Periode na 1785
De wederzijdse betwisting van een groot aanrtal percelen grond en het ontbreken van een degelijke registratie leidde tot een groot aantal rechtszaken tussen de beide gemeenten en steeds vaker werden de hogere overheden geconfronteerd met Baarlese ruzies. Na de mislukte militaire en juridische pogingen in de 17de en de 18de eeuw werd voor het eerst geprobeerd om door middel van diplomatiek overleg tot een oplossing te komen voor de grensproblemen. Vaak lag de traagwerkende bureaucratie aan de basis van vele mislukkingen. Zo had men b.v. ooit tien jaar nodig enkel om onderhandelaars aan te stellen. Bovendien stonden België en Nederland vanaf het begin erg vijandig tegenover mekaar. Geen van beide landen wou zijn stukje Baarle afgeven.
In Baarle werd door de steeds groter wordende verschillen tussen de Belgische en Nederlandse wetgeving het dagelijkse leven erg gecompliceerd. Omdat de hogere overheden niet tot een akkoord kwamen, moest voor meer en meer problemen een praktrtische oplossing gezocht worden.
Pas op 27 februari 1967 werd een Belgisch-Nederlande commissie ingesteld die daar verandering in moest brengen. Het duurde tot 22 december 1972 alvorens de opdracht duidelijk omschreven was volgens de enclave-situatie.
Op 26 april 1974 is dan op het stadhuis van Turnhout door Nederland en België een verdrag tot definitieve grensvaststelling tussen de palen 214 en 215 gesloten.
|