Haar ruwharige jas droeg suede revers, die naarmate zij zich vaster tegen hem aandrukte meer en meer naar buiten stulpten, zodat ze steeds groter leken te worden. Als de twee vaneen wijkende ruwharige panden de grote schaamlippen uitbeeldden, dan vormden die revers de kleine, de fluwelen.
Advocaat van de Hanen
|