Carabinier op zoek naar vrienden van zijn lichting
05-10-2007
Documenten
Enkele belangrijke dokumenten: het eerste is de goedkeuring voor de dienst. Dit kregen we aan het einde van onze "3 dagen" in het klein kasteeltje. Het tweede is het bewijs van onbepaald verlof, anders gezegd : afzwaai.
1968 was internationaal een zeer rumoerig jaar, denk maar aan de grote studentenbetogingen in Parijs! Maar wat ik mij nog best herinner is de Praagse lente. Op zeker ogenblik was er een grote dreiging van Rusland om Tsjechoslovakije binnen te vallen. Dat betekende natuurlijk internationaal groot alarm, en natuurlijk ook bij de karabiniers! Gans het bataljon stond klaar om, indien nodig, binnen enkele minuten te vertrekken. Dat zijn toch bange momenten hoor, op zo'n ogenblik ben je tenslotte zo goed als in staat van oorlog, wij waren nog maar drie maanden binnen en toch nog maar bleukes op dat gebied!
Wacht kloppen deed niemand graag, het was soms ook zeer angstaanjagend. Voor mij persoonlijk werd het wel anders sinds mijn aanstelling tot korporaal, dan sta je in voor het aflossen van de posten iedere twee uur.Toch was het een zwaar karwei, 24 uur aan een stuk. De beste wacht was aan het kleine munitiedepot op de Heidenberg achter onze kazerne. Op de Wellersberg was het een groot munitiedepot tegen een bos aan, en twee kilometer verderop was een benzinedepot. De aflossing gebeurde daar steeds te voet. Het derde depot was dat van Lutsel, deze was pas echt akelig, het was één lange gang in het bos, daar werd de aflossing per jeep gedaan. Maar als ge daar twee uur aan eenstuk stond, in een bos beweegt er altijd wel iets. Iets wat alles nog erger maakte was dat er voordien verschillende aanslagen waren geweest op munitiedepots in Duitsland. Er waren dan bijzondere maatregelen getroffen: als korporaal mocht je gedurende de ganse wacht (24 u) niet slapen!! Op zeker ogenblik voelde ik mij echt niet goed en was in slaap gevallen! Dan was er natuurlijk kontrole, het leverde mij een paar dagen PK op.
foto: SIEGEN ANNO 1968 Ondanks de extra verlofdagen, zoals vermeld in vorig hoofdstuk, duurde het soms lang voor we naar huis mochten. Normaal was het zes weken, maar ik herinner mij dat het een keer twee maanden duurde, maar dat had te maken met de regeling Kerst/nieuwjaar. Er zijn in die periode ook een aantal veranderingen gebeurd. Het eten waarvoor ge in de refter moest aanschuiven met je metalen plaat werd op zeker ogenblik aan tafel gebracht. Men moest dan aan de ingang wachten tot je met acht was om binnen te gaan en plaats te nemen, dan kwam men vanuit de keuken met een karretje waar alles op stond, bijna een hotel. Van het eten was zeker geen klagen, meer dan voldoende en lekker! Als men voor straf "PK" had gekregen moest je 's nachts in 't kachot slapen, maar dat werd daar toen omgezet naar "ballen rapen". Opeens werd dit terug verandert en zagen we regelmatig sukkelaars met hun matras op hun bult..... Het uitgangsleven voor de milicien in de BSD veranderde we totaal, want men mocht vanaf toen uitgaan in burger. Tot slot heb ik nog enkele namen: OLT Willekens, eigenlijk een veel te grote man om karpat te zijn vond ik. Onze wapenmaker, KPL Bache, onlangs las ik nog iets van hem, ik denk dat hij aktief is in de vriendenkring Limburg, laat eens iets horen! Dan is er nog SGT Paul van Camp, hij was overgekomen van de para's; streng, hard,maar toch graag gezien bij de soldaten.
Hiernaast een beeld van het sterrenrestaurant op Trupbach! De opleiding van stormfuselier was vrij zwaar, vooral de wekelijkse "uitstap" naar Trupbach, van donderdagochtend tot vrijdagavond kamperen. De weg heen en terug van het oefenterrein deden we te voet in uitrusting, op zich niet zo erg, maar we moesten telkens weer over de "bloedberg", dat zegt toch wel iets! We zijn meermalen op verplaatsing geweest. In Spich hebben we uitgebreide schietoefeningen gedaan, dat was ook het geval in Leopoldsburg. Ik herinner nog dat er tijdens onze oefeningen daar, bij een ander bataljon, een zwaar schietongeval is geweest met een blindicide. De goede kant van ons verblijf in België was dat wij ook een dagje verlof hadden en naar huis konden. We zijn ooit compagnietesten gaan doen, ik weet niet meer waar, maar het wes er zeer kud, om onze tentjes op te zetten moest er eerst een halve meter sneeuw afgegraven worden. Op het einde van onze dienst zijn we in Vogelsang geweest, zelfs voor enkele weken. Blijkbaar was dat een samenvatting of herhaling van onze opleiding. Alles werd nog eens opgefrist, allerlei aanvals- en verdedigingsoefeningen, schietoefeningen en zelfs nog een keer de vuurproef. Voor een bepaalde gelegenheid moesten we gaan defileren vóór de Prins Bouwdewijnkazerne in Schaarbeek. We logeerden toen in een kazerne in Etterbeek, en ook toen hing er een dag naar huis aan vast. Tot vijf jaar geleden passerde ik dikwijls de PB kazerne gedurende vele jaren en heb ze dan ook zien aftakelen. De ramen waren op het laatst vervangen door houten panelen, toch spijtig dat men zo'n gebouw laat onderkomen. De zwaarste opdracht was toch wel de periode in Buren, we hebben daar een maand aan een stuk wacht geklopt.