In afspraak met mijn bisschop en pastoor bouwden wij op grond van de kerkfabriek in de Krogstraat een eigentijds Chiroheem. Ik wilde dat dit heem schoon was : de meubelen, het eetgerei, enkele kunstwerken. Ik was ervan overtuigd dat jonge mensen innerlijk schoon worden als zij schoonheid ontmoeten en inademen. Zo kocht ik voor de lokalen kruisbeelden van Vlaamse keramiekers. Dat kostte veel geld. Samen deden we veel met eigen handen en veel mensen hielpen financieel. In die dagzen begeleidde ik intens een stervende. Na zijn overlijden schonk zijn echtgenote mij een grote som Duits geld voor het Chiroheem. Ik had het daar moeilijk mee. Ik ontving niet graag geld voor zo een priesterdienst. Over mijn omgaan met geld sprak ik steeds met mijn geestelijke leider en het behoorde tot mijn vaste biechtinhoud. Ook daarin wilde ik van Jezus zijn. Mijn pastoor was actief in aandelen en beursverrichtingen, en raadgever van enkele industriëlen in de parochie. Hij hielp mij schoorvoetend. Hij maakte zich boos omdat ik voor de wekelijkse bijeenkomst van de priesters van het decanaat geen wijn in huis had. Na zes jaar kwam een nieuwe pastoor, met zijn ouders. Ik verhuisde naar een kleiner huis naast de bakker achter de kerk. (schoolhuis St.-Maarten)
Als onderpastoor in Meise moest ik een bankrekening openen. Elke maand ontving ik daarop 5.000 frank van het ministerie van Justitie en Eredienst. Aan mijn pastoor betaalde ik 2.500 frank voor kost en inwoon; s winters 500 frank meer voor verwarming. Welke de achtergrond van ons salaris ook was (Napoleon, onteigening kerkelijke goederen, enz.), ik was er mij bewust van, zo leerden wij in het seminarie, dat gehonoreerde priesterdienst ten dienste kwam van de hele volksgemeenschap, en niet alleen van de katholieke mensen. Mijn ouders betaalden mijn meubelen, een nieuwe toog en een fiets. In de pastorij was geen badkamer. Eens per week nam ik de tram naar Ukkel om bij moeder mijn was te wisselen en een bad te nemen. Mijn pastoor gaf me mijn deel van misintenties, huwelijken en begrafenissen. Bij een doopsel ontving ik wat geld : voor uw goede werken. Naast de gezinnen in welvaart, sommige zeer rijk, leerde ik veel mensen in verborgen armoede en nood kennen.
Op 1 september 1957 heeft bisschop Paul Schoenmaeckers me tot priester gewijd. Vanaf mijn diakenwijding een maand vroeger, was ik van kop tot teen van Jezus Christus en zijn Kerk, onhuwbaar om het Rijk Gods. Tot dan hebben mijn ouders alles wat ik nodig had om een gelukkig christelijk mens te worden, voor mij betaald, ook tihjdens de moeilijke oorlogsjaren. We leerden soberheid in kledij en voeding. We leerden te zorgen voor armen in onze buurt. Zo bracht moeder me eensmet zakken vol voedsel bij een arme vrouw op een zolderkamer. Mijn ouders leerden ons bidden en geld inzamelen voor de missies. Mijn eerste loongeld kreeg ik op zestien jaar voor een bezinningstekst bij een beeld van Bert Servaes in de Jeugdlinie. Als seminarist spaarde ik geld bijeen voor het boek van Marcelle Auclair over de heilige theresia van Avilla, en daarna voor Las obras completas de Theresia de Avila, en een woordenboek Spaans Nederlands. In het Maria en het heilig Santiagojaar 1953, - we liepen in toog, - kreeg ik van vader en moeder geld om met een medeseminariqst te pelgrimeren naar Santiago de Compostela en Fatima, met trein en per autostop. Erg sober. In de slaapzaal van het seminarie van Santiago vertelde een onbekende pelgrim ons s nachts dat hij kwam boeten omdat hij in de Spaanse burgeroorlog priesters had vermoord. Toen het dag werd, was hij verdwenen. Op mijn rugzak lag een omslag met geld : Voor twee toekomstige priesters. Bid voor mij. We konden er trein en bus naar Coimbra en Fatima mee betalen, en de hele reis terug naar Vlaanderen.
Bij het overlijden van Jef Rottiers, de eerste beiaardier van de oude beiaard van St.-Martinus Meise schreef hij wat volgt :
In Memoriam Meester Jef Rottiers ° 27 augustus 1904 - + 22 april 1985
Muziek maakt mensen schoon ook eenvoud Bewonderend kunnen luisteren, zien en genieten en zelf mateloos creatief Bronzen en zilveren klanken doen galmen over onze daken, vanuit Martinus grijze toren heel hoog, soms hemels
En gewoonweg mens zijn zich goed voelen tussen zijn vrienden attentvol, een Pallieter met een gouden hart dat overloopt van gezelligheid met schalkse ogen flikkerend van t geluk dat hem was toebedeeld door haar die t leven met hem deelde
En stevige fluwelen handen waaruit muziek stroomde in overvloed forse klanken, tere melodieën kleurvolle muziek net als zijn fijn penseelwerk Vlaanderens verleden waardig
Jef Rottiers Een mens om blijvend van te houden onvergetelijk
Adieu, gij trouwe beiaardier Ge hebt het toch zo goed gedaan
Ik laat in deze bijdrage Herman Boon zelf aan het woord. De tekst kreeg ik van Leo en Lutgart Lambeets, onze beste vrienden, waar Herman Boon ons in 1966 mee naar Aosta nam, met de Jongerenklubs uit Meise. Herman Boon publiceerde die op Aswoensdag 2005, korte tijd voor zijn overlijden.
Hij riep de twaalf bij zich en begon hen twee aan twee uit te zenden, en Hij gaf hun macht over onreine geesten. Hij gebood hun om niets mee te nemen voor onderweg dan een stok - geen brood, geen reistas, geen geld in een beurs. Zo getuigt Marcus (6, 7 8).
Neem ik priester, alleen een stok mee, de stok van de herder, een stok om te herderen, de Jezusstok, soms om op te steunen als het hart of de benen pijn doen ?
Dit gedicht wijdde Herman Boon pr. aan zijn periode als onderpastoor in Meise :
Het leven is te kort om klein te zijn. Aan het verleden dank ! Aan de toekomst ja ! Het beste ligt vooruit voor ons, overmorgen, naar de Verrezen Jezus toe, eeuwig heerlijk. Onverdroten zal ik verder zoeken waar ik aarzel, en zonder schaamte leren waar ik dwaal. En toch. In Liefde en Schoonheid wil ik groeien, Naar de Waarheid open bloeien. Ik bedel, ik ontvang, eens zal ik zien het aangezicht van God en al Zijn Heiligen.
Soms verlang ik hevig naar de hemel. Niet omdat het leven te veel pijn doet, niet om zomerzonlicht achter nevel, maar omdat Gij zijt en mij bemint. Ik moet al te lang hier lopen en geloven en mijn hart verheffen naar ginds boven.
En als elke bocht voorbij, een nieuwe horizont mij wordt geschonken, zonnewei waar ik gewond genezen kan, en blij verwonderd zingen mag, van hoop, geloof, en lachen naar een nieuwe dag, en als vader en moeder mij hebben gebaard, mij in de wereld voor Jezus hebben bewaard, de Kerk mij wijdde, de Geest naar mij heeft geoogd, mijn Christushart alle mensen bemint en verhoogt, dan blijft de bergbron trouw de zoute zee verzoeten. De dood, het kwaad verknaagt mijn wereldmemel. Zoveel waar en schoon doet mij verlangen naar de hemel. Zo kijk ik elke ochtend uit naar God ontmoeten. Het is allemaal goed. Het smaakt naar morgen. God is Liefde. Hij blijft eeuwig voor mij zorgen.
Toen ik aan Herman Boon vroeg mijn eerste fotoboek over "Meise, onder de toren van St.-Martinus" in te leiden, nodigde hij mij uit om met hem mee te gaan voor een interview van Het Nieuwsblad met lezers, in een restaurant op de Louizalaan in Brussel. Wij kregen toen een exemplaar van "Mensen met vleugels", zijn boek over de luchtvaart. In het boek stak een kaart met een kunstzinnige foto van Paul Van Ingelgem van Chirojeugd Malderen in "Pier, de pierentemmer". Op de ommezijde staat de C.V. van onze priester en binnen 4 teksten resp. uit : 1957, 1995, 1997 en 2000. Vulkaangeschroei ben ik, de onruststorm bij dracht en dood, geluk, verdriet. Verlangenkoorts was ik, de heimweeworm. Ik fluister hees : ontwijk mij niet.
Mijn tederheid zijt Gij, de zachte bries bij grot en berg, woestijn en meer. Mijn zekerheid blijft Gij, gewin, verlies, ook nu en steeds, mijn God en Heer.
De wijnstokrank zijn wij, verbond en trouw bij lief en leed, geschrei, gelach. Bergop in t Licht gaan wij uit rust en rouw totdat met U ik eeuwig leven mag.
Dit is het gedicht uit 1997 dat Herman Boon pr. in Zaventem maakte.
Ik loof en dank U, Waarheid, God. Gij Drie-Ene, ademt U in mij. Gij laat mij zien wat nog onzichtbaar is. Verlicht, onthul, vervul, vereeuwig mij.
Ik loof en dank U, Schoonheid, God. Gij, mijn Schepper, zingt en danst met mij. Naar Uw beeld ben ik geschapen. Mensgeworden God, vergoddelijk mij.
Ik loof en dank U, Liefde, God. Gij, mijn Vader, wijdt en heiligt mij. Openbarend draagt Gij mij herboren. Uw kind bemind ben ik, verheerlijk mij.
Met Jezus door Uw Geest in vreugde van Maria doe mij groeien in Liefde en Schoonheid naar Uw Waarheid, zoals gisteren, ook nu en morgen tot in Uw Eeuwigheid.Ik geloof.
Ik verzamel momenteel de werken van Herman Boon. Ik kon reeds de hand leggen op : "Ik zeg je, sta op". Het eerste exemplaar schonk hij op 13.10.1972 aan Louis en Simonne Becq. Het is een uitgave van de Caritas-dienst van Vlaams Brabant en Mechelen. "Glimlach naar morgen" verscheen bij de uitgeverij Emmaüs in 1973. In deze heeft hij in een taal van mensen van vandaag zijn pastorale bewogenheid aan anderen doorgegeven. Bij Licap verscheen in 1994 : "Mensen met vleugels - Kerk in de burgerluchtvaart". Hij vertelt met grenzenloze liefde over mensen van overal, in en om de luchthaven. Sommige van deze verhalen werden beluisterd via Radio Spes van de kerk in Brussel. Hij schreef nogal wat jeugdtoneel voor de KSA en de Chiro, waaronder "Tarcisius in Moskou" en bijdragen in tijdschriften. De gedichtenbundel "De sirkel is wit" is mij bekend, maar ik kon er nog niet de hand op leggen. wie helpt mij daaraan. Volgende werken werden mij gesignaleerd door E.Z. Josée Cornelissen : In 1978 "Ik zet mijn boog in de wolken" Wereldwijd bidden en bezinnen. In 1981 "Span wijd je tentzeil uit" van Ruusbroec tot Romero In 1979 "Mensen met missie" Lannoo Tielt Vergeef aan degene die jou verplichtte te geloven dat gij speelbal werd van zijn lage spel. Ween niet en open uw hart voor Gods goedheid. Vertrouw op uw grenzenloze zintuig en bevind je opnieuw in staat van geluk. Het is goed eens te wenen. Droog je tranen en besef : gij zijt een bolwerk van Gods grenzeloze liefde. Slaap zacht.
Herman Boon pr. trok met zijn Chiro voor de eerste keer naar het buitenland. Dat was een hele gebeurtenis, toen wij naar Duitsland zouden gaan. De apotheose op dat bivak was de mis op de berg. Dat deed hij op andere bivakken nog enkele keren over. Wij moesten heel vroeg uit de veren en beklommen de berg in het duister. Op verschillende plekken droeg Herman stuk voor stuk de onderdelen van de mis op. De Consecratie gebeurde uitgerekend bij het ontwaken van de zon. Wie dat meemaakte vergeet dat nooit. Tijdens dat bivak liet hij ons eens op een avond de Rijn oversteken. Wij moesten de Liebfraumilch proeven. Toen wij allen beneveld terugkeerden, was het nog niet afgelopen. Want als finale baden wij in de kapel het officiële avondgebed van de katholieke kerk. Daty duurde ontzettend lang bij deze gelegenheid. Andere buitenlandse reizen o.a. met de jeugdclubs waren ook legendarisch. De beste herinneringen van wie dat allemaal meemaakte zou een fijn "Liber Amicorum" kunnen vullen.
Op onze Vlaamse feestdag, traditiegetrouw dag van de poëzie, zullen wij in het uitstalraam van Boeken en CD's De Cuyper in het centrum van Meise onder de toren van St.-Martinus voor de 4de maal gedichten aanbrengen. Dit worden dit jaar 4 gedichten van Herman Boon pr. : De Heer blijft bij ons. Ik hou van het leven. Jef Rottiers, beiaardier. Ik heb je lief ... Palestina... Wie nog gedichten van Herman kent kan ze mij nog steeds signaleren. Ik dank u van harte vanwege de vrienden van Herman Boon pr.in Meise.
Ik heb gisteren 26.6 op de dag van de slachtoffers van marteling, de gedenkplaat voor onze geliefde priester, op de eerste beiaardbank van onze luisterplaats onder de toren van St. - Martinus aangebracht. Ze prijkt naast pastoor Brams : Herman Boon pr. °1930 - 1957 - 1968 - +2005 Volgend gedicht van Herman boon hoort hierbij : Aan Jef Rottiers, onze beiaardier
Hij slaat zijn vuisten warm en spant van elke toon de worp in d' hoogste kamer van het dorp
Maar als zijn lied naar d' aarde sneeuwt en smelt in 't zoelen van de wind, en menig heimwee opengeeuwt zoals een vers ontwakend kind ...
Ik lag met ogen open in het gras en heb mijn moeheid met zijn rust omzoomd. Tussen mijn hart en het gebroken glas der klokken heb ik blij van God gedroomd.
Op de gedichtendag 11 juli zal ik de gedichten van onze betreurde priester, die in mijn bezit zijn, ter zijner nagedachtenis in het centrum van Meise in een uitstalraam aanbrengen. Ik heb er momenteel slechts 2. Daarom roep ik jullie op om andere gedichten toe te sturen. Misschien zijn er bundels verschenen. Hij maakte o.a. een gedicht over de beiaard van Meise. De tekst volgt. Zijn vermoedelijk laatste gedicht publiceerde ik reeds in een vorige aflevering. Hij zorgde ervoor dat de Vlaamse poëziedagen in 1965 van Wemmel naar Meise kwamen. Ze gingen in onze keizerlijke gemeente door tot en met 1970. In die periode leerde het kruim van onze Vlaamse dichters hem en onze prachtige parochie kennen. Zo brachten Herman Boon en Louis Becq (secr. Vl. P.) Jozef Deleu bij mij onder. Hij schonk ons "Purperen Jasmijn" n.a.v. de geboorte van mijn jongste dochter. Het poëzie-evenement op het terras van de Oranjerie in de Plantentuin in Meise is voor altijd in het geheugen van wie het meemaakte gegrift. Een idee van Herman Boon ! Dat moeten wij nog eens overdoen. In 1981 tot en met 1998 breidden wij er in Meise een vervolg aan met de Poëzieshows, Jules Van Campenhoutprijs (15 x) en de prijzen voor Plastische kunst (later Maurits Naessensprijs). Inspiratie werd ingeënt door Herman Boon.
Muziek heeft onze onderpastoor altijd bekoord. Hij was zelf actief, want hij speelde gitaar. 's Zondags 's avonds kon je zijn recitals aanhoren in het dorp. Hij woonde in het begin op de eerste verdieping bij de pastoor. Met het venster open tokkelde hij erop los. Hij had vooral een voorliefde voor flamenco. Ik denk dat hij eens een plaatje opnam. Dat was in de rij van religieuze zangers zoals pater Mestdagh en zuster Sourire. Hij werkte mee aan religieuze programma's en met Miel Cools en Jaak Dreesen organiseerde hij "zazo-weekends" voor het betere chanson. In zijn homilies gebruikte hij ook reeds platen. Hij bezat een uitgebreide collecie, die hij permanent uitleende. Ik denk dat her en der platen van hem achtergebleven zijn. Zo is zijn bezinning over leven en dood rond "Tom Dooley" ons bijgeleven. Hij liet ons, kleine straatjongens, meegenieten en zette ons op pad om goede muziek te beluisteren, zowel klassiek als modern. Zo trok hij met zijn jongens en meisjes naar de opera in Antwerpen. Wij traden ook in actie via onze muziekkapel die in heel Vlaanderen bekend werd. Ons leren blokfluit spelen mislukte. Maar ik koester nog altijd de houten blokfluit die hij voor ons kocht. In zijn Chiroheem kreeg hij het gedaan dat iemand ons een T.V.-meubel met radio en platendraaier schonk. Daar liet hij ons kennis maken met "The Everly brothers". Vooral het slaapliedje "Who's gonne shoe..." was een prachtig voorbeeld van een eenvoudig, maar stijlvol volksliedje. Wij hebben deze plaatjes in het Chiroheem grijs gedraaid. Toen ik leider was in de Chiro stuurde hij mij met mijn kozijn naar een volksdanweekend van de V.V.D.C. en ik kon uit zijn platen de begeleidende muziek putten voor het Patklub - circus, dat wij in 1965 opvoerden. Ook voor de twee toneelstukken die ik regisseerde : "Kabouters in de stad" en "De Sint in 't kabouterland" werden zijn platen gebruikt.
Kwatongen durven wel eens beweren dat Herman Boon I een beeldenstormer was. Er zijn er nu nog die in die overtuiging, blind in vastzitten In de geest van de versobering en de verdieping van de religie, nam hij enkele initiatieven. Zo werd de muur rond de pastorij afgebroken. Hij vond dat de pastoor en de priester midden de mensen moest leven en niet achter een hoge muur, zoals de kasteelheren. Ik heb toen de eerste keer in mijn leven een priester in werkkledij gezien. Want hij werkte uiteraard mee. Later werden de heiligenbeelden uit de kerk verwijderd. Er waren toen zelfs parochianen die de heilige Rita kwamen aanbidden, maar het vertikten naar de mis te gaan. De beelden staan nu echter te verkommeren in de toren! Het overschilderen in Latex van de muurschilderingen wordt hem ook aangewreven. Buiten de diepere motieven, versterkt door de lelijkheid van het laatste oordeel, dat ons angsten inboezemde, als wij eronder te biechten gingen, is het een zegen dat dit gebeurde (dixit de restaurateurs). Anders waren ze onherroepelijk verloren. Ik confronteerde Herman met de vraag wie het sein tot overschilderen gaf. Pastoor Brams en de kerkfabriek van toen gingen niet vrijuit. Dat werd echter niet genotuleerd. Het afbreken van het barok altaar in de St.-Elooikapel is een ander verhaal. Maar daar weet ik te weinig van. Alles werd toen echter vervangen door eigentijdse kunst : o.a. altaar,kruisbeeld en tabernakel. Ik begrijp echter niet waarom men bij de restaurering van de muurschilderingen de waardevolle Petrus op de zuil vergat. Hij leeft naast God en stelt een belangrijke vraag aan zalige Paus. Wereld bidt te weinig. Wereld is aan het denken dat zij zonder de juiste weg kunnen. Boetekleed is alleen voor begeesterde lieden en past niet aan onwetenden.
Tijdens "Gotiek leeft" konden de aanwezigen in Meise op de beiaardbanken reeds een voorlopige inscriptie lezen : Herman Boon pr. met enkele data. Ik stelde aan het Beiaardcomité voor een gedenkplaat aan te brengen op de beiaardbanken. De bevoegde schepen is het ermee eens. In Eversem zouden wij ook iets willen. De wijkkapel, die Herman Boon in de voortuin van mijn broer plaatste, bij de opening van de Linde, wordt hersteld. Zijn huis wordt verkocht en wij zullen de mooie kapel verplaatsen. De prachtige leisteen, waarop vier ceramiek tegels stonden, die Maria met kind voorstellen, van kunstenaar D. Van der Perre, zal verplaatst worden. De ceramiek tegels zijn niet meer te herstellen. We zullen ze laten hermaken door de kunstenaar zelf of door een ceramiekatelier. Een bescheiden inscriptie Herman Boon pr. met data komt erop. Herman we vergeten je niet!
Bij de bouw van het Chiroheem voorzag Herman Boon I elk lokaal van prachtige religieuze kunst, uitgevoerd door toen hedendaagse, jonge en oudere kunstenaars. De zwart-wit muurschildering van het laatste avondmaal, waarop Maria de tafel dekt voor de 12 apostelen, werd helaas overpleisterd in Jeugdklub Knodde. De schetsen werden gelukkig gered. Het vlaggenschip is zeker de muurschildering van "Het Laatste oordeel" volgens het Nieuw Testament - God is Liefde - in het leiderslokaal. Herman Boon kon de jonge Jan Beekman overhalen om dat uit te voeren. Het is monumentaal en verdient zeker aandachtige bescherming. Jan Beekman heeft het ondertussen gemaakt in Amerika en deze muurschildering kreeg zo een onschatbare waarde. Het biedt een antwoord op de afschrikwekkende oude muurschildering in de St.-Martinuskerk volgens het Oud Testament : de vergelding. In het lokaal van de Jongknapen was een kruisbeeld in brons van Hein Pohlenz. De Burchtknapen, in het laatste lokaal, kregen een kruisbeeld in ceramiek van Joost Maréchal en een Lieve Vrouw in opaline van M.W.Plettenberg. In het lokaal ernaast van de Knapen, een kruisbeeld in ceramiek van Van de Weghe en een Lieve Vrouw in ceramiek van Joost Maréchal. In het lokaal van de Kerels, naast het leiderslokaal, een kruisbeeld van R. de Pelsmaecker, een Lieve Vrouw op glas geschilderd door Kamiel Cauwenbergh en een fakkel met siertekst op de muur geschilderd door Willem Rosiers. "Het tehuis en de versiering moeten zelf reeds opvoeden. Langs hun zintuigen onze jonge mensen met schoonheid voeden. Langs de schoonheid en de goedheid komen zij tot het stellen van daden, die hen brengen tot de werkelijke ontmoeting met God, die de goedheid en de schoonheid zelf is, want Liefde. Een schone Chirogroep in een schoon heem. Zo leren zij schoon leven." Herman Boon pr. Zo schreef hij het zelf.
Ik kan deze Mariamaand niet besluiten zonder deze bijdrage. Want priester Herman Boon had een bijzondere verering voor Onze Lieve Vrouw. Op 21.6.1958 legde hij de eerste steen voor de Mariakapel aan het Chiroheem. Eerst moest Maria haar plaats bekleden. Ik had de eer om de kapel enkele jaren geleden te herstellen, toevallig met de kleinzoon van de vrijwilliger die het werk voltooide. Ik heb Herman Boon regelmatig foto's gestuurd van de vordering van de werken. Wij hebben van de burchtgravinne van de Chiro een vorm gemaakt en in beton hergoten, zodat ze niet meer stuk gevoetbald kan worden. In de fundering van het burchtknapenlokaal bracht Herman Boon een medaille aan van O.L.V.van Fatima. Toen op 3 september 1958 een muur instortte van het heem in aanbouw, schreef hij : "Bij mirakel geen ongevallen. Maria helpt". Ik nam ook deel aan de vergaderingen van zijn Marialegioen en moest er van hem eens als jonge leider spreken over de duivel en het kwaad. Ik was de jongste van het gezelschap. Dat was voor mij een hele eer. Hij documenteerde mij in dat verband uitvoerig. De Mariakapel aan het standbeeld van baron d'Hoogvorst liet hij uitvoeren door Henri Lenaerts, toen jonge kunstenaar. Bij elke nieuwe wijk zorgde hij voor een Mariakapel. In Eversem was dat een keramiek in drie tegels, aangebracht op leisteen uit de Ardennen. De ceramieken in het Chiroheem zijn ook voorbeelden van prachtige, moderne, religieuze kunst. Later kwam er een actie, waarbij alle huizen een Mariakapel kregen. Men ziet er nog heel wat in Meise. En elk jaar waren er onder zijn impuls Mariavieringen op 1 mei, de aanzet van een hele Mariamaand. Daar hebben wij allen fijne herinneringen aan.
In 1958 kwam Herman Boon bij pastoor Brams in Meise als onderpastoor en proost van de Chirojeugd. Hij zou de jeugd van onze parochie op een hoger niveau tillen. Op zijn kamer stond een beeldje van een gekende kunstenaar, dat symbool stond voor zijn doel : ons omvormen tot jonge, bewuste, stijlvolle, katholieke Vlamingen. Op 25 are grond van de kerkfabriek zou hij een Chiroheem bouwen (Krogstraat 7). Het oude lokaal (Van Gijsel) werd afgebroken voor de A12. In het eerste plan zou het lemen huisje dat er stond geïntegreerd worden, maar dat bleek irreëel. Alle werken werden door vrijwilligers uitgevoerd, met de hulp van vermogende aannemers en industriëlen. Voor het speelplein werd de afbraak van het Congopaviljoen van Expo 58 aangevoerd. De afwerking en verfraaiïng liet hij uitvoeren door plaatselijke kunstenaars en vrienden uit het artistieke milieu. Het Chiroheem werd een feit van 31.3.1958 tot 13.9.1959. Op de gevel zien wij nu nog zijn ideaal : de voorstelling in smeedwerk van Karel Meert uit Asse van twee jonge mannen die hun armen reiken naar Jezus Christus. De oorspronkelijke tekening, die een jongen en een meisje bevatte, want de Chiro was toen nog niet gemengd. Zij was van Luk Craye sj. en werd hertekend door Willem Rosiers en Eugeen Van den Broeck. Het heem is onmiskenbaar zijn grootste realisatie in Meise, waarbij hij de hele parochie, gelovigen en ongelovigen achter zich kreeg. Hij zei zelf : "Ik ben eraan begonnen, niet omdat ik een jonge idealist ben. Maar omdat ik een priester ben, een gewijde leerling van de Heer. Ik was en ben er zeker van dat Hij alles kan. Ik had geen frank. Dank zij al de hulp zal dit heem ons slechts een half miljoen kosten. Er zijn reeds 200.000 fr. betaald. Herman Boon pr."