Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO): belangrijke wijziging
laatste wijziging 16/06/05
De IGO is een bijstandsregeling voor ouderen met ofwel een te laag ofwel geen pensioen. Sinds 1 juni 2001 is dit de opvolger van het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden (GIB). De IGO wordt momenteel toegekend vanaf 63 jaar (periode 1 januari 2003-31 december 2005) zowel voor mannen als voor vrouwen. De leeftijd wordt 64 jaar vanaf 1 januari 2006 en 65 jaar vanaf 1 januari 2009. Vermits de IGO een bijstandsregeling is, is de toekenning ervan afhankelijk van een onderzoek naar de bestaansmiddelen van de aanvrager en van sommige samenwonenden.
Wijzigingen
Ook met een verkoop of schenking van roerende of onroerende goederen, bijv. het woonhuis of een stuk grond, moet rekening worden gehouden. Op dat vlak is een en ander veranderd.
Tot vandaag hield de Rijksdienst Voor Pensioenen (RVP) rekening met verkopen of schenkingen gedaan gedurende de tien jaar die de wettelijke leeftijd (momenteel 63 jaar) om recht te hebben op de IGO, voorafgaat. Men hield dus rekening met verkopen gedaan vanaf 53 jaar. Ook al was de aanvrager al 70 of 80 jaar! Een voorbeeld. Mevrouw Luyten (75 jaar) kreeg op 1 februari 2003 de IGO. Zij verkocht haar huis op in 1988, op haar zestigste dus. Met de opbrengst van deze verkoop is rekening gehouden om haar recht op de IGO te bepalen: de verkoop had immers plaats na haar drieënvijftigste.
Het Arbitragehof stelt in een arrest van 16 maart 2005 dat dergelijke interpretatie in strijd is met het niet-discriminatiebeginsel van de grondwet. Geen enkele bijstandsregeling zoals bijv. het leefloon of tegemoetkoming aan gehandicapten houdt voor de telling rekening met de wettelijke leeftijd waarop men theoretisch recht heeft op een uitkering. Voor al deze bijstandsregelingen wordt rekening gehouden met de datum waarop de uitkering effectief ingaat. Een groot verschil! Een voorbeeld. Nemen we opnieuw het voorbeeld van mevrouw Luyten Het recht op de IGO van mevrouw Luyten ging in op 1 februari 2003. Er moet voortaan rekening gehouden worden met verkopen vanaf februari 1993: tien jaar voorafgaand aan de ingangsdatum van haar IGO. Er mag dus geen rekening gehouden worden met de verkoop van 1988! De situatie voor mevrouw Luyten moet rechtgezet met terugwerkende kracht en dit vanaf 1 februari 2003.
Het kan echter ook zijn dat terecht rekening werd gehouden met een verkoop, maar dat ondertussen die tien jaar verstreken zijn. Een voorbeeld. De heer Melis heeft de IGO sinds 1 januari 2002. Hierbij werd rekening gehouden met de verkoop van een huis in oktober 1994. Door het arrest van het Arbitragehof mag vanaf 1 november 2004 geen rekening worden gehouden met de afstand (= verkoop of schenking van goederen): die tien jaar zijn immers verstreken.
Wat te doen?
Wat kunnen mevrouw of de heer Luyten doen? Of om het even wie zich in een gelijkaardige situatie bevindt? Ook diegenen aan wie de IGO ooit geweigerd werd omdat (ten onrechte) met een dergelijke afstand (= verkoop of schenking van goederen) rekening werd gehouden. Bij de RVP een herziening van het bestaande dossier vragen! Dit kan telefonisch bij de RVP uitbetalingsdienst: 02 529 30 02 of schriftelijk: RVP Dienst aanpassing en controle, Zuidertoren, 1060 Brussel. Vermeld steeds uw rijksregisternummer.
Ook gerechtigden op IGO waarbij de afstand (= verkoop of schenking van goederen) van tien jaar in de toekomst verstrijkt, kunnen op dat moment en op diezelfde wijze bij de RVP een herziening aanvragen.
Nieuwe dossiers voor de IGO moeten zoals voorheen bij het gemeentebestuur waar men woont, ingediend worden. Dit geldt ook herzieningen van beslissingen die een weigering inhouden (omwille van afstand van goederen) genomen na 18 april 2005.
Meer informatie nodig? Of wilt u laten nakijken of u voor een herziening in aanmerking komt? Ga langs bij de Pensioendienst van uw verbond.