Op 22 januari 1995 liep de Palestijnse twintiger Anwar Soukar in de Israëlische stad Netanja naar een winkel met mobiele telefoontjes. Daar zakte hij op zijn knieën, terwijl hij naar zijn buik greep. Het leek alsof Anwar een maagbloeding kreeg, of ernstige darmkrampen.
Israëliërs snelden toe om Anwar te helpen en om hem gerust te stellen. Maar de Palestijn Anwar - die kort daarvoor was gerekruteerd door de terreurorganisatie Islamitische Jihad - had helemaal geen darmproblemen. Anwar had niets, hij was een gezonde Palestijnse jongeman die nog een heel leven voor zich zou hebben, als hij dat had gewild.
Meer lezen op:
dagelijksestandaard