Ik ben Karin des Rues, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lichtpuntje.
Ik ben een vrouw en woon in Huissen, Lingewaard (Nederland) en mijn beroep is Kunstenares van Quast en leven!.
Ik ben geboren op 03/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Tekenen-schilderen-fotografie-schrijven-dichten-groei-ontwikkeling en bewustwording!.
Kin 250, kleine valk.
Sinds ruim 5 jaar ben ik weer single, nooit eenzaam, maar All 1
Verwen me niet. Ik weet best, dat ik niet alles hoef te hebben wat ik vraag, ik probeer je alleen maar uit.
2.
Wees gerust duidelijk tegen me. Dat vind ik wel fijn, dan weet ik waar ik aan toe ben.
3.
Gebruik geen kracht. Daarvan leer ik alleen maar dat alles om macht draait. Ik reageer veel gewilliger als je me gewoon leidt.
4.
Wees niet inconsequent. Dat brengt me in de war en daardoor zal ik nog meer proberen overal mijn zin in te krijgen.
5.
Doe geen beloften die je niet na kunt komen. Daardoor zou ik mijn vertrouwen in je gaan verliezen.
6.
Ga niet in op uitdagingen als ik iets zeg of doe om je van streek te maken. Anders zal ik nog meer van dit soort overwinningen proberen te halen.
7.
Geef me niet het gevoel dat ik kleiner ben dan ik ben. Ik zal dat misschien goed proberen te maken door me stoer te gedragen.
8.
Besteed niet zoveel aandacht aan mijn slechte ‘gewoonten’. Dat moedigt mij alleen maar aan ermee door te gaan.
9.
Probeer mijn gedrag niet op het hoogtepunt van een conflict te bespreken. Om de een of andere reden werken mijn oren dan niet zo goed en is mijn bereidwilligheid nog minder. Ik vind het best als je de vereiste maatregel treft, maar laten we het praten erover uitstellen.
10.
Geef me niet het gevoel dat mijn fouten zonden zijn. Ik moet leren fouten te maken zonder een sul te zijn.
11.
Zeur niet! Als je dat wel doet, moet ik mezelf in bescherming nemen, door te doen alsof ik doof ben.
12.
Vergeet niet dat ik graag iets probeer, daar leer ik van, leg je daar maar bij neer.
13.
Bescherm me niet tegen de gevolgen. Ik moet toch van mijn ervaringen leren?
14.
Let niet zo erg op mijn kwaaltjes. Als je dat wel doet, ga ik ze misschien wel leuk vinden, want ik krijg er veel aandacht voor.
15.
Doe niet alsof je zelf volmaakt bent of onfeilbaar, want dat geeft mij het gevoel dat ik zoiets nooit zou kunnen bereiken.
16.
Maak je maar geen zorgen over het kleine beetje tijd die we samen doorbrengen. Waar het om gaat is, hoe wie die tijd doorbrengen.
17.
Laat mijn angsten geen bezorgdheid bij je wekken. Dan word ik nog banger. Laat me liever zien hoe moedig ik kan zijn.
18.
Vergeet niet dat ik niet goed kan gedijen zonder een heleboel begrip, en onthoud: ik leer meer van een goed voorbeeld, dan van iemand die steeds kritiek op mij heeft.
Als je niet bij mensen binnen komt, hou dan op om het te proberen Het is onmogelijk om de inzichten die in vele jaren zijn vergaard op een ander over te dragen
Ontmoet je in de ander weerstand hoor je op ieder goed bedoelde hint als wederwoord "maar" als weerstand dan zal niets wat je zegt beklijven de ander is er dan nog niet voor klaar
We kunnen onze eigen wijsheid leven, dankbaar zijn voor inzichten die kwamen Soms moeten we met lede ogen aanzien als mensen die ons toch ter harte gaan ten onder gaan aan verkeerd gericht zijn
Dan staan we met ons weten in onmacht en kunnen we enkel daaruit concluderen dat ieder mens zijn eigen weg heeft te gaan en stil hopen dat ergens op die te gane weg dwars door de weerstanden licht zal gloren
Het is niet makkelijk om aan de zijlijn te staan maar je kunt niet je weten voor hen inpakken en het cadeau doen met een lint eromheen Ieder mens leert door de weg van ondervinding en dan pas kan een mens zichzelf bijstellen
Van binnenuit kan verandering plaats vinden en de werkzaamheid van buitenaf komt alleen als de mens zich daarvoor open kan stellen en zelf werkelijk zo ver is om het te verstaan en de weerstand ertegen met zichzelf aangaat
De kracht van woede en de drie valkuilen die je ervan afhouden
Woede heeft geen beste naam. Zeker niet onder fijngevoelige mensen. ‘Woede is negatief en zorgt voor pijn en conflict. Je moet hem daarom loslaten.’ Maar we doen onszelf daarmee tekort. In agressie schuilt een enorm potentieel. De kunst is juist om ermee in contact te komen, en hem te transformeren tot zijn pure vorm: kracht. Hoe? Stap één: herken de valkuilen die woede op een zijspoor zetten.
Op dit moment, en misschien altijd wel, wordt mijn eigen woede vooral getriggerd als ik vast lijk te lopen in de structuur en routine van ons gezinsleven. Ik voel me beknot dan, waarna een enorme drang naar vrijheid omhoogkomt, die ik, als het moet, zal bevechten. Het zit hem niet in hetgeen mijn man doet, zegt of wil, het speelt zich af op subtielere niveaus van onze dynamiek. En vanochtend was hij daar, opeens: die woede. Dus ik kon mezelf eens goed bestuderen, in die energie, en wat er dan gebeurt.
Mannen- en vrouwenwoede
Allereerst: er is een verschil tussen manlijke en vrouwelijke woede. Mannen ontladen sneller, gooien de energie eruit, en dan is hun lucht geklaard. Vrouwen onderdrukken meer, en de energie van destructie gaat ‘ondergronds’. Ze richten de boosheid op zichzelf. Zichtbaar wordt hij in de vorm van irritatie, frustratie, verwijten, klagen, vermoeidheid, depressie of lichamelijke klachten. Kort gezegd: de munt van woede valt voor vrouwen vaker op de kant van implosie, machteloosheid en slachtofferschap, terwijl hij bij mannen eerder op de andere zijde belandt; die van explosie, macht en daderschap.
De kracht van de krijger
Toen ik mijn boosheid meer probeerde te maskeren dan tegenwoordig, kwam hij er vooral uit in de vorm van irritatie en ‘broeien’: boos zijn, maar niks uitspreken. Helaas was hij voor mijn omgeving net zo voelbaar als een knuppel. Inmiddels ben ik wat verder gevorderd op het pad van de wijsheid, maar toch: naar dé oplossing voor boosheid zoek ik nog altijd.
Stap één is in ieder geval: contact maken. Afdalen in mijn lichaam en de energie opzoeken, de ruimte geven. Zodra ik hem toelaat, komt mijn hele energiesysteem in beweging; het begint te stromen. Mijn bekken komt tot leven, waardoor mijn gevoel van bodem en veiligheid toenemen. Ik kan beter grenzen aangeven. Hij leidt bovendien tot helderheid en inzicht.
Als ik in contact ben met mijn woede (losgekoppeld van het ‘verhaal’ en de oordelen) dan ervaar ik de kracht van de krijger, die ervoor zorgt dat ik goed voor mezelf zorg, in actie kom als dat nodig is, en die recht door alle onzin heen snijdt (die van mezelf én van mijn man).
Dat contact maken is echter een hele uitdaging. Vooral voor hooggevoelige of spiritueel georiënteerde mensen. Dus voordat je daar bent, tref je een aantal valkuilen op je weg.
De valkuil van het hart
De grootste valkuil voor fijngevoelige mensen is hun goed ontwikkelde hart. In geval van conflict of onvrede begint dat gewoon wat harder te werken. We tonen meer begrip, tappen wat dieper in op de liefde, we accepteren wat er is, en de boosheid ebt weg. En dat is jammer. Want boosheid die bewust wordt ervaren brengt een ander soort energie het veld in. Hij valt het best te omschrijven als ‘levend’, ‘vol’ en ‘vruchtbaar’.
De valkuil van de overtuiging
De tweede valkuil voor veel vrouwen (en fijngevoelige mannen) is dat ze hun agressie niet kunnen voelen, waardoor ze ervan overtuigd raken dat ze hem niet hebben. Logisch: we zijn nooit positief gespiegeld op dat vlak, boosheid wordt consequent afgewezen, hij is ongewenst.
Uit ervaring weet ik dat je energieveld, in het begin van dit proces, de woede nog niet lang kan ‘bevatten’. Vroeger brak ik, in plaats van boos te worden, razendsnel in tranen uit. Natuurlijk dacht ik dan dat ik verdrietig was, over wat me werd aangedaan (en uiteraard is dat verdriet er ook), maar het inzicht dat gaandeweg ontstond is dat tranen vaak ook een afweermechanisme zijn. Mijn energieveld was gewoonweg te krap om de boosheid te laten stromen. Huilen haalde de druk van de ketel.
De valkuil van de angst
De laatste valkuil is die van angst. Gevoelige mensen zijn vaak bang voor woede, omdat hij zo hard kan binnenkomen. Maar het gaat dieper dan dat; bij hooggevoelige, spiritueel getalenteerde mensen zijn de bovenste chakra’s (vanaf het hart omhoog) over het algemeen sterker ontwikkeld dan de onderste.
‘Veiligheid’, ‘bestaansrecht’ en ‘agressie’ (die alle thuishoren in de eerste twee chakra’s) zijn de thema’s waar ze mee worstelen. Die thema’s zijn bovendien direct te herleiden tot het geweld dat ze in de vroegste fase van hun ontwikkeling hebben meegemaakt. (Hoe dat werkt is een artikel op zich, dus daarover later meer.) Woede en angst zijn in hun systeem onlosmakelijk met elkaar verbonden, waarbij de eerste onder de tweede ligt.