HOOFD
Dik voorkomen. Brede schedel. Geprononceerde wenkbrauwogen. Duidelijke stop. Vrij korte,stompe snuit. Grote neusspiegel. Fijne lippen, fijne huid, zonder rimpels.xml:namespace prefix = o />
|
|
OGEN
Groot en ovaal. Bruin. Min of meer donker naar gelang de kleur van de vacht. Zwarte oogranden. Lange haren bedekken de ogen.
|
OREN
Zacht, driehoekig en hangen. Dunne oorlap.
|
GEWICHT
Reuen: 32-38 kg.
Teven: 26-32 kg.
|
LICHAAM
Vierkante bouw. Hals zonder keelhuid. Brede borstkas. Korte, krachtige lendenen. Rechte, goed gespierde rug. Brede, hellende, stevige en goed gespierde croupe.
|
KARAKTER - EIGENSCHAPPEN -OPVOEDING
Deze hond is waakzaam, oplettend en evenwichtig, en heeft het ideale karakter voor het hoeden van een kudden. Door zijn vriendelijk karakter, rustige aard en geduld is hij een uitstekende gezelschapshond. Door zijn indrukwekkend formaat is hij een goede waakhond. Deze vaak koppige hond moet tijdig en consequent worden opgevoed.
|
LEDEMATEN
Voorbenen: ovale, compacte voeten. Sterke ovale hazenvoeten. Compacte, gewelfde tenen. Goed gespierde achterbenen met stevige botten.
|
STAART
Dik en krachtige bij de basis, toelopend naar het uiteinde. Bedekt met ietwat golvend, ruig haar. (geitenhaar) Hangt in rust in een boog als een sabel.
|
VACHT
Zeer lang en stug (geitenhaar) aan de voorkant van het lichaam. In strengen over de rest van het lichaam. Korte, dichte en zachte ondervacht.
|
VERZORGING
Dit is geen hond voor de stad. Hij heeft ruimte en veel beweging nodig. Verzorg de vacht door met uw vingers door de haren te gaan om de strengen uit elkaar te halen
|
KLEUR
Grijs, gevlekt met zwart, tan of wit. Eenkleurig zwarte vacht is toegestaan, maar eenkleurig wit niet. Witte vlekken die niet meer dan 1/5 van het lichaam bedekken zijn toegestaan.
|
SCHOFTHOOGTE
Reuen : 58-62 cm.
Teven : 54-58 cm.
|
GEBRUIK
Vee- en schapenhoeder. Waakhond. Reddingshond (lawines, natuurrampen). Gezelschapshond.
|