zwart boek bracht. Hij opende het en ging met zijn vinger langs de bladzijden tot hij haar naam vond.

    $atan : O ja, je hebt mij goed gediend op aarde. Je bracht mij meer dan 500 zielen. (liegend) Je straf zal niet zo zwaar zijn als die van de anderen.

    Er kwam een kakelend boosaardig gelach uit hem. Hij stond op en wees met zijn vinger naar de vrouw; een machtige wind rees op en vulde de plaats. Hij bracht een geluid voort dat klonk als een brullende donder.

    $atan (lachend) : Ha-ha, probeer je koninkrijk maar te krijgen als je kan.

    Toen sloeg een onzichtbare kracht haar tegen de grond.

    $atan : Je gaat mij hier ook dienen.

    Hij lachte toen zij trachtte op te staan. De vrouw gilde van de pijn terwijl het vlees van haar beenderen werd afgestroopt door de demonen. Zij werd weer naar deze kooi gesleept. Zij herinnerde zich $atans beloften. Hij had haar verteld dat zij alle macht zou hebben. Hij zei dat zij nimmer behoefte te sterven. Hij vertelde haar dat hij macht had over leven en dood, en zij geloofde hem. Haar werd verteld dat $atan alles kon tegenhouden waardoor zij gedood kon worden. $atan vertelde haar vele leugens en beloofde haar vele dingen.

    Jezus : Ik ben gekomen om alle mensen te redden. Mijn verlangen is dat allen die nog verloren zijn berouw hebben en Mijn naam aanroepen. Het is niet Mijn wil dat iemand verloren gaat, maar dat zij het eeuwige leven hebben. Het is droevig te moeten zeggen dat de meesten zich niet van hun zonden willen bekeren voordat zij sterven, en zij zullen naar de hel gaan. Maar de weg naar de hemel is dezelfde voor alle mensen. Men moet wederomgeboren worden om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Men moet tot de Vader komen in Mijn naam en zich van zijn zonden bekeren. Men moet in oprechtheid zijn hart aan God geven en Hem dienen. Kind, het volgende dat Ik je zal openbaren is nog verschrikkelijker. Ik weet dat het je zal bedroeven. Ik wil echter dat de wereld zal horen en weten wat de Geest tot de gemeenten zegt.

    In deze cellen, zo ver als je kunt zien, worden zielen gefolterd. Iedere keer dat de cellen vol zijn vergroot de hel zich om meer zielen binnen te krijgen. Je bezit al je zintuigen in de hel. En als je op aarde blind was, dan zul je in de hel blind zijn. Als je slechts één arm had op aarde, zul je ook in de hel maar één arm hebben. Ik moet u zeggen dat u zich moet bekeren, want de hel is een vreselijke plaats, een angstaanjagende plaats, een plaats van grote droefheid en eeuwigdurende wroeging. Alstublieft, ik smeek u te geloven wat ik zeg, want het is de waarheid. Dit alles was zo moeilijk voor mij, dat ik vele keren ziek was tijdens het opmaken van dit verslag. Ik zag dingen in de hel die te verschrikkelijk zijn om over te spreken - zelfs ontzettender dan het gekerm bij het folteren, de stank van rottend vlees, de angstwekkende helse vlammen, en de diepe putten. Ik zag ook de dingen, die God niet wilde dat ik opschreef. Als u sterft op aarde en wedergeboren bent door de Geest van God, gaat uw ziel direct naar de hemel. Als u een zondaar bent wanneer u sterft, gaat u onmiddellijk naar een brandende hel. Demonen met grote ketenen zullen uw ziel door de poorten der hel heenslepen. Daar zult u in een put worden geworpen en gemarteld worden. Mettertijd zult u voor $atan gebracht worden. U weet en voelt alle dingen die u in de hel overkomen.

    9b. De verschrikkingen van de hel

    Jezus vertelde mij dat er een plaats is die het ‘pretpark’ genoemd wordt. Zielen die gevangen zitten in de putten kunnen daar niet heengebracht worden. Hij vertelde mij ook dat, hoewel de folteringen verschillend zijn voor verschillende zielen, zij wel allemaal in het vuur branden. Het pretpark heeft de vorm van een circustheater. Verscheidene mensen die als vermaak moeten dienen, worden naar de centrale ‘ring’ van het pretpark gebracht. Dit zijn mensen die op aarde $atan bewust gediend hebben. Zij zijn diegenen die uit eigen vrije wil ervoor kozen om $atan te volgen in plaats van God. Rondom de arena zijn de andere zielen, behalve de zielen in de zwavelputten. Degenen in de centrale ring van de arena waren leiders in de occulte wereld voor hun dood. Zij waren mediums, waarzeggers, tovenaars, gedachtenlezers, heksen - al diegenen die bewust de keuze maakten om $atan te dienen.

    Toen zij op aarde leefden, misleidden zij velen en waren er de oorzaak van dat dezen zondigden en $atan volgden. De mensen die door hen misleid en door hen tot zonde gebracht werden, kwamen om hun bedriegers te martelen. Het werd hun hoofd voor hoofd toegestaan om ze te martelen. Eén van die martelingen was dat de geestelijke botten uit elkaar gebroken werden en in verschillende delen van de hel werden begraven. De ziel werd letterlijk uiteen gescheurd en de delen over de hel verstrooid in een soort demonische folterjacht. De verminkte zielen voelden onuitsprekelijke pijn. Zij, die buiten de arena zaten, mochten stenen gooien naar de zielen in de ring. Iedere denkbare methode van foltering werd toegestaan. De zielen die gemarteld werden, gilden om de dood, maar dat is de eeuwige dood. $atan gaf de bevelen voor dit alles. Het is zijn pretpark.

    Jezus : Vele jaren geleden nam Ik van $atan de sleutels van de hel af. Ik kwam en opende deze cellen en liet Mijn volk eruit. Want in de tijd van het Oude Testament, voordat Ik feitelijk Mijn leven op het kruis gaf, was het paradijs vlak naast de hel. Deze cellen waren eens in het paradijs. Nu gebruikt $atan ze voor zijn kwade doeleinden en heeft er meer bijgemaakt. O lezer, wilt u zich niet bekeren van uw zonden voordat het voor eeuwig te laat is? Want allen zullen in het oordeel voor Mij komen te staan. Toen Ik stierf en herrees door de macht van God, Mijn Vader, werd het paradijs van zijn positie bij de hel verplaatst naar een ander deel van het heelal. Nogmaals wil ik u zeggen dat deze cellen, die 27 1/2 km hoog rijzen, dienen als een gevangenis voor hen die eens $atans medewerkers der duisternis waren. Zij, die deelnamen aan elke soort van zonde die met demonische geesten, het occulte en duivelsaanbidding te doen had. Kom, Ik wil je iets laten zien.

    Opeens zaten we ongeveer 300 meter hoog in het centrum van de buik van de hel, midden tussen het 27 1/2 km hoge blok met cellen. Door de duisternis voelde ik me alsof ik in een put was waar boven noch beneden een eind aan kwam. Een geel licht begon de plaats te vullen. Ik hield Jezus‘ hand stevig vast.

    Mary K. : Lieve Heer, waarom zijn we hier ?

    Ineens kwam er een wind met de kracht van een orkaan en een machtig ruisend geluid. Grote golven vuur schoten langs de buitenwanden van de cellen omhoog en zetten alles wat ze tegenkwamen in vlammen. De vlammen bereikten het binnenste van iedere cel en veroorzaakten meelijwekkende kreten van pijn en ellende. Hoewel de vlammen Jezus en mij niet bereikten, keek ik angstig toe hoe de zielen van de verlorenen naar de achterkant van de kleine cellen renden. Ze probeerden een schuilplaats te vinden. Een kwaad geluid begon links van ons omhoog te rijzen. Ik keek, en daar stond $atan met zijn rug naar ons toe en hij stond geheel in brand. Hij verbrandde echter niet, integendeel, hij veroorzaakte het vuur. Hij stond gehuld in vlammen, genietend van het gegil van deze arme, verloren zielen. Als $atan zijn armen bewoog, schoten er grote ballen vuur uit hem. Hartbrekend gegil en ontzettende kreten van pijn kwamen uit de cellen. De zielen daarbinnen werden levend verbrand door deze allesverzengende poel van vuur, en toch konden zij niet doodgaan. De demonen lachten met $atan mee als hij van cel naar cel ging om de verlorenen te folteren.

    Jezus : $atan leeft van het kwade. Hij verheugt zich in pijn en lijden en wint erdoor aan macht.

    Ik keek naar $atan, terwijl een roodgele vlam met bruine randen geheel om hem heen in sterkte toenam. Een wilde, stormachtige wind blies in zijn kleding die niet verbrandde. De geur van brandend vlees vulde de ruimte en ik realiseerde mij opnieuw dat de verschrikkingen van de hel werkelijkheid zijn. $atan wandelde door de vlammen, maar ze konden hem niet verbranden. Niettegenstaande ik alleen zijn rug zag, kon ik zijn kwaadaardig gelach overal horen. Ik keek toe hoe $atan opvoer in een wolk van rook, de stroom van vuur met zich meenemend naar het bovenste deel van de buik van de hel. Ik luisterde toen hij zich omkeerde en in een luide stem verkondigde dat, tenzij al deze zielen hem aanbaden, hij ze een beurt in de pretcirkel zou geven.

    Verlorenen (allen tegelijk roepend) : Nee, alstublieft $atan, wij zullen u aanbidden !

    Zij begonnen met z‘n allen in aanbidding voor $atan te buigen. En hoe meer zij aanbaden, hoe groter zijn honger naar verering werd. Luider en luider klonk het eentonige geluid van het prijzen totdat de daksparren van de hel weergalmden van het lawaai.

    Jezus : Al deze mensen die de cellen van de hel bewonen, hebben het ware Evangelie gehoord terwijl zij leefden op aarde. Vele keren werd Mijn redding aan hen aangeboden. Vele malen sprak Mijn Geest tot hun hart, maar zij wilden niet luisteren of tot Mij komen om gered te worden.

    $atan (tegen zijn onderdanen) : Ha, ha, dit is jullie koninkrijk - alles wat je ooit als koninkrijk zult krijgen. Mijn koninkrijk bedekt de hele aarde en de wereld daaronder. (schreeuwend) Dit is voor eeuwig jullie bestaan !

    Kreten van spijt kwamen uit de brandende cellen.

    Jezus : Mijn verlossing is vrij. Wie wil mag komen om gered te worden van deze plaats van eeuwige straf. Ik zal hem niet afwijzen. Als u bij een heks of waarzegger bent geweest, zelfs al hebt u een verbond met de duivel gesloten, Mijn macht zal het verbreken, en Mijn vergoten bloed zal u redden. Ik zal de kwade vloek op uw leven van u wegnemen en u van de hel verlossen. Geef Mij uw hart opdat Ik uw ketenen zal losmaken en u zal bevrijden.

    10. Het hart van de hel

    ‘s Nachts ging ik met Jezus naar de hel. Gedurende de dag had ik de hel altijd voor ogen. Ik probeerde anderen te vertellen over wat ik zag, maar zij wilden mij niet geloven. Ik voelde me heel erg alleen, en kon alleen doorgaan door de genade van God. Alle glorie komt de Heer Jezus Christus toe. De volgende nacht gingen Jezus en ik terug naar de hel. Ik herkende delen ervan, omdat ik daar eerder geweest was. Hetzelfde rottende vlees, dezelfde geur van het kwade, dezelfde muffe, hete lucht was overal. Ik was reeds erg vermoeid.

    Jezus : Ik zal je nooit laten begeven of verlaten. Ik weet dat je afgemat bent, maar Ik zal je sterken.

    Jezus’ aanraking sterkte mij en wij liepen verder. Voor mij zag ik een groot zwart voorwerp, bijna zo groot als een baseball-veld; het scheen op en neer te bewegen. Ik herinnerde mij dat dit ‘het hart van de hel‘ was. Uit dit zwarte hart kwamen dingen die eruit zagen als grote takken of horens, Zij kwamen uit het hart en gingen omhoog en uit de hel in en over de aarde. Ik vroeg mij af of dit de horens waren waarover de Bijbel sprak. Overal rondom het hart was de aarde droog en bruin. De aarde was verbrand en was opgedroogd tot een roestbruine kleur, ongeveer 270 meter in alle richtingen. Het hart was zwarter dan zwart, maar een andere kleur was ermee vermengd, zoals die van schubben van een slangenhuid. Elke keer dat het klopte, gaf het hart een afschuwelijke stank af. Het bewoog zich als een echt hart en klopte op en neer. Het was omgeven door een krachtveld van het kwade. Vol verbazing keek ik naar dit boze hart en vroeg mij af wat het doel ervan was.

    Jezus : Deze takken, die eruit zien als de slagaderen van een hart, zijn leidingen die omhoog gaan door de aarde heen om bovenop de aarde kwaad uit te braken. Dit zijn de horens die Daniël zag en zij vertegenwoordigen goddeloze koninkrijken op aarde. Sommige ervan zijn reeds geweest, andere zullen komen, en weer andere bestaan nu. Boze koninkrijken zullen oprijzen en de antichrist zal heersen over vele volken, plaatsen en zaken. Indien mogelijk, zullen ook de uitverkorenen verleid worden. Velen zullen het beest en zijn beeld aanbidden.
    Uit deze hoofdtakken of horens, zullen kleinere takken groeien. Uit deze kleinere takken zullen demonen, boze geesten en allerlei soort boze machten op aarde losgelaten worden. Zij krijgen instructies van $atan om vele boze werken te doen. Deze goddeloze koninkrijken en boze machten zullen het beest gehoorzamen, en velen zullen hem volgen naar de vernietiging. Het is hier, in het hart van de hel, dat deze dingen beginnen. Volg Mij.

    Dit zijn de woorden die Jezus tot mij sprak. Hij gaf mij opdracht ze op te schrijven en ze aan de wereld te openbaren. Deze woorden zijn waar. Deze openbaringen werden mij gegeven door de Heer Jezus Christus, zodat allen kennis mogen nemen van de werkingen van $atan, en zullen begrijpen welke kwade plannen hij voorbereidt voor de toekomst. Wij lepen een trap op die naar het hart leidde en een deur werd voor ons geopend. In het hart was volkomen duisternis. Ik hoorde geschrei, en er was een verschrikkelijke stank. Ik kon amper ademhalen. Alles wat ik in het duister kon zien was Jezus. Ik liep heel dicht tegen Hem aan. En toen, opeens, was Jezus weg ! Het ondenkbare was gebeurd. Ik was alleen in het hart van de hel. Hevige angst greep mij aan. Mijn ziel werd door angst overweldigd en de dood nam bezit van mij.

    Mary K. : Waar bent U ? Waar bent U ? O, kom alstublieft terug Heer !

    Ik riep en riep, maar niemand antwoordde.

    Mary K. (jammerend) : O mijn God, hoe moet ik hieruit komen.

    Ik begon te rennen in de duisternis. Als ik de wanden aanraakte leken ze te ademen; ze bewogen tegen mijn handen. En toen was ik niet langer alleen. Ik hoorde gelach toen twee demonen, omgeven door een flauw geel licht, mijn beide handen grepen. Zij deden snel ketenen om mijn armen heen en begonnen mij dieper het hart in te slepen. Ik gilde om Jezus, maar er was geen antwoord. Ik huilde en vocht met al mijn kracht, maar zij sleepten mij voort alsof ik in het geheel geen weerstand bood. Terwijl wij dieper het hart binnengingen, voelde ik een vreselijke pijn: één of andere kracht begon langs mijn lichaam te scheuren. Het was alsof mijn vlees van mij afgetrokken werd. Ik gilde het uit van ontzetting. De demonen die mij gevangen namen sleepten mij naar een cel en gooiden mij naar binnen. Toen zij de deur op slot deden, gilde ik nog harder.

    Demonen (sarcastisch lachend) : Huilen zal je geen goed doen. Wanneer het je tijd is, zul je voor onze meester moeten verschijnen. Hij zal je voor zijn vermaak folteren.

    Mijn hele lichaam was nu doortrokken van de afschuwelijke geur van het hart.

    Mary K. (luid roepend) : Waarom ben ik hier? Wat is er fout gegaan? Ben ik gek geworden? Laat mij eruit ! Laat mij eruit !

    Na een tijdje begon ik de wand van de cel waarin ik was te voelen. Die was rond en zacht als iets dat levend is. Het leefde en begon te bewegen.

    Mary K. (gillend) : O Heer, wat gebeurt er? Jezus, waar bent U?

    Maar ik hoorde alleen de echo van mijn eigen stem. Angst - de meest ontzettende angst - greep mijn ziel aan. Voor de eerste keer sinds Jezus mij verlaten had, begon ik mij te realiseren dat ik verloren was, zonder de allerminste hoop. Ik snikte hartstochtelijk en riep aanhoudend om Jezus.

    Stem in het duister : Om Jezus roepen zal niets helpen, Hij is hier niet.

    Een vaag licht begon de plaats te vullen. Voor het eerst kon ik andere cellen zien - cellen zoals de mijne, ingezet in de wand van het hart. Een soort web was voor onze ogen, en een modderige, kleverige vloeistof vloeide door de cellen heen. Vanuit de cel naast mij zei de stem van een vrouw tegen mij:

    Vrouw : Je bent verloren in deze folterplaats. Je kunt hier niet uitkomen.

    Ik kon haar amper zien in het zwakke licht. Zij was wakker, zoals ik was, maar de bewoners van al de andere cellen leken wel te slapen of in een trance te zijn.

    Vrouw : Geen hoop, geen hoop !

    Een gevoel van intense eenzaamheid en uiterste wanhoop kwam over mij. De woorden van de vrouw hielpen niet!

    Vrouw : Dit is het hart van de hel. Hier worden wij gemarteld, maar onze martelingen zijn niet zo erg als die in andere delen van de hel.

    Later wist ik dat zij had gelogen toen zij zei dat er daar niet zoveel folteringen waren als elders.

    Vrouw : Soms worden we voor $atan gebracht en dan foltert hij ons voor zijn eigen vermaak. $atan voedt zich met onze pijn en wordt sterker bij het horen van onze kreten van wanhoop en pijn. Onze zonden zijn ons altijd voor. Wij weten dat wij goddeloos zijn. Wij weten ook dat wij eens de Heer Jezus kenden, maar Hem weigerden en God de rug toekeerden. Wij deden precies waar we zelf zin in hadden. Voordat ik hier kwam, was ik een prostituée. Ik nam mannen en vrouwen voor hun geld en wat we deden noemde ik "liefde". Ik richtte vele gezinnen ten gronde. Er zijn vele lesbiennes en homofielen in deze cellen, alsook degenen die overspel pleegden.

    Mary K. (roepend vanuit de duisternis) : Ik hoor hier niet. Ik ben verlost. Ik ben van God. Waarom ben ik hier?

    Maar er kwam geen antwoord. Toen kwamen de demonen terug en openden mijn celdeur. De éne trok mij terwijl de andere mij duwde langs een ruw, oneffen pad. De aanraking van de demonen was als een brandende vlam tegen mijn vlees. Zij deden mij pijn.

    Mary K. (roepend) : Jezus, waar bent U? Help mij, alstublieft, Jezus !

    Een laaiend vuur sprong vlak voor mij omhoog, maar voordat het mij raakte stopte het. Nu leek het alsof mijn vlees van mijn lichaam gescheurd werd. De meest folterende pijn werd over mij uitgestort. De pijn die ik voelde was ongelooflijk. Iets onzichtbaars was mijn lichaam aan het verscheuren, terwijl boze geesten in de vorm van vleermuizen mij over mijn hele lichaam beten.

    Mary K. (wenend) : Lieve Heer Jezus, waar bent U ? Alstublieft, laat me eruit !

    Ik werd geduwd en getrokken totdat ik in een wijd-open plaats kwam in het hart van de hel, en toen werd ik neergegooid voor een vuil soort altaar. Op het altaar lag een groot open boek. Ik hoorde een boosaardig gelach en realiseerde mij dat ik in het vuil voor $atan lag.

    $atan : Eindelijk heb ik je !

    Vol afgrijzen deinsde ik terug. Maar ik realiseerde mij algauw dat hij niet naar mij keek, maar naar iemand voor mij.

    $atan : Ha, ha, eindelijk heb ik de kans om je van deze aarde te vernietigen. Laat mij zien wat voor soort straf het zal zijn.

    Hij opende het boek en zijn vinger gleed langs de pagina‘s. De naam van de ziel werd genoemd, en de straf werd vastgesteld.

    Mary K. (huilend) : Mijn Heer, kan dit allemaal echt gebeuren ?

    Ik was de volgende en de demonen duwden mij een podium op en dwongen mij om voor $atan te buigen. Dezelfde boosaardige lach weerklonk.

    $atan (roepend met een kwaadaardig genoegen) : Ik heb heel lang op je gewacht en eindelijk heb ik je Je probeerde aan mij te ontsnappen, maar nu heb ik je.

    Een angst zoals ik nog nooit had gevoeld viel op mij. Mijn vlees werd weer van mijn botten getrokken en een grote keten werd om mijn lichaam gewonden. Ik keek naar mijzelf toen de keten om mij werd gelegd. Ik zag eruit als de anderen. Ik was een skelet, vol dode beenderen. Wormen kropen binnenin mij, en een vuur begon bij mijn voeten en hulde mij in vlammen.

    Mary K. (roepend) : O, Jezus, wat is er gebeurd? Waar bent U Jezus?

    $atan bulderde van het lachen.

    $atan : Er is geen Jezus hier, ik ben nu jou koning. Je zal hier voor altijd bij mij zijn. Je bent nu van mij.

    Ik werd gegrepen door verschrikkelijke emoties. Ik kon God niet voelen, noch liefde, noch vrede, noch warmte. Maar ik had een heel sterk gevoel van angst, haat, en ontzettende pijn, en bovenmatige smart. Ik riep tot de Heer Jezus om mij te redden, maar er kwam geen antwoord.

    $atan : Nu ben ik je heer !

    Hij hief zijn armen op om een demon op te roepen. Meteen kwam een lelijke boze geest het podium op tot waar ik stond en greep mij. Hij had een groot lichaam, met een gezicht als een vleermuis, klauwen in plaats van handen, en er ging een kwalijke reuk van hem uit.

    Boze geest : Wat zal ik met haar doen, heer $atan?

    Ondertussen greep een andere demon, die haar had over zijn hele lichaam en een gezicht als een wild zwijn, mij ook beet.

    $atan : Neem haar mee naar het diepste deel van het hart - een plaats waar verschrikkingen altijd voor haar ogen zullen zijn. Daar zal zij leren mij heer te noemen.

    Ik werd meegesleurd naar een donkere plaats en in iets gesmeten dat koud en klam aanvoelde. O, hoe kon men zich koud en tegelijkertijd brandend voelen? Ik wist het niet. Maar het vuur verbrandde mijn lichaam en de wormen kropen over en door mij heen. Het klagen van de doden vulde de ruimte.

    Mary K. (wanhopig) : O Heer Jezus, waarom ben ik hier? Lieve God, laat me sterven.

    Plotseling vulde een licht de plaats waar ik zat. Jezus verscheen en nam mij in Zijn armen, en onmiddellijk was ik terug in mijn huis.

    Mary K. (wenend) : Lieve Heer Jezus, waar was U ?

    De tranen vloeiden over mijn wangen.

    Jezus (teder) : Mijn kind, de hel is werkelijkheid. Maar je zou het nooit zeker weten, tenzij je het voor jezelf had ervaren. Nu ken je de waarheid en weet je wat het is om waarlijk verloren te zijn in de hel. Nu kun je anderen erover vertellen. Ik moest je hier doorheen laten gaan, zodat je het zonder twijfel zou weten.

    Ik was zo bedroefd en zo moe. Ik stortte ineen in de armen van Jezus. En ook al herstelde Hij mij geheel, toch wilde ik ver, ver weg gaan - weg van Jezus, weg van mijn familie, weg van iedereen. Gedurende de volgende dagen dat ik thuis was, was ik erg ziek. Mijn ziel was erg bedroefd en de verschrikkingen van de hel zag ik altijd voor mij. Het duurde vele dagen voordat ik helemaal was hersteld.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 09/04-15/04 2018

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Godzoeker, God laat Zich vinden !
    Mijn favorieten
  • levend geloof 9
  • levend geloof 8
  • legioen


  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!