6/9 Ik werd aangevallen in een droom - Unknown Prophet
Fred Watkins: De Heer zei: schrijf de droom op die je vannacht had. Het was geen goed gecoördineerde droom, daarom had ik geen idee waar Hij naartoe wilde. In de droom was ik in een of ander gebouw en er waren een paar mensen. Niet veel, maar blijkbaar waren ze er allen met hetzelfde doel. We begonnen ons te verzamelen in een grote ruimte op de tweede verdieping en er kwam een vrouw binnen die blijkbaar de spreker van de avond was. Het was duidelijk dat ze over God zou spreken, hoewel het niet duidelijk was of ze een voorganger was. Ze stond op om te spreken en er gebeurde iets met haar en ze stortte in.
Ik sprong op en hielp haar van de vloer en anderen liepen rond om te helpen. Voor zover ik me kan herinneren, bracht ik haar naar een plaats waar ze kon rusten en ze zei: "Oké, ik ben oké." Het tafereel veranderde niet, maar ik liet haar achter en ik liep naar een trap naar beneden toen ik werd geconfronteerd met een Duitse herder die meteen gromde en afstormde op de wandelstok waarmee ik liep. Hij greep hem vast met zijn tanden en hield zich alleen maar vast en staarde me aan.
Ik voelde geen angst en begon gewoon met hem te praten. Hij liet zijn greep op de wandelstok los en ik trok hem uit zijn bek. Hij bleef grommen en blokkeerde mijn weg. Daarom stak ik mijn hand uit en hij greep hem vast met zijn tanden. Ik hoorde iemand zeggen: "Hij is gevaarlijk." Maar hoewel hij in mijn hand beet, was het niet zo hard. In de droom kon ik de binnenkant van zijn bek voelen met mijn hand. Ik reikte naar beneden, opende zijn bek en schoof mijn hand eruit.
Toen ik mijn hand uitstak, praatte ik tegen hem en hij leek niet langer confronterend. Ik klopte op zijn kop en draaide me om, met de stok in mijn hand, en hij gromde. En met diezelfde grom sprak hij. Hij zei: "Ik haat deze stok." Dat was een droom.
God de Vader: Zoon, dat lijkt misschien helemaal onsamenhangend voor je, maar luister nu naar Me. Het eerste deel bestond uit een groep volgelingen die bijeenkwamen om iets te bespreken wat Ik ze had opgedragen. De dame was degene die Ik had opgedragen het op te zetten. Ze stortte in door een aanval van de vijand, waar ze niet op voorbereid was.
Jij was er om te helpen, zoon, want je had dat reeds eerder meegemaakt. Je had gezien hoe aanvallen mensen ten val brachten en stopten wat Ik via hen probeerde te doen. Je hebt haar naar een plaats gebracht waar ze kon herstellen en uiteindelijk terug kon keren naar wat Ik voor haar had. De hond was de geest die het gebied domineerde waar jij was. Hij had de leiding over de handlangers van de vijand.
Iedereen kende hem en hij was wreed. Maar je had reeds eerder met hem afgerekend, hoewel je hem niet herkende. Je bewoog gewoon met me mee, en angst nam niet de overhand. Toen hij je stok greep tussen zijn tanden, je praatte gewoon tegen hem en hij liet het los. Toen je zijn kop wilde aaien, was dat niet uit liefde of omdat je om hem gaf. Het was om hem te laten weten dat jij de baas was en dat je niet op enigerlei wijze bang voor hem was. Het drukte je dominantie over hem uit. Hij wist dat.
Daarom probeerde hij in je hand te bijten. Wederom was je niet bang en liet je het hem gewoon proberen. Maar hij kon de blik die je op hem gericht had, niet verdringen. Daarin kon hij Mijn kracht zien, totdat hij je losliet. Toen je je omdraaide om verder te gaan met je stok, gromde hij weer naar je omdat hij boos was. Je hoorde hem zeggen: "Ik haat de stok." Nee, honden praten niet met mensen, maar ze zouden het wel doen als ze konden. Ik liet je in de geest horen wat hij dacht.
De stok, zoals hij hem noemde, was wat hij zag als jouw stabilisator, jouw krachtbron. Hij vertegenwoordigde Mij aan hem, aan de vijand. Het was het ding dat hij als eerste aanviel. Jouw vertrouwen in Mij en het werkte niet. Je keek hem gewoon aan en sprak met hem. Dat was Ik die door jou heen werkte en hij wist het. Je had vrede, want hoewel het niet in je droom verscheen, wist je dat Mijn vrede in jouw droom was.
Opnieuw probeerde hij aan te vallen, maar deze keer was jij het weer. Er was geen angst, en je keek hem gewoon aan en sprak met hem. En ja, je kon zelfs de binnenkant van zijn bek op je hand voelen, omdat hij, de demonische, zo boos was in zijn poging je pijn te doen en te vernietigen. In de droom, als je ook maar enig teken van angst had getoond, zou hij je hebben verscheurd en schade hebben aangericht.
Maar zelfs in de droom had jij de controle, omdat je Mij de controle liet hebben, ook al realiseerde je je dat niet. Je wandelt in geloof, want in het echte leven weet je dat Ik bij je ben. En daarom zei hij: "Ik haat de stok."Omdat hij Mij haat. Ik laat jullie dit zien, Mijn kinderen, om jullie te helpen begrijpen dat, zelfs als jullie je er niet van bewust zijn, Ik bij jullie ben. Als jullie sterk met Mij meelopen in het dagelijks leven, zullen jullie gemakkelijker Mij door jullie heen laten werken om jullie te beschermen, zelfs als jullie je er niet van bewust zijn dat Ik je bescherm. Ik heb het niet over dromen.
Ik heb het over het dagelijks leven in deze wereld. Het zal ongeveer hetzelfde werken als in de droom. Hoe meer jullie van Mij weten, hoe meer jullie met Mij meelopen, hoe sneller en vollediger Ik jullie in jullie leven kan helpen. Zullen jullie er altijd ongeschonden uitkomen? Nee. Maar door dit alles heen zal Ik je beschermen zoveel als je Me toelaat en veel meer dan je je zult realiseren omdat Ik van je hou. Het is Gods woord tot jou door een gekke droom. Ik hoop dat het je duidelijk maakt.
Dat geldt ook voor mij nu Hij het me heeft uitgelegd. Doe God nooit tekort, of je Hem nu ziet of beseft dat Hij er is of niet. Als je met Hem wandelt, geloof me, zal Hij voor je zorgen. En zoals Hij zei: je zult er misschien nooit helemaal ongeschonden uitkomen, maar Hij zal je er zeker uit halen. In Jezus machtige naam, ik geef dat aan je door.
|