Dagboek De Groene Wegen naar de Cote d'Azur 2007
Fietsen van Arlon naar Nice
26-09-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 Dag 14 Castellane > Mouans-Sartoux

17 Dag 14  Castellane > Mouans-Sartoux

 

                    Zondag 1 juli 2007

                    Afstand:   77km  Totale km  1372km

                    Weer:          Zeer Mooi en zonnig  28C 

 

Bij het “Petit déjeuner” bespreken we ons rittenschema voor vandaag.

We besluiten de “Route Napoléon” te volgen. De vermoeidheid begint zich te laten voelen en we willen nu zo vlug mogelijk aan de Côte d’Azur zijn.

Als we vandaag in Grasse geraken, is het maar een paar uur meer tot Nice.

Alles gaat echter wat traag, we zijn gisterenavond wat te lang blijven hangen.

 

 

Niettegenstaande dat, zijn we om 9h00 stipt weg. Heel vlug vinden we de historische route naar de Middellandse zee. We hebben juist Castellane verlaten en het is al flink klimmen. We moeten direct kleiner schakelen. De automotoren huilen bij het klimmen. Gelukkig is er niet zoveel verkeer.

We vermoeden dat de Fransen iets later buiten komen op zondag.

We klimmen naar de “Col de Luens”, kronkelend van 700m naar 1055m met zeer verschillende percentages.

 

 

In Chaudanne moeten we echter stoppen. Hugo zijn achterband loopt leeg. Onze eerste echte lekke band na 14 dagen. Met een specialist als Robert zijn we na 20 minuten weer op pad.

Het volgende stuk tot La Garde is heel wat steiler, we vermoeden 8%.

Mijn vrienden blijven hun eigen tempo aanhouden.

Eén na één haken ze af.

Maar, we moeten nog hoger klimmen.

Op de top blijf ik wachten, het is hoog tijd voor wat prachtige foto’s.

Nu krijgen we een spectaculaire afdaling met enkele onoverzichtelijke haarspeldbochten. Gelukkig blijven de auto’s achter ons.

Plots vliegen er echter een paar “motards” met veel gebrul voorbij.

Ze nemen echt teveel risico, meen ik.

 

 

Na wat temporiseren zijn we weer alle vier samen. Het blijft bijna vlak tot Séranon. Hier doen we inkopen. Hoog tijd om wat te drinken en een babbeltje te slaan met de joviale winkelier. We eten ook nog een stuk fruit voor we de volgende klim beginnen.

Ik heb mij voorgenomen niet meer te ontsnappen. Hugo maakt mij nochtans duidelijk dat dit geen zin heeft. Met een kleinere trapfrequentie dan mijn vrienden kom ik toch weer op kop, zodat ik toch met voorsprong op de “Col de Valferrière” passeer. Het was weer een zware beklimming, gelukkig de laatste van onze tocht. Na wat drank en een sanitaire stop besluiten we nog tot aan een mooie panoramaplaats te rijden en daar te middagmalen.

 

                

 

In Escragnolles is het zover. We houden het nochtans kort. Een half uur later zijn we al opnieuw op pad. We krijgen een droomafdaling met lange brede bochten,“Pas de la Faye”. Ik laat me nog eens lekker snel naar beneden suizen.

Met een Max. van 64 km/h sta ik na enkele minuten in St-Vallier-de-Thiey.

Robert en Pol hebben zich ook laten gaan, maar Hugo doet het wat rustiger.

Hij is ten slotte onze ouderdomsdeken, maar we moeten hem toch bewonderen.

 

 

We zien de stad Grasse in de diepte liggen. Vermoedelijk wordt dat een mooie afdaling. Hier moeten we tussen de auto’s naar beneden en dat is toch af en toe in de remmen gaan. Zonder dat we ook maar één trap gegeven hebben zitten we midden in de parfumstad.

 Ik ga op zoek naar een hotel, maar na een drietal pogingen besluiten we toch nog iets verder te rijden. We vinden het nog wat te vroeg en willen morgen zo weinig mogelijk kilometers rijden.

 

   

 

Wanneer we de stad verlaten, raadt men ons aan door te rijden tot Mouans-Sartoux, daar zouden er enkele hotelletjes zijn.

Het blijft zoeken naar de juiste weg en we belanden in een “Hamburgertent”, waar we aan iets fris geraken en wat kunnen uitrusten.

We zijn genoodzaakt de drukke baan te nemen, maar als we bordjes zien met “Hotel”, slaan we toch een klein pad in. Weer hebben we geen geluk, het hotel is een chic gedoe bij een golfterrein.

De receptiejuffrouw bekijkt ons wat uit de hoogte, hier zijn fietsers duidelijk niet welkom. Nog iets verder bij de “boulanger” krijg ik de raad tot in het centrum te rijden, daar is een hotel, het“Hotel de la Paix”. Enkele minuten later zijn we er. We kunnen 2 kamers met ontbijt bemachtigen. 70€ per kamer, maar ’t  is dat of niets, blijven dus.

 

Na een heerlijke douche en de linnenwas, willen we op stap. Groot is onze verwondering want Mouans-Sartoux heeft een goed bewaard oud gedeelte.

Het is er flaneren van terras naar terras. Zelfs een bezoek aan een mooi kasteel vinden we de moeite waard.

 

 

We krijgen, hoe kan het ook anders, grote honger. Na wat rondneuzen vleien we ons op een wat rommelig terras. Na een gezellig praatje met de zwaar besnorde patron, een typische zuiderling, besluiten we te blijven.

We krijgen onmiddellijk een frisse Ricard. We kunnen de man overhalen iets heel typisch voor ons klaar te maken. “Marmite de fruit de mer”. We hebben er uitzonderlijk van genoten en met wat flessen rosé was het weer een culinair festijn.

Wat zijn we toch Bourgondiërs. Ondertussen zit het terras vol met plaatselijke bewoners. Ze zorgen voor een volkse ambiance en we moeten meedoen.

Na een lange en bij momenten diepzinnige praatavond, geraken we toch, zij het wat moeizaam, in onze bedjes. We zullen dromen van die lekkere bouillabaise………..neen neen het is: “Marmite”.

Merci!

 

 

.

26-09-2008 om 17:41 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16. Dag 13 Manosque > Castellane

16. Dag 13 Manosque > Castellane                   

 

                     Zaterdag 30 juni 2007

                    Afstand:  94km  Totale km   1295km

                       Weer:          Mooi en zonnig  28C  

 

 

De Watelle’s zijn al een tijdje wakker. Hugo en Robert zijn gewekt door luidruchtige marktkramers die hun standen aan het opbouwen zijn.

Ze doen het, zoals alle Zuiderlingen, met veel gebaren en veel uitleg.

Het is echt een plezier om hen bezig te zien. Armen zwaaien en bekkentrekken.

Tegen de middag zal alles wel opgebouwd zijn als ze zo voortdoen…………..

Hoeveel maal gaan de schouders omhoog? Slaan ze met de handen tegen het hoofd, dan weglopen en terugkeren, roepen en bulderend lachen. Wat een volkje!

 

Wat meer gespannen dan anders zitten we om 7 h 45 aan de ontbijttafel, in het zaaltje naast de voordeur. We weten dat het vandaag zwaar zal worden.

We twijfelen er echter niet aan dat het de mooiste rit op onze route kan worden.

Wat lucht bijsteken in de banden, ketting en versnellingsapparaat wat oliën, remmen controleren, fietsen beladen enz……..

Om 8 h15 zijn we al op weg. We moeten achtereenvolgens een spoorweg, een kanaal, de snelweg en de rivier de Durance kruisen.

 

 

Na 3 km wordt het al naar boven zwoegen. We volgen de “Ravin de Vallongue” Prachtige lavendelvelden zover je maar kunt zien, hier willen we toch wat foto’s van. We geraken na een lange steile klim aan het kapelletje van La Trinité.

Er zitten zeker stukken bij van meer dan 15 %. Ik moet boven wachten op het drietal, dat was zweten zeg……….

 

We komen één voor één aan in Valensole. We zullen best hier wat uitrusten en inkopen doen. Terwijl Hugo en Robert het “Jeu de boules” van de luidruchtige dorpsbewoners volgen, kunnen Pol en Bob aan brood, kaas, hesp, tomaten en fruit geraken. De winkelierster is van het norse type, daartegenover zijn de andere winkelbezoekers heel wat vriendelijker.

We worden bestookt met vragen over onze tocht en afkomst. Onze fietsen worden na veel blabla en handengezwaai besnuffeld. Wat een nieuwsgierig volk.

Maar we moeten nog veel verder, dus vlug weer op weg…………..

 

 

 

Na een korte maar bochtige afdaling gaat de weg weer omhoog. Gelukkig niet zo steil. Na een paar haakse bochten tussen de boomgaarden geraken we op een plateau tot in Puimoisson. Een bijna uitgestorven dorp. Na enkele nijdige klimmen en korte afdalingen zijn we aan de voet van de klim naar Moustiers.

 

   

 

Een benzinestation brengt uitkomst. Onze waterbidons zijn leeg. Gelukkig hebben ze hier frisse cola.

’t Zal nodig zijn vooraleer we de volgende steile beklimming aanvatten.

Het dorp Moustiers Ste Marie is niet meer dan een straat met souvenirwinkels tegen de rotsen aangebouwd. We hebben het vlug bekeken.

 

We moeten nu kiezen tussen twee mogelijkheden. Ofwel de weg hoog, gelegen langs de Corniche ofwel de Noordelijke weg, iets lager gelegen, maar veel korter. We nemen de kortste weg, maar het blijft toch nog altijd 44 km tot Castellane. Het is wel onmiddellijk klimmen, maar wat een beloning. Een subliem uitzicht op de “Lac de St-Croix”, dat is een korte stop waard. Het is nog maar een voorsmaakje. We moeten van 600 m naar 1032 m en dat op minder dan 10 km.

 

 

We blijven lang samen, ik houd het tempo laag en iedereen blijft in het goede ritme. Plots ben ik toch weer helemaal alleen. Ik besluit verder te gaan op mijn eigen cadans maar het is afzien en veel zweten. Gelukkig hebben we onze bidons met koel water kunnen vullen bij het benzine station.

Op de top van de “Col de Olivier” stop ik. Het is wat wachten voordat mijn vrienden één voor één toekomen.

 

We besluiten hier te picknicken, op een afgelegen plaats gezellig in de schaduw van lage olijfbomen.

Het is er rustig en we hebben een prachtig zicht op de “Grand Cayon du Verdon” onvergetelijk! Wat een verschil tussen een fietstocht of een autorit langs de Gorges du Verdon . Alle vier deden we het eerder al eens met de wagen. Als bestuurder zie je bijna niets, je moet te aandachtig zijn in de bochten. We zijn het hierover helemaal eens. Als je deze rit niet per fiets hebt gemaakt mis je 90% van al het mooie dat hier te zien is. Wat kan de natuur mooi zijn. Het is genieten van de vergezichten.

 

  

 

 

Vanaf hier moeten we nog 300 m hoger, naar de “Col d’Ayen”. Ik laat Pol op kop, hij bepaalt het tempo. Hij smeekt echter om over te nemen. Het is duwen en zweten aan 6 à 7 km/h. Onze Pol laat zich met grote inspanning meedrijven. Het is bewonderenswaardig, hoe hij zijn ruggenwervelbreuk overwonnen heeft.

Blij komt hij samen met mij boven op de top van de Col d’Ayen………..Dat was weer een zware dobber! Ook de broers zijn heel tevreden wanneer ze kunnen afstappen na deze marteling. Het is drinken en zweet vegen. We zijn alle vier wel een beetje kapot en toch is het een heerlijk gevoel.

 

  

 

Als ons zweet wat is opgedroogd, krijgen we een afdaling. We doen het rustiger dan gewoonlijk. Het achterop komende verkeer wordt soms wat ongeduldig, maar de bochten zijn te gevaarlijk om ons voorbij te steken.

We blijven maar genieten van het prachtige uitzicht naast ons!

 

 

Als we aan “Point Sublime” komen is het daar heel druk.

Vele autobestuurders en autobussen houden hier halt. Wij draaien ook de parking op en na een fruitmaaltijd gaan we een toeristisch kijkje nemen. We lopen over een rotspad met rolstenen en hebben een adembenemend uitzicht op een diepe kloof onder ons. De stippen op het water zijn kanovaarders die de rivier afvaren.

 

 

Vanaf “Point Sublime” is het weer steil afdalen. De weg is bochtig en ligt onder overhangende rotsen…….mooi mooi mooi. We zijn sprakeloos.

Na Pont-de-Soleils moeten we weer zwak opwaarts, gelukkig is het maar iets meer dan vals plat. Weldra komen we tussen en langs grote campings.

Dorst doet ons stoppen aan een campingwinkel. Een heerlijke frisse cola doet deugd. De winkelier tracht ons hier te houden om te overnachten. Afspraak is echter afspraak en ik wil doorrijden naar Castellane.

 

 

Om 18 h 00 stipt zijn we aan het hotel “ Ma Petite Aubergue” in Castellane.

De receptiedame is heel tevreden want er is heel wat vraag naar kamers. Om 19 h 00 zou ze onze kamers vrijgeven. Wanneer ze ons vraagt om hier ook het avondmaal te nemen, slaan wij onmiddellijk toe. We zijn te vermoeid om nog iets te zoeken. Onze fietsen kunnen veilig in een achtergelegen berging.

 

Eerst willen we toch douchen. We zijn niet meer te genieten. Na de deugddoende verfrissing en de linnenwas gaan we toch nog even op stap.

Verder dan een naastgelegen terras geraken we niet.

We willen zoals echte “Fransosen" een fris aperitief pastis.

Grote honger drijft ons heel vlug terug naar het hotelterras.

Dit is al goed volgelopen.

 

 

Niettegenstaande een overvloed aan personeel, geraken we maar niet aan onze maaltijd. We hebben al een paar flessen wijn gekraakt, eer we er uiteindelijk aan kunnen beginnen. Gelukkig krijgen we van sympathieke tafelburen brood toegestopt. Ons lange wachten wordt echter beloond. Het wordt werkelijk een heerlijk souper. Onder de druivelaars, vieren we op deze zwoele avond onze 2° week. We zijn een echte groep vrienden. We blijven doorpraten tot het donker wordt. De lichten worden gedoofd en als laatsten verlaten we het terras. Bedtijd jongens! Niet snurken aub.  Gelukkig hebben we oordopjes

26-09-2008 om 13:05 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 Dag 12 Bonnieux > Manosque

15  Dag 12 Bonnieux > Manosque

 

                    Vrijdag 29 juni 2007

                    Afstand:   52km  Totale km  1201km

                    Weer:          Mooi en zonnig  28C 

 

Wat hebben we lekker geslapen.

Het was hier zeer rustig.

Gisterenavond hebben we afgesproken het “petit déjeuner” in het café van het hotel te nemen.

De patron weet dat wij goede eters zijn en het is toch iets meer dan “petit”.

Na een aangename “parler”, kunnen we afrekenen en om 9 h00 staan we klaar.

De dag start al dadelijk met een flinke klim. Gelukkig is het maar een paar honderd meter. In dalende lijn gaat het rustig verder. Kalme baantjes met een slecht wegdek. We doen het traag en nemen de tijd om mooie, verse kersen te plukken, die zomaar langs de weg staan.

 

 

Al dalend zijn we heel vlug in Apt,de hoofdstad van de Luberon.

Hier is het natuurlijk wat drukker. Het is eerst 10 h 00. Vóór we ons aperitief nemen, willen we eens door de oude stad flaneren. Hugo moet een “Memory Stick” kopen, hij kan geen foto’s meer nemen . Na onze wandeling doen we ook onze inkopen voor deze middag. Ze hebben hier echt mooi vers fruit. Nu is het hoog tijd voor een terrasje. Wonder boven wonder geraken we aan een frisse Leffe. Maar het blijft niet bij één. We weten dat het een korte rit is, dus mogen we wel eens profiteren zeker!

 

   

 

Hopelijk zit het niet teveel in onze benen. We verwachten nog een paar steile beklimmingen. Na een veel te lange rustpauze moeten wij een inspanning leveren om terug te vertrekken. Nu is het wat zoeken om uit de stad te geraken…….. We vinden toch vrij gemakkelijk het pad op een oude spoorweglijn.

 

 

We vorderen goed, hoewel het in stijgende lijn gaat. Juist voor Céreste krijgen we opnieuw een heel steile klim en na een korte afdaling komen we in het dorp. Hier willen we eten. Onder schaduwrijke platanen vinden we een koel plaatsje met bankjes. Céreste………Provençaler kan niet!

 

 

We willen zo vlug mogelijk in Manosque geraken en moeten een paar keer de weg vragen. Maar de kortste weg betekent ook de moeilijkste, langs de “Col de Montfuron” een zware dobber trouwens. Het is zweten, we liggen een eind uit elkaar bij de beklimmingen.

 

 

We geraken, al is het wat moeizaam, toch om 16 h 00 in Manosque.

Heel gemakkelijk vinden we ons hotel “Du Terreau”. Het is gelegen op het grote marktplein. De joviale hoteleigenaar laat ons de fietsen veilig in een achterliggende garage plaatsen. Na een flinke douche kunnen we het kleurrijke stadje bezoeken.

Manosque is een centrumstad met heel wat winkels en terrassen. Het is er druk.

 

 

Na enkele bezoeken aan historische overblijfselen, vinden we een gezellig terras aan een oude toegangspoort. Onze afgevallen kilo’s en vooral het verloren vocht worden weer aangevuld. We overlopen de afgelopen dagen, ze waren werkelijk prachtig. Maar als we de ritten voor de volgende dagen overlopen en de hoogteprofielen bekijken, belooft het nog lastig te worden. We willen morgen in Castellane geraken en dat is klimmen over minstens 4 cols.

 

 

Nu nog onze overnachting voor morgen bestellen. In het “Syndicat Initiative” weet een juffrouw geen raad met mijn vraag naar een hotel in Castellane. Gelukkig is er een 2°, oudere dame die onmiddellijk het initiatief neemt. Ze doet één telefoon en alles is geregeld .We worden morgenavond vóór 19 h00 verwacht in hotel “ Ma petite Aubergue” in Castellane.

 

Hiermee hebben we ons wat druk opgelegd, we zullen ons flink moeten inspannen om daar te geraken. Besluit: vroeg onder de lakens en wat minder wijn! Op de Place du Terreau vlak achter ons hotel vinden we een gezellig restaurantterras. Na een goed stevig “repas” en wat “rouge et rosé”. Geraken we heel vlug in ons bed.

 

 

.

26-09-2008 om 11:33 geschreven door Via de la Plata


25-09-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14. Dag 11 Pernes-les-Fontaines > Bonnieux

14. Dag 11 Pernes-les-Fontaines > Bonnieux

 

                    Donderdag 28 juni 2007

                    Afstand:   70km  Totale km           1149km

                    Totale km           1149 km

                       Weer:          Mooi en zonnig  26C  

 

 

 

Eindelijk kunnen wij vandaag weer de draad opnemen en ons programma verder afwerken. Zoals voorzien, zullen wij de rit door de Luberon afwerken.

En toch kruipen we wat loom uit onze bedden. Er is wel een probleem, er is namelijk geen putwater meer. Waarschijnlijk heeft het overvloedige gebruik voor het wassen en douchen van gisteren de voorraad kompleet uitgeput. De dieptepomp doet het niet meer.

Robert en Pol, twee specialisten, proberen redding te brengen, maar het opgieten en opnieuw opstarten van de waterpomp lukt niet. We moeten de regenwater reserves dan maar gebruiken.

 

 

Na een stevig ontbijt is het toch stilaan tijd om te vertrekken.

Brigitte en Pol nemen hartstochtelijk afscheid van elkaar. Ook Hugo, Robert en Bob nemen afscheid van de sympathieke gastvrouwen.

Om 9h30 zijn we weg.

 

Met wat lome benen, van onze grote bergrit van gisteren, doen we het wat trager. We volgen, maar wel op een lijntje een tamelijk drukke weg naar L’Isle-sur-la-Sorgue. Dit is een levendig stadje, waar een 4-tal drukke wegen samenkomen. We moeten goed opletten voor de roekeloze Provençalers.

Om 11h rijden we Cavaillon binnen. We zoeken het station en vanaf daar volgen we de  “Luberon en vélo” platen. Na wat twijfelen aan een oude

 

 

spoorwegbedding rijden we een rustige weg op tussen de meloenvelden. Iets verder geraken we op een kronkelpad door een bos tegen lage rotswanden. Maar dat is helemaal niet wat ons roadboek vertelt. Na wat twijfelen en zoeken, doet een van de zeldzame autobestuurders ons rechtsomkeer maken. We moeten terug naar het startpunt aan de oude spoorweg, daar moeten we verkeerd gereden zijn.

 

In het uitgedunde bos zien we twee fietsers picknicken.

Het is een mooie open plaats en we beslissen, de door de dames klaargemaakte lunchpakketten aan te spreken.

Het Hollandse fietskoppel is wel op de juiste weg. Zij volgen de route naar Lourmarin. Wij moeten echter naar Bonnieux, dus richting Apt.

 

We blijven wat luieren op de zonnige rustplaats. Zo’n lange middag pauze hebben we nog geen enkele keer genomen. Zijn we lui? Of komt de vermoeidheid van gisteren boven? Gelukkig is het vandaag een heel korte rit.

 

 

We genieten hier van de stilte.

Enkel een vogelkreet verstoort onze rust af en toe.

Een specht meent Hugo.

Maar de plicht roept, we moeten nog zeker 40km verder.

 

 

In het dorp Les Taillade moeten we een erg steile helling op minstens 20%

Iedereen moet zich tot het uiterste inspannen en op de trappers lopen. Gelukkig vinden we een eind verder in het dorpje Robion, een kleurrijk terras onder de grote platanen.

En ze hebben echt Belgisch bier n’n “Grimbergen” lekker fris.

Mor dat doet goed zeg!

We durven er geen twee drinken, we zijn nu al loom genoeg.

En als er nog van die kuitenbijters komen, wat dan?

 

 

We blijven in stijgende lijn fietsen en komen in Maubec. Hier gaat het nog eens steil omhoog. Maar het is de moeite, we stappen toch even af in het prachtige dorp, met zijn mooi gerenoveerde huizen.

 

 

Daarna is het klimmen naar Oppède le Vieux met enkele prachtige Provençaalse Mas. (mooie gerenoveerde boerderijen)

Overal zien we wijngaarden en cipressen.

 

           

 

Na een paar korte steile afdalingen zijn we in Ménerbes.

Hier hebben we een prachtig uitzicht over de Montagne du Luberon tot aan de Mont Ventoux. Maar het mooiste wat we zien is het vestingstadje Lacoste. Helaas zijn we te moe om er naar- toe te rijden. Het voortdurend stijgen en dalen verzuren onze dij- en kuitspieren. Hopelijk komen we nu heel vlug in Bonnieux.

 

 

In de verte zien we ons dorpje Bonnieux liggen maar we moeten nog omhoog.

Het gaat tergend traag. We moeten vanaf een kerk kronkelend tegen een steile helling omhoog klauteren. Dat doet pijn zeg. Maar als beloning zien we op het einde van de steile klim ons hotel “La Flambée”

 

 

We laten ons onmiddellijk neerploffen op het terras. De sympathieke besnorde patroon komt ons met veel zuiders gekwetter bedienen. We krijgen de twee sleutels van onze kamers maar voor de rest moeten we het zelf maar uitzoeken.

 

Een lekkere douche brengt beterschap. We blijven maar dorst hebben. Op het terras zitten Vlamingen. Een koppel woont hier in de omtrek van Apt en een bezoekend koppel is uit Zelzate. Wanneer ze onze heldendaden gehoord hebben zijn ze vol bewondering. De twee mannen willen morgen ook gaan fietsen…

 

Na wat rondzwerven belanden we terug in “La Flambée”.We willen ons avondmaal op het achter terras nemen………….Maar de bazin heeft geen zin ons daar te bedienen. Dan maar in de grote gelagzaal.

De zaal is goed vol en er heerst een volkse zuiderse ambiance.

 

Het wordt een mooie avond met een Provençaals souper……..We laten een van de opdienende dochters beslissen. We krijgen een prachtige maaltijd met een overvloed aan plaatselijke wijn.

Als ik de opdienster vraag naar een mogelijk hotel voor morgenavond in Manosque neemt ze prompt de telefoon en bestelt twee kamers. Ik moet zelf wel bevestigen en mijn Visa nummer doorgeven.

Maar dat is toch ook weer in orde.

 

 

We blijven nog wat nagenieten en filosoferen in het café en ik doe een aangenaam praatje met de baas en de bazin. Het is een plezier om hen te horen tateren in hun zangerig Provençaals dialect. Iedereen wordt moe.

Om 23h00 geraken we in ons bed. En…….niet snurken jongens……

25-09-2008 om 11:48 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13. Dag 10 Mont Ventoux

13. Dag 10  Pernes-les-Fontaines > Mont Ventoux > Pernes-les-Fontaines

 

 

                    Woensdag     27 juni 2007

                    Afstand:       88 km  Totale km   1079 km               

                    Weer:          Mooi en zonnig   23C  in Pernes en Bedoin

                                        Koud en mistwolken op top Mont Ventoux  3C

 

                             

Vandaag is het “DE” dag………..de zwaarste beklimming ooit!

We kunnen niet meer terug. We hebben het gewild. Nu moeten we doorgaan.

Iedereen is zenuwachtig……..

Hugo ligt al heel vroeg te woelen…..

Robert is ook al wakker en ikzelf ben al een uur aan het nadenken en aan het plannen.

 

 

Pol en Brigitte zijn brood gaan kopen.

Ondertussen heeft Odette de koffie al klaar gezet.

Een voor een nemen we een douche, we brengen onze rolbedden naar buiten.

Straks kunnen de dames tenminste weer zonnen……..

De top van de Ventoux zien we niet, hij ligt gesluierd in de wolken……….

 

In het lommer van de dennen worden we bediend door de dames. Spek met eieren, we zullen flink voor de dag moeten komen… Goed eten is nu wel een absolute noodzaak!Terwijl iedereen geniet van het stevige ontbijt, leg ik ons plan uit:

“20 km naar Bedoin is  één uur, 21km  klimmen, zal ongeveer 3,5h zijn, dus schat ik dat wij rond 14h op de top kunnen aankomen.

 

 

Brigitte en Nicole moeten ons rond 12h komen bevoorraden op de flanken, en ons later op de top opwachten. We moeten wel warme kledij, onze helmen, fluorvest en heel veel water meenemen.

 

Om 9h00 stipt zijn we er klaar voor.

De dames wensen ons veel sterkte toe en daar gaan we. Met een strak tempo, over drukke wegen, zijn we inderdaad via Mazan om 10h in Bedoin. Vóór we dit dorp doorrijden, nemen we wat foto’s aan de rotonde.

 

 

In het dorp heerst een grote drukte. Er zijn veel wielertoeristen in mooi gekleurde fietspakken. Zij vertrekken in groep. Wij, met onze gewone fietsen, worden wat argwanend bekeken.

 

Eenmaal door het dorp aan de fontein beginnen we eraan.

Ik doe het kopwerk, op het eerste stuk vals plat. We blijven op een lijntje en de eerste kilometers gaan goed. Maar plots stel ik vast dat ik helemaal alleen ben.

Iets verder verlies ik mijn zonnebril, ik stop en raap hem op, ondertussen zie ik mijn vrienden, maar wel 3 bochten lager. Plots stopt er een Belgische volumewagen. Er stappen 2 wielertoeristen op hun koersfiets en vertrekken juist vóór mij. Ze worden luid aangemoedigd door hun vrouwen. Ik tracht aan te klampen, maar dat is een utopie. De 2 jongelingen stuiven omhoog.

Na 5 km kom ik in een dorpje, St-Estève en na een paar bochten wordt het tergend steil. Nu moet ik heel klein schakelen, maar ik durf niet op het allerkleinste tandwiel te komen. Mijn spaken tikken tegen het versnellingsapparaat, dus blijf ik een tandje groter.

 

Gelukkig heb ik de goede cadans gevonden en aan 8km/h gaat het goed.

Maar het zweet blijft maar over mijn bril lopen, mijn zakdoek is al doornat.

Dus stop ik mijn bril in het stuurtas en rij ik verder zonder. Er is toch niet veel te zien. Zwart asfalt, groene bomen en af en toe een naar beneden donderende fietser. Er is hier geen zuchtje wind, wel brandt de zon en drinken is de boodschap. Zonder nadenken blijf ik doormalen, het is precies een koffiemolen.

 

Ik vermoed dat het hier tussen de 9 à 11% moet zijn, maar je mag er niet aan denken, het is trappen en veel drinken. Mijn 2° bidon is al half leeg. Ik ben al 11km aan het klimmen. Ik voel mij “ die eenzame fietser” en probeer Bouwdewijn de Groot te imiteren! Gelukkig voel ik nog geen vermoeidheid, mijn wintertrainingen bewijzen hun nut.….

Wat een verschil met de 2 vorige jaren.

 

 Ik kom enkele open plaatsen voorbij. Telkens word ik aangemoedigd door de 2 Vlaamse dames met hun volumewagen. Zouden hun mannen dan niet ver vóór mij rijden? Het wordt steeds frisser, ik vermoed zo’n graad per kilometer. Mijn zweet begint zelfs op te drogen.

Plots begin ik honger te krijgen en mijn waterbidons zijn leeg. Waar blijven de begeleidsters toch? Gelukkig zie ik de bomenrij open gaan en 200m voor mij herken ik Chalet Reynard. Een groot plein met auto’s en een heel lange bocht.

Ik ben nu 15km aan het klimmen. Hier moet ik aan eten en drinken geraken. Maar eerst en vooral aan een sanitaire stop. Ik vlieg het gebouw binnen en koop onmiddellijk drie “Marsen en een fles cola”. Enkele luidruchtige Hollanders vieren hun overwinning op de kale berg. Ze hebben zo te zien koud. Ze geven de raad “blijf niet te lang rusten man”

Na 20 minuten vertrek ik opnieuw.

Waar zouden mijn vrienden zich bevinden? Zouden ze gestopt zijn misschien? Neen toch!

Ik zal nog 5 minuten wachten en dan opnieuw starten.

Maar wel met mijn warme fietsvest aan, want de koude overvalt mij.

 

 

Net wanneer ik wil starten komt er een spichtige Vlaamse dame met een koersfiets vragen of ze met mij mee mag rijden. Haar man heeft haar uit het wiel gefietst en is vermoedelijk al boven.

De eerste honderden meters vorderen we goed door het kale landschap. Maar steeds meer komt de wind opzetten, het wordt nog frisser. Uiteindelijk is het vechten tegen de wind in plaats van tegen de helling. Wat een leven!

Gelukkig is het stijgingspercentage hier iets minder.

Als ik omkijk zie ik het grauwe gezicht van de vrouw die aan mijn achterwiel plakt. Ze heeft het duidelijk heel zwaar. Ik moet haar aanmoedigen. Ze mag niet loslaten. Ik blijf maar roepen, maar uiteindelijk, na een 10-tal bochten, wil ze niet meer verder.

 

Met de moed der wanhoop kan ik haar toch nog overtuigen opnieuw te vertrekken. Maar aan het monument van Tom Simpson is het gedaan…

Ze kan haar stuur niet meer vasthouden en haar benen willen niet meer ronddraaien.

Totaal uitgeput maakt ze rechtsomkeer.

 

Gelukkig zijn er enkele wagens gestopt. Een gedienstige toerist maakt nog een foto van mij bij het herdenkingsmonument van de ongelukkige Simpson.

 

Ik moet blijven vechten tegen de wind die alsmaar harder vanachter de bochten in mijn gezicht blaast. Het wordt ijskoud. Aan maximum 5km/h tracht ik nog net recht te blijven. Het is van bocht naar bocht korte sprongen maken.

Gelukkig zie ik tussen de neerdalende wolkensluiers de toren.

Juist voor mij valt er een naar beneden komende fietser, hij is door een windstoot omver geblazen.

 Gelukkig zonder erg want hij vertrekt opnieuw. Het zal straks opletten geblazen zijn!

 

En plots kom ik boven en hoor een uitbundig gejuich………Brigitte en Nicole staan samen met een aantal automobilisten te applaudisseren. Ik val bijna van mijn fiets.

 

 

Het is net 14h00 wanneer ik mijn fiets tegen de muur van het observatorium zet. Met een deken om mij, plof ik in de warme auto van Brigitte neer. En nu eten en drinken.

Ongelofelijk ik heb het gehaald!

 

Maar waar zijn mijn vrienden???  Een half uur later komt Hugo, grauw van de koude, boven. Minuten later Pol en daarna Robert.

Wat zijn we fier, het is een persoonlijke overwinning ………….

Dat we dat zouden klaarspelen, hadden we nooit durven hopen.

We hebben ons doel bereikt! We hebben de “reus van de Provence” bedwongen

We zullen de Mont Ventoux eeuwig als de “Col des Tempètes” blijven herinneren. We hebben de mythe overwonnen.

 

 

Ook mijn vrienden hebben het koud. Wat een geluk dat we ons kunnen opwarmen in de auto van Brigitte. Nog een paar foto-tjes en dan zo vlug mogelijk naar beneden. We spreken af, elkaar op te wachten aan de grens van Bedoin.

.

Heel voorzichtig beginnen we aan de afdaling…Het blijft stormen en de wolkenpluimen stromen ons voorbij.

 

Tot aan het Châlet Reynard dalen ik Robert en Pol heel dicht achter mij.

Maar eenmaal tussen de bomen laat ik de remmen volledig los en aan 74km/h suis ik door de ruime bochten. Wat een sensatie. De afdaling heeft ongeveer 20 minuten geduurd. Juist vóór ik Bedoin bereik, rijden Brigitte en Nicole mij voorbij. Pol komt 5 minuten later en ook Robert is daar heel vlug. Maar Hugo heeft het zeer behouden gedaan.

We willen op een zonovergoten terras een fris rosétje proeven.

Het is werkelijk genieten van onze prestatie. Hier zullen we nog jaren over spreken. Op het terras komen we een oude bekende tegen, onze Waalse vriend die ook in La Bégude de Mazenc in de chambres d’hôtes was.

Hij wil morgen de Mont Ventoux beklimmen, allé, veel succes.

 

Stilaan wordt het tijd om terug te fietsen naar Pernes-les-Fontaines. We willen het stadje nog bezoeken. Maar we stoppen eerst en vooral, aan het informatie- kantoor. Ik leg de juffrouw uit waar wij morgen ongeveer willen overnachten en wat onze wensen zijn. Enkele minuten later is alles geregeld. We worden morgenavond verwacht in “La Flambée” in Bonnieux het blijkt een hotel-restaurant te zijn en wel met prijskwaliteit. Ik bedank de mademoiselle.

Nu kunnen we met een gerust gemoed de historische dorpskern bezoeken.

 

 

Pernes-les-Fontaines ligt tussen Carpentras en l'Isle-sur-Sorgue aan de rivier de Nesque. Zoals de naam aangeeft is Pernes het dorp van de fonteinen. Er zijn er wel 40, zegt een dorpsbewoner. We doen een fietswandeling in de smalle straten en door een paar vesting poorten.

Het is echt een levendig Provençaals stadje met kleine, knusse winkels en terrassen

 

Stilaan wil Pol toch terug naar zijn Brigitje en wij volgen gedwee natuurlijk.

De dames zijn blij met onze thuiskomst en we worden nog maar eens uitbundig gefeliciteerd met onze dagprestatie. De dames hebben zelfs voor een frisse “Leffe” gezorgd……….En dat smaakt.

Nicole laat de decibels maar aanzwellen.

We genieten nog van een mooie kaastafel met een prachtig wijntje. We besluiten de avond met zware filosofische gesprekken. Uiteindelijk wordt het brabbelen en gaan we wijselijk onze bedden opzoeken. Het is toch nog wat nagenieten van onze prestatie vooraleer we in slaap vallen.

 

 

.

25-09-2008 om 11:18 geschreven door Via de la Plata


24-09-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12 Dag 9 La Bégude-de-Mazenc > Pernes-les-Fontaines

12 Dag 9  La Bégude-de-Mazenc > Pernes-les-Fontaines

 

Dinsdag 26 juni 2007Start :             

Afstand:   90km  Totale km: 991km                       

Mooi en zonnig  25C zwakke wind

                                       

Pol is vroeg op, het is vandaag een heuglijke dag voor onze makker!

Hij kan er niet over zwijgen! We hebben hem er veel mee geplaagd.

Want……… Hij zal vandaag zijn Brigittje terugzien.

We moeten onze vriend wat kalmeren. Rustig Pol, we komen er wel, eerst ons ochtendritueel. Onze kledij is mooi droog. De zon is van de partij en Agnes heeft een ontbijtbuffet klaar. Als we wat langer dan gewoonlijk blijven tafelen, voelt Pol zich wat beetgenomen. We zullen hem vandaag extra verwennen met ons geplaag…

 

 

Agnes, onze gastvrouw, is op de hoogte van ons spelletje met Pol. Ze doet graag mee met ons vertraging manoeuvre.

Agnes wilt zelfs nog een paar keer mee op de foto met die vier stoere fietsers. Om 8h30 stipt vertrekken we. We worden luidruchtig uitgewuifd door de andere gasten. Op het einde van de mooie oprijdreef moeten we toch nog een foto-tje maken. Eindelijk zijn we weg uit ons verblijf “La Piverdière”

(de groene specht) We waren hier zeer graag.

 

Wanneer Als we het dorp La Bégude verlaten, is het al na 100m klimmen geblazen. Zo’n 7km van 227m naar 511m tot Aleyrac met zijn Ruïnes de Prieuré . Op de top moeten we echt op adem komen. Zo’n vroege lastige beklimming hebben we helemaal niet verwacht. We houden een rustpauze tot iedereen aansluit. Na een sanitaire stop beginnen we aan een lange (8km) afdaling. Het gaat snel en we halen meer dan 65km/h. Enkele minuten later vliegen we door het dorpje Tauligan. Het is een middeleeuws aandoend plaatsje met enkele torens en een Romaanse kerk. Maar het is zo dood als een luis. Een korte stop en wegwezen hé Pol.

 

 

We blijven zwak dalen tussen de wijnvelden, en komen heel vlug in Valréas.

We zien borden met “Enclave de Papes” De stad was eigendom van de paus van Avignon. Deze enclave behoort tot het departement Vaucluse en toch zijn we in de Drôme. We rijden over de rivier Coronne en voorbij de kerk Notre-Dame-de-Nazareth. Er zijn vele mooie oude woonhuizen. Alles ziet er hier al heel mediterraans uit.

Maar, we moeten verder.

 

Nu blijft het vlak en we komen in La Baume-de-Transit. We zijn al 35km ver.

Door een oude poort bollen we het dorpje binnen. In een steegje vinden we een warme bakker. Na een korte pauze wil Pol weer vlug verder. Nu door Suze-la-Rousse met een vesting en een robuust kasteel. Hier willen we toch een aperitiefje nemen.

 

 

Ondertussen koop ik tomaten en fruit aan een kraam en daarna malse kaas in een buurtwinkeltje. Iets verder is het opnieuw klimmen, ’t zit een beetje in onze benen ’t gaat zeer traag bij iedereen.

Volgens onze gegevens zou dit de laatste klim van de dag moeten zijn. We koersen door Rochegude. Iets later kom ik alleen boven en duw nog wat door, hier rijden we al tussen de lavendelvelden.

Het is stil, bijna te rustig met een aangename temperatuur en een lekker zonnetje. In de afdaling moeten we het kalm aan doen. De weg is slecht en mijn vrienden blijven steeds verder achter.

Ik moet ze opwachten. Ondertussen sla ik een praatje met een typische Provençaler ………wat een fraai taaltje. De oude man beweert dat de lavendel in jaren zo mooi niet gestaan heeft en…………..hij kan het weten want hij is quatre-vingts. Nog wat gebrabbel, maar ik heb hem niet begrepen……..

 

Iets verder in Sérignan-du-Comtat, op een groen dorpsspeelplein bij een kleuterschool, kunnen we rustig eten. Maar wel onder toezicht van de kleuters. Om 13h30 wordt het plots muisstil, ze moeten hun klasje binnen.

Een half uur later vertrekken we ook.

 

 

We blijven maar licht dalen en vorderen nu heel goed. Plots komen we in een zeer grote verkeersdrukte. We zijn het echt niet meer gewoon. De auto’s komen van overal. Ze toeteren en zwaaien, maar we willen de Arc de Triomphe van Orange zien. Het lukt ons………..Hier verlaten we de vertrouwde “Groene weg naar de Middellandse zee” om in Pernes-les-Fontaines te geraken.

 

Nog 20 km Pol………….. en we zijn er……….hij moet nu kop trekken. Om 16h00 zijn we aan het toeristische bureau en 20 min later aan huize “Pirouf”. Wat een ontvangst, de dames hadden ons helemaal niet zo vroeg verwacht. Onmiddellijk moeten we een koele rosé wijn drinken. Lekker om onze dorst te lessen. Pol en Brigitte genieten van een emotionele knuffel, ’t zijn precies jeugdige tortelduifjes. We stellen ons voor aan de dames en algauw is “het Brugs” de absolute voertaal.

 

Odette, Nicole en Brigitte hebben alle inkopen gedaan. Pol zal straks het barbecuevuur voor zijn rekening nemen. Ondertussen wilt Odette  onze kledij wassen. We nemen een deugddoende douche. Terwijl de vrouwen nog genieten van de late zon, is Pol in actie met het vuur.

De wijn vloeit rijkelijk.

 

 

Ik moet overnachting voor morgen regelen. Enkele telefoontjes geven geen oplossing, de kamers in de Lubéron blijken meer dan 100€ per nacht te kosten.

Ik beslis morgen navraag te doen in het “Syndicat initiatieve” van Pernes-les-Fontaines. “Dat zijn dan maar zorgen voor morgen”…………

“Voilà ça sont des problèmes pour demain”

Een mooie Zuid-Franse gedachte!

 

 

Bij het ophangen van ons linnenwas, met zicht op de Mont Ventoux, krijgt Robert een lumineuze ingeving. “Zouden we morgen de berg niet beklimmen???”

Wat een stomme vraag…alhoewel !!!

Zowel Hugo als ikzelf zien het wel zitten………..Maar zullen we hier nog een 2° maal mogen overnachten? Vóór we starten met de barbecue, doen wij het voorstel. Iedereen is wild enthousiast en we kraken er nog een fles op.

De dames zullen begeleiders spelen en ons bevoorraden gedurende de beklimming. We blijven maar stoer doen en ons oppeppen. De decibels, maar vooral deze van Nicole, gaan de hoogte in.

We blijven met de nodige wijn doorpraten tot het donker wordt.

Maar na een poos wordt het brabbelen en we beseffen wat ons morgen te wachten staat.

 

 

Nu is het tijd om alles op te ruimen. We plaatsen de zonnebedden in de woonkamer.

Hugo, Robert en Bob krijgen de living als slaapplaats.

Heel vlug zitten we in onze slaapzak.

Enkele minuten later ben ik zelfs verplicht mijn oordoppen te gebruiken. Nog even en dan zal er waarschijnlijk een trio het snurkconcert verzorgen.

En nu maar dromen van de Mont Ventoux……….

24-09-2008 om 20:47 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11. Dag 9 Pajay > La Bégude-de-Mazenc

11. Dag 9 Pajay > La Bégude-de-Mazenc

 

Dinsdag 26 juni 2007

Afstand:        126km      Totale km:           901km      

Regen met soms zware onweersbuien 20C

Na 19h00 mooi zonnig en warm

 

We staan wat vroeger op, want vandaag willen we opnieuw wat meer kilometers maken. Onze gastvrouw zou de ontbijttafel gedekt hebben tegen 7h30.

Ze houdt woord. We krijgen in vergelijking met gisterenavond slechts een karig “petit déjeuner”. Ik moet op zoek naar iets meer. En ja hoor, in de keuken is toch van alles te vinden.

De keukenhulp is gedienstig en we kunnen met een goed gevulde buik vertrekken.

 

 

Na ons ontbijt wil ik toch nog vlug onze volgende overnachting, zo’n 120 km verder, reserveren. Het lukt wonderwel, na één telefoontje met de gsm, zijn er 2 kamers mét avondmaal besteld in een chambre d’hôtes te La Bégude-de-Mazenc. We worden wel om 18h00 verwacht, zoniet moet ik zeker verwittigen want “Madam” maakt tegen dat uur eten klaar voor de gasten.

 

Als we onze stalen paarden laden is het miezerig. Het is vertrekken met de capes aan. Het is wat vlak en vals plat tot aan het eerste dorp, Marcilloles, maar daar beginnen we aan een lange beklimming van 8km door een groot bos. Het is een militair oefenterrein met schietbanen. Er staan overal barrières, maar die zijn gelukkig allemaal open.

Heel vlug zijn we op een hoogte van 500m met een prachtig uitzicht.

Daarna is het geleidelijk dalen. Voorbij le Grand-Serre moeten we weer omhoog en over een bergrug tot Hauterives.

Hier zouden we moeten stoppen maar we vliegen in dalende lijn voorbij. We vorderen nu juist zogoed en we hebben echt geen zin om af te stappen.

Het dorp is bekend geworden door het “Palais-Idéal” gebouwd door een postbode rond het jaar 1900. Er zijn kastelen, tempels Châlets enz…. te bezichtigen.

 

Vanaf hier is het opnieuw klimmen naar Tersanne. Iets verder nog hoger naar de “Mont Froid” bij Bathernay en St-Donat. Nu is het wat uitblazen en inkopen doen. Het is nog steeds bewolkt en onweerachtig.

 

 

We dalen naar de dubbele stad aan de Isère, Romans-sur-Isère en Bourg-de-Péage.

Etenstijd !!! Op een aangenaam plein krijgen we, van de patroon van een druk café, de toelating om te picknicken op zijn terras. De man hoort ons Vlaams en beweert een oude voetballer van SK Lokeren te zijn. Wij moeten hem geloven want hij spreekt over heel wat zaken in het Gentse die wij ook kennen.

 

             

 

We hebben gelukkig droog kunnen eten. Na enige kilometers wordt het dreigend. Na wat stijgen en dalen, komen we in Chabeuil. Het wordt heel donker, er dreigt een onweer. Juist voor de beklimming van La Baume-Cornillane is het zover. Donder, bliksem en hevige stortvlagen komen recht op ons af. We moeten schuilen voor de regen. Als het wat rustiger wordt, willen we toch weer verder.

Ik wil mij deftig inpakken, de regencape over het stuur en met een elastiek samenhouden. Ook de regenkap op. Als we in formatie staan om de helling te beklimmen, sta ik zonder bril als 2° na Hugo. Ik vertrek maar Hugo blijft nog een fractie stilstaan. Ik moet remmen, tuimel rechts naast de weg en glijd zonder iets te kunnen ondernemen tot bijna in de naastgelegen gracht. Gelukkig in het malse gras.

 

 

Ik ben echter zo goed ingepakt dat mijn vrienden na veel gelach en plezier, mij moeten rechthelpen. Met hier en daar een schram en wat pijn aan beide knieën, kan ik weer vertrekken. Nu moeten we de borden “La Drôme à vélo”volgen. Het zijn zeer steile en bochtige beklimmingen. We blijven door een prachtige natuur stijgen met bossen links en vergezichten rechts……….Spijtig van het druilerige weer. We hebben echt geen geluk want de natuur lijkt hier buitengewoon mooi…………..

Het is constant regenkledij aan en af. Na een poos moet ik regelmatig wachten op mijn vrienden, de hoogtemeters en de afstand beginnen te wegen…………

 

 

Als we in Crest komen, aan de Drôme, weten we, dat we vanaf hier iets meer mediterrane trekken zullen krijgen. Bij Aouste-sur-Sye verlaten we de rivier de Drôme.

We zwoegen het dal uit langs een klein smal baantje naar de Pas de Lauzens.

Nog zwaarder wordt het als we vanaf hier klimmen naar de top van de “Col de Paturel” 575m.  Het lukt, maar het is zwaarder en langzamer dan gewoonlijk. We starten aan een gezapig tempo, toch gaat het te snel voor mijn vrienden, weer moet ik wat wachten op de top.

 

 

Iedereen is aan drinken toe en ondertussen bewonderen we de mooie rotsmassieven. Wat een uitzicht! We zien de uitlopers van de Vercors en de Vóór-Alpen. We weten dat er een lange moeilijke afdaling komt tot in Saoû.

Gelukkig is de weg wat opgedroogd. Aan meer dan 60km/h staan we enkele minuten later in Saoû, een stil en rustig plaatsje. Hier moet ik absoluut opbellen naar onze chambre d’hôtes-madam. En ja, het begint plots weer water te gieten, we moeten een 1/2h schuilen. Nadien volgt een korte schuilpauze op een boerderij…….We kunnen ondertussen een gezellig praatje slaan met de boer en de boerin. Doch plots klaart het uit, ja zelfs de zon komt piepen.

 

 

Over bijna vlakke wegen geraken we in La Bégude-de-Mazenc. Na wat zoeken en vragen geraken we op een grote boerderij. We worden begroet door Madame Aumont op haar Maison d’hôtes “La Piverdière”.

Fier toont ze ons de zeer mooie ruime kamers. We kunnen ook onze vuile natte fietskledij laten wassen.

 

Vóór we aan tafel gaan is het telefoon tijd. De thuisblijvers zijn zeer blij met onze seintjes uit het zuiden.

 

Madame Agnes nodigt ons uit. Om 20h00 is er een gezamenlijk souper in de ruime veranda. Ze beweert vandaag geen druppel regen gezien te hebben.

Fier wil ze eerst haar prachtige “Harley Davidson” laten bewonderen.

 

Samen met een Engels koppel fietsers, een Franse familie met twee zonen en een Waalse fietser, genieten wij van een typisch diner met veel wijn.

Nadien speel ik opnieuw “chef de fromage” en we helpen onze gastvrouw met het afruimen. Het wordt een lange gezellige praatavond met veel wijn en zware moeilijke gesprekken in het Frans,’t Engels en ’t Vlaams natuurlijk.

Iedereen wil zijn uitleg doen, maar we moeten de moeilijke toestand in ons landje wat “Expliceren”. Niet gemakkelijk………….

 

Na uren kletsen geraken we toch in ons bed.

Zouden we durven snurken? Oordopjes brengen redding……….

24-09-2008 om 20:43 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10. Dag 7 Pont d'Ain > Pajay

10. Dag 7  Pont d’Ain > Pajay

 

Zondag 24 juni 2007

 Afstand:   106km    Totale km:  775km                  

Weer:   Fris ’s morgens droog met zon overdag  Regen  ‘s avonds

                                     

Om 7h30 zitten we al aan tafel. Met naast ons een Franse fietser. Hij heeft al meer dan 2000km op zijn teller staan. Nu wil hij naar de oceaan fietsen via Bourg en Bresse. Maar met zo’n klein ontbijt zal hij niet ver geraken.

Wij zorgen voor een steviger ontbijt en vragen wel drie maal brood en croissants. We willen vandaag 100km verder geraken. Pajay is  100km dus telefoneer ik nu naar “Ma Petite Aubergue”  en bestel 2 kamers. We vertrekken weer met een gerust gemoed. Afrekenen en wegwezen.

 

                          

 

Pont d’Ain ligt op een verkeersknooppunt van autostrades (A40 & A404), de N75, een drukke spoorlijn en uiteraard de rivier de Ain. We blijven een groene vlakke vallei volgen. In Loyettes komen we aan de Rhône. Het is al een brede rivier. We zijn al 40km ver en ’t is tijd voor het inkopen van fruit, drank en een fruitmaaltijd.  We boffen vandaag: er staat een lekker zonnetje en wat sluierbewolking maar er is een aangenaam temperatuurtje van 24C.

 

 

Nu we de Rhône over zijn komen we in de Dauphiné, de poort naar het zuiden.

Het blijft nog 20km vlak maar in Le Bergeron-les-Quatre-Vies (wat een naam voor enkele huizen) moeten we langs een boerenwegel heel steil omhoog.

We volgen dit bochtige weggetje tot Vaulx-Milieu. Hier willen we inkopen doen en middagmalen. De plaatselijke bazaar gaat juist sluiten en met wat geluk geraken we aan brood, kaas, hesp en tomaten. Iets verder nodigt een oud dametje ons uit om haar terras, onder de lindebomen, te gebruiken. Het is een spraakwaterval. Ik krijg geen tijd om te eten, ze wilt alles weten.

 

 

Ik moet haar alles over onze reis en afkomst vertellen.

Het vrouwtje is zo gelukkig dat ze een paar flessen wijn uit haar kelder haalt en we moeten, willen of niet, alles uitdrinken. Terwijl mijn vrienden een rustpauze nemen, blijf ik maar in mijn beste Frans op alle vragen antwoorden. We krijgen nog wat wegaanwijzingen en met dikke kuiten zijn we terug op weg.

 

 

Een viertal korte klimmen doen pijn maar de prachtige natuur zalft. Wat moet je meer hebben? We blijven door een groen landbouwgebied fietsen en komen nu heel vlug in Arzay en na wat bochten in Faremans. Hier moeten we een vijftal kilometer weg van onze route, om in Pajay, ons hotel te vinden.

Toch blijft het zoeken, het piep- kleine dorp is uitgestorven en we kunnen nergens iets vragen.

 

En kijk, om 18h00 staan we plots voor een door klimop overgroeid gebouw, een roestig reclamepaneel doet ons vermoeden dat we de Auberge hebben gevonden. Als we binnenstappen, voelen we ons in een sfeer van zo’n 50jaar geleden.  Hier is de tijd echt blijven stil staan. Er zitten enkele dorpelingen aan de toog. Maar het hotel blijkt ook een restaurant, café kruidenierszaak en post te zijn. De dorpelingen lopen er binnen en buiten, iedereen is hier blijkbaar thuis.

We krijgen onmiddellijk een aperitief “ pastis 51”. Iedereen trakteert hier iedereen.

 

 

Onze gastvrouw, niet meer zo jong, zwaait duidelijk de scepter. Wij moeten mee en ze wijst ons onze kamers aan. De Watelles krijgen een grote kamer met 3 éénmans bedden. Pol en Bob een kleine kamer met één dubbel bed. Ik beslis straks in het 3° bed bij de broers te gaan slapen. Eerst de kledij wassen, laten drogen en een douche nemen. De madam zal om 20h30 het souper opdienen. We krijgen één uur om ons klaar te maken.

In het restaurant zijn 3 tafels bezet.

Een gast, 2 jonge dorpelingen en wij.

Madam komt ons zeggen wat we zullen krijgen. Er is geen keuze ’t is dat of niets. Wij hebben honger en dorst, dus laat maar komen. Vlug komt er wijn en brood, dan “Terrine de viande” met een salade. Daarna “Poulet aux écrivisses”

Een grote stoofpot met kip, rivierkreeftjes en allerhande groenten. We laten het ons smaken en het is werkelijk om je vingers af te likken. Madam denkt dat wij nog niet genoeg gekregen hebben en brengt nog een tweede stoofpot. Met een overvloed aan eten en drinken geraken wij na een lange babbelavond een beetje versuft en moe in ons bed.

Dromen, maar niet snurken aub. Dank U……………

 

 

24-09-2008 om 11:21 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 Dag 6 Arbois - Pont d'Ain

9. Dag 6 Arbois > Pont d’Ain

 

Zaterdag 23 juni 2007

Afstand: 137km    Totale km:   669km                 

Weer:    Fris  ’s morgens droog overdag en zon ‘s avonds

 

Het is niet verwonderlijk dat ik al heel vroeg wakker word. Vandaag komt er een zeer zware dag. Gelukkig hebben we gisteren heel wat kilometers goedgemaakt. Maar nu moeten we er nog veel meer doen en we vermoeden dat ze zeer zwaar zullen zijn. Stiekem heb ik de “Hoogteprofielen” bekeken en ’t zal niet van de poes worden. We moeten nog 37km inhalen.

Straks bij het ontbijt zal ik mijn maten moeten inlichten. Zullen we het halen?

7h30 afspraak in het restaurant, we doen ons tegoed aan een uitgebreid ochtend buffet, er is werkelijk van alles. Zo’n buffet hebben wij in Frankrijk nog nooit meegemaakt. Wanneer we ons laatste kop koffie drinken bespreek ik het programma voor vandaag………niet talmen om te vertrekken is de boodschap!

 

 

Om 8h30 worden we door enkele vroege hotelgasten uitgewuifd.

Gelukkig zijn de eerste 15 km vlak. We rijden door grote wijngaarden.

Overal zien we enorme reclamepanelen die verwijzen naar het wijngoed “Henri Maire”.Als we na een uurtje het stadje Poligny uitrijden weten we wat er komen zal.

Een klim van 4km van 257m naar 605m. Vlug op de kleinste plaat en ons ritme zoeken. Ik hoor iedereen achter mij al zuchten en puffen in de eerste bocht, maar we moeten omhoog. Het is een gelijkmatige klim aan 10,5%. Wonder boven wonder kan ik mijn ritme aanhouden tot op de top. We komen in het gehucht Plasne.

Het is wel een tijdje wachten op de achtervolgers. Pol en Robert komen samen boven maar voor Hugo blijkt het zeer zwaar te zijn. Rood aangeslagen komt hij, luid aangemoedigd door ons, eindelijk boven. Hier is het wat rusten, drinken en op adem komen.

Hier boven zijn we op een plateau met een Jura-landschap. Bos en weiden wisselen elkaar af. Vijf kilometer verder komen we aan de “Cirque de Ladoye”

Op het einde van een grote parking zien we, een zeer diep trechterdal met een rivier vol kolkend water.

Boven op het plateau is het ook nog voortdurend stijgen en dalen. Juist voorbij het dorpje Châtillon krijgen we weer een helling. “Col de la Percée” .

Vanaf hier hebben we zicht op de dieper gelegen rivier de Ain, en genieten we van adembenemende vergezichten. We houden geregeld pauze en bewonderen de prachtige natuur. Voor ons is dit een onbekend deel van Frankrijk.

 

Vanaf Pont de Poite, waar we onze inkopen doen, gaat het zwak naar omlaag.

Niettegenstaande onze regelmatige kijkstops vorderen we heel goed.

We volgen nu links van ons al kilometers lang een breed kronkelend meer. “Lac de Vouglans” Regelmatig komen we tegenliggers tegen. Wat denk je? Het zijn natuurlijk allemaal Hollanders, met pak en zak. Het zijn verwoede kampeerders, we zien dat ze zelfs klapstoelen op de bagagedragers meevoeren. Wat is dat allemaal zeg!

Na wat praatjes en foto’s willen we opnieuw vlug vertrekken. “ Jullie naaien elkaar op” beweert een van de Nederlanders…………….

 

 

Vanaf La Tour-du-Maix naar Onoz wordt het weer deftig klimmen; zo’n 3 tal km aan 10%. Maar enkele kilometers verder worden we getrakteerd op een van de mooiste uitzichten. De kronkel bij Cernon doet ons bij de “Barrage de Vouglans” belanden. Als bouwkundige wil ik er alles van weten. Gelukkig is er een groot bord waar alle bouwconstructies overzichtelijk worden uitgelegd.

 

 

Vanaf deze stuwdam blijven we in dalende lijn de “Gorges de l’Ain” volgen.

Een erg kronkelende mooie weg langs groen en rotsen. Regelmatig lassen we korte pauzes in. De uitzichten zijn te mooi om er voorbij te vliegen. En………….we willen regelmatig de innerlijke mens versterken. Ons fruit geraakt echter snel op.

In Bolozon moeten we inkopen doen. Eten- en drankvoorraden zijn opgebruikt.

Het is altijd aangenaam om in een dorpswinkeltje binnen te stappen.

De dorsbewoners hebben tijd zat en willen een babbeltje slaan. We worden meestal met ongeloof bekeken als ze horen welke tocht wij doen.

Om 19h stormen we Pont-d’Ain binnen. Op de hoek van een zeer drukke hoofdbaan, de N75 zien we het hotel “Les Alliës”. Gelukkig heeft het hotel ook een café, want we moeten dringend onze vochthuishouding op peil brengen.

De vriendelijke cafébaas is ook hotel- eigenaar. We krijgen 2 deftige kamers en zijn een uur later klaar om op stap te gaan.

Er heerst hier ook weer een feestatmosfeer. En jawel, hier vieren ze vandaag de overgang van lente naar zomer………een echte volkskermis.

Heel vlug vinden we een restaurant met een sfeervol overdekt terras.

Grote honger en dorst doen ons onmiddellijk beslissen……..”cuisse de grenoulles” daarna “poulet de Bresse” en heeeeel veeeel wijn van de streek.

 

 

We geraken maar niet uitgepraat over de mooie lange en zware rit van vandaag.

Maar na een tijdje wordt alles een beetje verwarrend. Blij dat we opnieuw op schema zitten slenteren we naar het hotel.

Oordopjes in en………..slaapwel.

24-09-2008 om 10:49 geschreven door Via de la Plata


23-09-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8. Dag 5 Port-sur-Saône - Arbois

8. Dag 5 Port-sur-Saône -  Arbois

 

Vrijdag 22 juni 2007

Afstand:  122km  Totale km: 532km                

Weer:  Zeer veel regen  gedurende rit   met 2 à 3bf tegen

           ’s Avonds bewolking maar droog

 

 

Het regent als we wakker worden. Vlug inpakken en wegwezen is de boodschap.  Ook de broers denken er zo over. Het ontbijt …. Een echt “petit déjeuner” moeten we in ’t café nemen. De norse patroon en enkele stamgasten hebben het druk met de tierc酅….Ik waag het toch hem lastig te vallen en bij het afrekenen vraag ik hem “of hij voor ons een hotel kan reserveren ergens rond Arbois”. Zonder woorden neemt hij zijn telefoon en bestelt 2 kamers, hij kriebelt wat op een blad. Voilà, wij worden tegen 18h00 verwacht in “Hotel des Cépages” in Arbois……….Hij is blijkbaar toch nog zo onaardig niet.

 

 

Na een hevige bui vertrekken we uit Port-sur Saône over de bruggen op het jaagpad naast de rivier. We blijven het water volgen. Heel vlug zijn we in Scey-sur-Saône maar wel in de gietende regen.

Stilaan wordt het opnieuw op en neer.

In de verte ontwaren we de Vogezen.

 

 

We kennen ons fietsprogramma, het wordt een automatisme. Meestal nemen Robert of ikzelf de eerste 20km voor onze rekening. In strak tempo ongeveer een uur. Hugo heeft het steeds moeilijk om op temperatuur te komen, daarna worden we meestal door Pol afgelost. De beklimmingen worden gewoonlijk door Robert of Pol op gang getrokken.

En toch kunnen zij het tempo niet aanhouden. Heel anders dan de vorige jaren kan ik het wel en draai soepel en klein, mijn vrienden moeten mij telkens laten gaan. Op de top wacht ik. Hugo, de superklimmer van 2 jaar geleden, ziet af.

Zijn conditie is duidelijk veel minder dan op onze Pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Maar klimmen en dalen is elk voor zich, wachten boven en beneden is de boodschap.

 

 

Op de middag zijn we in Marney. Daar doen we inkopen.

Als we in het dorp een gezellig particulier terras zien, vraag ik de bewoner om het te mogen gebruiken. Er is geen probleem. Onder dreigende regenwolken kunnen wij toch ons middagmaal nemen.

 

 

Marney ligt heel hoog op een rotsmassief. Er zijn enkele overblijfselen van versterkte muren te zien, maar alles is troosteloos door de regen.

Voor we opnieuw vertrekken moeten we toch nog schuilen voor een hevige bui.

 

In strak tempo vorderen we goed. De hellingen zijn steil maar kort. Na een tijdje heeft iedereen het door. We kunnen na wat bijtrappen in de afdalingen de top van de volgende helling halen. Zo ontwikkelen we een grotere gemiddelde snelheid.

 

We kruisen enkele rivieren de “Ognon” de “Doubs” en de “Loue” We blijven een tijdje deze rivieren volgen tot voorbij de “Grottes d’ Osselle”. De grotten zijn te bezoeken. Anderhalfuur is voor ons te lang, we willen verder.

 

Nadien rijden we langs enkele meertjes en steengroeven tot Arc-et-Senans.

Hier zien we al heel wat wijnvelden de beroemde “Vin fou d’Arbois”

Nog twee klimmen en we zijn in Villette-lès-Arbois.  

 

Toch moeten we een eindje weg van onze route. Gewillig wordt ons de juiste weg naar het hotel gewezen. Om 18h00 zijn we er. Hier, heel anders dan gisteren, krijgen we een hartelijke ontvangst. De receptionist is benieuwd wat die 4 fietsers wel doen. We krijgen 2 mooie kamers in het relatief nieuwe weghotel.

Ondertussen laat ik de man overnachting voor morgen opzoeken in Pont-d’Ain. Daarna wat telefoons naar het thuisfront. En het dagverslag pennen.

 

 

Wanneer we terug beneden komen, na onze was- en plaspartij, heeft de vriendelijke heer des huizes een reservatie klaar voor morgenavond. Alles staat mooi op een uitprint.

Tevens prijst hij ons voor deze avond om te souperen, het restaurant “Au Caveau” aan.

Na zijn vriendelijke hulp kunnen wij moeilijk anders….en hij bestelt een tafel voor ons.

 

 

Het restaurant is wat te chique naar onze normen maar de grote honger doet ons toch blijven. Al bij al valt het nog mee, we nemen het ménu met typische gerechten en natuurlijk een paar flessen Vin d’Arbois, een diep gele wijn.

We overleggen hoe we de volgende dagen onze ritten zullen indelen.

Als we morgen in Pont d’Ain aankomen zijn we opnieuw op schema.

Moe en voldaan strompelen we, het is nochtans een mooie wandeling, terug naar ons hotel. Het is al heel stil en enkele minuten later liggen we al in dromenland.

 

 

.

23-09-2008 om 23:05 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

7. Dag 4  Darnieulles - Port-sur-Saône

 

 

Donderdag 27 juni 2007

Afstand:    97km  Totale km:  410km

Weer:         Zeer veel regen  met 3bf tegen                       ’s Avonds stralende zon en droog 

 

 

Om 5h00 ben ik al wakker. Ik moet de ronkende muggen verjagen…..

Toch voel ik mij goed uitgeslapen.

Mijn vrienden liggen nog in dromenland. Ik overloop nog eens onze bewogen dag van gisteren. Ik voel mij verantwoordelijk voor de geleden moeilijkheden………..Gelukkig hebben mijn vrienden alles goed en zonder enige negatieve opmerking verwerkt. Maar vandaag en de volgende dagen wil ik bij voorbaat weten waar we zullen overnachten. Ik wil tegen de middag een slaapplaats gereserveerd hebben. Dat moet kunnen……Samen met mijn makkers zal ik straks een nieuw schema opstellen.

 

 

Om 6h30 is Hugo ook al op, Robert en Pol volgen vlug.

De regen klettert tegen de ramen, wat gaan we vandaag beleven?

Om 7h15 zitten we al in de keuken te ontbijten bij madame Cossin.

De bejaarde vrouw wil ons super verwennen, we krijgen van alles in overvloed.

Ze maakt zelfs spek met eieren.

Nadien overlopen we onze reisweg. Om terug op de “Groene Wegen” te geraken kunnen we best rechtstreeks naar Darney rijden. Zo’n 30km langs de D6,  een drukke departementale verbindingsweg. We besluiten ook wat minder kilometers te maken vandaag. Port-sur-Saône +/- 100km lijkt ons genoeg.

Onze gastvrouw verzekert ons dat wij daar heel gemakkelijk slaapgelegenheid moeten vinden………Deze stad aan de Saône is volgens haar een toeristisch centrum. Na een kleine rondleiding verlaten we de oude watermolen………

Madame Cossin blijft ons enthousiast uitwuiven. Het is dan 8h30

Heel vlug vinden we de D6 en in de gietende regen voel ik mij geroepen om kop te trekken, mijn vrienden laten zich gewillig meedrijven. Zonder veel woorden en in zeer strak tempo zijn we in minder dan 1h1/2 later in Darnay.

 

Na een paar vragen, sturen ze mij naar “La Mairie” daar is het “Syndicat Iniative”. Twee jonge dames zitten drukdoende achter hun PC. Doch al vlug komt er een nonchalante heer naar mij toe. Monsieur le maire wil graag weten wat ik wens. Ik leg hem onze ervaring van gisteren uit.

Hij gebied onmiddellijk aan een van de dames twee kamers te reserveren in “Hotel des Voyageurs”in Port-sur-Saône. Hijzelf kent het hotel, zegt hij, we zullen tevreden zijn……Afwachten! Ondertussen krijg ik een uitprint van de juffrouw. Alles is dik in orde…..mijn vrienden kunnen het met moeite geloven.

 

 

Als we, na wat zoekwerk, het stadje uitrijden, begint het weer hard te regenen.

Pol neemt resoluut de kop van het peloton en hoort ons niet als wij onze capes willen aantrekken. We zien hem een helling opklauteren en dit zonder het roadboek te raadplegen. Enkele minuten later zijn we hem uit het oog verloren.

We moeten naar links afslaan en Pol is alleen op pad en totaal verkeerd.

Ik houw een voorbijkomende wagen tegen en vraag aan de dame om de eenzamer fietser tegen te houden en terug te sturen. Tien minuten later zijn we weer met vier.

Het blijft heuvel op en af en toch verandert het landschap. De hellingen lijken langer maar minder steil. Wij zijn ook de Franse waterscheidingslijn voorbij. Vanaf hier stroomt het water via de Rhône in de Middellandse zee.

Het wordt tijd om inkopen te doen maar er is helemaal niets en toch, bij enkele huizen zien we een winkelwagen…..vlug ernaar toe. De oudere mensen blijven even praten en willen onze plannen kennen. Ze trotseren de regenbuien en blijven maar vragen stellen………

Veel vreemd volk zien ze hier blijkbaar niet. We doen meerdere klimmen en in Vougécourt bij een mooie bebloemde overdekte wasplaats is het eten en schuilen.

 

In Amoncourt is het weer omhoog zwoegen, maar de laatste kilometers gaan snel.

In dalende lijn komen we aan de Saône.

Om 16h30 zijn we aan het hotel.

Het is niet te geloven de zon is zelfs van de partij. Maar binnen bij de receptie is er geen zon.

Een norse patroon die zonder veel woorden mij 2 kamersleutels toegooit………Wat een humeur en ondertussen blijft hij maar telefoneren.

Als ik vriendelijk vraag waar we onze fietsen kunnen stallen wijst hij naar een gang achter het hotel. Wij zijn oud en wijs genoeg om ons plan te trekken.

 

Na een douche en onze dagelijkse was………Die wat intenser is dan de vorige dagen, gezien de modderspatten. Gaan wij op wandel. Port-sur-Saône is een centrum met veel winkels. Het is er druk want alle verkeer, ook de zeer grote vrachtwagens moeten door de hoofdstraat. De enige mogelijkheid om over de Saône te geraken, is via een oude stenen brug.

 

 

We doen natuurlijk wat terrasjes en nemen heel wat foto’s. Het thuisfront is benieuwd naar de toestand van het viertal. Het wederzijdse gemis is groot.

Aan de rivieroevers is men stalletjes en kiosken aan het opbouwen.

Als ik enkele mensen uitleg vraag blijkt er vanavond een cultureel feest op getouw te staan, dit ter gelegenheid van de overgang van lente naar zomer. Het zonnewendefeest dus. We worden uitgenodigd. Maar eerst het souper…. Iedereen stuurt ons terug naar ons hotel daar zou het beste restaurant van de stad zijn. Terug dus, we negeren de patroon en stappen een achterin gelegen zaal binnen. Het is al druk, hier worden wij wel zeer vriendelijk ontvangen……..Maar alles moet heel snel gaan. De dienster ratelt het menu af met enkele opties en wil onmiddellijk weten wat wij willen. Keuze is vlug gemaakt we willen het meest typische van de streek. We krijgen een prachtige maaltijd met als apotheose een kaasdessert. Ik word door de dienster uitgenodigd om mijn vrienden te bedienen…….Dat moet ze geen tweemaal vragen! De borden worden overvloedig gevuld. Nu ben ik “chef de fromage” De voorbijkomende norse patroon, kan het niet appreciëren………Maar de dienster wuift zijn opmerking lachend weg. Wat een feestelijke avond met veel ambiance. Na het overvloedige maal doen we nog een avondwandeling en genieten van het volksfeest.

Na een tijdje voelen we ons moe en verlangen naar een rustige nacht.

Hopelijk geen gesnurk, toch maar de oordopjes voorzien. Slaapwel!

 

 



23-09-2008 om 22:29 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 Dag 3 Chateau salins - Darnieulles

6. Dag 2 Château-Salins -  Darnieulles

 

 

Woensdag 20 juni 2007

Afstand:  144km Totale km:              313km

Weer:     Zon maar af en toe regen 22C  Zijwind 3 à 4bf   

 

  

 

Na de goede nacht van gisteren hebben we eens te meer prima geslapen. Voor mij is dit wel uitzonderlijk. Goed slapen in een vreemd bed is niet zo evident.

Ook mijn vrienden zijn prima vorm. We zorgen ervoor dat we om 7h45 van het sportcentrum wegrijden, om stipt om 8h00 te kunnen ontbijten.

 

 

Het Nederlandse paar de Boer staat al vertrekkensklaar. We kunnen ze nog net uitwuiven. Ondertussen heeft Michèle enkele lekkere roereieren klaargemaakt.

Zij is zelf ook fietser, dus weet ze heel goed dat een flink ontbijt nodig is.

Fier toont ze haar koersfiets en bespreekt de te volgen weg.

Iets na 8h30 nemen we afscheid van Michèle en Gilles. We vertrekken onder lichte bewolking richting N74.

 

 

We moeten deze drukke National ongeveer 5km volgen tot Chambrey. Het is meteen ook een lange klim. We blijven rustig in formatie en dalen naar de rivier de Seille. Vanaf de brug volgen twee nijdige klimmen. Hugo heeft het eerste fietsuur het steeds moeilijk en ik moet het tempo wat temperen. We kabbelen rustig verder omhoog en omlaag.

Om 9h45 zijn we midden in de velden bij een “uitkijkpunt”. Hier zijn alle belangrijke plaatsen van “La Lorraine” mooi aangegeven. Goed voor een sanitaire stop, wat foto’s en drank. Ondertussen is het wat frisser geworden. Er komen meer en meer wolken opzetten.

We hebben vandaag de zon nog niet gezien.

Gelukkig hebben we de wind zijdelings.

 

 

Nu is het dalen tot Maixe. Daar rijden we over de Marne. Daarna wat omhoog en omlaag we komenaan in Lunéville. Dit is de eerste echte stad op onze route.

Recht tegenover het château is er een uitnodigend terras.

Juist op het ogenblik dat we toekomen, zien we onze Nederlandse vrienden

de Boer vertrekken. We genieten van een dik verdiende verfrissing en kunnen ondertussen het kunstige bouwwerk bewonderen. Het lijkt wel een beetje op Versailles met een imponerend ruiterstandbeeld ervoor. Achter het immense gebouw zien we grote tuinen.  Bij de eerste regendruppels springen we terug op de fiets……….In snel tempo verlaten we het drukke stadcentrum en zoeken naar een grootwarenhuis om inkopen te doen. Als we de rivier Meurthe oversteken komen we terug in een groen gebied.

 

We besluiten tot het volgende dorp door te rijden en daar inkopen te doen.

Maar er is geen enkele winkel te bespeuren. Gelukkig zien we een rijdende winkelauto en kunnen zachte kaas, tomaten, drank en fruit kopen. Brood moeten we in het plaatselijke café halen. Iets verderop kunnen we bij een waterzonnetje aan een picknick-tafel ons middagmaal nemen. Pol en Robert hebben nadien nood aan een middagdutje.

 

 

Om 13h30 vertrekken we opnieuw. We moeten wat temperen. Want op onze derde fietsdag blijkt, dat de vermoeidheid wat groter wordt. Ook onze aandacht is wat verminderd en we rijden een 15-tal km verkeerd. Gelukkig hebben we het heel vlug opgemerkt. Na een wat steilere helling, moet Robert bruusk van de fiets. Een heldere knal, er is achteraan een spaak gesprongen. Gelukkig heeft Hugo enkele reserves mee. De handige Robert klaart de klus op in een klein half uur.

Ondertussen gaan Pol en ikzelf water halen bij een nabijgelegen boerderij.

Maar het vieze goedje is niet te drinken. Het smaakt naar ijzer……….Terug uitgieten dus. Voor we vertrekken laten we de door ons vers geplukte kersen smaken. Maar verder rijden zonder water zal een ramp worden. In het eerstvolgende piepkleine dorp zoeken we een winkel. Het dorpje lijkt echter kompleet uitgestorven. Als we aan een dame de weg vragen, is Pol bij de pinken en vraagt haar ook wat water…………..we kunnen gelukkig  enkele flessen kopen. En nu wegwezen, we hebben tijd genoeg verspeeld!

 

 

Aan een rustig gangetje bereiken we Charmes. Voorbij de brug over de Moezel zijn er enkele uitnodigende terrassen. We kunnen het niet laten en in de lekkere zon genieten we dankbaar van een verfrissing.

Ook onze fruitvoorraad slinkt aanzienlijk.

Het is nog wat te vroeg om te stoppen, we willen ons schema aanhouden en trachten Les Vallois te bereiken maar dat blijkt nog 40km en de vermoeidheid begint zich te laten voelen. De snelheid is eruit en ik beslis slaapgelegenheid te zoeken. Na enkele keren vragen aan de plaatselijke bevolking worden we een 5-tal km van onze route een landweg ingestuurd. Maar als we daar toekomen is de dame niet bereid ons kamers te verhuren………. Aandringen helpt niet en we moeten opnieuw op zoek. Na een ½ uur sturen ze ons naar Dompaire. Dit is een wat groter dorp een 12 tal km weg van onze route. Het wordt ondertussen 19h en de tijd begint te dringen.

 

 

We vliegen Dompaire binnen en algauw vinden we het aangewezen hotel.

Ramp, geen enkele kamer meer vrij. De eigenaar doet na wat aandringen enkele telefoontjes. Plots komt hij met het triestige nieuws dat hij in een straal van 50-km geen enkele vrije plaats meer kan vinden. Er blijkt een congres van jonge boeren te zijn en alles is afgehuurd. Wat nu ???

 

Ik laat mijn vrienden achter op het hotelterras en ga opzoek. Vóór wij in de dorpskom kwamen reden we voorbij een sportcentrum. Daar is misschien een mogelijkheid? Wie weet…………..Net wanneer ik het op rijpad naar de sportzaal oploop begroet ik een familie die gezellig aan het barbecuen is. Ik wens ze “bon appétit” En ja, een van de mannen biedt mij een glas wijn aan. Ondertussen vertel ik ons probleem. Eén van de dames springt recht en belooft mij stellig een slaapplaats voor ons te versieren. Ze vliegt haar huis binnen en komt met 2 telefoonlijsten terug. Ze duwt één van de bladen in mijn handen en gebiedt mij de nummers één voor één op te bellen. Ook zij begint met haar gsm te telefoneren.

Na ongeveer 15min. doet ze mij stoppen en duwt haar gsm in mijn handen.

Er is ergens plaats. Ik moet met de dame aan de ander kant van de lijn afspreken.

 

Madame Cossin legt mij in goed verstaanbaar Frans uit hoe ik haar Chambres d’hôtes in Darnieulles zo’n (15km verder) kan bereiken. Ik noteer alles en beloof haar, nadat wij gegeten hebben (ongeveer binnen 1h1/2) bij haar toe te komen.

De helpende familie is dolgelukkig en de heer des huizes legt mij met veel gebaren uit hoe we Darnieulles kunnen bereiken. Hij meent dat het minstens één uur fietsen is.

Gelukkig als een kind loop ik tot bij mijn wachtende vrienden.

Ondertussen is Pol ook op zoek en hij is zelfs tot bij de pastorij gegaan.

De pastoor was niet thuis, maar Pol weet wel waar we kunnen eten.

 

We vliegen een druk bezet eethuis binnen. Ik leg ons probleem uit aan de patron en ja we worden heel vlug bediend. Maar toch moet ik madame Cossin  opbellen om haar te verwittigen dat wij iets later zullen toekomen. Enkele eetgasten tonen ons een nog kortere weg.

Daar gaan we dan, op hoop van zegen. We volgen een rechte betonbaan, maar als deze ten einde loopt zijn we de weg kwijt……..geen enkele wegwijzer toont ons de richting naar Darnieulles en het begint donker te worden.

 

Een telefoon naar de gastvrouw moet de oplossing bieden.

Ik vraag haar ons te komen escorteren en wij zullen op het kruispunt blijven wachten. Als ik de vrouw vraag naar welke auto ik moet uitkijken, geeft zij mij volgend antwoord: “je ne connais pas la marque mais c’est une grise”

 

Een 1/4h later volgen wij inderdaad een grijze Opel. Onze gastvrouw heeft haar zoon opgeroepen en die doet ons aan 25km/h langs kleine weggetjes op en neer koersen. Om 23h zijn we ter plaatse aan “Le Moulin Vaudrillot”.

 

 

 

We krijgen een zeer grote zolderkamer met één dubbel en twee enkele bedden en een goed verzorgde badkamer. We beseffen maar al te goed dat we geluk hebben gehad. Heel vlug zitten we na een douche onder de lakens.

Iedereen is moe, het wordt muisstil………….Toch doe ik mijn oordopjes in………….Je weet maar nooit. De spanning valt weg, maar ik blijf toch nog een uur woelen. Morgen wil ik het absoluut anders aanpakken……….

23-09-2008 om 18:43 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.05 Dag 2 Thionville - Chateau Salins

5.  Dag 2  Thionville>Château-Salins

 

Dinsdag 19 juni 2007

Afstand:                   97km  Totale km:              169km

Weer:                        Zonnig  24C  geen wind

 

Goed uitgeslapen, zonder snurken………….Noch Pol, noch ikzelf hebben iets gehoord ofwel hebben we uitstekende oordopjes!!!

Om 8h hebben we afgesproken om het ‘petit déjeuner” te nemen. Hugo en Robert zijn ook al in de eetzaal……….Het is inderdaad

petit le déjeuner maar daar weten we wel raad mee……….Na wat vragen en aandringen, mogen we in de keuken alles nemen wat we wensen. We zullen de eerste uren zeker geen honger hebben.

 

 

Om 9h00 staan we klaar om te vertrekken. De hotel receptionist raadt ons aan via Stuckange, Distroff naar Metzervisse te rijden. Daar geraken we zonder omweg en langs rustige wegen terug op onze route.

De natuur is afwisselend, maar zeer landelijk. Steeds moeten er korte hellingen genomen worden. De opeenvolging aan klimwerk kruipt stilaan in de benen. Wanneer we op een top halt houden, zien we nog steeds in de verte de centrale van Catenom.

 

 

Vanaf Bettelainville moeten we een flinke klim nemen naar Vigny. Boven genieten we van het mooie uitzicht. Het wordt warmer, zo’n 24 à 25C. De zon brandt en het is zweten en drinken. De dorpjes liggen telkens in een dal en zien er erg ontvolkt uit. Gelukkig kunnen we rond 11h30 inkopen doen in Landovillers.

Nu volgt er een serieuze klim naar Courcelles-Chaussy waar alles dood en verlaten lijkt……………We hebben 55km op ons tellertje en zijn aan wat rust toe. Bij een sportterrein onder enkele grote bomen vinden we een geschikte picknick plaats. Stokbrood, kaas, worst, tomaten en een fles wijn………wat moet je meer hebben.

Na een poosje komen er een paar auto’s naar de “chalet” op het nabij gelegen voetbalveld………….Benieuwd ga ik even kijken. Een vijftal mannen bouwen een barbecue feest.

 

 

De mannen zijn nieuwsgierig naar onze plannen en nodigen ons uit om iets te drinken. Dat moeten ze natuurlijk geen tweemaal vragen.

Mijn vrienden komen één voor één binnen en we verbroederen met de plaatselijke genieters………..leven als god in Frankrijk noemen ze dat!!!!

 

Maar…………na een uurt moeten we onze nieuwe vrienden verlaten. We willen ooit nog in Nice geraken. De mannen wensen ons “Bon voyage et beaucoup de courage”  daar gaan we dan!

 

Olala, dat doet pijn in de kuiten. We sleuren ons met een slakkengangetje omhoog.

De korte klimmetjes vertragen ons tempo en het landschap wordt eentonig. Hier en daar zien we een grote boerderij en graanvelden. Soms is er ook een bos waar de koelte deugd doet.

 

Na een paar piepkleine uitgestorven dorpen dalen we heel snel naar Château-Salin. Zullen we hier overnachten ???  Enkele dorpsbewoners verwijzen mij naar het marktplein, wanneer ik naar een hotel vraag. Naast de kerk bevindt zich Gîte d’etape “Au Bon Accueil” maar “oh ramp” alle kamers zijn bezet!

Geen nood, de bazin zoekt wel iets voor ons. Ondertussen kunnen wij onze dorst lessen.

Madame Michèle doet enkele telefoontjes en meldt ons dat er een verantwoordelijke dame van het sportcentrum ons kamers kan bezorgen enkele kilometers buiten het dorp. Na een ½ uurtje komt de vrouw ons ophalen. We volgen haar auto en klimmen naar het sportcomplex.

We krijgen in het bijgebouw 2 kamers en we kunnen gebruik maken van douches en toiletten.

Voor 10€pp zijn we gehuisvest………..je moet maar geluk hebben zeker!

 

 

Het is ondertussen 18h30 en na het douchen en een waspartij doen, kunnen we onze fietskledij laten drogen op een lijntje in de zon.

Zoals beloofd aan de patroon Gilles van “Au bon Accueil” gaan we tegen 19h30 daar ons avondmaal nemen.

Een gezellig souper samen met de andere hotelgasten. Het Nederlandse paar

de Boer, ze doen ook de groene route, maar slechts tot de Camarque en met de tandem. Verder nog een fietsende Duitse dame, zij fietst alleen “Le tour de Lorraine”. Verder nog twee Franse heren en bazin en baas Michèle en Gilles.

 

 

Het wordt eten en drinken a volonté.

Echt op zijn Frans zonder veel tralala maar goed en voedzaam. Aperitief, voorgerecht, hoofdschotel, dessert, enkele flessen wijn en een dégustief alles samen 84€ voor ons vier. Iedereen blijft lang napraten. Er wordt in een mengeling van Frans Nederlands en Duits gesproken…. Iedereen verstaat iedereen……. Gilles en Michèle besluiten morgen de afwas te doen en blijven gezellig meekletsen en drinken.

Maar we krijgen slaap en willen naar ons bed. Het begint bovendien al donker te worden ook.

We beloven morgenvroeg hier ons ontbijt te nemen.

Rond 23h30 geraken we onder de dekens

23-09-2008 om 18:06 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.04 Brugge/Arlon - Thionville

4. Dag 1 Brugge/Arlon > Thionville

Maandag 18 juni 2007

Afstand: 72km

Weer: Zonnig 22C zwakke tegenwind 2à3bf

Zoals elke keer als er een avontuur start, heb ik te weinig geslapen.

Is alles wel goed voorbereid? Heb ik alles mee? Ben ik niks vergeten?

7h ik kan eindelijk opstaan………..alles gaat nu vliegensvlug.

Broodjes bakken, wassen, scheren en een flink ontbijt.

Om 8h15 zijn de broers Hugo en Robert daar al. Vlug nog wat koffie!

Pol laat wat op zich wachten…………..8h30 net op tijd heeft hij zich door de ochtendfiles kunnen worstelen. Gelukkig staat zijn fiets met de tassen erop, bij mij al klaar sinds zaterdag. Zijn auto gaat in mijn garage en we kunnen vertrekken.

Emotioneel afscheid van Roosje.

Onder een bewolkte hemel verlaten we Male.

Een half uur later staan we op het perron in het station van Brugge.

In al onze ijver en haast beseffen wij op het laatste ogenblik dat we op het verkeerde perron staan. We stormen naar beneden en terug naar boven. Nu staan we op het juiste perron en daar is de trein al. De twee vriendelijke treinconducteurs helpen ons. Een minuut later vertrekken we naar Brussel. Het is nu 9h35.

In Brussel-Zuid hebben we welgeteld 5 minuten om over te stappen op de trein naar Luxemburg. Voor Hugo, Pol en Bob lukt dat wonder wel……………..

Maar waar is Robert? Hij is ons uit het oog verloren en weet niet op welk perron wij staan. Op het allerlaatste moment komt hij toch net op tijd boven. Enkele seconden nadien vertrekken we naar Arlon.

Dat was op het nippertje. We hebben er dorst van gekregen. Gelukkig hebben we onze tassen bij ons. Nadat we de kranten gelezen hebben, overlopen we nog eens rustig ons roadboek.

Voor we in Arlon toekomen, beslissen we ons lunchpakket aan te spreken.

Op die manier kunnen we daar dan onmiddellijk starten.

En ja om 13h30 is het zover, we verlaten “La gare d’ Arlon”

Hoe geraken we nu op onze weg naar Messancy?

We rijden wat rond en vinden heel vlug de juiste baan. Ondertussen is het zonnig en warm geworden, zo’n 22C. Met een zwakke tegenwind zijn we een half uur later in Messancy. Hier komen we, net vóór de Luxemburgse grens, eindelijk op de “Groene weg naar de Côte d’Azur”

Na 25km zijn we in Schouweiler. We hebben dan al heel wat zwakke Ardeense klimmetjes verwerkt. We vleien ons op een zonnig terras. Tijd voor wat fris bier en de rest van ons lunchpakket.

Na Bettenbourg in Dudelange (of is het Diddeleng) verlaten we Luxemburg en rijden ongemerkt over de grens “La Douce France” binnen.

Ons tellertje staat op 45.

Na enkele kilometers zien we in de verte de kerncentrale van Cattenom.

We rijden heel dicht tegen de enorme koeltorens en belandden in het dorp van Cattenom. Hier willen we overnachten.

Na wat vragen blijkt het aangeraden iets van onze weg af te buigen en tot in Thionvillle (een kleine industriestad) te rijden zo’n 12km verder.

Om 18h zijn we er en enkele minuten later hebben we in hotel “Sirius”, twee mooie kamers met ontbijt gevonden. We kunnen onze fietsen onder een afdak stallen. Na wat was-en plaswerk rijden wij een uur later naar de stadskern.

Stilaan krijgen we honger en dorst, maar lang moeten we niet zoeken. Een jonge dame verwijst ons naar een terras op een binnenplaats.

We trakteren ons op een uitgebreide maattijd met de nodige wijn.

Nadien doen we nog een terrasje. We hebben het toch verdiend zeker!

Thionville lijkt een stad ter grootte van Roeselare met aantrekkelijke winkelstraten. Ze zijn net en er is veel groen. We deden vandaag iets meer kilometers dan voorzien. Rond 23h kruipen we voldaan onder de lakens. Oordopjes in en slaapwel.

23-09-2008 om 17:44 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

3. DE REISWEG

Aanvankelijk waren wij van plan vanuit Brugge te starten met de fiets.

Daarvoor hadden we echter 20 dagen nodig.

De route zou dan als volgt geweest zijn:

Brugge-Ingelmunster-Desselgem-Harelbeke-Helkijn tot Tournai.

Daarna de Schelde volgen tot Wasnes-au-Bac (Cambrai) en vanaf daar de “Groene valleien fietsroute” (Boulogne naar de Moezel) tot Luxemburg, om hier op de “Groene wegen naar de Middellandse zee” aan te sluiten.

Ongeveer 500km of 5 fietsdagen.

Dit stuk viel weg en werd vervangen door een 4h30 durende treinrit tot Arlon.

Aanvankelijk zouden we de “Groene wegen naar de Middellandse zee” volgen tot Avignon en daar overschakelen op de “Zuid-Franse Gorges” ring naar Nice.

Maar gezien de vriendin van Pol haar vakantie in Pernes-les-Fontaines nam, hebben wij een kleine wijziging bedacht.

De korte omleiding naar Pernes-les -Fontaines zou ons slechts een 10-tal km afleiden van de voorop gestelde route. We moesten in Oranges afslaan om via Pernes terug op ons schema te komen. We lieten Avignon nu links liggen.

Brigitte en Pol waren dolblij met deze beslissing.

Aangezien wij geen kampeerders zijn had ik voor elke mogelijke dagbestemming enkele adressen van hotels, chambres d’hôtes en restaurants opgezocht.

Alles stond mooi in Excellijstjes elk dorp met km afstand cumul en totale dagafstanden. We zouden ongeveer 1270 km moeten afleggen in 14 fietsdagen en namen één reserve dag.

Op 6/05 bleek alles op punt te staan en was iedereen akkoord over de wijze van terugkeer. Ik bestelde vliegtuigtickets bij SN Brussels. Voor 82€ pp, met inbegrip van de fietsen, om vanuit Nice terug in Brussel te geraken.

Onze twee treinritten (Brugge>Arlon & Zaventem>Brugge) kostten fietsen inbegrepen 23€pp.

Nu waren we echt klaar voor de tocht en vol verlangen om te vertrekken, nog wat nachten dromen……..Wat zullen ze ons missen op het thuisfront!

De werkelijke kilometers

Dag

Datum

Vertrek

Aankomst

KM

Cumul km

1

M

18/06/2007

Brugge/Arlon

Thionville

72

72

2

D

19/06/2007

Thionville

Château-Salins

97

169

3

W

20/06/2007

Château-Salins

Darnieulles

144

313

4

D

21/06/2007

Darnieulles

Port-sur-Saône

97

410

5

V

22/06/2007

Port-sur-Saône

Arbois

122

532

6

Z

23/06/2007

Arbois

Pont-d'Ain

137

669

7

Z

24/06/2007

Pont-d'Ain

Pajay

106

775

8

M

25/06/2007

Pajay

La Bégude-de-Mazenc

126

901

9

D

26/06/2007

La Bégude-de-Mazenc

Pernes les Fontaines

90

991

10

W

27/06/2007

Pernes les Fontaines

Mont Ventoux/Pernes

88

1079

11

D

28/06/2007

Pernes les Fontaines

Bonnieux

70

1149

12

V

29/06/2007

Bonnieux

Manosque

52

1201

13

Z

30/06/2007

Manosque

Castellane

94

1295

14

Z

1/07/2007

Castellane

Mouans-Sartoux

77

1372

15

M

2/07/2007

Mouans-Sartoux

Nice / Aéroport

60

1432

16

D

3/07/2007

Nice / Aéroport

Brussel/Brugge

De verblijven en overnachtingen

Dag

Datum

Aankomst

Verblijf/overnachtingen

1

M

18/06/2007

Thionville

Hotel Sirius

2

D

19/06/2007

Château-Salins

Jeugdherberg Au Bon Accueil

3

W

20/06/2007

Darnieulles

Chambre d'hôtes Madame Cossin

4

D

21/06/2007

Port-sur-Saône

Hotel Des Voyageurs

5

V

22/06/2007

Arbois

Hotel Des Cépages

6

Z

23/06/2007

Pont-d'Ain

Hotel Les Alliës

7

Z

24/06/2007

Pajay

Hotel Ma Petite Auberge Mad Vivier

8

M

25/06/2007

La Bégude-de-Mazenc

Chambre d'hôtes Madame Agnes Aumont

9

D

26/06/2007

Pernes les Fontaines

Huis Odette-Brigitte-Nicole

10

W

27/06/2007

Mont Ventoux /Pernes

Huis Odette-Brigitte-Nicole

11

D

28/06/2007

Bonnieux

Hotel La Flambée

12

V

29/06/2007

Manosque

Hotel Du Terreau

13

Z

30/06/2007

Castellane

Hotel Ma Petitte Auberge

14

Z

1/07/2007

Mouans-Sartoux

Hotel De La Paix

15

M

2/07/2007

Nice / Aéroport

Hotel Etap

De Hoofdrolspelers

23-09-2008 om 17:31 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 & 2. HOE HET BEGON & DE VOORBEREIDING

1 & 2. HOE HET BEGON & DE VOORBEREIDING

 

 

Toen we terugkwamen van Ibiza, waar mijn dochter Peggy en haar vriend deelnamen aan de triathlon, stond hun besluit vast.

In 2007 nemen we deel aan de Ironman van het Zuid-Franse Nice.

 

Gedurende de vliegreis groeide bij mij de gedachte om van Brugge naar Nice te fietsen en daar supporter te spelen.

Ook mijn fietsvriend Pol vond dit een prachtig idee.

We zouden ons degelijk voorbereiden, wekelijks een lange-afstand trainingstocht ondernemen en ikzelf zou de weg gedetailleerd uitschrijven.

 

Heel vlug werden onze plannen gekelderd: in oktober lag Pol met een ruggenwervelbreuk in het ziekenhuis. Hij was bij een herstelling van het dak gevallen. Fietsen was voor maanden uitgesloten………….Zou het nog goed komen?

 

      

 

Zoals in het verleden liet ik mij niet ontmoedigen. Ik bleef optimistisch en dacht dat het wel in orde zou komen met Pol. Ik ging vlug op zoek naar een reisweg en fietsgidsen. Ondertussen legde ik in weer en wind kilometertjes af en trainde met een klein verzet, want beklimmingen zouden er genoeg zijn tijdens de rit! En………..daar moest ik beter in worden!

 

Met de fietsgidsen “de groene valleien route”, de 2 boekjes “de groene weg naar de Middellandse zee” en “langs Zuid-Franse Gorges” kon ik alles prachtig uitstippelen. Een hele klus om alles van dorp naar dorp in Excel te verwerken. Het werd mij duidelijk dat de tocht van Brugge naar Nice meer dan 3 weken zou duren.

Uitgesloten, ik kreeg slechts 2 weken van mijn vrouw Roosje…… meer niet!

Ik herschikte alles en bouwde een stukje treinreis in tot Arlon. We zouden verder gaan van Arlon tot Bettenbourg en daar inpikken op deel 1 van “De Groene Weg naar de Middellandse Zee”. Dit zou ongeveer 1250km zijn, haalbaar in 2 weken, dacht ik.

Begin februari 07 begon Pol opnieuw te fietsen na een lange revalidatie. We maakten elk afzonderlijk tochten volgens ons eigen vermogen. Ikzelf deed lange lastige ritten liefst tegen wind naar de kust, door de Polders en op de Zeeuwse dijken, zelfs bij regenweer. Pol ging voorzichtig op en neer van Wenduine naar Blankenberge en naar Brugge heen en terug. In maart trokken we samen op pad. De eerste rit met prachtig lenteweer bracht ons met de kusttram in De Panne om dan langs de kustroute tot in Wenduine te geraken. Iets later zelfs een tocht tot Zomergem en Nevele van 80km. Maar dat was teveel voor Pol. Gelukkig is hij taai en we bleven samen steeds meer langere ritten maken.

De Franse president- en parlementsverkiezingen brachten wijzigingen in de triatlonkalender. Peggy en Jeroen besloten dan maar om de Ironman van Lanzarote mee te doen. Dus gingen we daar naartoe met Roosje om te supporteren………….De tocht naar Nice bleef behouden. We zouden hem rijden in de 2°helft van juni.

We besloten een meerdaagse oefenrit naar Texel te rijden en kozen de 2° week van de paasvakantie. Ik kon dan mijn zoon, schoondochter en de kleinkindjes bezoeken. Zij zouden met de mobilhome daar vakantie nemen.

Toen ik op een van mijn ritjes toevallig in Knokke belandde. Stapte ik af bij mijn schoonzus in “Ice-bar Liliane”. Algauw bleek dat mijn schoonbroer Hugo ook wel eens de Noordzeeroute zou willen doen. Wat een toeval, ook Jacques onze compagnon de route van mijn 1° camino de Santiago, kwam daar toch ook een ijsje snoepen. Na wat blufpraat besloten we met ons 4 de tocht heen en terug te doen naar Texel op één week. Maar eerst nog een dagje samen trainen.

Op 2/04 trainingstocht van 110km voor Pol en Bob doch 150km voor Hugo en Jacques. Van Knokke via Brugge naar Roeselare en terug op de nummertjes van het fietsnetwerk. Gelukkig met mooi lenteweer, maar mijn vrienden hadden duidelijk minder km getraind. Ik moest mij aan hun lager tempo aanpassen.

9/04 Texeltocht op één week heen en terug van Knokke en Brugge naar De Cocksdorp. Zo’n 750km met een zomers weertje…………..heerlijk.

Wat een uitzonderlijk mooie tocht. Mijn maatjes hebben de kilometertjes goed verwerkt, iedereen was heel tevreden.

Ook Hugo kreeg zin om mee te fietsen naar Nice, Jacques wilde ook wel, maar moest wegens familiale reden verstek laten. Er bood zich spontaan nog een nieuwe vriend aan Robert, de broer van Hugo. Na enkele dagen besloten we met ons 4 op maandag 18 juni 07 te vertrekken en op dinsdag 03 juli met het vliegtuig terug te keren.

Na een laatste oefentocht, waarbij ik verstek moest laten, waren wij klaar om te vertrekken. Afspraak maandag 18/06 om 8h30 in Male.

23-09-2008 om 16:32 geschreven door Via de la Plata


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.00 Voorblad



Langs

de  Groene Wegen     naar de Côte d’Azur

 

    Van Brugge naar Nice

 

Dagboek van een fietstocht van 18/06 tot 3/07/2007




.

23-09-2008 om 14:37 geschreven door Via de la Plata




>

Blog tegen de regels? Meld het ons!
Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!