Heel eventjes maar
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vertederd kijk ik naar buiten en sla ze gade.
Mijn twee oogappels, mijn kleinkinderen, mijn ongelooflijk kostbare schatten.
Het eerste lentezonnetje kleurt blosjes op hun wangen en hun joelende stemmetjes verwarmen mijn hart en mijn hele leven.
Ik mag er niet aan denken dat hen iets zou kunnen overkomen; dat ik ze kwijt zou raken, net nu ik ze echt begin te kennen.
Onze kleindochter van 7, die eind deze maand haar communie doet, en haar broertje van twee.
Ze zijn - als je ze zo bezig ziet tenminste - geboren om kattenkwaad uit te halen, al denk ik niet dat hun ouders het daar mee eens zullen zijn.
Ik merk hoe vertederd ik telkens weer ben als ik ze in mijn nabijheid heb. Hoe ik hunker naar hun knuffels en hoe ik altijd opnieuw over mijn hart strijk als ze dan toch eens iets hebben gedaan dat nu niet persé hoefde.
Ze zijn geboren om mensen te worden die hun sporen zullen nalaten in het zand; die een steen zullen verleggen op aarde; die hopelijk heel oud mogen worden, maar bovenal ook heel gelukkig. Die mij zullen overleven
Ik màg er gewoon niet aan denken dat hen iets zou kunnen overkomen. Dat ze getekend zouden worden door het leven of meer nog
dat ze van de ene op de andere dag zouden verdwijnen uit mijn leven.
Nog nooit was de stilte zo allesomvattend.
Nog nooit was de stilte zo beklijvend, zo intens voelbaar
Ik ben zomaar een vrouw, zomaar een moeder, zomaar een oma
Ik ben rijk, ontzettend rijk èn dankbaar, zo immens dankbaar.
Want ik heb kinderen en kleinkinderen en voor hen ga ik door het vuur.
Als het er op aan zou komen, dan was ik een leeuwin die zou vechten voor haar welpen.
Maar wat kan je doen als oma, als moeder wanneer je je kinderen overleeft?
Hoe kan je vechten als een leeuwin, als je klauwen zijn afgebroken en je hart is uitgerukt?
Hoe overleef je het als je zoon of je dochter sterft, net op het moment dat je hen weer in je armen zou willen sluiten, na een deugddoende vakantie, waarop je hen zo hebt gemist?
Ik weet het niet. Ik kan het me ook niet voorstellen.
Hoe moet het voelen dat je als papa, als mama, als broer of zus, als opa of oma, als mens die zijn kind zo liefheeft
hoe moet het voelen als je dat kind verliest in een busongeluk op weg naar huis?
Die mokerslag; dat ongeloof; dat allesomvattende verdriet van ik zie hem of haar nooit meer terug
Als de pijn die ik voelde; die wij - Vlamingen en Walen tezamen: Belgen voelden, zo allesoverheersend en misselijkmakend is, hoe moet het gevoel dan zijn als je een ouder bent of familielid.
Soms vraag ik me af hoe het verder moet met deze wereld.
Hoe het komt dat de mensen mekaar vaak niet meer kennen. Je collegas, je dorpsgenoten, je buren, vaak lijken het haast vreemden.
Een goeie dag zeggen kost voor sommigen vaak al zon moeite, om dan nog maar te zwijgen over mekaar eens uit de nood helpen.
In files rijdt men naar het werk toe om er de dagtaak naar zijn/haar beste vermogen uit te voeren, wat dan dikwijls nog niet voldoende is. En s avonds sjort men vaak moe weer terug naar huis, in eenzelfde sliert van autos of met het openbaar vervoer, dat zijn reizigers vaak allesbehalve klantvriendelijk bejegent.
En juist voor het gebruikelijke partijtje sporten, is er vaak nog net de tijd om de kinderen via het bad in bed te stoppen. Of er dan soms nog een verhaaltje voorlezen af kan of een ander amusant tijdverdrijf met de rakkertjes, is veelal nog maar de vraag.
Dan wacht er nog het noodzakelijke presteren in het huishouden of misschien toch nog wat ontspanning en voor je t weet lokt het eigen bed je weeral, voor de broodnodige nachtrust, die je, hopelijk, toestaat om morgens gezond weer op te staan.
Blijft er dan nog voldoende tijd over om te relaxen, te genieten van al die mooie dingen in het leven, maar vooral ook om te genieten van diegenen die je immens graag ziet?
Van je kinderen, je oogappels, je opstandige rebellen of je gehoorzame volgelingen; je stille, rumoerige, creatieve, slordige, mooie, lieve, stoute, ongelooflijke schatten die je zo graag ziet?
Toen ik zag hoe wij allemaal, als in één blok, meeleefden met de ouders en families van de 22 kinderen - onder wie 6 Nederlandse - en zes volwassenen, wel toen kreeg ik het koud. De pijn golfde over ons heen als een ijskoude wind die voelbaar was tot in Europa, tot over de hele wereld.
En toen wist ik dat het met ons, mensen, allemaal nog goed kan komen.
Er is nog menselijkheid!
Ik kijk door het raam naar mijn oogappels, mijn lieverds en ik hoop dat ze zich niet bezeren bij het spelen.
De tulpen staan in hun prachtige kleedje te stralen en het lijkt wel of ze de groene helleborussen omarmen als waren ze dikke vrienden, terwijl de forsythia boven hen bellefleurt dat het een lieve lust is.
Dat alles gebeurt ter ere van al die oogappels die stierven in Sierre.
Ik weet het heel zeker!
|