Daar het kattengejank en het hondengeblaf de laatste tijd op de radio soms niet meer om aan te horen is, grijp ik steeds meer op mijn platen- en cd verzameling terug. Dat heb ik dan het voorbije weekeinde ook gedaan, want de boog moest echt eens ontspannen worden. Ik heb deze ontspanning gevonden bij de vijf konzerten van Beethoven, ook Finlandia van Sibelius en de Moldau hebben daarbij geholpen. Bij de Moldau moet ik steeds onwillekeurig terugdenken aan mijn studietijd bij de late roepingen in Kortrijk, we kregen toen regelmatig les van Anton Van der Plaatse, en ik vergeet nooit de dag toen hij door de deur van het oratorium binnenkwam al zingend:"ik zag Cecilia komen al aan de waterkant, ik zag Cecilia komen met bloempkes in haar hand," dat was dan zijn begin over de Moldau. Maar ook de preluden van Lizt wekken in mij herinneringen, herinneringen aan de film Das Boot en herinneringen aan de bange oorlogsjaren 40-45 toen deze preluden door de nazipropaganda misbruikt werden en regelmatig op de radio te horen waren. Wat hebben wij toch een geweldige schat aan klasieke muziek en wat is het jammer, onze hedendaagse jeugd van deze schat verstoken blijft!
De Antwerpenaren hebben twee echte burgervaders gekend, Jan Van Rijswijck, die geen groten der wereld vleide en geen vreemden tot meesters in het land dulde. Dan hadden zij nog Lode Craybeks, hem heb ik tweemaal mogen ontmoeten in het kerkske van Oosterweel, waar de socialist Craybeks soms naar de mis kwam, maar hij was dan wel nog een echte socialist en geen papenvreter. De eerste keer dat ik mijn stem mocht uitbrengen bij de gemeenteraadsverkiezingen, heeft hij mijn stem gekregen. De huidige Antwerpse burgemeester kan van deze twee nog veel leren, want tot nu toe heeft hij er nog niet veel van terrecht gebracht. De Sinjoren willen een burgemeester, maar geen jankende kater die zich steeds bedreigd voelt.
Kartuizer.
|