Toe geef me een reden om te vechten. Geef me een reden om te blijven bestaan. Om te kunnen strijden voor mijn rechten, voor het leed mij aangedaan.
Ik kan geen reden meer verzinnen, alle moed ben ik nu kwijt. Zoveel pijn voel ik van binnen, niet gesleten door de tijd.
Moe van alsmaar strijden, van alsmaar op en neer. Geen hoop meer voor ons beiden, geen geloof meer in de heer.
Geen geloof meer in het leven, niet in goed of kwaad. Soms denk ik echt heel even, dat er na dit niets bestaat.
Dat ik rust vindt voor altijd, nooit zorgen meer of pijn. Alle ellende voor altijd kwijt, alleen met niets te kunnen zijn.
Geen geluk, maar ook geen haat, geen gelach maar ook geen traan. Nooit problemen meer van 's avonds laat, tot aan het kraaien van de haan.
ER IS NOG ZAT OM VOOR TE LEVEN Geen kommer en geen kwel, geen hartstocht maar ook geen bedrog. Geen hemel maar ook geen hel, Niets voelen, hoe mooi is dat toch.
Maar ik voel wel, ik besta! Dat ik dat nu pas in moet zien! Ik denk dat ik daarom toch maar verder ga, weg met de tranen en het gegrien!
Vechten zal ik keer op keer, al wordt ik moe soms van die strijd. Vertrouw opnieuw weer op de heer, want het is nog lang geen tijd.
Geen tijd nog om te gaan, nog zoveel goeds te geven. Dus weg nu met die traan, er is nog zat om voor te leven! jepico
|