Het witte goud van Pradelles-Cabardes
In de achttiende eeuw specialiseerde dit kleine Montagne Noire dorpje,
Gelegen aan de voet van de Pic de Nore zich in het maken van sneeuwijs,
Bestemt voor de herbergen in Carcassonne en vele andere dorpjes en steden in de lager gelegen gebieden van het departement 11 Aude
De eerste installaties bestonden uit simpele putten op de Pic de Nore zelf
Waarin men de sneeuw verzamelde en afdekte met eikenbladeren en takken
Om het ijs langer te kunnen bewaren begon men kort nadien
Met de bouw van de echte ijsputten in steen,
Waardoor men het ijs kon bewaren en leveren
Gedurende de gehele warme zomer lang.
In 1902 telde men niet minder dan 14 ijskelders,
Iedere eigenaar stelde elk 12 man tewerk.
Gedurende de wintermaanden werd het ijs op karren geladen
En in de ijskelders aangestampt in lagen gescheiden door eikenbladeren
Bij mooi weer bewerkte men het sneeuwijs tot rollen
En dit door middel van houten mallen
Het ijs werd verpakt in zakken en geïsoleerd met eikenbladeren.
De ijscilinders wogen 50kg
Ze werden door paarden uit de ijskelders omhoog getrokken .
In het holst van de nacht vertrokken de ijskonvooien op weg naar hun klanten.
In het hoogseizoen ging men zelfs 3x per week naar
Carcassonne, Narbonne, Sète, maar ook naar Mazamet die al een verbindingsweg met Pradelles-Cabardes had sinds het jaar1500 .
In het record jaar 1905 werden er meer dan 30.000 ijsrollen geleverd.
Gedurende een eeuw was dit een zeer florerende handel.
Anno 1923 met het aan breken van de nieuwe tijd,
Sloot de laatste ijshandelaar zijn deuren.
La route de glacières de Pradelles-Cabardes
Een prachtige wandeling bij ons.
Tot dan,
Jan van de Prades.
Brongegevens: Balades à pied et vélo-tout-terrain
Montagne Noire-Massif Central Chamina
45 circuits de petite randonnée
|