Na lang nadenken is er besloten deze blog opterichten. We zijn nu in een tijd aangebroken dat de mensheid meer van de verborgen wetenschap mogen weten. Er zal natuurlijk om gelachen worden of tenminste bedenkelijk het hoofd geschuld worden. Toch zijn er verschillende wereldfilosofiën die gelijkaardige verklaringen aanhangen. Misschien dat de namen verschillen maar de lijn blijft.
Zowel de esoterische leer, het boeddhisme, het brahmanisme en ook de Kabbala zeggen, dat de ene oneindige en onbekende essentie, sinds alle eeuwigheid bestaat en in regelmatige en harmonische opeenvolging, òf passief òf actief is. Men noemt deze toestanden de ‘dagen’ en de ‘nachten’ van Brahma genoemd. Deze is òf ‘wakker’ òf ‘in slaap’.
In de Geheime Boeken gebruikt met de beeldspraak dat een uitademing van de ‘onbekende essentie’ de wereld voortbrengt en een inademing hem weer doet verdwijnen. Dit proces heeft al een eeuwigheid plaatsgevonden en ons tegenwoordige heelal is er maar één uit een oneindige reeks, die geen begin had en geen einde zal hebben.
Boeddhisten beweren dat er geen schepper is, maar een oneindig aantal scheppende machten, die samen de ene eeuwige werkelijkheid vormen, waarvan de essentie ondoorgrondelijk is. Gelijkaardige standpunten vindt men ook bij de Hindoes en de Joodse Kaballa. De Brahmanen zeggen dat het ‘Het Heelal leeft in, voortkomt en zal terugkeren tot Brahma (universele geest).
De occulte wetenschap kent zeven kosmische elementen – vier geheel stoffelijk en het vijfde (ether) half-stoffelijk, dit zal namelijk in de lucht zichtbaar worden tegen het einde van onze vierde Ronde (waarin wij nu leven), om gedurende de hele vijfde Ronde over de andere te heersen. De resterende twee liggen nog volstrekt buiten het menselijke waarnemingsgebied. Deze laatste zullen zich echter tijdens het zesde en zevende ras van deze Ronde aankondigen en zullen in de zesde, resp. zevende Ronde bekend worden.(Hierover later meer)
Elke ziel is gelijk aan de Universele Overziel. Die ziel maakt een verplichte pelgrimstocht doorheen de cyclus van incarnatie in overeenstemming met de cyclische en karmische wet gedurende het hele manvantara (tijdperk van de openbaring). Met andere woorden, geen enkele goddelijke ziel kan een onafhankelijk (bewust) bestaan hebben voordat de vonk die voortkwam door iedere grondvorm van de verschijnselenwereld van dat manvantara is heengegaan en individualiteit heeft verkregen. Dit gebeurt eerst door een instinct en daarna door zelf teweeggebrachte en zelf bedachte krachtsinspanningen (beperkt door haar karma), en zo opklimmend van delfstof en plant tot aan de heiligste aartsengel (Dhyani-Boeddha). De kern leer van de esoterische filosofie erkent geen voorrechten of bijzondere gaven van de mens, behalve die zijn eigen ego heeft verkregen doorpersoonlijke inspanning en verdienste gedurende een lange reeks van reïncarnaties.
Het gaat ons over de kosmogonie van ons eigen planetenstelsel behandelen. De geheime leringen betreffende de evolutie van de universele Kosmos kunnen niet worden gegeven, omdat zelfs de grootste denkers van deze tijd deze niet zouden kunnen begrijpen. Zelf de opgevaren meesters zijn tot dat bewustzijn nog niet doorgedrongen.
|