|
Wat Maria heeft aangekondigd over haar rol in haar verschijningen:
Dit is weer een gemiste kans van het Vaticaan om de rol van Maria in een waar perspectief te plaatsen. Terug wordt haar rol geminimaliseerd en stemt niet overeen met de rol die God haar heeft toebedeeld:
* De nota noemt de mariale titel ‘medeverlosseres’ (‘co-redemptrix’) ‘niet gepast’ en dus te vermijden.
* De titel ‘middelares’ (‘mediatrix’) is aanvaardbaar zolang ze correct wordt begrepen – namelijk enkel als ondersteunend en voorbereidend op de unieke bemiddeling van Christus.
Maria verscheen zelf om haar rol aan te kondigen, en daarom wie is het Vaticaan om hieraan te twijfelen wat God zo heeft ingesteld?
MARIA IS MEDEVERLOSSERES, MIDDELARES VAN ALLE GENADE EN VOORSPREEKSTER
* Verschijning op 27/11/1830 Rue du Bac in Parijs aan Catherine Labouré in verband met Maria als Middelares van alle genade: Maria blijft staan ter hoogte van het schilderij van St. Jozef, ze lijkt te zweven in de ruimte. Maria lijkt licht uit te stralen in haar gewaad met wijde mouwen. Ze draagt ook een lange sluier welke ze over haar hoofd draagt en over haar schouders naar beneden hangt. In haar handen draagt ze een gouden bol met een kruis erop. Ze biedt deze bol aan God aan, terwijl ze haar ogen hemelwaarts richt, als om genaden af te smeken. Onmiddellijk wordt ze verhoord.
Aan haar vingers verschijnen ringen met schitterende edelstenen, waarvan de stralen in verschillende kleuren, naar alle richtingen gaan. De kleine bol verdwijnt en Maria strekt haar handen uit naar de globe die zich onder haar voeten bevindt. Nu vallen de schitterende stralen uit haar handen over de gehele aarde, doch heel intensief op een bepaalde plek van de globe. Tegelijkertijd maakt Maria haar duidelijk dat deze globe de hele wereld vertegenwoordigt en dat de plek, die de meeste stralen ontvangt Frankrijk is. De lichtstralen zijn een symbool van genaden, die uitgestort worden over hen die erom vragen.

Dan vormt zich een ovale omlijsting om dit tafereel heen, met aan de rand in gouden letters de woorden: ‘O Maria zonder zonden ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot u nemen.’ Maria geeft haar de opdracht: ‘laat een medaille slaan naar dit model. Allen die haar dragen zullen grote genaden ontvangen, vooral als zij haar om de hals dragen en met eerbied het gebed bidden, zullen zij de bijzondere bescherming van de Moeder van God ontvangen en zal de genade overvloedig zijn’.
Dan is het alsof het geheel zich omdraait en ziet Catharina de achterkant van de medaille: in het midden de letter M, waaruit een kruis opstijgt met aan de voet nog een dwarsbalk die door de letter M heen gaat en daaronder de twee harten van Jezus en Maria, de een met doornen gekroond, de ander doorstoken met een zwaard. Het geheel wordt omgeven met een kroon van twaalf sterren. Catharina hoort: ‘het kruis, de letter M en de twee harten zeggen voldoende!’ In een jaar tijds heeft deze verschijning zich minstens vijfmaal herhaald en telkens met dezelfde opdracht.
* Ida Peerdeman tussen 1945 en 1961 in totaal 56 authentieke verschijningen van Maria heeft gekregen, waar Maria als Medeverlosseres, Middelares van alle genade en Voorspreekster werd aangekondigd. De bisschop wees onder meer op de vele gevallen van wonderbaarlijke genezingen nadat men tot de Vrouwe van Alle Volkeren van Peerdeman had gebeden.
Gebed tot de Vrouwe van alle volkeren
Heer Jezus Christus, Zoon van de Vader, zend nu Uw Geest over de aarde. Laat de Heilige Geest wonen in de harten van alle volkeren, opdat zij bewaard mogen blijven voor verwording, rampen en oorlog. Moge de Vrouwe van alle Volkeren, de heilige Maagd Maria, onze Voorspreekster zijn. Amen.
De afbeelding van Maria is vóór het Kruis, net zoals het beeld in Akita, Japan.

* In de boeken van Anna Katarina Emmerich wordt duidelijk dat Maria spiritueel meeleed met Christus:
Fascikel 30-1883: Maria gedurende de geseling
Ik zag de H. Maagd gedurende de geseling van onze Verlosser in een ononderbroken verrukking. Met onuitsprekelijke liefde en smart zag zij in de geest en leed zij in de ziel al de smarten en pijnen, die haar Zoon onderging.
Keer op keer ontsnapte haar een zacht gekreun en haar ogen waren ontstoken van het wenen. (…)
Tot zichzelf teruggekomen, zag Maria op een geringe afstand haar Zoon met verscheurd lichaam door de beulen voortgedreven worden. Met zijn kleed wiste Hij het bloed uit zijn ogen om naar zijn Moeder te kunnen zien. Smartvol hief Maria haar handen naar Hem en volgde met haar ogen zijn bloedige voetstappen. Wanneer nu het volk naar een andere zijde stroomde, zag ik de H. Maagd en Maria Magdalena naar de geselplaats gaan. Omringd door de andere H. Vrouwen en door enige weldenkende mensen, zodat zij verdoken waren voor de ogen van de beulen, wierpen zij zich bij de geselkolom ter aarde neer en droogden met de ontvangen doeken Jezus‘ heilig bloed op tot de laatste druppel die zij vonden.
Noot: Maria tijdens de geseling in een ononderbroken verrukking. De herhaalde bewusteloosheden van Maria die eerder verrukkingen of extases waren, waarin Maria beschouwde wat Jezus leed en het als Moeder en Medeverlosseres meeleed.
Hier willen wij nog een woord van de H. Teresa te pas brengen uit haar Innerlijke Burcht van de ziel (VI, IV, 3-4) waar zij zegt: De ziel heeft (wel het uitwendig, maar) niet het innerlijk bewustzijn verloren. Haar (uitwendige) bewusteloosheid kan niet met een bezwijming of flauwte vergeleken worden, waarbij ieder inwendig of uitwendig gevoel is opgeheven. Integendeel, me dunkt dat in zulke gevallen de ziel wakkerder is dan ooit voor de dingen van God, meer verlicht ook in de kennis van zijn Majesteit! (en van de goddelijke dingen). Dit kan onmogelijk lijken.
|