Mijn achterneef André is een goeie vent. We hebben elkaar altijd al onuitgesproken gemógen, kan ik wel zeggen. Niet dat de banden nou ooit echt close zijn geweest: daar is weinig aanleiding toe met een leeftijdsverschil van 24 jaar, een generatieverschil van één, een verwantschap in de vijfde graad en een afstand tussen onze woonlocaties van om en nabij de 150 kilometer, maar tóch heeft het tussen ons op een bepaalde manier altijd ‘geklikt,’ ook al spraken – en spreken – we elkaar niet dagelijks. Zeker toen het eens zo aandoenlijke ventje, zowel naar jaren als naar géést, eenmaal was uitgegroeid tot een volwassen mán en we qua levensopinies aardig wat gemeen bleken te hebben, groeide er hernieuwd een zekere verstandhouding tussen ons, die sindsdien altijd is blijven bestaan.
Meer lezen op:
ejbron.com