Eerst het goede nieuws van de dag, de partij van Geert Wilders heeft het weer eens triomfantelijk gehaald. Wij Vlamingen kunnen toch van de Nederlanders nog wat leren!
De reacties die ik gisteren van Jaen en Fikken kreeg bewijzen weer eens dat de Vlamingen niet te beroerd zijn vreemde talen te leren. Zij menen niet dat de hele wereld Nederlands spreekt en hoeft te verstaan. Een ander gedeelte van dit land denkt daar kennelijk anders over, die menen dat de hele wereld Frans spreekt en moet spreken.
De juiste vertaling van Stammesführer is Eenheidsleider, Victor, een Eenheid is de scoutsgroep in een stad of gemeente, deze eenheid bestaat uit Welpen, (wolfkes) Jongverkenners en Verkenners. De leider van de Jongverkenners, in het Duits Jungpfadfinder, en de Verkenners, in het Duits Pfadfinder, worden Hopman genoemd in het Duits Gruppenführer, de leider van de Welpen Duits Wölflinge (lijkt wel een beetje op onze Wolfkes) is Akela. De Eenheidsleider leidt de hele Eenheid. Zo was het tenminste in mijn tijd in Duitsland.
Toen ik in Hameln kwam waren daar twee scoutsbonden aktief, de Christlichen Pfadfinder (Evangelisch) en de Katholischen Pfadfinder. Ik vond deze scheiding op grond van de geloofsovertuiging niet goed, ik had goede vrienden die Katholiek waren en ik had ook goede vrienden die Evangelisch (protestant) waren en deze vrienden hadden ook kinderen. Daarom heb ik toen in Hameln de Bund Deutscher Pfadfinder opgericht. De toenmalige bezettingmacht had alleen maar deze drie bonden toegelaten. Daar ik toen nog practiserend Rooms Katholiek was en ook ministreerde in de enige Rooms Katholieke kerk in Hameln kreeg ik al onmiddellijk erger met de Rooms Katholieke Deken die mij van toen aan nooit meer in zijn kerk gezien heeft.
Eèn jaar na de oprichting was mijn Eenheid de grootste van Hameln, in het totaal 60 leden, waarvan driekwart protestanten en de rest katholieken. Als we op kamp waren hebben we bij de "Abendweihe" steeds samen het Onze Vader gebeden. De Duitsers waren over hun Vlaamse Stammesführer zeer tevreden en ook de Stadtjugendpfleger (de leider van het Jugendambt) verleende mij steeds zijn volle medewerking en stelde mij het grootste jeugdlokaal van de stad ter beschikking. Ik denk graag aan deze tijd terug het was een der mooiste van mijn leven. Maar 1966 dreef mij het heimwee terug naar Antwerpen, mijn opvolging in de Eenheid was verzekerd, mijn opvolger had ik zelf gekozen en hij werd ook door iedereen aanvaard en tot in de jaren 70-80 ook in Duitsland de verloedering begon heeft de groep verder bestaan. Het mooie is, dat ik nu tot mijn levenseinde van de Duitse pensioenkas voor die zes jaren elke maand 140 Euro krijg dit bedrag wordt jaarlijks een beetje verhoogd soms met twee of drie Euro. Zo leert men elkaar steeds beter kennen.
Kartuizer.
Reageer....
|