Bij het verlaten van een supermarkt zegt de jonge kassierster een oude vrouw dat zij voortaan haar eigen boodschappentas maar moet meebrengen in plaats van een plastieken zak te kopen, want "plastic tassen zijn niet goed voor het milieu." zegt ze.
De vrouw verontschuldigt zich : "Wij hadden dat groene gedoe niet toen ik jong was."
De kassierster antwoordde : "Ja, dat is nu juist ons probleem ! Jullie generatie maakt zich niet druk om het sparen van het milieu voor de toekomstige generaties."
Ze had gelijk. Wij, ouderen, kenden dat groene gedoe niet toen wij jong waren. Toen hadden we melk in flessen, frisdrank in flessen, en bier in flessen, die we leeg en uitgespoeld naar de winkel terugbrachten. De winkel stuurde die dan terug naar de fabriek en daar werden deze flessen gesteriliseerd en opnieuw gevuld. Wij deden aan échte recycling. Maar we deden niet aan dat groene gedoe.
We liepen trappen, omdat niet elk gebouw over roltrappen of liften beschikte. We liepen naar de winkel en kropen niet in een automobiel elke keer dat we een straat verder moesten zijn. We droogden onze kleren aan de lijn en niet in een energieverslindende machine die konstant 2.000 watt verbruikt. Wind- en zonne-energie droogden onze was. Kinderen droegen de afdankertjes van oudere broers of zussen en kregen geen gloednieuwe kleren. Maar dat kassierstertje had gelijk : Wij hadden dat groene gedoe niet in onze tijd.
In die tijd hadden we - misschien - één radio en uitzonderlijk één televisietoestel in huis, en niet één in elke kamer. Het tv-scherm had de grootte van een zakdoek en niet de grootte van een voorruit van een auto. Het kon slechts enkele posten pakken. In de keuken werden de gerechten geroerd en gemengd met de hand, omdat we geen elektrische apparaten hadden die het werk voor ons deden.
Wanneer we een breekbaar voorwerp per post moeten verzenden dan verpakten we dat ter bescherming in een oude krant, en niet in piepschuim of in plastieken bubbeltjesfolie. In die tijd gebruikten we geen machine met een motor om het gras te maaien. We gebruikten een maaier die geduwd moest worden en op menselijke kracht funktionneerde. Wij deden aan sport door te werken, zodat we niet naar een fitnessclub hoefden te gaan om op op elektriciteit marcherende loopbanden te gaan rennen. Wij waren fitter. We waren gezonder. Nu is overgewicht volksvijand nummer 1. Maar die jonge dame heeft gelijk : wij hadden toen dat groene gedoe niet.
Als we al spelend dorst hadden dronken we uit een fontein, in plaats van uit een plastieken fles die na gebruik weggegooid wordt. We vulden zelf onze pennen met inkt in plaats van elke keer een nieuwe pen te kopen en de oude weg te smijten. Wij vervingen de mesjes van het scheermes in plaats van het hele ding weg te gooien, alleen omdat het mesje bot is. Maar inderdaad : wij haddden dat groene gedoe niet in onze tijd.
Kinderen liepen of fietsten naar school in plaats van hun ouders als taxidienst te gebruiken. Wij hadden één stopkontakt per kamer en niet een heel arsenaal aan stekkerdozen en verlengsnoeren om een dozijn apparaten van stroom te voorzien. En wij hadden geen geautomatiseerde gadgets nodig om met een 2.000 ver km ergens in de ruimte hangende sateliet verbinding te krijgen zodat we met anderen kontakt konden leggen om te weten te komen waar de dichtsbijzijnde hamburgertent zich bevindt, omdat we die niet vonden omdat we al telefonerend de straat voorbij gereden waren.
Vroeger konden wij - zelfs na het vallen van de duisternis - op straat nog veilig een gezonde wandeling maken ....
Is het niet triest dat de huidige generatie klaagt over hoe wij waren, gewoon omdat wij dat groene gedoe niet hadden ?
Auteur niet bekend.
|