Aan wie zou ik kunnen vertellen, dat ik je zo mis, dat het hier zo zonder jouw zo koud en eenzaam is. Geen hand meer op mijn schouder, geen lichaam meer tegen mij aan. De nachten steeds killer en kouder, geen zon meer door mijn raam.
Wakker worden zonder echt te hebben geslapen, bijna niets meer kunnen doen. Ik probeer de moed bijeen te rapen, maar ik verlang zo naar jouw zoen. Soms zou ik niet meer willen ontwaken, wordt het me allemaal te veel. Van emotie moet ik braken en mijn hart, wordt nooit meer heel.
Nog meer dan in het in het begin, dat ik zo naar je verlang. In niets heb ik nog zin, ik ben alleen en bang.
De heimwee, doet mij zo zeer, nog zoveel wil ik jou vertellen. Maar dan bedenk ik mij iedere keer, dat je nooit meer aan zult bellen.
Dat je nooit meer thuis zult komen van je werk, nooit meer slapen zult naast mij. Ook al bid ik dagelijks in de kerk jij komt nooit meer aan mijn zij.
Mijn gesprek met jou blijft doorgaan, maar heeft het nog wel zin? Op mijn wang daar vloeit een traan, en valt langzaam van mijn kin.
Ik weet niet of je me ziet of hoort? Ben je nog ergens lieveling? Zeg me, ben ik soms gewoon gestoord, als ik een kus geef op jouw ring?
Soms meen ik je te voelen, alsof je nog heel dichtbij mij bent. Dan weer lig ik uren lang te woelen, en dat is iets dat nimmer went.
De wond van het gemis martelt mij, ik hoop jouw ooit weer te zien! Mijn gemis, jouw aan mij zij, wat heb ik gedaan dat ik dit verdien.
Ben je weg of leef je voort? Is er iets nog dat jij hoort van alles dat ik vraag of zeg? kom jij ooit weer op mijn weg?
Het wordt koud ik sluit de ramen, maar mijn hart blijft op een kier! Ooit zijn wij weer samen, in een wereld ver van hier."
jepico
|