|
Op 20 augustus wordt Albert Guilluy 100 jaar. In het dorp is hij beter gekend als meester Guilluy, want hij was jaren onderwijzer in de gemeenteschool en ook schoolhoofd. Hij woont nog alleen aan de Nermstraat in Hoegaarden. "Ik mag niet klagen over mijn gezondheid. Twee jaar geleden brak ik mijn heup en mijn been, en daardoor ga ik moeilijk. Ik ben ook wat hardhorig. En verder heb ik alleen kwaaltjes die je van een honderdjarige kunt verwachten", lacht Guilluy, die niet meer uit zijn huis komt.
CHRISTIAN HENNUY
Meester Guilluy werd geboren op 20 augustus 1916. Hij trouwde met Juliette Baptist op 19 december 1942. Het echtpaar kreeg twee kinderen, Jean en Jos. De meester heeft ook drie kleindochters en een achterkleinzoon. "De wereld is in 100 jaar veel veranderd. Materieel is het beter geworden, maar of de mensen gelukkiger zijn weet ik niet. Vroeger was iedereen tevreden, misschien omdat ze niet beter wisten. Nu reclameert men op alles. Als kleine jongen moest ik mijn huiswerk maken met een petroleumlamp. Er was nog geen elektriciteit, maar dat ging ook", aldus Albert Guilluy.
De meester somt op wat hij in Hoegaarden heeft weten verdwijnen: twee suikerfabrieken, de spoorlijn, een leerlooierij, een zeepziederij, een schoenenfabriek, een klompenmakerij, veel cafés en wel vijf brouwerijen. "Het mooiste deel van mijn leven was toen ik nog onderwijzer was, gedurende 35 jaar. In 1975, na de dood van mijn echtgenote, ging het niet meer en ben ik met pensioen gegaan. Ik was toen schoolhoofd", vervolgt Albert Guilluy, die nu al meer dan 40 jaar van zijn pensioen profiteert en zeker niet stilgezeten heeft.
"Pierre Celis kwam mij in 1965 vragen om een waterput voor hem te boren aan de Vroentestraat, voor de start van zijn eerste brouwerij. Hij wist dat ik daarvoor het nodige materiaal had. Ik heb 16 meter diep moeten boren en met dat water is Pierre beginnen bier te maken. Zo kon het Hoegaards bier een nieuw leven beginnen. Ik boorde trouwens niet alleen naar water. In Gobertange, net over de taalgrens, heb ik geboord omdat Marcel Deward indertijd een steengroeve met witte steen wilde beginnen. Met vier boringen tot 11 meter diep heb ik de juiste plaats voor een groeve ontdekt. Sindsdien herleeft de ontginning van die witte steen hier op de taalgrens. Ik ben daarna witte steen beginnen te bewerken, heb veel stenen opgekocht en werd een goede steenkapper. Dat was mijn grote hobby", aldus Albert.
Muntkaramellen
De man was actief op vele fronten. Zo bewaarde hij ook het oude recept van de muntkaramellen Cesar, die in 1853 voor het eerst in Hoegaarden werden gemaakt.
"Ik heb het recept gekregen van de zoon van Cesar Putzeys. De munten die ik maakte werden verkocht in museum 't Nieuwhuys, waar ik conservator was. Toen heeft iemand een patent op de naam aangevraagd, waardoor wij geen Munten Cesar meer mochten maken. Vandaar dat bakker Benny Swinnen het later alleen kon verkopen onder de naam Mumbollen. Dat is nu een echt Hagelands streekproduct. Maar ik ben altijd muntkaramellen blijven maken. Voor veertien dagen heb ik er nog gemaakt".
Albert Guilluy heeft ook drie boeken geschreven over zijn unieke verzameling van bier- en brouwersattributen, over de periode voor Pierre Celis. Zijn huis had hij ingericht als een museum.
"Toen ik twee jaar geleden van het ziekenhuis terugkwam, heb ik de collectie in bruikleen gegeven aan een vriend. Hier is nu ongeveer alles weg. Een vijftal jaren geleden heb ik een stuk van mijn collectie tentoon gesteld in het gemeentehuis. Maar verder heeft de gemeente nooit interesse gehad om een museumruimte in te richten met mijn collectie. Daarover was ik wel ontgoocheld", aldus Albert Guilluy, die ons als afsluiter ook nog een citaat uit de middeleeuwen meegeeft om 100 jaar te worden: "Hoofd koud, voeten warm, vul matig uwen darm, hou de achterpoort wel open, en voor de rest laten we het beste hopen".




|