Jezus en ik stonden naast de eerste rij cellen, op een gangpad dat ruim een meter breed was. Ik keek omhoog en zover als ik kon zien waren er allemaal van die gangpaden in een grote cirkel rondom iets dat op een reusachtige put leek. Naast het gangpad waren cellen die ingegraven waren in de aarde. Zoals gevangeniscellen, stonden deze cellen alle in een rij, en werden door niet meer dan een halve meter grond gescheiden.
Jezus : Dit celblok is 27.500 meter hoog, beginnend op de bodem van de hel. Hier, in deze cellen, zijn vele zielen die aan hekserij deden of in het occulte verzeild waren. Er waren tovenaars, mediums, drugdealers, afgoderij-dienaars of waren goddelozen die een ‘gedienstige’ geest hadden. Dit zijn de zielen die de grootste gruwelen tegen God bewerkstelligden - velen van hen zijn hier honderden jaren geweest. Dit zijn degenen die geen berouw wilden tonen, en vooral zij, die de mensen bedrogen en ze meesleepten, weg van God. Deze zielen hebben vele boze daden tegen de Heer en Zijn volk gedaan. Zij hadden een hartstocht voor het kwade en hadden de zonde lief.
Terwijl ik de Heer op de ronding van de richel volgde, keek ik naar beneden naar het centrum van de hel, waar de grootste bedrijvigheid was. Een zwak licht vulde het centrum, en ik kon vele vormen zien bewegen. Er waren cellen zover ik kon kijken. Ik dacht bij mezelf dat de martelingen in de cellen toch zeker niet verschrikkelijker konden zijn dan die in de putten. Overal om ons heen hoorde ik het vreselijke huilen en klagen en gillen van verdoemden in de cellen. Ik begon mij erg ziek te voelen. Groot verdriet vulde mijn hart.
Jezus : Ik laat je nu pas deze kreten horen, kind. Want Ik wil je nu tonen hoe $atan komt om te stelen, te doden en te vernietigen. Hier in de hel zijn verschillende folteringen voor verschillende zielen. $atan dient deze folteringen toe tot de dag van het oordeel, tot de dood en de hel in de poel van vuur geworpen worden. Er gaat ook nu en dan een stroom van vuur door de hel heen.
Terwijl wij op het gangpad liepen werden de geluiden sterker. Gierend gehuil kwam vanuit de cellen. Ik liep dicht naast Jezus toen Hij stilstond voor de derde cel. Een helder licht verlichtte de cel vanbinnen. In de cel was een oude vrouw die in een schommelstoel zat, schommelend en schreiend alsof haar hart zou breken. Ik weet niet waarom, maar ik was geschokt toen ik zag dat deze vrouw een echt persoon was met een lichaam. De cel was volkomen kaal en leeg, uitgezonderd de vrouw in de schommelstoel. De wanden van de cel waren gemaakt van lichte klei en slijk, en waren in de aarde gezet. De hekopening overspande de hele voorkant van de cel en was gemaakt van zwart metaal met metalen tralies en er zat een slot op. Aangezien de traliesstaven ver uit elkaar stonden hadden Jezus en ik een bijna onbeperkt overzicht van de cel. De huid van de oude vrouw was askleurig - vlees vermengd met een grijsachtige tint. Zij schommelde op en neer. Terwijl zij schommelde rolden de tranen langs haar wangen. Ik wist door de gekwelde uitdrukking op haar gezicht, dat zij ontzettend veel pijn had en dat zij door een ongeziene foltering leed . Ik vroeg mij af waarvan zij beschuldigd was, omdat zij hier gevangen zat.
Opeens, vlak voor mijn ogen, begon de vrouw van vorm te veranderen : eerst veranderde zij in een zeer oude man, toen in een jonge vrouw, toen in een vrouw van middelbare leeftijd en toen werd zij weer de oude vrouw die ik eerst had gezien. Geschokt keek ik toe, terwijl zij de ene na de andere verandering onderging. Toen zij Jezus zag riep zij:
Vrouw : Heer, ontferm U over mij. Verlos mij uit deze plaats van martelingen.
Zij leunde vooruit in haar stoel en strekte haar handen uit naar Jezus, maar zij kon Hem niet aanraken. Zij bleef aanhoudend veranderen, zodat zij gekleed was als een man, daarna als een jong meisje, vervolgens als een vrouw van middelbare leeftijd en tenslotte weer als een oude vrouw. Al deze gedaanteveranderingen schenen niet meer dan een paar minuten te duren.
Mary K. : Waarom, Heer ?
Vrouw (gillend) : O Heer, laat me eruit, voor ze terugkomen.
Zij stond nu voorin de cel, en greep krampachtig de tralies vast.
Vrouw : Ik weet dat Uw liefde echt is. Ik weet dat Uw liefde waar is. Verlos mij hieruit !
Dan, als de vrouw gilde in grote angst, zag ik dat iets onzichtbaars bezig was het vlees van haar lichaam af te scheuren.
Jezus : Zij is niet wat zij schijnt te zijn.
De vrouw zat weer in de stoel en begon te schommelen. Maar nu zat er niets dan een skelet in de schommelstoel - een skelet met een vuile mist vanbinnen. Waar dat geklede lichaam van enkele minuten geleden was, waren nu slechts zwartgeblakerde en verbrande botten en lege oogkassen. De ziel van de vrouw klaagde en huilde tegen Jezus in berouw. Maar haar huilen was te laat.
Jezus : Toen zij op aarde was, was deze vrouw een heks en aanbad zij $atan. Zij bedreef niet alleen tovenarij, maar zij onderwees anderen in de toverkunst. Vanaf de tijd dat zij een kind was, beoefende haar familie de zwarte kunst. Zij hadden de duisternis meer lief dan het licht. Vele keren riep Ik haar tot bekering. Zij spotte met Mij en zei: "Ik vind het fijn om $atan te dienen. Ik zal hem blijven dienen". Zij verwierp de waarheid en wilde zich niet bekeren van haar boze weg. Zij keerde vele mensen af van de Heer, sommigen van hen zijn heden met haar in de hel. Als zij berouw had getoond, zou Ik haar gered hebben en velen van haar familie, maar zij wilde niet luisteren. $atan bedroog haar, want hij vertelde haar dat zij haar eigen koninkrijk zou ontvangen als loon voor haar dienst aan hem. Zij geloofde hem. Hij zei tegen haar dat zij nooit hoefde te sterven, maar voor eeuwig met hem zou mogen leven. Zij stierf, $atan prijzende. Toen zij hier kwam, vroeg zij hem om haar koninkrijk.
$atan, de vader der leugens, lachte haar uit en zei: "Denk je nu werkelijk dat ik mijn koninkrijk met jou zou delen? Dit is jouw koninkrijk". Hij sloot haar op in deze cel en martelt haar nu dag en nacht. Op aarde onderwees deze vrouw vele heksen, witte en zwarte heksen, in de toverkunst. Eén van haar magische trucs was te veranderen van jonge vrouw tot een oude vrouw van middelbare leeftijd, tot een oude vrouw en zelfs tot een oude man. In die dagen had zij plezier in die kunstjes, en joeg er graag de gewone heksen schrik mee aan. Maar nu lijdt zij de pijnen van de hel, en haar vlees wordt met iedere verandering van haar weggescheurd. Zij kan het nu niet beheersen en blijft van de ene vorm naar de andere veranderen, maar haar werkelijke vorm is de mistige ziel binnenin haar geraamte. $atan gebruikt haar voor zijn boze doeleinden en beschimpt en bespot haar. Dikwijls wordt zij voor $atan gebracht om voor zijn plezier gefolterd te worden. Ik riep haar velen malen, en Ik zou haar gered hebben. Maar zij wilde Mij niet. Nu smeekt en pleit zij om vergeving, maar het is te laat. Nu is zij verloren zonder hoop.
Ik keek naar deze vrouw die voor altijd verloren was in lijden en pijn, en hoewel zij een slechte vrouw was, brak mijn hart van medelijden.
Mary K. (in tranen) : Heer, hoe afschuwelijk !
En toen, alsof Jezus en ik er niet eens waren, kwam een vuile, bruine demon met gebroken vleugels, ongeveer de grootte en de vorm van een grote beer, naar de deur van haar cel en opende die met een sleutel. Hij brulde tegen haar, alsof hij haar schrik wilde aanjagen. De vrouw gilde, wanhopig van angst, toen hij haar begon aan te vallen en haar uit haar cel trok.
Jezus : Deze demon foltert haar vaak.
Ik zag hoe zij uit de cel werd gesleept en meegenomen werd.
Mary K. (medelijdend) : Lieve Heer, is er niets wat wij kunnen doen ?
Jezus : Het is te laat ! Het is te laat.
9a. De verschrikkingen van de hel
Ik begreep waarom de mensen in deze cellen verschillend waren, van degenen die ergens anders gekweld werden. Maar er was veel dat ik niet begreep. Ik luisterde eenvoudig naar Jezus en schreef alles wat ik hoorde en zag op voor de glorie van God. Zo ver als het oog reikte stonden de cellen in een eindeloze cirkel. In elke cel zat één ziel. Geklaag, gejammer, gezucht en gekerm kwam uit de cellen als wij er voorbij liepen. We hadden nog niet ver gelopen, toen Jezus weer voor een cel stopte. Toen wij naar binnen keken, ging er een licht schijnen (Jezus maakte het licht). Ik keek naar de ziel waarvan ik wist dat die in grote kwelling was. Het was weer een vrouw en zij had een blauwgrijze kleur. Haar vlees was dood en de delen die vergaan waren vielen van haar botten af. Haar beenderen waren allemaal verbrand tot ze diepzwart zagen, en er hingen hier en daar nog wat voddige stukjes kleren. Wormen kropen uit haar vlees en beenderen. Een afstotende geur vulde de cel. Net als de vorige vrouw zat ook zij in een schommelstoel. Zij hield een lappenpop in haar armen. Terwijl zij schommelde weende zij en hield de lappenpop tegen zich aan. Haar lichaam schokte van de diepe snikken. Jammerklachten kwamen uit de cel.
Jezus (tot Mary K.) : Zij was ook een dienares van $atan. Zij verkocht haar ziel aan hem en zij beoefende elk soort van kwaad. Tovenarij bestaat echt. Deze vrouw onderwees en bracht hekserij en tovenarij in praktijk. Zij leidde velen naar het pad van de zonde. Dezen, die hekserij onderwezen, kregen speciale aandacht en meer macht van $atan, dan zij die hekserij alleen maar in praktijk brachten. Zij was een waarzegster, een voorspelster en een medium voor haar meester. Zij genoot grote gunsten van $atan, door al het kwaad dat zij bedreef. Zij wist hoe de machten der duisternis te gebruiken voor haarzelf en voor $atan. Zij ging naar diensten waar men $atan aanbad. Ze prees $atan. Zij was voor hem een vrouw met veel macht.
Ik vroeg me af hoeveel zielen zij voor $atan had misleid. Ik keek ernaar hoe dit knokige omhulsel van een ziel weende over een lappenpop : niets dan een vuil stuk stof. Mijn hart deed pijn en tranen vulden mijn ogen. Zij hield de lappenpop stijf vast, alsof die haar kon helpen, of misschien alsof zij de pop kon helpen. Een dodengeur vulde de plaats. Toen zag ik dat zij begon te veranderen, zoals die andere vrouw. Zij was eerst een oude vrouw in de jaren 1930, en toen een jonge moderne vrouw. Keer op keer maakte zij deze hele transformatie vlak voor onze ogen.
Jezus : Deze vrouw stond gelijk met een prediker, maar dan voor $atan. Net als het ware Evangelie wordt gepredikt door een echte prediker, zo heeft $atan zijn valse predikers. Deze vrouw heeft de sterkste soort van $atanische macht, een macht die zij pas ontving toen zij haar ziel aan $atan verkocht. $atans boze gaven zijn tegengesteld aan de geestelijke gaven die Jezus schenkt aan gelovigen. Dit is de macht der duisternis. Deze medewerkers van $atan werken in het occulte, in de winkels die toverboeken en tovergerei verkopen, als handlezers, en op vele andere manieren. Een medium van $atan is een machtige $atanische werker. Deze personen zijn tot het uiterste misleid en geheel eigendom van $atan. Sommige werkers der duisternis kunnen zelfs niet tegen $atan spreken tenzij hun medium voor hen spreekt. Zij offeren mensen en dieren aan de duivel. Vele mensen geven hun ziel aan $atan. Zij kiezen ervoor hem te dienen in plaats van Mij. Hun keus is de dood, tenzij zij zich bekeren van hun zonden en Mij aanroepen. Ik ben getrouw en zal ze redden van hun zonden. Velen verkopen hun ziel aan $atan, zij denken dat zij dan voor altijd zullen leven. Maar zij zullen een vreselijke dood sterven. $atan denkt nog altijd dat hij God kan verslaan en Gods plan kan verijdelen, maar hij was verslagen aan het kruis. Ik nam de sleutels van $atan af, en Ik heb alle macht in hemel en op aarde.
Haar geschiedenis :
Toen deze vrouw stierf ging zij regelrecht naar de hel. De demonen brachten haar voor $atan, en daar vroeg zij kwaad waarom de demonen haar overheersten, want op aarde, dacht zij, heerste zij over hen. Zij hadden haar bevelen uitgevoerd. Zij vroeg $atan ook om het koninkrijk dat hij haar beloofd had. $atan bleef tegen haar liegen, zelfs na haar dood op aarde. Hij zei dat hij haar weer levend zou maken en haar zou gebruiken voor zijn doeleinden. Door misleiding had zij vele zielen tot hem gebracht, dus leken zijn leugens haar redelijk. Maar tenslotte lachte $atan haar uit en hoonde haar.
$atan : Ik heb je bedrogen en je al die jaren gebruikt. Ik zal jou nooit mijn koninkrijk schenken.
De duivel bewoog zijn armen in haar richting, en het bleek dat haar vlees van haar botten werd gescheurd. Zij gilde van de pijn, terwijl men $atan een groot zwart boek bracht. Hij opende het en ging met zijn vinger langs de bladzijden tot hij haar naam vond.
$atan : O ja, je hebt mij goed gediend op aarde. Je bracht mij meer dan 500 zielen. (liegend) Je straf zal niet zo zwaar zijn als die van de anderen.
Er kwam een kakelend boosaardig gelach uit hem. Hij stond op en wees met zijn vinger naar de vrouw; een machtige wind rees op en vulde de plaats. Hij bracht een geluid voort dat klonk als een brullende donder.
$atan (lachend) : Ha-ha, probeer je koninkrijk maar te krijgen als je kan.
Toen sloeg een onzichtbare kracht haar tegen de grond.
$atan : Je gaat mij hier ook dienen.
Hij lachte toen zij trachtte op te staan. De vrouw gilde van de pijn terwijl het vlees van haar beenderen werd afgestroopt door de demonen. Zij werd weer naar deze kooi gesleept. Zij herinnerde zich $atans beloften. Hij had haar verteld dat zij alle macht zou hebben. Hij zei dat zij nimmer behoefte te sterven. Hij vertelde haar dat hij macht had over leven en dood, en zij geloofde hem. Haar werd verteld dat $atan alles kon tegenhouden waardoor zij gedood kon worden. $atan vertelde haar vele leugens en beloofde haar vele dingen.
Jezus : Ik ben gekomen om alle mensen te redden. Mijn verlangen is dat allen die nog verloren zijn berouw hebben en Mijn naam aanroepen. Het is niet Mijn wil dat iemand verloren gaat, maar dat zij het eeuwige leven hebben. Het is droevig te moeten zeggen dat de meesten zich niet van hun zonden willen bekeren voordat zij sterven, en zij zullen naar de hel gaan. Maar de weg naar de hemel is dezelfde voor alle mensen. Men moet wederomgeboren worden om het Koninkrijk van God binnen te gaan. Men moet tot de Vader komen in Mijn naam en zich van zijn zonden bekeren. Men moet in oprechtheid zijn hart aan God geven en Hem dienen. Kind, het volgende dat Ik je zal openbaren is nog verschrikkelijker. Ik weet dat het je zal bedroeven. Ik wil echter dat de wereld zal horen en weten wat de Geest tot de gemeenten zegt.
In deze cellen, zo ver als je kunt zien, worden zielen gefolterd. Iedere keer dat de cellen vol zijn vergroot de hel zich om meer zielen binnen te krijgen. Je bezit al je zintuigen in de hel. En als je op aarde blind was, dan zul je in de hel blind zijn. Als je slechts één arm had op aarde, zul je ook in de hel maar één arm hebben. Ik moet u zeggen dat u zich moet bekeren, want de hel is een vreselijke plaats, een angstaanjagende plaats, een plaats van grote droefheid en eeuwigdurende wroeging. Alstublieft, ik smeek u te geloven wat ik zeg, want het is de waarheid. Dit alles was zo moeilijk voor mij, dat ik vele keren ziek was tijdens het opmaken van dit verslag. Ik zag dingen in de hel die te verschrikkelijk zijn om over te spreken - zelfs ontzettender dan het gekerm bij het folteren, de stank van rottend vlees, de angstwekkende helse vlammen, en de diepe putten. Ik zag ook de dingen, die God niet wilde dat ik opschreef. Als u sterft op aarde en wedergeboren bent door de Geest van God, gaat uw ziel direct naar de hemel. Als u een zondaar bent wanneer u sterft, gaat u onmiddellijk naar een brandende hel. Demonen met grote ketenen zullen uw ziel door de poorten der hel heenslepen. Daar zult u in een put worden geworpen en gemarteld worden. Mettertijd zult u voor $atan gebracht worden. U weet en voelt alle dingen die u in de hel overkomen.
9b. De verschrikkingen van de hel
Jezus vertelde mij dat er een plaats is die het ‘pretpark’ genoemd wordt. Zielen die gevangen zitten in de putten kunnen daar niet heengebracht worden. Hij vertelde mij ook dat, hoewel de folteringen verschillend zijn voor verschillende zielen, zij wel allemaal in het vuur branden. Het pretpark heeft de vorm van een circustheater. Verscheidene mensen die als vermaak moeten dienen, worden naar de centrale ‘ring’ van het pretpark gebracht. Dit zijn mensen die op aarde $atan bewust gediend hebben. Zij zijn diegenen die uit eigen vrije wil ervoor kozen om $atan te volgen in plaats van God. Rondom de arena zijn de andere zielen, behalve de zielen in de zwavelputten. Degenen in de centrale ring van de arena waren leiders in de occulte wereld voor hun dood. Zij waren mediums, waarzeggers, tovenaars, gedachtenlezers, heksen - al diegenen die bewust de keuze maakten om $atan te dienen.
Toen zij op aarde leefden, misleidden zij velen en waren er de oorzaak van dat dezen zondigden en $atan volgden. De mensen die door hen misleid en door hen tot zonde gebracht werden, kwamen om hun bedriegers te martelen. Het werd hun hoofd voor hoofd toegestaan om ze te martelen. Eén van die martelingen was dat de geestelijke botten uit elkaar gebroken werden en in verschillende delen van de hel werden begraven. De ziel werd letterlijk uiteen gescheurd en de delen over de hel verstrooid in een soort demonische folterjacht. De verminkte zielen voelden onuitsprekelijke pijn. Zij, die buiten de arena zaten, mochten stenen gooien naar de zielen in de ring. Iedere denkbare methode van foltering werd toegestaan. De zielen die gemarteld werden, gilden om de dood, maar dat is de eeuwige dood. $atan gaf de bevelen voor dit alles. Het is zijn pretpark.
Jezus : Vele jaren geleden nam Ik van $atan de sleutels van de hel af. Ik kwam en opende deze cellen en liet Mijn volk eruit. Want in de tijd van het Oude Testament, voordat Ik feitelijk Mijn leven op het kruis gaf, was het paradijs vlak naast de hel. Deze cellen waren eens in het paradijs. Nu gebruikt $atan ze voor zijn kwade doeleinden en heeft er meer bijgemaakt. O lezer, wilt u zich niet bekeren van uw zonden voordat het voor eeuwig te laat is? Want allen zullen in het oordeel voor Mij komen te staan. Toen Ik stierf en herrees door de macht van God, Mijn Vader, werd het paradijs van zijn positie bij de hel verplaatst naar een ander deel van het heelal. Nogmaals wil ik u zeggen dat deze cellen, die 27 1/2 km hoog rijzen, dienen als een gevangenis voor hen die eens $atans medewerkers der duisternis waren. Zij, die deelnamen aan elke soort van zonde die met demonische geesten, het occulte en duivelsaanbidding te doen had. Kom, Ik wil je iets laten zien.
Opeens zaten we ongeveer 300 meter hoog in het centrum van de buik van de hel, midden tussen het 27 1/2 km hoge blok met cellen. Door de duisternis voelde ik me alsof ik in een put was waar boven noch beneden een eind aan kwam. Een geel licht begon de plaats te vullen. Ik hield Jezus‘ hand stevig vast.
Mary K. : Lieve Heer, waarom zijn we hier ?
Ineens kwam er een wind met de kracht van een orkaan en een machtig ruisend geluid. Grote golven vuur schoten langs de buitenwanden van de cellen omhoog en zetten alles wat ze tegenkwamen in vlammen. De vlammen bereikten het binnenste van iedere cel en veroorzaakten meelijwekkende kreten van pijn en ellende. Hoewel de vlammen Jezus en mij niet bereikten, keek ik angstig toe hoe de zielen van de verlorenen naar de achterkant van de kleine cellen renden. Ze probeerden een schuilplaats te vinden. Een kwaad geluid begon links van ons omhoog te rijzen. Ik keek, en daar stond $atan met zijn rug naar ons toe en hij stond geheel in brand. Hij verbrandde echter niet, integendeel, hij veroorzaakte het vuur. Hij stond gehuld in vlammen, genietend van het gegil van deze arme, verloren zielen. Als $atan zijn armen bewoog, schoten er grote ballen vuur uit hem. Hartbrekend gegil en ontzettende kreten van pijn kwamen uit de cellen. De zielen daarbinnen werden levend verbrand door deze allesverzengende poel van vuur, en toch konden zij niet doodgaan. De demonen lachten met $atan mee als hij van cel naar cel ging om de verlorenen te folteren.
Jezus : $atan leeft van het kwade. Hij verheugt zich in pijn en lijden en wint erdoor aan macht.
Ik keek naar $atan, terwijl een roodgele vlam met bruine randen geheel om hem heen in sterkte toenam. Een wilde, stormachtige wind blies in zijn kleding die niet verbrandde. De geur van brandend vlees vulde de ruimte en ik realiseerde mij opnieuw dat de verschrikkingen van de hel werkelijkheid zijn. $atan wandelde door de vlammen, maar ze konden hem niet verbranden. Niettegenstaande ik alleen zijn rug zag, kon ik zijn kwaadaardig gelach overal horen. Ik keek toe hoe $atan opvoer in een wolk van rook, de stroom van vuur met zich meenemend naar het bovenste deel van de buik van de hel. Ik luisterde toen hij zich omkeerde en in een luide stem verkondigde dat, tenzij al deze zielen hem aanbaden, hij ze een beurt in de pretcirkel zou geven.
Zij begonnen met z‘n allen in aanbidding voor $atan te buigen. En hoe meer zij aanbaden, hoe groter zijn honger naar verering werd. Luider en luider klonk het eentonige geluid van het prijzen totdat de daksparren van de hel weergalmden van het lawaai.
Jezus : Al deze mensen die de cellen van de hel bewonen, hebben het ware Evangelie gehoord terwijl zij leefden op aarde. Vele keren werd Mijn redding aan hen aangeboden. Vele malen sprak Mijn Geest tot hun hart, maar zij wilden niet luisteren of tot Mij komen om gered te worden.
$atan (tegen zijn onderdanen) : Ha, ha, dit is jullie koninkrijk - alles wat je ooit als koninkrijk zult krijgen. Mijn koninkrijk bedekt de hele aarde en de wereld daaronder. (schreeuwend) Dit is voor eeuwig jullie bestaan !
Kreten van spijt kwamen uit de brandende cellen.
Jezus : Mijn verlossing is vrij. Wie wil mag komen om gered te worden van deze plaats van eeuwige straf. Ik zal hem niet afwijzen. Als u bij een heks of waarzegger bent geweest, zelfs al hebt u een verbond met de duivel gesloten, Mijn macht zal het verbreken, en Mijn vergoten bloed zal u redden. Ik zal de kwade vloek op uw leven van u wegnemen en u van de hel verlossen. Geef Mij uw hart opdat Ik uw ketenen zal losmaken en u zal bevrijden.
10. Het hart van de hel
‘s Nachts ging ik met Jezus naar de hel. Gedurende de dag had ik de hel altijd voor ogen. Ik probeerde anderen te vertellen over wat ik zag, maar zij wilden mij niet geloven. Ik voelde me heel erg alleen, en kon alleen doorgaan door de genade van God. Alle glorie komt de Heer Jezus Christus toe. De volgende nacht gingen Jezus en ik terug naar de hel. Ik herkende delen ervan, omdat ik daar eerder geweest was. Hetzelfde rottende vlees, dezelfde geur van het kwade, dezelfde muffe, hete lucht was overal. Ik was reeds erg vermoeid.
Jezus : Ik zal je nooit laten begeven of verlaten. Ik weet dat je afgemat bent, maar Ik zal je sterken.
Jezus’ aanraking sterkte mij en wij liepen verder. Voor mij zag ik een groot zwart voorwerp, bijna zo groot als een baseball-veld; het scheen op en neer te bewegen. Ik herinnerde mij dat dit ‘het hart van de hel‘ was. Uit dit zwarte hart kwamen dingen die eruit zagen als grote takken of horens, Zij kwamen uit het hart en gingen omhoog en uit de hel in en over de aarde. Ik vroeg mij af of dit de horens waren waarover de Bijbel sprak. Overal rondom het hart was de aarde droog en bruin. De aarde was verbrand en was opgedroogd tot een roestbruine kleur, ongeveer 270 meter in alle richtingen. Het hart was zwarter dan zwart, maar een andere kleur was ermee vermengd, zoals die van schubben van een slangenhuid. Elke keer dat het klopte, gaf het hart een afschuwelijke stank af. Het bewoog zich als een echt hart en klopte op en neer. Het was omgeven door een krachtveld van het kwade. Vol verbazing keek ik naar dit boze hart en vroeg mij af wat het doel ervan was.
Jezus : Deze takken, die eruit zien als de slagaderen van een hart, zijn leidingen die omhoog gaan door de aarde heen om bovenop de aarde kwaad uit te braken. Dit zijn de horens die Daniël zag en zij vertegenwoordigen goddeloze koninkrijken op aarde. Sommige ervan zijn reeds geweest, andere zullen komen, en weer andere bestaan nu. Boze koninkrijken zullen oprijzen en de antichrist zal heersen over vele volken, plaatsen en zaken. Indien mogelijk, zullen ook de uitverkorenen verleid worden. Velen zullen het beest en zijn beeld aanbidden. Uit deze hoofdtakken of horens, zullen kleinere takken groeien. Uit deze kleinere takken zullen demonen, boze geesten en allerlei soort boze machten op aarde losgelaten worden. Zij krijgen instructies van $atan om vele boze werken te doen. Deze goddeloze koninkrijken en boze machten zullen het beest gehoorzamen, en velen zullen hem volgen naar de vernietiging. Het is hier, in het hart van de hel, dat deze dingen beginnen. Volg Mij.
Dit zijn de woorden die Jezus tot mij sprak. Hij gaf mij opdracht ze op te schrijven en ze aan de wereld te openbaren. Deze woorden zijn waar. Deze openbaringen werden mij gegeven door de Heer Jezus Christus, zodat allen kennis mogen nemen van de werkingen van $atan, en zullen begrijpen welke kwade plannen hij voorbereidt voor de toekomst. Wij lepen een trap op die naar het hart leidde en een deur werd voor ons geopend. In het hart was volkomen duisternis. Ik hoorde geschrei, en er was een verschrikkelijke stank. Ik kon amper ademhalen. Alles wat ik in het duister kon zien was Jezus. Ik liep heel dicht tegen Hem aan. En toen, opeens, was Jezus weg ! Het ondenkbare was gebeurd. Ik was alleen in het hart van de hel. Hevige angst greep mij aan. Mijn ziel werd door angst overweldigd en de dood nam bezit van mij.
Mary K. : Waar bent U ? Waar bent U ? O, kom alstublieft terug Heer !
Ik riep en riep, maar niemand antwoordde.
Mary K. (jammerend) : O mijn God, hoe moet ik hieruit komen.
Ik begon te rennen in de duisternis. Als ik de wanden aanraakte leken ze te ademen; ze bewogen tegen mijn handen. En toen was ik niet langer alleen. Ik hoorde gelach toen twee demonen, omgeven door een flauw geel licht, mijn beide handen grepen. Zij deden snel ketenen om mijn armen heen en begonnen mij dieper het hart in te slepen. Ik gilde om Jezus, maar er was geen antwoord. Ik huilde en vocht met al mijn kracht, maar zij sleepten mij voort alsof ik in het geheel geen weerstand bood. Terwijl wij dieper het hart binnengingen, voelde ik een vreselijke pijn: één of andere kracht begon langs mijn lichaam te scheuren. Het was alsof mijn vlees van mij afgetrokken werd. Ik gilde het uit van ontzetting. De demonen die mij gevangen namen sleepten mij naar een cel en gooiden mij naar binnen. Toen zij de deur op slot deden, gilde ik nog harder.
Demonen (sarcastisch lachend) : Huilen zal je geen goed doen. Wanneer het je tijd is, zul je voor onze meester moeten verschijnen. Hij zal je voor zijn vermaak folteren.
Mijn hele lichaam was nu doortrokken van de afschuwelijke geur van het hart.
Mary K. (luid roepend) : Waarom ben ik hier? Wat is er fout gegaan? Ben ik gek geworden? Laat mij eruit ! Laat mij eruit !
Na een tijdje begon ik de wand van de cel waarin ik was te voelen. Die was rond en zacht als iets dat levend is. Het leefde en begon te bewegen.
Mary K. (gillend) : O Heer, wat gebeurt er? Jezus, waar bent U?
Maar ik hoorde alleen de echo van mijn eigen stem. Angst - de meest ontzettende angst - greep mijn ziel aan. Voor de eerste keer sinds Jezus mij verlaten had, begon ik mij te realiseren dat ik verloren was, zonder de allerminste hoop. Ik snikte hartstochtelijk en riep aanhoudend om Jezus.
Stem in het duister : Om Jezus roepen zal niets helpen, Hij is hier niet.
Een vaag licht begon de plaats te vullen. Voor het eerst kon ik andere cellen zien - cellen zoals de mijne, ingezet in de wand van het hart. Een soort web was voor onze ogen, en een modderige, kleverige vloeistof vloeide door de cellen heen. Vanuit de cel naast mij zei de stem van een vrouw tegen mij:
Vrouw : Je bent verloren in deze folterplaats. Je kunt hier niet uitkomen.
Ik kon haar amper zien in het zwakke licht. Zij was wakker, zoals ik was, maar de bewoners van al de andere cellen leken wel te slapen of in een trance te zijn.
Vrouw : Geen hoop, geen hoop !
Een gevoel van intense eenzaamheid en uiterste wanhoop kwam over mij. De woorden van de vrouw hielpen niet!
Vrouw : Dit is het hart van de hel. Hier worden wij gemarteld, maar onze martelingen zijn niet zo erg als die in andere delen van de hel.
Later wist ik dat zij had gelogen toen zij zei dat er daar niet zoveel folteringen waren als elders.
Vrouw : Soms worden we voor $atan gebracht en dan foltert hij ons voor zijn eigen vermaak. $atan voedt zich met onze pijn en wordt sterker bij het horen van onze kreten van wanhoop en pijn. Onze zonden zijn ons altijd voor. Wij weten dat wij goddeloos zijn. Wij weten ook dat wij eens de Heer Jezus kenden, maar Hem weigerden en God de rug toekeerden. Wij deden precies waar we zelf zin in hadden. Voordat ik hier kwam, was ik een prostituée. Ik nam mannen en vrouwen voor hun geld en wat we deden noemde ik "liefde". Ik richtte vele gezinnen ten gronde. Er zijn vele lesbiennes en homofielen in deze cellen, alsook degenen die overspel pleegden.
Mary K. (roepend vanuit de duisternis) : Ik hoor hier niet. Ik ben verlost. Ik ben van God. Waarom ben ik hier?
Maar er kwam geen antwoord. Toen kwamen de demonen terug en openden mijn celdeur. De éne trok mij terwijl de andere mij duwde langs een ruw, oneffen pad. De aanraking van de demonen was als een brandende vlam tegen mijn vlees. Zij deden mij pijn.
Mary K. (roepend) : Jezus, waar bent U? Help mij, alstublieft, Jezus !
Een laaiend vuur sprong vlak voor mij omhoog, maar voordat het mij raakte stopte het. Nu leek het alsof mijn vlees van mijn lichaam gescheurd werd. De meest folterende pijn werd over mij uitgestort. De pijn die ik voelde was ongelooflijk. Iets onzichtbaars was mijn lichaam aan het verscheuren, terwijl boze geesten in de vorm van vleermuizen mij over mijn hele lichaam beten.
Mary K. (wenend) : Lieve Heer Jezus, waar bent U ? Alstublieft, laat me eruit !
Ik werd geduwd en getrokken totdat ik in een wijd-open plaats kwam in het hart van de hel, en toen werd ik neergegooid voor een vuil soort altaar. Op het altaar lag een groot open boek. Ik hoorde een boosaardig gelach en realiseerde mij dat ik in het vuil voor $atan lag.
$atan : Eindelijk heb ik je !
Vol afgrijzen deinsde ik terug. Maar ik realiseerde mij algauw dat hij niet naar mij keek, maar naar iemand voor mij.
$atan : Ha, ha, eindelijk heb ik de kans om je van deze aarde te vernietigen. Laat mij zien wat voor soort straf het zal zijn.
Hij opende het boek en zijn vinger gleed langs de pagina‘s. De naam van de ziel werd genoemd, en de straf werd vastgesteld.
Mary K. (huilend) : Mijn Heer, kan dit allemaal echt gebeuren ?
Ik was de volgende en de demonen duwden mij een podium op en dwongen mij om voor $atan te buigen. Dezelfde boosaardige lach weerklonk.
$atan (roepend met een kwaadaardig genoegen) : Ik heb heel lang op je gewacht en eindelijk heb ik je Je probeerde aan mij te ontsnappen, maar nu heb ik je.
Een angst zoals ik nog nooit had gevoeld viel op mij. Mijn vlees werd weer van mijn botten getrokken en een grote keten werd om mijn lichaam gewonden. Ik keek naar mijzelf toen de keten om mij werd gelegd. Ik zag eruit als de anderen. Ik was een skelet, vol dode beenderen. Wormen kropen binnenin mij, en een vuur begon bij mijn voeten en hulde mij in vlammen.
Mary K. (roepend) : O, Jezus, wat is er gebeurd? Waar bent U Jezus?
$atan bulderde van het lachen.
$atan : Er is geen Jezus hier, ik ben nu jou koning. Je zal hier voor altijd bij mij zijn. Je bent nu van mij.
Ik werd gegrepen door verschrikkelijke emoties. Ik kon God niet voelen, noch liefde, noch vrede, noch warmte. Maar ik had een heel sterk gevoel van angst, haat, en ontzettende pijn, en bovenmatige smart. Ik riep tot de Heer Jezus om mij te redden, maar er kwam geen antwoord.
$atan : Nu ben ik je heer !
Hij hief zijn armen op om een demon op te roepen. Meteen kwam een lelijke boze geest het podium op tot waar ik stond en greep mij. Hij had een groot lichaam, met een gezicht als een vleermuis, klauwen in plaats van handen, en er ging een kwalijke reuk van hem uit.
Boze geest : Wat zal ik met haar doen, heer $atan?
Ondertussen greep een andere demon, die haar had over zijn hele lichaam en een gezicht als een wild zwijn, mij ook beet.
$atan : Neem haar mee naar het diepste deel van het hart - een plaats waar verschrikkingen altijd voor haar ogen zullen zijn. Daar zal zij leren mij heer te noemen.
Ik werd meegesleurd naar een donkere plaats en in iets gesmeten dat koud en klam aanvoelde. O, hoe kon men zich koud en tegelijkertijd brandend voelen? Ik wist het niet. Maar het vuur verbrandde mijn lichaam en de wormen kropen over en door mij heen. Het klagen van de doden vulde de ruimte.
Mary K. (wanhopig) : O Heer Jezus, waarom ben ik hier? Lieve God, laat me sterven.
Plotseling vulde een licht de plaats waar ik zat. Jezus verscheen en nam mij in Zijn armen, en onmiddellijk was ik terug in mijn huis.
Mary K. (wenend) : Lieve Heer Jezus, waar was U ?
De tranen vloeiden over mijn wangen.
Jezus (teder) : Mijn kind, de hel is werkelijkheid. Maar je zou het nooit zeker weten, tenzij je het voor jezelf had ervaren. Nu ken je de waarheid en weet je wat het is om waarlijk verloren te zijn in de hel. Nu kun je anderen erover vertellen. Ik moest je hier doorheen laten gaan, zodat je het zonder twijfel zou weten.
Ik was zo bedroefd en zo moe. Ik stortte ineen in de armen van Jezus. En ook al herstelde Hij mij geheel, toch wilde ik ver, ver weg gaan - weg van Jezus, weg van mijn familie, weg van iedereen. Gedurende de volgende dagen dat ik thuis was, was ik erg ziek. Mijn ziel was erg bedroefd en de verschrikkingen van de hel zag ik altijd voor mij. Het duurde vele dagen voordat ik helemaal was hersteld.
Jezus : Kind, Ik riep deze vrouw toen zij 30 was om Mijn Woord te prediken en een getuige van het Evangelie te zijn. Ik roep verschillende mensen voor verschillende doeleinden in Mijn lichaam. Maar als een man, vrouw, jongen of meisje Mijn Geest niet wil ontvangen, zal Ik weggaan. Zij beantwoordde Mijn oproep vele jaren lang en zij groeide in de kennis van de Heer. Zij leerde Mijn stem kennen en deed vele goede werken voor Mij. Zij bestudeerde het Woord van God. Zij bad veel en vele van haar gebeden werden beantwoord. Zij onderwees veel mensen de weg naar heiligheid. Zij was trouw in haar huis. De jaren gingen voorbij tot zij op een dag ontdekte dat haar man een affaire had met een andere vrouw. En ook al vroeg hij haar om vergeving, toch werd zij bitter, zij wilde hem niet vergeven en proberen om haar huwelijk te redden. Het is waar, haar man was verkeerd en hij bedreef een zeer ernstige zonde. Maar deze vrouw kende Mijn Woord. Zij wist hoe te vergeven, en zij wist dat er bij iedere verlokking uitkomst was. Haar man vroeg haar om vergeving. Zij wilde niet. In plaats daarvan groeide boosheid en woede in haar hart.
Zij wilde het niet aan Mij overgeven. Zij werd bitter en zei in haar hart: Hier ben ik, ik dien God volkomen, en mijn man loopt een andere vrouw na. "Denkt U dat dat juist is?" vroeg zij Mij. Ik zei: "Nee, het is niet goed. Maar hij kwam naar je toe en had berouw en zei dat hij het nooit meer zou doen. Ik zei tegen haar: "Dochter, kijk binnenin jezelf, dan zal je zien dat jij de oorzaak ervan was". "Ik niet, Heer", zei ze: "Ik ben de heilige, en hij is de zondige". Zij wilde niet naar Mij luisteren. De tijd ging voorbij en zij wilde niet tot Mij bidden of de bijbel lezen. Zij werd niet alleen boos op haar man, maar ook op de mensen om haar heen. Zij haalde de Schrift aan, maar zij wilde hem niet vergeven. Zij wilde niet naar Mij luisteren. Zij werd zo bitter dat grote zonde in haar hart kwam. Haar hart dat eens vol liefde was, werd moordlustig. En op een dag doodde zij haar man en die andere vrouw in boosheid. $atan nam geheel bezit van haar en toen doodde zij zichzelf.
Ik keek naar die verloren ziel die Christus uit haar leven had gezet en haar eigen ziel voor eeuwig had veroordeeld tot de vlammen en de pijn.
Vrouw : Ik zal nu vergeven, Heer ! Laat mij hieruit. Ik zal U nu gehoorzamen. Hoor maar Heer, ik predik nu Uw Woord. Over een uur zullen de demonen komen om mij mee te nemen om nog verschrikkelijker te martelen. Zij zullen mij urenlang folteren. Omdat ik Uw Woord aan het prediken was, zijn mijn martelingen erger. Alstublieft Heer, ik smeek U, laat mij eruit.
Ik huilde mee met de vrouw in de put en vroeg de Heer om mij alstublieft te bewaren voor een bitter hart.
Mary K : Laat mij niet toestaan dat bitterheid mijn hart binnenkomt, Heer Jezus. Jezus : Kom, laten we gaan.
4b. Meer putten
In de volgende put was de ziel van een man omgeven door zijn skeletvorm.
Man : Heer, help mij te begrijpen waarom ik hier ben.
Jezus : Kalm, wees stil. U weet waarom u hier bent.
Man (smekend) : Laat mij eruit en ik zal goed zijn.
Jezus : Zelfs in de hel liegt u nog. (en tot Mary K.) Deze man was 23 jaar oud toen hij hier kwam. Hij wilde niet luisteren naar Mijn Evangelie. Hij hoorde Mijn Woord vele malen en was dikwijls in Mijn huis. Ik trok hem door Mijn Geest tot Mij, maar hij wilde de wereld en haar lusten. Hij hield van drinken en wilde geen acht geven op Mijn roepen. Hij was opgegroeid in de kerk, maar hij wilde zich niet aan Mij overgeven. Op een dag zei hij tegen Mij: "Eens op een dag zal ik mijn leven aan U geven, Jezus". Maar die dag kwam niet. Op een nacht na een feestje was hij betrokken in een auto-ongeval en was op slag dood. Anderen werden ook in het ongeval gedood. $atan bedroog hem tot het einde toe. $atans werk is te slachten, te stelen en te vernietigen. Had hij maar geluisterd! Het is niet de wil van de Vader dat iemand verloren gaat. $atan wilde de ziel van deze man, maar hij stal zelf zijn ziel door onverschilligheid, zonde en alcohol.
Elk jaar worden er vele gezinnen en levens vernietigd door alcohol. Konden mensen maar zien dat de begeerten en lusten van de wereld slechts tijdelijk zijn! Als u tot de Heer Jezus komt zal Hij u verlossen van alcohol. Roep Jezus aan en Hij zal u helpen. Hij wil uw vriend zijn. Onthou dat Hij u liefheeft, en dat Hij ook de macht heeft om zonden te vergeven. Hij waarschuwt u ook dat u geen overspel mag plegen. En als u iemand begeert van het andere geslacht, zelfs wanneer u geen overspel pleegt, kan dit overspel in uw hart zijn. Jonge mensen, ga drugs en sexuele zonden uit de weg. Als u toch gezondigd hebt, dan kan God u vergeven. Ga bij Hem, nu er nog tijd is. Zoek christenen die u goede raad kunnen geven in verband met problemen die u hebt. U zult blij zijn dat u er nu en in deze wereld er tijd voor hebt uitgetrokken. Beter dan dat het te laat is. $atan komt als een lichtengel om de wereld te bedriegen. Geen wonder dat de zonden van de wereld deze jonge man verleidelijk toeschenen, ook al kende hij het heilige Woord van God. Nog één feestje, dacht hij, Jezus zal het best begrijpen. Maar de dood kent geen genade.
Hij wachtte te lang. Ik keek naar de ziel van de man en ik werd aan mijn eigen kinderen herinnerd. "O God, dat zij U mogen dienen!" Ik weet dat velen van u die dit lezen, geliefden hebben, misschien kinderen waarvan u niet wilt dat ze naar de hel gaan. Spreek tot hen over Jezus voordat het te laat is. Zeg hen dat ze zich van hun zonden moeten bekeren en dat God hen wil vergeven en heilig maken. De kreten van de man bleven me dagenlang naklinken. Ik zal nooit zijn berouwvol geroep vergeten. Ik herinner mij het vlees dat brandde in de vlammenzee. Nooit kan ik vergeten de ontbinding, de stank van de dood, de gaten waar eens de ogen waren, de vuilgrijze zielen en de wormen die door de beenderen heenkropen. De vorm van de jonge man hief zijn armen op naar Jezus, pleitend, toen wij doorliepen naar de volgende put. "Lieve Heer", bad ik: Geef mij de kracht om door te gaan". Ik hoorde een vrouwenstem wanhopig schreeuwen. Het gegil van de doden was overal te horen. We stonden nu bij de put waarin de vrouw was. Zij pleitte met haar hele ziel of Jezus haar daaruit wilde halen.
Vrouw (snikkend en schokkend) : Heer, ben ik hier nu niet lang genoeg geweest? De foltering is meer dan ik kan dragen. Alstublieft Heer, laat mij eruit !
Er klonk veel pijn in haar stem. Ik wist dat zij erg leed.
Mary K. : Jezus, is er niets wat U kunt doen ?
Jezus (tegen de vrouw) : Toen u op aarde was, riep Ik u voortdurend om tot Mij te komen. Ik smeekte u om het met Mij in orde te maken, om anderen te vergeven, recht te doen, weg te blijven van de zonde. Ik bezocht u zelfs als het middernacht was en trok u steeds weer door Mijn Geest. Met uw lippen zei u dat u Mij liefhad, maar uw hart was ver van Mij. Wist u niet dat niets voor God verborgen kan blijven? U hield anderen voor de gek, maar Mij kunt u niet voor de gek houden. Ik bleef anderen zenden om u te vertellen dat u zich moest bekeren, maar u wilde niet luisteren. U wilde niet horen, u wilde niet zien, en in boosheid stuurde u hen weg. Ik plaatste u daar waar u Mijn Woord kon horen. Maar u wilde uw hart niet aan Mij geven. U voelde geen spijt, u schaamde zich niet voor wat u deed. U maakte van uw hart een steen en wees Mij af. Nu bent u verloren en voor altijd in het verderf gestort. U had naar Mij moeten luisteren.
Bij deze woorden keek zij naar Jezus en begon te vloeken en God te verwensen. Ik voelde de tegenwoordigheid van boze geesten en wist dat zij het waren die vloekten en vervloekten. Hoe droevig om voor altijd in de hel verloren te zijn ! Stop de duivel, terwijl u nog kunt, en hij zal van u wegvluchten.
Jezus : De wereld en alles wat erin is zal voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
5. De tunnel van vrees
Ik probeerde mij te herinneren wat ik had horen prediken over de hel. Maar nooit had ik over zulke verschrikkelijke dingen horen spreken als de Heer mij had laten zien. De hel was oneindig veel erger dan wie ook kon bedenken of zich voorstellen. Het doet mij zoveel pijn te weten dat de zielen die nu in de hel gefolterd worden daar voor eeuwig zullen blijven. Er is geen mogelijkheid om eruit te komen. Ik ben vastbesloten om alles te doen wat in mijn macht ligt om zielen te redden van deze vreselijke plaats. Ik moet het Evangelie prediken aan iedereen die ik ontmoet, want de hel is verschrikkelijk en dit is een waarheidsgetrouw verslag. Beseft u wat ik zeg? Als zondaars zich niet bekeren en het Evangelie niet geloven, zullen zij zonder de minste twijfel hier terecht komen. Geloof in de Heer Jezus Christus en doe een beroep op Hem om u te redden van de zonde. Lees de hoofdstukken 3 en 14 van het Evangelie van Johannes. En lees alstublieft dit boek van kaft tot kaft opdat u alles aangaande de hel en het hiernamaals beter zult kunnen begrijpen. En terwijl u leest, bid Jezus of Hij uw hart wil binnenkomen en uw zonden wil wegwassen voordat het te laat is. Jezus en ik liepen verder door de hel.
Het pad was verbrand, droog, gebarsten en kaal. Ik zag rijen putten zover als ik kon zien. Ik was erg vermoeid. Mijn geest was gebroken door alles wat ik gezien en gehoord had en ik wist dat er nog meer in het verschiet was. "Jezus, geef mij de kracht om door te gaan", weende ik. Wanneer Jezus voor mij uitging, liep ik vlak achter Hem. Ik was vol leed over al de vreselijke dingen die ik had gezien. Ik vroeg mezelf af of de wereld mij zou geloven. Ik keek naar links en naar rechts en achterom - er waren vuurputten zover als ik kon kijken. Ik was omringd door het vuur, de vlammen en de brandende zielen. Ik schreeuwde het uit van pure angst. De verschrikkingen en de realiteit van wat ik zag waren ondraaglijk. "O aarde, bekeer u", riep ik. Mijn geest schokte van het snikken, als ik met Jezus verder ging. Ik vroeg me af wat er nu zou komen. Ik vroeg me af wat mijn familie en vrienden op dat moment aan het doen waren. Wat hield ik toch zielsveel van hen ! Ik herinnerde mij hoe ik had gezondigd voordat ik naar Jezus terugkeerde, en ik dankte God dat ik teruggekomen was voordat het te laat was.
Jezus : Wij gaan een tunnel binnen die ons naar de buik van de hel zal voeren. De hel heeft de vorm van een menselijk lichaam dat in het centrum van de aarde ligt. Het lichaam ligt op de rug met beide armen en beide benen uitgestrekt. Zoals Ik een lichaam van gelovigen heb, zo heeft de hel een lichaam van zonde en dood. Net als het Christuslichaam dagelijks opgebouwd wordt, zo wordt ook het hel-lichaam dagelijks opgebouwd.
Op weg naar de tunnel liepen we langs de vlammende putten, terwijl de kreten en de klachten van de verdoemden weerklonken. Velen riepen om Jezus wanneer wij langs liepen. Anderen probeerden uit de vuur- en zwavelputten te klimmen om Hem te bereiken, maar zij konden het niet. Te laat, te laat, weende mijn hart. Jezus’ gelaat was steeds vol droefheid. Ik herinner me dat ik keek naar de putten van vuur denkend over de vele keren dat wij op onze achterplaats een ‘barbecue’ hadden en hoe de roodhete kolen eruitzagen wanneer ze urenlang gesmeuld hadden. Het leek op wat ik nu in de hel zag. Ik was zo dankbaar toen we de tunnel binnengingen. Ik dacht: de tunnel kan onmogelijk zo erg zijn als de putten. Maar wat had ik me vergist ! Zodra we erin waren begon ik grote slangen te zien, grote ratten en vele boze geesten, die allemaal wegrenden van de tegenwoordigheid van de Heer. De slangen sisten tegen ons en de ratten piepten. Er waren veel kwade geluiden. Adders en donkere schaduwen waren overal om ons heen. Jezus was het enige licht dat te zien was in de tunnel. Ik bleef zo dicht naast Hem als ik maar kon. Duiveltjes en duivels bedekten de zijkanten van dit hol en zij gingen allemaal ergens naar omhoog en dan de tunnel uit. Later ontdekte ik dat deze boze geesten naar het aardoppervlak gingen, om $atan te gehoorzamen. Jezus voelde mijn angst voor deze donkere, vuile, vochtige plaats.
Jezus : Vrees niet; we zullen spoedig aan het eind van de tunnel zijn. Ik moet je deze dingen laten zien. Kom.
Reusachtige slangen glibberden ons voorbij. Sommige van de slangen waren ruim een meter dik en zes meter lang. Zware, vuile geuren vulden de lucht en overal waren boze geesten.
Jezus : Kom, volg Mij. Wij zullen direct bij de buik van de hel zijn. Dat deel van de hel is 20 kilometer hoog en 4 kilometer in het rond, als een cirkel.
Ik schrijf en vertel wat ik zag. Dit wil ik doen voor de glorie van de Vader, de glorie van de Zoon en de glorie van de Heilige Geest. Moge de wil van God uitgevoerd worden. Ik wist dat Jezus mij al deze dingen liet zien opdat ik de mensen van de wereld zou kunnen vertellen ten allen tijde en ten koste van alles de hel te vermijden. Geliefden, als u Jezus nog niet zou kennen, stop dan nu onmiddellijk, heb berouw van uw zonden en vraag Hem of Hij uw Redder wil zijn.
6a. Bedrijvigheid in de hel
Vóór ons was er een flauw, geel licht te zien. Jezus en ik hadden de tunnel van vrees verlaten en stonden nu op een vuile, brede richel die de buik van de hel overzag. Zo ver als ik kon kijken was er heel veel bedrijvigheid in het centrum (de buik) van de hel. Wij stopten.
Jezus : Ik zal je nu door het centrum van de hel leiden en Ik zal je vele dingen openbaren. Kom, volg Mij.
Wij wandelden samen verder.
Jezus : Vóór ons zijn er vele verschrikkingen. Die zijn niet het product van iemands verbeelding, maar werkelijkheid. Denk eraan dat je je lezers vertelt dat de demonen werkelijk bestaan. Zeg ze ook dat $atan echt bestaat en dat de machten der duisternis reëel zijn. Maar zeg hun dat ze niet hoeven te wanhopen : als Mijn volk waarover Mijn naam is uitgeroepen, zich nederig gedraagt, en zij bidden en zoeken Mijn aangezicht, en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel hen verhoren en hun land en lichamen herstellen. Evenzeer als de hel bestaat, bestaat ook de hemel. God wil dat u kennis hebt van de hel, en Hij wil u beschermen tegen die plaats. God wil dat u weet dat u kunt ontkomen aan de hel door een andere weg te nemen. Die weg is Jezus Christus, de Redder van uw ziel. Onthou dat alleen zij, wiens namen geschreven staan in het Boek des Levens van het Lam, gered zullen worden.
Wij kwamen bij de eerste bedrijvigheid in het centrum van de hel aan. Toen wij binnenkwamen was het aan de rechterkant en op een kleine heuvel in een donkere hoek van de hel.
Jezus : Soms zal het je toeschijnen dat Ik je verlaten heb, maar dat is niet zo. Onthou dat Ik alle macht heb, in de hemel en op aarde. Er zullen tijden zijn dat de boze geesten en verloren zielen ons niet zullen zien of weten dat wij hier zijn. Vrees niet. Wat je straks zult zien gebeurt echt. Deze dingen gebeuren op dit moment en zullen blijven gebeuren totdat de dood en de hel in de poel van vuur geworpen worden.
Beste lezer, overtuig u ervan dat uw naam staat geschreven in het Boek des Levens van het Lam. Niet ver bij ons vandaan kon ik stemmen horen en kreten van een gefolterde ziel. We liepen het heuveltje op en keken over de top heen. Aan de andere kant was er een licht dat de omgeving verlichtte. Een afgrijselijk gekrijs vulde de lucht. Het waren de kreten van een man.
Jezus : Wat je nu zult horen en zien is waar. Geeft acht, gij dienaars van het Evangelie, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig. Waakt op, evangelisten en leraars van Mijn Woord, gij allen die geroepen zijt om het Evangelie van de Heer Jezus Christus te prediken. Als u zondigt, bekeert u, of u zult evenzo verloren gaan.
Wij naderden tot op zo’n 5 meter. Ik zag kleine donkergeklede figuren rondom een kistachtig voorwerp marcheren. Bij nader zien bleek dat de kist een doodkist was en de figuren, die er rondom marcheerden, demonen waren. Het was een echte doodkist, en 12 demonen marcheerden er omheen. Terwijl zij marcheerden zongen en lachten zij. Elk van hen had een scherpe speer in zijn hand, die hij telkens stootte door kleine openingen die in de buitenkant van de kist aangebracht waren. Er was een sfeer van grote angst in de lucht, en ik beefde toen ik zag wat er gebeurde. Jezus kende mijn gedachten, want Hij zei:
Jezus : Kind, er zijn vele zielen die hier gefolterd worden, en er zijn vele verschillende soorten van foltering voor deze zielen. Er is een grotere straf voor hen die eens het Evangelie predikten maar weer in zonde vielen, dan voor hen die de roeping van God voor hun leven niet wilden gehoorzamen.
Ik hoorde een schreeuw, die zo vertwijfeld klonk, dat het mijn hart vulde met wanhoop.
Man (schreeuwend) : Geen hoop, geen hoop !
De hopeloze kreten kwamen uit de doodkist. Het was een eindeloze klacht van wroeging.
Mary K.(roepend) : Oh, wat verschrikkelijk !
Jezus : Kom, laten we dichterbij gaan.
Hij liep naar de doodkist en keek naar binnen. Ik volgde en keek ook naar binnen. Het bleek dat de boze geesten ons niet konden zien. Een vuilgrijze mist vulde de doodkist. Het was de ziel van een man. Terwijl ik toekeek, stootten de demonen hun speren in de ziel van de man in de doodkist. Ik zal nooit het lijden van deze ziel vergeten.
Mary K. : Laat hem eruit, Heer; laat hem eruit !
De foltering van deze ziel was een ontzettend gezicht. Als hij toch maar mocht bevrijd worden. Ik trok aan Jezus‘ hand en smeekte Hem om de man uit de doodkist te laten.
Jezus : Mijn kind, zwijg, wees stil.
Man : Heer, Heer, laat mij eruit. Ontferm U !
Ik keek naar omlaag en zag een bloederige massa. Voor mijn ogen was een ziel. Binnenin de ziel was een menselijk hart, en het bloed spoot eruit. De steken van de speren doorboorden letterlijk zijn hart.
Man (smekend) : Ik zal U nu dienen, Heer. Alstublieft, laat mij eruit.
Ik wist dat deze man iedere speer voelde die zijn hart doorboorde.
Jezus (tot Mary K.) : Dag en nacht wordt hij gemarteld. Hij werd hier door $atan gebracht en het is $atan die hem foltert.
Man (huilend) : Heer, ik zal nu het ware Evangelie prediken. Ik zal de mensen vertellen over zonde en hel. Maar alstublieft, help me hieruit.
Jezus (tot Mary K.) : Deze man was een prediker van het Woord van God. Er was een tijd dat hij Mij diende met heel zijn hart en vele mensen tot bekering bracht. Vandaag, vele jaren later, dienen sommigen van hen Mij nog altijd. Maar de lust van het vlees en het bedrog van de rijkdom brachten hem op een dwaalweg. Hij liet toe dat $atan de heerschappij over hem voerde. Hij had een grote kerk, een mooie auto, een groot inkomen. Hij begon te stelen van de collecte. Hij begon leugens te onderwijzen. Hij sprak voornamelijk halve leugens en halve waarheden. Hij wilde Mij niet toestaan hem te corrigeren. Ik zond Mijn boodschapper om hem te vertellen dat hij zich moest bekeren en de waarheid moest prediken, maar hij had meer liefde voor de pleziertjes van dit leven dan voor het leven van God.
Hij had nooit geleerd om enige andere leerstelling te onderwijzen of te prediken dan de waarheid zoals die in de Bijbel wordt geopenbaard. Maar voordat hij stierf, zei hij dat de doop in de Heilige Geest een leugen was en dat zij, die er aanspraak op maakten dat ze de Heilige Geest hadden, huichelaars waren. Hij zei dat je als je een dronkaard was toch naar de hemel ging, zelfs zonder berouw. Hij zei dat God niemand naar de hel stuurde - dat God daarvoor te goed was. Hij was er de oorzaak van dat vele goede mensen afvallig werden. Hij zei zelfs dat hij Mij niet nodig had, want hij was als een god. Hij ging zelfs zover dat hij seminaries hield om deze valse leer te onderwijzen. Hij vertrapte Mijn heilig Woord onder zijn voeten. Toch bleef Ik hem liefhebben. Mijn kind, het is beter om Mij nooit gekend te hebben, dan Mij te kennen en zich daarna van Mij af te keren en Mij niet meer te dienen.
Mary K. (wenend) : Had hij maar naar U geluisterd, Heer ! Had hij zich maar om zijn eigen ziel en die van anderen bekommerd.
Jezus (tot Mary K.) : Hij luisterde niet naar Mij. Toen Ik hem riep, wilde hij Mij niet horen. Hij hield van een gemakkelijk leventje. Ik bleef hem tot bekering roepen, maar hij wilde niet bij Mij terugkomen. Op een dag had hij een ongeluk en kwam onmiddellijk hier. Nu foltert $atan hem omdat hij eens Mijn Woord predikte en zielen redde voor Mijn Koninkrijk. Dit is zijn foltering.
Ik keek naar de demonen die rondom de doodkist bleven marcheren. Het hart van de man klopte en er vloeide echt bloed uit. Nooit zal ik zijn kreten van pijn en smart kunnen vergeten. Jezus keek naar de man in de doodkist met groot erbarmen.
Jezus (tot Mary K.) : Het bloed van vele verloren zielen kleeft aan de handen van deze man. Velen van hen worden hier op dit moment gemarteld.
Met een treurig hart liepen Jezus en ik door. Toen wij doorliepen zag ik nog een groep demonen naar de doodskist toelopen. Zij waren bijna een meter lang, gekleed in zwarte kleren met zwarte kappen over hun hoofd. Zij werkten in ploegen om deze ziel te folteren. Ik dacht eraan hoe trots een ieder van ons, nu en dan, onwillig maakt om fouten toe te geven en vergeving te vragen. Wij weigeren berouw te tonen en onszelf te vernederen, en wij vervolgen onze weg alsof wij het altijd bij het rechte eind hebben. Maar luister ziel, de hel is reëel. Alstublieft, ga niet naar die plaats.
6b. Bedrijvigheid in de hel
Jezus en ik liepen naar een ontgonnen terrein, waaromheen het bezaaid lag met stenen. Er waren hier en daar lage muren, allemaal gemaakt van aarde en steen. Er scheen een helder licht in een terrein dat ongeveer de grootte had van een grote danszaal.
Jezus : Mijn kind, ziehier de werken van $atan.
Dit is wat ik zag en hoorde : klanken van lieflijke muziek vulden de lucht, en middenin de danszaal, op een goedverlichte dansvloer waren vijf mooie, dansende vrouwen. Zij stonden allen in een rij en bewogen samen op de maat van de muziek. Terwijl zij dansten, lachten zij. Het leek wel een schoonheidswedstrijd - want de vrouwen waren buitengewoon elegant. Zij waren in feite zo aantrekkelijk dat het onwaarschijnlijk leek. Ik dacht: Hoe kan iemand zo mooi zijn in de hel? De kleren die de vrouwen droegen waren prachtig en erg duur. Zij zagen eruit als prinsessen zonder een enkel gebrek. Alles aan hen leek volmaakt. Ik vroeg mij af wat zij in de hel deden. Zij zagen er niet slecht of zondig uit. Maar toen merkte ik op dat zij meedansten met de beweging van een vuur en dat de vlammen op en neer dansten langs hun volmaakte lichamen. Zij lachten als de vlammen hun lichamen bedekten. Zij werden niet verbrand en voelden geen pijn. Toen stopte de muziek opeens en de danszaal stil werd. De rij mooie vrouwen stond stil en wachtte toen er iemand naderde. Een boosaardige aanwezigheid vulde de zaal - een kwaad dat groter was, dan ik ooit eerder had gevoeld. Toen zag ik de achterkant van een duister persoon omhuld door schaduwen. Zijn rug was naar mij toe gekeerd en hij had een lang kleed aan en een donkere cape. Naast hem stonden twee mannen. Ook zij hadden hun rug naar Jezus en mij toegekeerd. Ik wist dat zij ons niet konden zien.
Jezus : Let op.
Ik wist dat de boosaardige aanwezigheid $atan was, want de mooie vrouwen begonnen voor hem te buigen.
$atan : Mijn dochters, jullie hebben mijn bevelen gehoorzaamd en jullie zijn nu klaar om uit te gaan, naar de aarde om mijn wil te doen. De machten der duisternis zijn jullie gegeven, en je hebt al de hulpbronnen van de hel tot je beschikking om je te helpen in je werk. (kwaadaardig lachend) Nu, om jullie in herinnering te brengen hoeveel macht ik heb, zal ik nu demonstreren wat er zal gebeuren als jullie mij niet onvoorwaardelijk gehoorzamen.
$atan zwaaide met zijn armen over hen heen.
Vrouwen (roepend) : O, alstublieft $atan, niet doen. Wij zullen u gehoorzamen en doen wat u beveelt. Alstublieft $atan, folter ons niet.
Maar $atan luisterde niet naar hen. Ik keek in verbazing toe hoe de mooie lichamen van deze vrouwen begonnen te veranderen in het grijze, dode vlees van de hel. Wat eens volmaakte schoonheid was geweest, werd nu weerzinwekkende lelijkheid. De lieflijke lichamen vielen uit elkaar totdat er slechts een afschuwelijke doodsvorm overbleef. Hun vormen waren vol van demonen en kwade geesten, en er waren grote lange slangen die uit hun maag kropen en wegglibberden.
Mary K. : Jezus, wat betekent dit ?
Jezus gaf mij geen antwoord.
Vrouwen (smekend) : $atan, geef ons alstublieft onze mooie lichamen terug. Wij zullen u gehoorzamen.
Gelach vulde de lucht weer toen $atan zwaaide met zijn armen en de afschuwelijke vormen weer veranderden in mooie, lieflijke vrouwen.
$atan : Luister naar mij en gehoorzaam mij. Doe alles wat ik jullie zeg, en dan zal je in staat zijn om je knappe uiterlijk te behouden. Let nu op, dan zal ik jullie laten zien waar jullie mijn boze werken ten uitvoer zullen brengen.
Hierop hief de man aan $atans linkerzijde zijn arm op, en op een muur aan de oostzijde verscheen een helder licht. Op de muur was een scherm, en op het scherm waren afbeeldingen van gewone, alledaagse plaatsen.
$atan : Ga naar deze plaatsen. Leef en handel als normale mensen. Misleidt vele mensen, en hou zovelen als je kunt van God af. Ik zal op jullie letten en iedere stap die je neemt zal mij bekend zijn. Zorg ervoor dat je niet ontdekt wordt, en ik zal over jullie waken.
$atan hief zijn hand op naar het scherm, en er waren taferelen te zien. Er verscheen een straat in een stad, een nachtclub, een winkel, een bakkerswinkel, een warenhuis, een bank, een bruiloft, een rommelmarkt, een kerk en een stadhuis. Al de plaatsen die getoond werden waren gewone plaatsen. Er waren ook vele andere gelijksoortige gebouwen die $atan hun liet zien op het scherm.
$atan : Jullie zullen velen misleiden. Jullie zullen de oorzaak zijn dat velen van de waarheid afwijken. Jullie zullen over de hele aarde gaan, mijn werk doen en dan terugkomen om verslag uit te brengen. Als je hulp nodig hebt, zal ik het jullie zenden. Jullie zijn goed getraind in het gebruik van je demonische krachten. Je opdracht is mij zielen te brengen. Je kunt ze verleiden door toverij, valse religies en sekten. Je kunt zwakke christenen verleiden tot zonden van het vlees. Je kunt twijfel zaaien aangaande het Woord van God. Leidt mannen en vrouwen weg van het Evangelie van Jezus Christus en probeer ze te treffen.
Een hoge tafel met laden werd bij $atan gebracht. Er lagen papieren op. Hij pikte ze op en begon de vrouwen vele dingen voor te lezen. Sommige dingen daarvan begreep ik, andere weer niet.
$atan : Zoek per week één ziel uit en werk de hele week aan die ziel. Ik zal je drie weken geven om die ziel in het verderf te storten. Rapporteer daarna aan mij. Je zult aan niets gebrek hebben, want overvloedige rijkdommen staan tot je beschikking. Denk eraan, dat de ziel die je wint, op haar beurt vele anderen voor mij kan winnen. Werk hard, en ik zal je belonen. Als je gehoorzaam bent zal ik jullie ware "ik" aan de wereld openbaren. Vergeet niet dat je de macht hebt om te veranderen in welke vorm je ook wilt. Ik zal jullie alles zenden wat je nodig hebt om succesvol te zijn. Nu wil ik dat jullie vertrekken en mijn werk doen, en over een maand terugkomen. (met krijsende stem) Ik zal de overwinning hebben over God !
Hij zwaaide weer met zijn arm en de mooie vrouwen begonnen op te stijgen naar de aarde. Ik bleef kijken en waar de vrouwen hadden gestaan, bleef alleen het vuur over. $atan zei tegen de twee mannen die bij hem waren :
$atan : Kijk ! (wijzend op de muur waar het scherm was) Ik haat God en deze vrouwen zullen een heel goed werk voor mij doen.
Ik zag in de film die op het scherm te zien was, dat de mooie vrouwen nu in de steden, winkels, kerken en cafés waren - overal deden zij hun boze werken. Zij waren verleidende geesten, demonen van de hel, losgelaten op de aarde, en de mensen wisten niet dat het demonen waren. Demonische machten bestaan echt, dacht ik. Zij zijn werkelijk daar op aarde en verleiden en misleiden wie ze maar kunnen bereiken. Zij bedriegen, liegen en stelen om maar een discipel voor $atan te winnen. Het filmdoek was plotseling verdwenen en ik keek hoe $atan en de twee mannen bij hem verdwenen in rook.
Hierna liet Jezus mij een reusachtige klok zien, die zich uitstrekte over de hele wereld. En ik hoorde de klok tikken. De uurwijzer stond bijna op 12 uur, en de minuutwijzer rende rond tot hij stopte op drie minuten voor twaalf. Steelsgewijze bewoog de minuutwijzer naar het uur. Terwijl hij bewoog werd het tikken luider en luider tot het de hele aarde scheen te vullen.
God (sprak als een bazuin en Zijn stem klonk als vele wateren) : Luister en hoor wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wees gereed want op een tijd dat u het niet verwacht, zal Ik wederkomen. Ik hoor de klok slaan. Het is 12 uur. De Bruidegom is gekomen om Zijn Bruid tot Zich te nemen.
Bent u gereed voor de komst van Jezus Christus, mijn beste ? Of zult u zijn als diegenen die zeggen: Niet vandaag, Heer. Zult u Hem aanroepen en gered worden ? Wilt u vandaag uw hart aan Hem geven ? Onthou dat Jezus u kan en wil redden van alle kwaad, als u Hem vandaag aanroept en u bekeert. Bid voor uw familie en uw geliefden, dat zij tot Christus zullen komen voor het te laat is. Luister als Jezus zegt: Ik zal u beschermen voor het kwaad. Ik zal u bewaren op al uw wegen. Ik zal u redden. Ik zal uw geliefden redden. Roep Mij vandaag aan en leef. Met vele tranen bid ik dat allen die dit boek lezen zich de waarheid zullen realiseren voordat het te laat is. De hel is voor eeuwig. Ik doe mijn uiterste best om u alles te openbaren wat ik gezien en gehoord heb. Ik weet dat deze dingen waar zijn. Als u de rest van dit boek leest, bid ik dat u zich zal bekeren en Jezus Christus zal aannemen als uw persoonlijke Verlosser. Ik hoorde de Heer zeggen: Het is tijd om te gaan. Wij zullen morgen terugkeren.
7. De buik van de hel
De volgende nacht gingen Jezus en ik weer de hel binnen. Wij kwamen eerst in een grote, open ruimte. Zover als ik kon zien was men bezig met boze activiteiten. Om ons heen was een groot aantal van deze bezigheden gaande. Er was ruim drie meter bij ons vandaan een bijzondere activiteit gaande. Het was bijzonder omdat vele kwade vormen en demonische geesten zich in en uit dat gedeelte kwamen. De scéne leek op iets uit een griezelfilm. Waar ik ook keek zag ik zielen die gefolterd werden, want de duivel en zijn kwade engelen waren druk bezig. Gegil van zielepijn en wanhoop sneed door het schemerdonker.
Jezus : Kind, $atan is de bedrieger op aarde en de folteraar van zielen in de hel. Vele van de demonische machten die je hier ziet gaan nu en dan ook naar boven om op aarde te pijnigen, te kwellen en te bedriegen. Ik zal je dingen laten zien die nog nooit eerder in zo’n details werden gezien. Sommige dingen die je ziet, gebeuren nu, terwijl andere nog moeten gebeuren in de toekomst.
Weer keek ik aandachtig voor me uit. De grond was lichtbruin van kleur, zonder leven, zonder gras of iets groens. Alles was dood of stervende. Sommige plaatsen waren koud en vochtig, terwijl andere plaatsen heet en droog waren. En er was altijd een rottende geur van brandend en halfvergaan vlees aanwezig, vermengd met de stank van bedorven rottende afval en schimmel.
Jezus : $atan laat velen in de val lopen en gebruikt een groot aantal valstrikken om Gods volk te bedriegen. Tijdens onze bezoeken aan de hel zal Ik je vele van de listige verraderlijke trucs van de duivel laten zien.
We hadden nog maar enkele meters gelopen, toen ik een duister, zwart voorwerp onheilspellend voor ons zag opdoemen. Het bleek op en neer te bewegen, samen te trekken en op te zwellen. En iedere keer dat het bewoog kwam er een verschrikkelijke stank uit - een stank nog erger dan de gebruikelijke kwalijkriekende geuren die de ruimten van de hel vulden. Ik zal zo goed als ik kan, proberen uit te leggen wat ik zag. Terwijl het grote, hangende, zwarte voorwerp doorging met zich samen te trekken en uit te zetten en weerzinwekkende geuren uit te ademen, zag ik iets dat op hoorns leek, donker in kleur, die uit het voorwerp kwamen en die omhoog gingen, de aarde in. Ik realiseerde mij dat het een groot, zwart hart was, en dat er vele toegangen waren. Een vreselijk gevoel kwam over mij.
Jezus : Vrees niet. Dit is het hart van de hel. Later zullen wij er doorheen gaan, maar nu moeten wij het celblok van de hel binnengaan.
Het celblok van de hel bevond zich in een cirkel in de buik van de hel. Het celblok was 27.500 meter hoog. Toen ik omhoog keek zag ik dat er een bruine wijde greppel was tussen de cellen en de bodem (= buik) van de hel. De greppel was bijna 2 meter diep, en ik vroeg mij af hoe ik daar overheen zou komen. Ik had het maar net gedacht of we waren reeds op de strook grond naast de eerste rij cellen. Die strook was bedoeld als een wandelweg rondom de cellen en ook als een uitkijkpost vanwaar men het hele centrum van de hel kon overzien.
Jezus : Deze dingen zijn waarheidsgetrouw en waarachtig. De dood en de hel zullen op een dag in de poel van vuur geworpen worden. Tot die dag heeft de hel hier de zeggenschap. Deze cellen zullen hier blijven, volgepakt met zondige zielen, die lijden en gefolterd worden. Ik gaf Mijn leven, zodat u niet naar de hel hoeft te gaan. Ik wist dat deze verschrikkingen werkelijk bestonden, maar de genade van Mijn Vader is even werkelijk. Als u het Hem toestaat, zal Hij u vergeven. Roep Hem vandaag aan in Mijn naam.
In maart 1976, terwijl ik thuis in gebed was, kreeg ik bezoek van de Heer Jezus Christus. Ik was reeds dagenlang in de Geest aan het bidden, toen ik opeens de onmiskenbare tegenwoordigheid van God ervoer. Zijn kracht en Zijn heerlijkheid vulden het huis. Een schitterend licht verlichtte de kamer waar ik bad, en een lieflijk en wonderbaar gevoel kwam over mij. Lichtstalen stroomden in golven, rolden in en over elkaar en scheidden zich weer. Het was een spectaculair gezicht! En toen begon de stem van de Heer tot mij te spreken.
Jezus : Ik ben Jezus Christus, jouw Heer, en Ik wens je een openbaring te geven om de heiligen gereed te maken voor Mijn wederkomst en om velen tot gerechtigheid te brengen. De machten der duisternis zijn reëel en Mijn oordelen zijn waarachtig. Mijn kind, Ik zal je door Mijn Geest meenemen naar de hel, en Ik zal je vele dingen tonen omdat Ik wil dat de wereld die weet. Ik zal vele malen aan je verschijnen; Ik zal je geest uit je lichaam nemen en je werkelijk naar de hel brengen. Ik wil dat je een boek schrijft, waarin je vertelt over de visioenen en alles wat Ik je openbaar. Jij en Ik zullen samen door de hel gaan. Maak een verslag van deze dingen die waren, die zijn en nog komen moeten. Mijn woorden zijn waarachtig, getrouw en betrouwbaar. Ik Ben Die Is, en er is niemand buiten Mij.
Mary K. : Lieve Heer, wat wilt U dat ik doe ?
Mijn hele wezen wilde tot Jezus roepen, om mijn erkentelijkheid voor Zijn aanwezigheid te uiten. De beste manier waarop ik dit gebeuren kan beschrijven is door u te zeggen dat liefde over mij werd uitgestort. Het was de mooiste, vredigste, machtigste en meest vreugdevolle liefde die ik ooit heb gevoeld. Gods lof begon uit mij voort te vloeien. Opeens wilde ik mijn hele leven aan Hem geven om door Hem gebruikt te worden bij het redden van de mensen hun zonden. Ik wist, door Zijn Geest, dat het werkelijk Jezus was, de Zoon van God die bij mij in de kamer was. Ik kan geen woorden vinden om Zijn Goddelijke tegenwoordigheid tot uitdrukking te brengen. Maar ik weet dat het de Heer was.
Jezus : Zie, Mijn kind, Ik ga je door Mijn Geest meenemen naar de hel, opdat je in staat zult zijn om een verslag te maken deze realiteit, en om heel de aarde te vertellen dat de hel echt bestaat, en om de verlorenen uit de duisternis tot het licht van het Evangelie van Jezus Christus te brengen.
Onmiddellijk werd mijn ziel uit mijn lichaam getrokken. Ik ging met Jezus omhoog, mijn kamer uit en de lucht in. Ik wist alles wat er om mij heen gebeurde. Ik zag mijn man en mijn kinderen slapen in ons huis, beneden ons. Het was net alsof ik gestorven was en mijn lichaam op mijn bed had achtergelaten terwijl mijn geest met Jezus door het dak van het huis opsteeg. Het leek wel alsof het hele dak teruggerold was, en ik mijn familie zag slapen in hun bedden. Ik voelde de aanraking van Jezus toen Hij zei:
Jezus : Wees niet bang. Zij zijn veilig.
Hij kende mijn gedachten. Ik wil proberen om zoveel mogelijk stap-voor-stap te vertellen wat ik zag en voelde. Sommige van de dingen begreep ik niet. De Heer Jezus legde mij de betekenis uit van het meeste wat ik zag, maar er waren dingen die Hij mij niet vertelde. Ik wist toen en ik weet nu, dat deze dingen werkelijk gebeurden en dat alleen God ze mij kon tonen. Prijs Zijn heilige naam. Mensen, geloof mij, de hel bestaat echt. Ik werd daar vele malen door de Geest naartoe gebracht, tijdens de voorbereidingen van dit verslag. Spoedig waren wij hoog in de lucht. Ik keerde mij om en keek naar Jezus. Hij was vol van glorie en macht, en stromen van vrede vloeiden uit Hem. Hij nam mijn hand en zei:
Jezus : Ik heb je lief. Vrees niet, want Ik ben met je.
Toen Hij dat zei stegen wij nog hoger de lucht in, en ik kon de aarde beneden ons zien. Op vele plaatsen, overal verspreid, staken trechters uit de aarde die snel ronddraaiden naar een centraal punt en dan terugkeerden. Deze trechters bewogen zich aanhoudend hoog boven de aarde en rezen vanuit de aarde over heel het oppervlak omhoog.
Mary K. : Wat zijn dat ?
Jezus : Dit zijn de poorten van de hel. Door één van die poorten zullen wij de hel binnengaan.
Onmiddellijk gingen we één van de trechters binnen. Vanbinnen leek het op een tunnel die rond en rond draaide en dan weer terug, net als een tol. Diepe duisternis daalde over ons neer, en met die duisternis kwam er een stank, zo verschrikkelijk dat het mijn adem benam. Langs de zijkanten van deze tunnel waren levende vormen ingesloten in de wand. Donkergrijs in kleur, bewogen de vormen zich en schreeuwden naar ons als wij ze voorbij gingen. Ik wist, zonder dat het mij werd verteld, dat het boosaardige wezens waren. De vormen konden zich bewegen, maar zaten nog in de muren vast. Een vreselijke stank ging van hen uit, en zij krijsten naar ons met een afschuwelijk geluid. Ik voelde een onzichtbare, kwade macht bewegen binnenin de tunnel. Nu en dan kon ik in de duisternis de omtrek van de vormen waarnemen. De meesten van hen waren bedekt met een vuile mist.
Mary K. (Jezus’ hand goed vasthoudend): Heer, wat zijn dit ?
Jezus : Dit zijn boze geesten, gereed om op de aarde uitgespuwd te worden, wanneer $atan de bevelen geeft.
Terwijl wij binnenin de tunnel afdaalden, lachten de kwade vormen en riepen ons na. Zij probeerden ons aan te raken, maar konden het niet door de kracht van Jezus. De lucht was geheel besmet en vuil en alleen de aanwezigheid van Jezus beschermde mij dat ik het uitgilde van louter afgrijzen. O ja, ik had al mijn zintuigen - ik kon het boze van deze plaats horen, ruiken, zien, voelen en zelfs proeven. Mijn zintuigen waren in feite zelfs gevoeliger geworden, en de reuk en smerigheid maakten mij misselijk. Gekrijs vulde de lucht toen wij het einde van de tunnel naderden. Doordringend gegil rees omhoog en kwam op ons af uit de duisternis. Allerlei soorten geluiden vulden de lucht. Overal om mij heen voelde ik angst, dood en zonde. De ergste stank die ik ooit geroken heb vulde de lucht. Het was de stank van ontbindend vlees, en het scheen uit alle richtingen te komen. Op aarde had ik nooit zulke boosheid gevoeld of zo’n wanhopig gegil gehoord. Spoedig zou ik ontdekken dat dit het gillen was van de doden en dat de hel vervuld was van hun gejammer. Ik voelde een vlaag van een kwade wind en enige zuigkracht op ons afkomen. Lichten, die op bliksemflitsen leken, drongen door de zwarte duisternis heen en wierpen grijze schaduwen op de muren. Ik kon amper de vorm waarnemen van iets dat voor mij uitging. Geschokt deinsde ik terug toen ik mij realiseerde dat het een grote slang was die zich voor ons voortbewoog. Toen ik bleef kijken zag ik overal van die afschuwelijke slangen glibberen.
Jezus : Wij zullen spoedig het linkerbeen van de hel binnengaan. Je zult groot lijden, pathetische droefheid en onbeschrijfelijke verschrikkingen zien. Blijf dicht bij Mij, en Ik zal je sterkte en bescherming geven, terwijl wij door de hel gaan. De dingen die je straks zult zien zijn een waarschuwing. Het boek dat je zult schrijven zal vele zielen redden van de hel. Wat je ziet is werkelijkheid. Wees niet bang, want Ik zal bij je zijn.
Eindelijk waren de Heer Jezus en ik op de bodem van de tunnel. Wij stapten eruit en gingen de hel binnen. Ik zal proberen zo goed mogelijk te vertellen wat ik zag, en ik zal het vertellen in de volgorde waarin God het mij gaf. Vóór ons waren, zover als ik kon zien, vliegende voorwerpen die overal heen schoten. Gekerm en meelijwekkend gehuil vulden de lucht. Voor ons zag ik een flauw licht en wij liepen ernaar toe. Het pad bestond uit droge, poederige grond. Wij waren al gauw bij de ingang van een smalle, donkere tunnel. Sommige dingen kan ik niet op papier zetten omdat die te erg waren om te beschrijven. De angst in de hel kon je proeven. Als Jezus niet bij mij was geweest, had ik niet terug kunnen komen. Terwijl ik dit schrijf, begrijp ik nog steeds niet alle dingen die ik zag, maar de Heer weet alle dingen, en Hij hielp mij het meeste van hetgeen ik zag te begrijpen. Laat mij u waarschuwen – blijf van die plaats weg. Het is een afschuwelijke plaats vol martelingen, folterende pijn en eeuwige smart. Uw ziel zal altijd blijven leven, want de ziel leeft voor eeuwig. De ziel is uw ‘werkelijk’ uzelf, en uw ziel zal ofwel naar de hemel ofwel naar de hel gaan. Er zijn geen andere opties. Voor degenen onder u die denken dat de hel hier op aarde is, wil ik zeggen : u heeft gelijk, het is waar! De hel is in het centrum van de aarde, en daar zijn er zielen die dag en nacht folteringen ondergaan. Er zijn geen feestjes in de hel. Geen liefde. Geen ontferming. Geen rust. Het is een plaats waar zo’n grote smart aanwezig is, dat het ons bevattingsvermogen te boven gaat.
2a. Het linkerbeen van de hel
Een vreselijke stank vervulde de lucht.
Jezus : In het linkerbeen van de hel zijn vele putten. Deze tunnel heeft vertakkingen naar andere delen van de hel, maar wij zullen eerst enige tijd doorbrengen in het linkerbeen. De dingen die je nu ziet, zullen je altijd bijblijven. De wereld moet weten dat de hel werkelijkheid is. Vele zondaars en zelfs sommigen van Mijn volk geloven niet dat de hel werkelijk bestaat. Je bent door Mij gekozen om deze waarheden aan hen te openbaren. Alles wat Ik je zal laten zien van de hel, en al het andere wat Ik je zal tonen, is waar.
Jezus had Zich aan mij getoond in de vorm van een helder schijnend licht, stralender dan de zon. In het centrum van dat licht was de vorm van een man. Soms zag ik Jezus als een man, maar op andere tijden had Hij de vorm van een geest. Jezus : Kind, wanneer Ik spreek, heeft de Vader gesproken. De Vader en Ik zijn één. Denk eraan, liefhebben en elkaar vergeven is het belangrijkste. Kom nu, volg Mij.
Terwijl wij voortgingen, vluchtten boze geesten weg van de tegenwoordigheid van de Heer.
Mary K. (wenend) : O God, o God, Wat komt er nu?
Zoals ik al eerder zei, behield ik al mijn zintuigen. Die werkten nu op volle kracht. Angst was er nu aan alle kanten en onuitsprekelijke gevaren lagen overal op de loer. Iedere stap die ik nam, was afschuwelijker dan die ervoor. Er waren deuropeningen die ongeveer de grootte van een klein raam hadden, bovenin de tunnel. Zij openden en sloten zich heel snel. Gegil vulde de ruimte, als vele boze wezens ons voorbijvlogen, in en uit de poorten van de hel. Spoedig waren wij aan het eind van de tunnel. Ik beefde van schrik door het gevaar en de angst om ons heen. Ik was zo dankbaar voor de bescherming van Jezus. Ik dank God voor Zijn almachtige kracht die ons beschermt, zelfs in de putten van de hel. Zelfs met dat beschermende schild, bleef ik denken: Niet mijn wil, Vader, maar Uw wil geschiede. Ik keek naar mijn lichaam. Voor de eerste keer merkte ik op, dat ik in een geestesvorm was, en dat mijn vorm de gedaante van mijzelf had. Ik vroeg mij af wat er nu zou komen. Jezus en ik stapten uit de tunnel op een pad dat tussen twee stroken land liep. Er waren overal vuurputten zo ver als het oog kon zien. De putten waren schaalvormig en ongeveer 1 1/3 meter wijd en een meter diep.
Jezus : Er zijn veel van die putten in het linkerbeen van de hel. Kom, Ik zal je er enkele van laten zien.
Ik stond naast Jezus op het pad en keek in één van de putten. Zwavel was ingesloten in de kant van de put, en gloeide rood als gloeiende vurige kolen. In het midden van de put was een verloren ziel die gestorven was en naar de hel was gegaan. Vuur begon te branden op de bodem van de put, schoot omhoog en hulde de verloren ziel in vlammen. In een ogenblik doofde het vuur weer bijna uit om dan weer met een geruis omhoog te schieten, over en rondom de gefolterde ziel in de put. Toen ik keek zag ik dat de verloren ziel in de put zat gekooid, binnenin de vorm van een geraamte.
Mary K. (wenend) : Mijn Heer, kunt U haar er niet uithalen?
Hoe verschrikkelijk was de aanblik! Ik dacht: Ik had daar kunnen zitten.
Mary K. : Heer, wat is het droevig om te zien en te weten dat daarbinnen een levende ziel is.
Ik hoorde een luide kreet uit het midden van die eerste put komen. De ziel, binnenin de vorm van een geraamte, huilde:
Vrouw (huilend) : Jezus, heb medelijden !
Mary K. : O, Heer !
Het was de stem van een vrouw. Ik keek naar haar en wilde haar wel uit het vuur trekken. Haar aanblik brak mijn hart. De skeletvorm van een vrouw met een vuilgrijze mist vanbinnen, was tegen Jezus aan het praten. Ik luisterde naar haar, diep geschokt. Flarden halfvergaan vlees hingen aan haar beenderen. En wanneer het brandde viel het naar beneden op de bodem van de put. Er waren alleen maar lege oogholten waar haar ogen waren geweest. Zij had geen haar. Het vuur begon bij haar voeten in kleine vlammen, die groter werden als het vuur omhoogklom over en op haar lichaam. De vrouw scheen aanhoudend te branden, zelfs wanneer het vuur alleen maar tot gloeiende kolen werd.
Vrouw (wanhopig gejammer, diep vanuit haar binnenste) : Heer, Heer, ik wil eruit !
Zij bleef haar armen naar Jezus uitstrekken. Ik keek naar Jezus en er was grote smart op Zijn gelaat.
Jezus (tegen Mary K.) : Mijn kind, je bent hier met Mij om de wereld te laten weten dat zonde de dood voortbrengt, dat de hel echt bestaat.
Ik keek weer naar de vrouw, en wormen kropen uit haar beenderen van haar geraamte. Zij hadden geen last van het vuur.
Jezus : Zij weet dat die wormen binnenin haar zijn, zij voelt ze.
Mary K. : God, ontferm U ! (als het vuur zijn hoogtepunt bereikte en het afgrijselijke branden weer helemaal opnieuw begon)
Luide kreten en diepe snikken schudden de vorm van deze vrouwenziel. Zij was verloren. Er was geen uitkomst.
Mary K. (erg bang) : Jezus, waarom is zij hier ?
Jezus : Kom.
Het pad, waarop wij liepen was niet recht maar kronkelde zich van en naar de vuurputten, zo ver als ik kon zien. Het geklaag van de levende doden, vermengd met gekerm en afschuwelijk gekrijs, kwam van alle kanten op mij af. Er zijn geen tijden van rust in de hel. De geur van dood en rottend vlees hing zwaar in de ruimte. Wij kwamen bij de volgende put. Binnenin deze put, die dezelfde afmetingen had als de eerste, was ook een skeletvorm. De stem van een man riep vanuit de put:
Man : Heer, ontferm U over mij !
Alleen wanneer zij spraken kon ik zeggen of de ziel een man of een vrouw was. Grote jammerende snikken kwamen uit deze man:
Man : Het spijt me zo, Jezus. Vergeef mij. Neem me weg vanhier. Ik ben al jaren in deze folterplaats. Ik smeek U, laat mij eruit !
Diepe snikken schudden zijn geraamte.
Man (smekend) : Alstublieft Jezus, laat mij eruit !
Ik keek naar Jezus en zag dat ook Hij weende.
Man (huilend vanuit de brandende put) : Heer Jezus, heb ik niet genoeg geleden voor mijn zonden? Ik ben veertig jaar geleden gestorven.
Jezus (wenend): Er staat geschreven: "De rechtvaardige zal uit het geloof leven!" Alle spotters en ongelovigen zullen hun deel hebben in de poel des vuurs. U wilde de waarheid niet geloven. Vele malen werden Mijn mensen naar u toegezonden om u de weg te wijzen, maar u wilde niet naar hen luisteren. U lachte hen uit en weigerde het Evangelie. Hoewel Ik voor u aan een kruis stierf, spotte u met Mij en wilde geen berouw tonen van uw zonden. Mijn Vader gaf u vele gelegenheden om gered te worden. Als u alleen maar had willen luisteren!
Man (roepend) : Ik weet het Heer, ik weet het ! Maar ik heb nu berouw.
Jezus : Het is te laat. Het oordeel is vastgesteld.
Man : Heer, sommigen van mijn familieleden zullen hier komen, want zij willen zich ook niet bekeren. Alstublieft Heer, sta mij toe naar ze toe te gaan om ze te vertellen dat zij zich moeten bekeren van hun zonden terwijl zij nog op aarde zijn. Ik wil niet dat zij ook hier komen.
Jezus : Zij hebben predikers, leraars, oudsten die allen het Evangelie bedienen. Die vertellen het hun. Zij kunnen ook profijt trekken van de moderne communicatiesystemen, ook zijn er vele andere mogelijkheden om van Mij te leren. Ik heb arbeiders naar hen gezonden, opdat zij zullen geloven en gered worden. Als zij niet willen geloven wanneer zij het Evangelie horen, dan zullen zij zich ook niet laten overreden door iemand die uit de dood verrezen is.
Hierop werd de man erg kwaad en begon te vloeken. Godslasterlijke woorden kwamen uit zijn mond. Ik keek toe in afgrijzen als de vlammen omhoog rezen en zijn dood, rottend vlees begon te branden en van hem af te vallen. Binnenin deze dode verloren man zag ik zijn ziel, die eruit zag als een vuilgrijze mist, en die zijn geraamte vanbinnen vulde.
Mary K. (tot Jezus) : Heer, wat verschrikkelijk !
Jezus : De hel is realiteit, en het oordeel is ook realiteit. Ik heb ze zo lief, Mijn kind. Dit is slechts het begin van de vreselijke dingen die Ik je moet tonen. Er komt nog veel meer. Vertel de wereld, voor Mij, dat de hel bestaat, dat mannen en vrouwen zich moeten bekeren van hun zonden. Kom, volg Mij. Wij moeten verder gaan.
2b. Het linkerbeen van de hel
In de volgende put was een tenger gebouwde vrouw die een jaar of tachtig leek. Ik kan niet zeggen hoe ik haar leeftijd wist, maar ik wist het. Het vlees was door de aanhoudende vlam verwijderd van haar gebeente en alleen de beenderen waren er nog en een ziel vanbinnen als een vuile mist. Ik keek toe terwijl zij brandde in het vuur. Ik zag alleen beenderen en de wormen die daarbinnen kropen, die het vuur niet kon verbranden.
Mary K. (wenend) : Heer, wat vreselijk ! Ik weet niet of ik wel door kan gaan, dit is een ongelofelijke gruwel.
Zo ver als mijn ogen konden zien waren zielen aan het branden in putten vol vuur.
Jezus : Mijn kind, daarom ben je hier. Je moet eerst de waarheid weten en dan de waarheid vertellen over de hel. De hemel is realiteit! De hel is realiteit! Kom, wij moeten verder gaan.
Ik keek om naar de vrouw. Haar geschrei klonk zo bedroefd. Terwijl ik naar haar keek vouwde zij haar knokige handen samen, als in gebed. Ik moest wenen. Ik wist dat de mensen in de hel ook al deze dingen voelden. Jezus kende mijn gedachten.
Jezus : Ja kind, dat doen ze ook. Wanneer mensen in de hel komen, hebben ze nog dezelfde gevoelens en gedachten als toen zij op aarde waren. Zij herinneren zich hun gezinnen en vrienden. Al de tijd op aarde hadden zij de kans om zich te bekeren, maar zij hebben geweigerd. Zij blijven zich alles herinneren. Hadden zij het Evangelie maar geloofd, en berouw getoond voor het te laat was.
Ik keek nog eens naar de oude vrouw, en deze keer merkte ik op dat zij maar één been had, en het was alsof er gaten in haar heupgewrichten waren geboord.
Mary K. : Wat zijn dat Jezus?
Jezus : Kind, toen zij op aarde was, had zij kanker en veel pijn. Zij werd geopereerd om haar leven te redden. Zij lag vele jaren ziek, een bittere oude vrouw. Velen van Mijn mensen kwamen om voor haar te bidden en haar vertellen dat Ik haar kon genezen. Zij zei: "God deed me dit aan" en zij wilde zich niet bekeren en het Evangelie geloven. Eens kende zij Mij, maar door de tijd heen begon zij Mij te haten. Zij zei dat ze God niet nodig had en niet wilde dat ik haar genas. Toch pleitte Ik bij haar, want Ik wilde haar nog altijd helpen, Ik wilde haar genezen en zegenen. Zij keerde Mij de rug toe en vervloekte Mij. Zij zei dat ze Mij niet wilde. Mijn Geest bleef pleiten bij haar. Zelfs nadat ze Mij de rug had toegekeerd, probeerde Ik haar tot Mij te trekken door Mijn Geest, maar ze wilde niet luisteren. Tenslotte stierf zij en kwam hier.
Vrouw (onder diepe snikken) : Heer Jezus, vergeef mij nu, alstublieft. Het spijt mij dat ik geen berouw had toen ik op aarde was. Had ik me maar bekeerd voordat het te laat was! Heer, help me hieruit. Ik zal U dienen, ik zal goed zijn. Heb ik nog niet genoeg geleden ? Waarom wachtte ik tot het te laat was? O, waarom heb ik gewacht totdat Uw Geest ophield met het worstelen om mijn ziel ?
Jezus : U kreeg kans na kans om u te bekeren en Mij te dienen.
Droefheid was op Jezus‘ gelaat, toen wij doorliepen. Terwijl ik de oude vrouw hoorde roepen, vroeg ik: Heer, wat komt er nu? Overal om mij heen voelde ik vrees. Overal was er kommer, kreten van pijn en een sfeer vervuld van de dood. Jezus en ik gingen met droefheid en medelijden naar de volgende put. Slechts door Zijn kracht kon ik verder gaan. Ik nog steeds op geruime afstand de kreten van berouw horen en het pleiten om vergiffenis van de oude vrouw. Was er maar iets wat ik kon doen om haar te helpen, dacht ik. Zondaar, wacht alstublieft niet totdat Gods Geest ophoudt met u te worstelen om uw ziel. In de volgende put zat een vrouw op haar knieën, alsof zij iets aan het zoeken was. Haar skeletvorm was vol gaten. Haar beenderen waren duidelijk te zien en haar verscheurde jurk was aan het branden. Haar hoofd was kaal en er waren slechts gaten waar haar ogen en neus vroeger stonden. Een klein vuur brandde om haar voeten heen, terwijl zij knielde, en zij klauwde zich vast aan de kanten van de zwavelput. Het vuur hing aan haar handen, en dood vlees bleef van haar afvallen terwijl zij haar nagels ingroef.
Vrouw (onder geweldige snikken die haar deden schudden) : O Heer, o Heer, Ik wil eruit.
Terwijl wij toekeken had zij zich eindelijk naar de opening van de put geklauwd met haar handen en voeten. Ik dacht dat zij eruit zou gaan toen een grote demon met grote vleugels die bovenaan gebroken leken, en langs zijn zijden hingen, naar haar toe kwam rennen. Zijn kleur was bruinachtig-zwart, en hij had haar over heel zijn grote vorm. Zijn ogen waren heel diep in zijn hoofd gezet, en hij was zo ongeveer de grootte van een grote grijze beer. De demon rende naar de vrouw en duwde haar heel hard achterover de put en het vuur in. Ik keek toe in afgrijzen toen zij viel. Ik had zo’n medelijden met haar. Ik wilde haar in mijn armen nemen en vasthouden, en God vragen haar te genezen en hiervandaan te halen.
Jezus (mijn gedachten lezend) : Mijn kind, het oordeel is vastgesteld. God heeft gesproken. Reeds toen zij een kind was riep Ik haar telkens weer om zich te bekeren en Mij te dienen. Toen zij zestien jaar was, kwam Ik naar haar toe en zei: "Ik heb je lief. Geef je leven aan Mij en kom, volg Mij, want Ik heb je geroepen voor een speciaal doel". Haar hele leven riep Ik haar, maar zij wilde niet luisteren. Zij zei: ‘‘Eens op een dag zal ik U dienen. Ik heb nu geen tijd voor U. Geen tijd, geen tijd, ik wil mijn leven van plezier. Geen tijd, geen tijd om U te dienen, Jezus. Morgen zal ik het doen‘‘. Maar morgen is nooit gekomen, want zij heeft te lang gewacht.
Vrouw (huilend): Mijn ziel wordt werkelijk gefolterd. Er is geen mogelijk om hier uit te komen. Ik weet dat ik de wereld wilde in plaats van U, Heer. Ik wilde rijkdom, roem en geluk, en ik kreeg het. Ik was mijn eigen baas. Ik was de knapste, meest goedgeklede vrouw van mijn tijd. En ik was rijk, had roem en voorspoed, maar ik ontdekte dat ik die dingen niet met me mee kon nemen in de dood. O Heer, de hel is verschrikkelijk. Ik heb dag noch nacht rust. Ik heb altijd pijn en martelingen. Help mij Heer. (verlangend naar Jezus kijkend) Mijn lieve Heer, had ik maar naar U geluisterd ! Ik zal voor altijd berouw hebben dat ik het niet deed. Ik was zo van plan U eens te zullen dienen - wanneer ik er klaar voor was. Ik dacht dat U er altijd voor mij zou zijn. Maar wat heb ik mij vergist ! Ik was één van de meest gezochte vrouwen van mijn tijd, door mijn schoonheid. Ik wist dat God mij tot bekering riep. Heel mijn leven trok Hij mij met koorden van liefde, en ik dacht dat ik God kon gebruiken, zoals ik ieder ander gebruikte. Hij zou er altijd wel zijn. O ja, ik gebruikte God ! Hij probeerde zo hard om mij zover te krijgen dat Ik Hem ging dienen, terwijl ik al die tijd dacht dat Ik Hem niet nodig had. Wat een vergissing ! Want $atan begon mij te gebruiken en ik begon meer en meer $atan te dienen. Tenslotte had ik hem meer lief dan God. Ik hield ervan te zondigen en wilde me niet tot God keren. $atan gebruikte mijn schoonheid en mijn geld, en al mijn gedachten draaiden om hoeveel macht hij mij zou geven. Zelfs toen bleef God mij roepen. Maar ik dacht: ik heb morgen of overmorgen. Toen, op een dag, terwijl ik in een auto zat, reed mijn chauffeur op een huis in en ik werd gedood. Heer alstublieft, laat mij eruit.
Terwijl zij sprak strekte zij haar knokige handen en armen uit naar Jezus terwijl zij brandde in de vlammen.
Jezus : Het oordeel is vastgesteld.
Tranen liepen langs Zijn wangen toen wij naar de volgende put gingen. Ik weende vanbinnen over de verschrikkingen van de hel.
Mary K. : Lieve Heer, de folteringen zijn zo echt. Als een ziel hier binnenkomt, is er geen hoop meer, geen leven, geen liefde. De Hel is te werkelijk.
Geen uitkomst, dacht ik. Zij moet voor altijd in deze vlammen branden.
Jezus : We hebben niet veel tijd meer. We zullen morgen teruggaan.
Als u in zonde leeft, bekeer u, alstublieft. Als u God uw rug hebt toegekeerd, heb berouw en keer nu terug tot Hem. Leef een goed leven, en verdedig de waarheid. Word wakker, voor het te laat is, en dan kunt u voor eeuwig samen met de Heer in de hemel zijn.
Jezus : De hel heeft een lichaam. (zoals een menselijke vorm) Het lichaam ligt op zijn rug in het centrum van de aarde. De hel is dus gevormd als een menselijk lichaam - buitengewoon groot en uitgestrekt, met vele folterkamers. Denk eraan dat je de mensen op aarde vertelt dat de hel werkelijk bestaat. Er zijn miljoenen verloren zielen in de hel en iedere dag komen er nieuwe zielen bij. Op de grote oordeelsdag zullen de dood en de hel in de poel van vuur geworpen worden; dat zal de tweede dood zijn.
3a. Het rechterbeen van de hel
Ik was niet in staat om te slapen of te eten sinds ik de nacht ervoor in de hel was geweest. Elke nacht in de hel beleefde ik de volgende dag opnieuw. Wanneer ik mijn ogen sloot kon ik niets zien dan de hel. Mijn oren konden het gegil van de verdoemden niet buitensluiten. Alsof ik een televisieprogramma zag, beleefde ik steeds weer al de dingen waarvan ik in de hel getuige was geweest. Elke nacht was ik in de hel, en elke dag worstelde ik om precies de juiste woorden te vinden waarmee ik de wereld over deze afschrikwekkende plaats kon vertellen.
Jezus : Vannacht gaan wij het rechterbeen van de hel binnen, Mijn kind. Wees niet bang, want Ik heb je lief en Ik ben met je.
Het gelaat van de Heer was smartelijk, en Zijn ogen waren vol grote tederheid en diepe liefde. Niettegenstaande dat degenen die in de hel waren voor altijd waren verloren, wist ik dat Hij ze nog altijd liefhad en lief zou hebben tot in alle eeuwigheid.
Jezus : Mijn kind, God, onze Vader, gaf elk van ons een wil opdat wij konden kiezen wie wij wilden dienen, Hem of $atan. Weet je, God maakte de hel niet voor Zijn volk. $atan bedriegt velen zodat ze hem volgen, maar de hel was gemaakt voor $atan en zijn engelen. Het is niet Mijn noch Mijn Vaders verlangen dat iemand verloren gaat.
Tranen van bewogenheid en medelijden liepen langs Jezus’ wangen.
Jezus : Onthou Mijn woorden in de komende dagen als Ik je de hel laat zien: ‘Ik heb alle macht in hemel en op aarde’. Er zullen tijden komen dat je denkt dat Ik je verlaten heb, maar dat is niet zo. Ook zullen we soms gezien worden door de boze machten en de verloren zielen, terwijl we op andere tijden niet gezien worden. Wees gerust en vrees niet om Mij te volgen, ongeacht waar we heen gaan.
Wij vervolgden samen onze weg. Ik ging al schreiende vlak achter Hem aan. Ik had reeds dagenlang gehuild en kon de tegenwoordigheid van de hel die mij altijd voor ogen was niet afschudden. Ik huilde het meest vanbinnen. Mijn geest was erg bedroefd. Wij kwamen aan bij het rechterbeen van de hel. Ik zag dat wij op een voetpad stapten dat droog en verpulverd was. Gegil vulde de vuile lucht en de stank van de dood was overal. De geur was soms zo weerzinwekkend dat ik er misselijk van werd. Er was overal duisternis, het enige licht dat er was kwam uit Jezus, en dan waren er nog de zwavelputten, die verstrooid lagen over het landschap tot waar ik kon zien. Opeens gingen allerlei soorten demonen ons voorbij. Duiveltjes gromden tegen ons als zij voorbij gingen. Demonische geesten in alle maten en vormen praatten met elkaar. Voor ons uit ging een grote demon die bevelen gaf aan kleine demonen. Wij stonden stil om te luisteren.
Jezus : Er is ook een onzichtbaar leger van kwade machten die wij hier niet zien - demonen zoals boze ziektemachten.
Grote demon (tegen de kleinere duivels) : Ga ! Doe veel slechte daden. Verdeel huisgezinnen en vernietig families. Verleid zwakke christenen en geef verkeerde aanwijzingen en misleid zovelen als je kan. Jullie ontvangen je loon, wanneer je terugkomt. Denk eraan dat jullie voorzichtig moeten zijn tegenover degenen die Jezus hebben aangenomen als hun Verlosser. Zij hebben de macht om jullie uit te werpen. Verspreid jullie nu over de hele aarde. Ik heb daar al heel veel anderen en heb er nog meer om uit te zenden. Onthou het, wij zijn dienaars van de prins der duisternis en van de machthebbers in de lucht.
Na die woorden begonnen de boze gedaanten op en uit de hel te vliegen. Deuren bovenin het rechterbeen van de hel openden en sloten zich heel snel om hen uit te laten. Sommigen gingen ook omhoog in de trechter waardoor we gekomen waren en er weer uit. Ik zal proberen te beschrijven hoe deze boze wezens eruit zagen. Die ene die sprak was erg groot, ongeveer de grootte van een grizzly beer, bruin van kleur met een hoofd als een vleermuis, en ogen die heel diep in zijn harig gezicht stonden. Harige armen hingen langs zijn zijden en slagtanden staken uit het haar op zijn gezicht. Een ander had de grootte van een aap met heel lange armen en haar over zijn hele lichaam. Zijn gezicht was klein en hij had een puntige neus. Ik kon nergens ogen bij hem ontdekken. Weer een ander had een groot hoofd, grote oren en een lange staart; en dan was er één die zo groot was als een paard en een gladde huid had. De aanblik van deze demonen en boze geesten, en de vreselijke geur die van hen uitging maakten mij erg misselijk.
Overal waar ik keek waren demonen en duivels. De grootste van deze demonen, vertelde de Heer mij, kregen hun bevelen regelrecht van $atan. Jezus en ik liepen verder op het voetpad tot we weer bij een put kwamen. Kreten van pijn, onvergetelijke, smartelijke geluiden kon men overal horen. Mijn Heer, dacht ik, wat zal er nu volgen? Wij liepen vlak langs sommigen van de boze wezens, die ons blijkbaar niet zagen, en wij stopten bij nog een vuur- en zwavelput. In deze put was een zwaargebouwde man. Ik hoorde hem het Evangelie prediken. Ik keek vol verbazing naar Jezus, wachtend op Zijn antwoord, want Hij kende altijd mijn gedachten.
Jezus : Terwijl hij op aarde was, was hij een prediker van het Evangelie. Er was een tijd dat hij de waarheid sprak en Mij diende.
Ik vroeg me af wat deze man in de hel deed. Hij was ongeveer 2 meter lang, en zijn skelet was van een vuile grijsachtige kleur, zoals een grafsteen. Delen van zijn kleren hingen nog aan hem. Ik vroeg mij af waarom de vlammen deze gescheurde en voddige kleren niet verbrand hadden. Brandend vlees hing aan hem, en zijn schedel scheen in vlammen te zijn. Een afschuwelijke geur ging van hem uit. Ik lette op de man en zag dat hij zijn handen spreidde alsof hij een boek vasthield en hij begon schriftgedeelten te lezen uit dit schijnboek. Weer herinnerde ik mij wat Jezus had gezegd: Je houdt al je zintuigen in de hel, en ze werken veel intensiever dan voorheen. De man las tekst na tekst, en ik dacht dat het goed was.
Jezus zei tegen de man met grote liefde in Zijn stem:
Jezus : Zwijg, wees stil.
Onmiddellijk stopte de man met spreken en langzaam wendde hij zijn hoofd om naar Jezus te kijken. Ik zag de ziel van de man binnenin zijn skeletachtige vorm.
Man : Heer, nu wil ik de waarheid prediken aan alle mensen. Nu, Heer, ben ik gereed om uit te gaan en anderen over deze plaats te vertellen. Ik weet dat ik terwijl ik op aarde was, niet in een hel geloofde en ook niet in uw wederkomst. Ik predikte wat de mensen wilden horen en ik compromitteerde de waarheid tegenover de mensen in mijn kerk. Ik weet dat ik van niemand hield die van een ander ras was, of een andere huidskleur had, en ik was er de oorzaak van dat velen van U afvielen. Ik maakte mijn eigen regels aangaande de hemel en wat betrof goed en kwaad. Ik weet dat ik velen op een dwaalweg bracht en dat velen struikelden over Uw heilig Woord. Ook nam ik geld van de armen. Maar Heer, laat mij hieruit, en ik zal het goede doen. Ik zal geen geld meer van de kerk nemen. Ik heb me reeds bekeerd. Ik zal mensen van elk ras en elke kleur liefhebben.
Jezus : U heeft niet alleen het Heilige Woord van God verdraaid en er een valse voorstelling van gegeven, maar u loog toen u zei dat u de waarheid niet kende. De genoegens van het leven waren belangrijker voor u dan de waarheid. Ikzelf bezocht u en trachtte u te bekeren, maar u wilde niet luisteren. U ging uw eigen weg en het kwaad was uw meester. U kende de waarheid, maar u wilde geen berouw tonen of tot Mij terugkeren. Ik was er al die tijd. Ik wachtte op u, Ik wilde dat u zich zou bekeren, maar u deed het niet. En nu is het oordeel gesteld.
Er was erbarmen te lezen op Jezus’ gezicht. Ik wist dat als de man acht had geslagen op het roepen van de Verlosser, hij hier nu niet zou zijn. O mensen, alstublieft, luister naar Jezus !
Jezus : U had de waarheid moeten spreken, dan had u velen tot gerechtigheid gebracht met Gods Woord, dat zegt dat alle ongelovigen hun deel zullen hebben in de poel van vuur en zwavel. U kende de weg van het kruis. U kende de weg der gerechtigheid. U wist hoe de waarheid tegen te spreken, maar $atan vulde uw hart met leugens, en u ging de weg van de zonde. U had zich in oprechtheid moeten bekeren, niet gedeeltelijk. Mijn Woord is de waarheid. Het liegt niet. En nu is het te laat, te laat.
Bij die woorden schudde de man zijn vuist tegen Jezus en vervloekte Hem.
3b. Het rechterbeen van de hel
Bedroefd liepen Jezus en ik door naar de volgende put. De afvallige prediker was nog altijd boos op Jezus en vervloekte Hem. Toen wij langs de vuurputten liepen, strekten de verlorenen hun handen uit naar Jezus, en riepen klagend om genade. Hun knokige handen en armen waren grijszwart van het branden - er was geen levend vlees of bloed, geen organen, alleen de dood en doodsheid. Binnenin mij weende ik: O aarde, heb berouw over uw zonden. Als u zich niet bekeert, komt u hier. Stop met zondigen, voor het te laat is. Wij stonden weer stil bij een put. Ik had zo‘n medelijden met al die mensen, en voelde zo‘n grote droefheid dat ik lichamelijk zwak was en bijna niet kon blijven staan. Mijn lichaam schokte van het snikken.
Mary K. : Jezus, ik heb zo‘n pijn vanbinnen.
Vanuit de put sprak de stem van een vrouw tegen Jezus. Zij stond middenin de vlammen, die haar hele lichaam overdekten. Haar gebeente was vol wormen en dood vlees. Terwijl de vlammen oplaaiden om haar heen, stak zij haar handen uit naar Jezus.
Vrouw (huilend) : Laat mij eruit. Ik zal U nu mijn hart geven, Jezus. Ik zal anderen vertellen over Uw vergiffenis. Ik zal voor U getuigen, Ik smeek U, alstublieft, laat mij hieruit !
Jezus (tot Mary K.) : Mijn Woord is de waarheid, en het verkondigt dat allen berouw moeten tonen, zich van hun zonden moeten bekeren en Mij vragen in hun leven te komen, als zij willen ontkomen aan deze plaats. Er is vergeving van zonden door Mijn bloed. Ik ben getrouw en rechtvaardig en zal allen vergeven die tot Mij komen. Ik zal hen niet afwijzen.
Hij keerde Zich om en keek naar de vrouw.
Jezus (tot vrouw) : Als u naar Mij had geluisterd, tot Mij was gekomen en u bekeerd had, had Ik u vergeving geschonken.
Vrouw : Heer, is er geen manier om hieruit te komen?
Jezus (zacht sprekend tot de vrouw) : Vrouw, u kreeg vele gelegenheden om u te bekeren, maar u verhardde uw hart en weigerde u te bekeren. En u kende Mijn Woord dat zegt dat alle hoereerders hun deel in de poel des vuurs zullen hebben. (tot Mary K.) : Deze vrouw had zondige affaires met vele mannen, en zij veroorzaakte vele gebroken huwelijken. Toch, door dit alles heen, had Ik haar nog lief. Ik kwam tot haar, niet met veroordeling, maar met behoudenis. Ik zond haar velen van Mijn dienaren, opdat zij zich zou bekeren van haar boze weg, maar zij wilde niet. Toen zij een jonge vrouw was, riep Ik haar, maar zij bleef het kwade doen. Zij deed vele verkeerde daden, toch zou Ik haar vergeven hebben, als zij tot Mij was gekomen. $atan kwam binnen bij haar, en zij werd bitter en wilde anderen niet vergeven. Zij ging alleen naar de kerk om mannen te krijgen. Zij vond ze en verleidde ze. Was zij maar tot Mij gekomen dan waren al haar zonden weggewassen door Mijn bloed. Een deel van haar wilde Mij dienen, maar men kan niet samen God en $atan dienen. Elk mens moet kiezen wie hij wil dienen.
Mary K. (wenend) : Heer, geef mij de kracht om door te gaan.
Ik beefde van mijn hoofd tot mijn voeten door de verschrikkingen van de hel.
Jezus (tot Mary K. ) : Vrede zij met u, wees stil.
Mary K. : Help mij, Heer. $atan wil niet dat wij de waarheid weten over de hel. In mijn wildste dromen heb ik nooit kunnen denken dat de hel zo zou zijn. Lieve Jezus, wanneer zal hier een eind aan komen ?
Jezus : Mijn kind, alleen de Vader weet wanneer het einde zal komen. Vrede, wees stil.
Toen kwam er een grote kracht over mij. Jezus en ik bleven verder gaan langs de putten. Ik wilde iedere persoon die we voorbij gingen wel uit het vuur trekken en vlug aan de voeten van Jezus brengen. Vanbinnen treurde ik. Ik dacht bij mezelf : ik wil niet dat mijn kinderen hier ooit komen.
Jezus (rustig) : Mijn kind, wij zullen nu naar je huis gaan. Morgennacht keren we terug naar dit deel van de hel.
Toen ik weer thuis was, weende ik onophoudelijk. Gedurende de dag herleefde ik de hel en de afgrijselijke toestand van al die mensen daar. Ik vertelde iedereen die ik ontmoette overdag over de hel. Ik zei hun dat de pijn van de hel onbeschrijfelijk was. U, die dit boek leest, smeek ik: alstublieft, bekeer u van uw zonden. Roep Jezus aan en vraag Hem u te redden. Roep Hem vandaag aan. Wacht niet tot morgen. Er is misschien geen morgen voor u. Er is nog weinig tijd. Val op uw knieën en word gezuiverd van uw zonden. Wees goed voor elkaar. Terwille van Jezus, wees vriendelijk en vergevensgezind tegenover elkaar. Als u kwaad bent op iemand, vergeef hem. Geen enkele ruzie is het waard om voor naar de hel te gaan. Wees vergevensgezind, zoals Christus ons onze zonden vergeeft. Jezus is in staat om ons te bewaren als wij een berouwvol hart hebben en zal ons met Zijn bloed reinigen van alle zonden. Heb uw kinderen lief, en heb uw naaste lief als uzelf.
4a. Meer putten
De volgende nacht gingen Jezus en ik nogmaals het rechterbeen van de hel binnen. Net als de vorige keren zag ik Jezus’ liefde voor de verloren zielen. En ik voelde Zijn liefde voor mij en voor allen die op aarde waren.
Jezus : Kind, het is niet de Vaders wil dat iemand verloren gaat. $atan bedriegt velen, en zij volgen hem. Maar bij God is er vergeving. Hij is een God van liefde. Als deze verlorenen werkelijk tot de Vader waren gekomen en berouw hadden getoond, dan zou Hij ze vergeven hebben.
Grote tederheid kwam over Jezus’ gelaat terwijl Hij sprak. Terug liepen wij tussen de vlammende putten en langs mensen die martelingen ondergingen. Mijn God, mijn God, zo’n verschrikkingen! dacht ik. Wij bleven maar doorlopen en kwamen langs heel veel zielen die brandden. Overal langs het voetpad strekten brandende handen zich uit naar Jezus. Het waren alleen botten die vlees hadden moeten zijn - een grijsachtige massa met brandend en ontbindend vlees dat in flarden neerhing. Binnenin elke skeletvorm was een vuilgrijze nevelige ziel, voor altijd gevangen binnenin een uitgedroogd geraamte. Ik kon aan hun gehuil horen dat zij het vuur, de wormen, de pijn en de hopeloosheid van hun toestand voelden. En hun geklaag vulde mijn ziel met een danige pijn, dat ik het niet kan beschrijven. Hadden ze maar geluisterd, dacht ik, dan zouden ze hier niet zijn. Ik wist dat de verlorenen in de hel al hun zintuigen hadden. Zij herinnerden zich alles wat hun ooit was verteld. Zij wisten dat zij niet aan de vlammen konden ontkomen en dat zij voor altijd verloren waren. Maar niettegenstaande hun gebrek aan hoop, riepen ze toch tot Jezus om genade. Wij stopten bij de volgende put. Die was precies zoals al die andere putten. Daarbinnen was de vorm van een vrouw. Ik wist het pas toen ik haar stem hoorde. Zij schreeuwde het uit en vroeg Jezus om bevrijding van de vlammen. Jezus keek met liefde naar de vrouw.
Jezus : Terwijl u op aarde was, riep Ik u om tot Mij te komen. Ik pleitte bij u om alles met Mij in orde te maken voordat het te laat was. Ik bezocht u vele malen midden in de nacht om u te vertellen over Mijn liefde. Ik probeerde u over te halen en trok u tot Mij door Mijn Geest. ‘‘Ja Heer’‘, zei u: “Ik zal U volgen”. Met uw lippen zei u dat u Mij liefhad, maar uw hart meende het niet. Ik wist waar uw hart was. Dikwijls zond Ik Mijn boodschappers naar u toe om u te vertellen dat u zich moest bekeren, en tot Mij komen, maar u wilde niet naar Mij luisteren. Ik wilde u gebruiken om anderen te bedienen, en helpen Mij te vinden, maar u wilde niet naar Mij luisteren en tot berouw van uw zonden komen.
Vrouw : U weet nog, Heer, dat ik naar de kerk ging en een goede vrouw was. Ik was lid van Uw kerk. Ik wist dat Uw oproep, mijn leven was. Ik wist dat ik die roeping kost wat kost moest volgen, en dat deed ik.
Jezus : Vrouw, u bent nog altijd vol leugens en zonde. Ik riep u, maar u wilde niet naar Mij luisteren ! Het is waar, u was lid van een kerk, maar dat brengt u niet in de hemel. U had veel zonden, en u bekeerde zich niet. U was de schuld dat anderen struikelden bij het horen van Mijn Woord. U wilde anderen niet vergeven, wanneer zij u pijn deden. U deed alsof u Mij liefhad en Mij diende wanneer u bij christenen was, maar u loog, bedroog en stal wanneer er geen christenen in uw omgeving waren. U luisterde naar misleidende geesten en genoot van uw dubbel leven. U kende de rechte smalle weg. Bovendien sprak u met twee tongen. U sprak kwaad over uw broeders en zusters in Christus. U veroordeelde hen en dacht dat u heiliger was dan zij, terwijl er bij uzelf grote zonde in uw hart was. Ik weet dat U niet naar Mijn liefdevolle Geest van barmhartigheid wilde luisteren. U oordeelde naar de buitenkant van een persoon, zonder rekening te houden met het feit dat velen kinderen in het geloof waren. U was erg hard. U zei dat u Mij liefhad, maar uw hart was ver van Mij. U kende de wegen van de Heer. U speelde met God, maar God weet alle dingen. Als u God oprecht had gediend, zou u hier vandaag niet zijn. U kunt niet $atan en God tesamen dienen.
Jezus (tot Mary K.) : In de laatste dagen zullen er velen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten volgen en de zonde dienen. Ga weg uit hun midden, en breek met hen. Volg niet dezelfde weg als zij.
Toen wij weggingen, begon de vrouw Jezus te verwensen en te vervloeken. Zij gilde en huilde van woede. Wij wandelden door. Ik voelde me zo zwak in mijn lichaam. In de volgende put was er ook de vorm van een geraamte. Ik rook de geur van de dood zelfs voordat wij er aankwamen. Dit skelet zag er net uit zoals de anderen. Ik vroeg mij af wat deze ziel gedaan had. Of ze verloren, zonder hoop en zonder toekomst was. Hel is voor eeuwig. Als ik het huilen van de gefolterde zielen hoorde, huilde ik ook. Ik luisterde, toen een vrouw vanuit de vlammen van de put tot Jezus sprak. Zij haalde het Woord van God aan.
Mary K. : Lieve Heer, wat doet zij hier ? Jezus : Luister.
Vrouw : Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Hem. Jezus is het Licht van de wereld. Kom tot Jezus, en Hij zal u redden.
Terwijl zij sprak luisterden vele verloren zielen om haar heen. Sommigen vervloekten haar. Sommigen zeiden haar ermee te stoppen. Nog weer anderen zeiden: Is er werkelijk nog hoop?, of Help ons, Jezus. Smartelijk geschreeuw vulde de lucht. Ik begreep niet wat er gebeurde. Ik wist niet waarom de vrouw het Evangelie hier predikte. De Heer kende mijn gedachten.
Een afbeelding van het San Damiano Kruis, dat Jezus afbeeldt in glorie, “heersend van zijn kruisvormige troond” werd verworpen door Facebook omwille van zijn “schokkende inhoud”.
“Dit is wat ze bij Facebook aanzien als buitengewoon gewelddadig, sensationeel en schokkend” zei een verklaring van de Franciscaanse Universiteit van Steubenville, Ohio.
De universiteit had een reeks bijvoegsels gepost op Facebook om hun programma voor theologie, catechese en evangelisatie te promoten.
Uitleg van Facebook: “Jullie afbeelding, of video mag geen schokkende, sensationele of uitermate gewelddadige inhoud bevatten.”
De universiteit antwoordde hierop in een verklaring: “Inderdaad, de Kruisiging van Christus was dit allemaal. Het was de meest sensationele actie in de geschiedenis: de mens vermoordde zijn God. Het was schokkend, ja: God verwaardigde zich om het vlees aan te nemen en was gehoorzaam tot de dood, tot zelfs de dood op een kruis.”
“En het was zeker uitermate gewelddadig: een mens gegeseld over elke vierkante cm van zijn leven, genageld op een kruis en overgelaten tot de dood, al de haat van alle zonden in de wereld uitgestort en de toorn over zijn mensheid.”
De afbeelding :
De slogan bij de afbeelding is “We onderwijzen degenen die het geloof leren.”
De verklaring van de Franciscanen over het dispuut : “het waren niet de nagels die Jezus op het Kruis hielden: Hij was God, Hij kon op ieder moment van het Kruis komen. Nee, het was liefde dat Hem daar hield.”
Facebook gaf geen reactie op de vraag van WND om commentaar.
Het mooie San Damiano Kruis :
San Damiano is de naam van een kerkje en een bijhorend klooster in Assisi. Ten tijde van de H. Franciscus was San Daniano een verlaten kapel. In 1205 werd de H. Franciscus in het vervallen kerkje aangesproken door de Gekruisigde Jezus die er hing: “Herstel mijn huis, dat zoals je ziet in verval is geraakt.” Het kruis van San Damiano hang tegenwoordig in de basiliek van de H. Clara in Assisi.
Een reporter vroeg aan een bewoner : Is uw huis beschermd ?
Bewoner : Ewel, Menier, iek goan oe dat es vertelle... Ik heb een grote brandverzekering afgesloten met de inboedel erbij. Bovendien heb ik een alarminstallatie en een bewegingsdetector met alle nodige camera’s laten installeren. We hebben onze hond Blackie die de buurt bijeen blaft als er een inbreker zou komen. ’t Is een Dobberman. Geloef et moar, komde te diecht dan zoet ie oew hend afbeite. We hebben overal thermopan en nog eens zware rolluiken. Dat ies al iet !
Antwoord : Toch niet ! Zelfs al hebben de mensen een slotwal, muren van 2 meter dik, ‘pinnekes-draad’, landmijnen,... dan nog is hun huis niet beschermd !
Waarom ? Jezus heeft in verschillende boodschappen (Veronica Lueken, Hille Kok en er zullen zeker nog boodschappen zijn) gezegd dat er boven ALLE uit-en ingangen van het huis een GEZEGEND kruisje met Jezus gekruisigde lichaam erop (ofwel crucifix genoemd) moet hangen.
Dit is een ongelofelijke kleine moeite maar die levens redt.
Een getuigenis :
Eén appartement van de 30 werd gered van een brand. Waarom? – 26/3/1996
Beste OLVrouw van de Rozen – Bayside – New York,
Ik ga jaarlijks naar de viering van de Verjaardag van OLVrouw van de Rozen, Hulp van Moeders, sinds juni 1989. Ik zou een persoonlijke ervaring met jullie willen delen, dat ik meegemaakt heb gedurende vorig weekeind. Vorige zondag, 24/3/1996 omstreeks 3u ‘s nachts was eer een grote brand op 601 O’Farrell, de building waar ik woon, maar ik was niet aanwezig. Ik sliep toen in de woonst van mijn zuster die woont ten zuiden van San Francisco, omdat we de nacht ervoor een vigilie hadden in Cora Tugade.
Wanneer ik gisteren terugkwam in mijn appartement, maandag 25/3/1996 met mijn oudste zus en Pr Sergio Santos O.F.M., een Franciscaanse priester die bij ons was in Bayside gedurende het zilveren jubileum van OLVrouw van de Rozen, Hulp van Moeders, kwam de concierge van het gebouw naar mij en zei: “Jouw appartement is intact gebleven, maar rondom zijn alle appartementen getroffen! Wat een ramp! Wanneer ik jouw appartement zag, was mijn eerste gedachte dat vorige week, toen je vroeg om een crucifix boven je deur te handen, dit de reden moest zijn dat jouw appartement niet getroffen is!” Mijn antwoord was: “Natuurlijk is dit de reden! Zou je ook geen kruisje boven jouw deur hangen?” En hij zei het direct te doen.
Wanneer ik naar mijn verdieping ging, zag ik dit:
2e verdieping – app 210-215 - getroffen 3e verdieping waar ik woon app 310: geen schade, app 311-315 rest getroffen 4e verdieping – app 410-415 - getroffen 5e verdieping – app 510-515 - getroffen 6e verdieping – app 610-615 - getroffen 7e verdieping – app 710-715 - getroffen
Ik woon op de derde verdieping in app 310 en dit appartement was niet getroffen. Het brandende tapijt is gedoofd aan mijn deur! Pr Santos zei dat dit echt een mirakel is. Ik kon niets meer zeggen, ik had kippevel. Ik heb het mijn vrienden in Bayside verteld, de Heilige Moeder Maria herinnert ons in al Haar verschijningen om een kruisje buiten de voor- en achterdeuren te hangen. Dit is mijn getuigenis:
Dit verhaaltje schoot me gisteren even te binnen. Mijn vader is al enige tijd overleden, maar ik ben zeker dat hij nog een glimlacht om dit verhaal. Mijn vader was tot zijn 14 jaar naar school geweest. Laat ons zeggen dat hij buiten zijn catechismus niet veel kende. Hij kon niet schrijven zonder fouten. Toch had hij een herscholing gedaan van arbeider naar metser. Niet zonder moeilijkheden, want dan moest hij rekenen. Ik herinner mij dat ik zijn werk moest 'verbeteren'. Hij kon wel een loodrechte muur zetten en sieromheining metsen. Toch had hij geen geluk de aannemer had geen werk genoeg en hij moest op zijn leeftijd nog aan werk zien te geraken. Ik herinner me dat ik hem nog vroeg of alles wel in orde ging komen. Ons huis was nog niet afbetaald en mijn moeder kon dit niet alleen trekken. Het was in 1980 en het was bar slecht om aan werk te geraken. Eén keer vond mijn moeder een klein berichtje van een klein bedrijfje waar ze vernis en lijm maakten. Mijn vader erheen en hij werd op proef aanvaard.
Dat was op zich al een kunst. Toch werd mijn vader na een week buiten gegooid. Dit zagen mijn ouders niet meer zitten. Dan maar de grote middelen : als we doorgaans naar een kapelletje in de buurt gingen, was het nu op 'bedevaart' naar Halle. We waren er nog nooit geweest en gingen de kathedraal binnen. Ik was gecharmeerd door de zwarte madonna. Ik wist toen niet dat je naast de gewone witte, ook een donkere had.
Net zoals witte chocolade en fondant. En de kanonballen die aan de ingang in een nis lagen maakten nog meer indruk op mij. Stel je voor ze schieten een kanonbal op de kerktoren en de kanonbal keert terug. Gaaf. We waren echt hopend op een oplossing. Ik denk dat we toen heel erg langzaam de kerk rond zijn geweest. Nu in de week dat erop volgde belde de baas van het bedrijfje naar ons : pa mocht terug beginnen. Hij moest van alle klussen doen : containers kuisen, de villa van de baas schilderen, muskusratten ('waterkonijnen') doden die het eten van de eenden opaten, meehelpen om te laden en lossen, de zoon van de baas goede raad geven met zijn vrouw (die er maar niet in slaagde door de rijlessen te geraken),... Kortom een mirakel of gewoon een straffe toer. Het spreekt vanzelf dat ik ondertussen al veel naar Halle ben geweest. Het geeft me nog altijd een goed gevoel.
Aan de vooravond van de totale duisternis is er maar één ding te zeggen : is de mens dan zo blind geworden dat het Zijn Maker dan niet meer herkend ? Enkele tientallen jaren werd de eucharistieviering bijwonen als vanzelfsprekend beschouwd. Nu is dat wat een ‘viering’ noemt een feest zonder feestgangers. Toch is de Gastheer nog altijd dezelfde gebleven en is er nog altijd een verwelkoming gewenst. Jezus is trouwens nog iedere keer lijfelijk aanwezig door de geconsacreerde hostie. Dit geestelijk voedsel is nu meer dan ooit nodig om ons mensen tegen onszelf te beschermen. Is het niet heerlijk te weten dat Jezus naast ons en in ons is om ons te helpen vechten tegen onszelf. Deze keer moeten we niet de oorzaak bij iemand anders zoeken.
Wij zijn zelf de verkeerde weg ingeslagen. Is het angst om te ontdekken dat onze schuldenlast verpletterend is of de aantrekkingskracht van onze moderne wereld ? Het maakt voor God niets uit. Hij heeft geen boodschap aan moeilijke, verdwaalde, eigenzinnige, egoïstische en vooral koppige kinderen. Hij wil ons enkel omringen met een overweldigende liefde om ons los te weken van deze schijnheilige wereld en ons terugbrengen naar de ECHTE wereld. Welke echte wereld ? Wel, deze waar we bij de bron van liefde zitten nl. God zelf. Deze wereld is niet zichtbaar, maar wel 100% voelbaar. Eens je inziet en probeert terug te draaien naar de rechte Weg van Jezus, voel je de aantrekkingskracht van deze echte wereld.
Velen hebben trouwens door de voeling met deze wereld ongekende vermogens tentoon gespreid, die voor de kleine gelovigen tot voorbeeld strekken.
Iedereen heeft de mogelijkheid om zich op te richten naar God, volgens zijn kunnen. En geloof maar dat er meer in je zit dan je denkt. Zorg dat je schuldenlast je niet ondermijnt. Start met je daden na te checken naast de liefdeswet van God en zorg dat de slechte daden gefilterd worden van de goede. Toon gemeend berouw over deze slechte daden en ga ze biechten in het sacrament van de biecht. Kwestie om ze door God te laten uitgommen. Hij is de enige die deze mogelijkheid bezit. Een trekker gaat toch ook geen zware keien in zijn rugzak laten zitten als hij nog tientallen kilometers voor de boeg heeft : gooi die keien er op tijd uit !
Hoeveel moeten we toch onze grote gedachten over onszelf kortwieken ! Deze gedachten leiden ons recht de afgrond in. Ze zijn zo sterk dat ze de gedachten aan anderen overstijgen. Hoe kunnen we anderen helpen, als we onze zelfzucht centraal in ons leven geplant hebben ?
Er is een kleine rookkolom in de verte die we steeds moeten volgen. Het komt erop aan deze rookkolom te willen zien en ze bovendien te volgen. Net zoals de Israëlieten de rookkolom in de woestijn voor 40 jaar gevolgd hebben, moeten wij deze rookkolom de volgende jaren volgen. Het is niet altijd eenvoudig, maar we hebben 2 handen gekregen die het liefst in elkaar verstrengeld zijn. We moeten dan ons blik op God richten en bidden om kracht, inzicht en veel liefde. Zodat we God in ons hart sluiten samen met de medemensen.