|
Vol 12 - 8/4/1918: Het verschil tussen leven in eenheid met Jezus en leven in de Goddelijke Wil.
Terugkerend naar het punt over leven in de Goddelijke Wil, werd mij verteld dat het was als leven in eenheid met God; en mijn altijd beminnelijke Jezus zei bij zijn komst tegen mij: Mijn dochter, er is een groot verschil tussen leven in eenheid met Mij en leven in mijn Wil." Terwijl Hij dit zei, strekte Hij Zijn armen naar mij uit en zei: "Kom in mijn Wil, al is het maar voor één moment, en je zult het grote verschil zien."
Ik bevond me in Jezus. Mijn kleine atoom zwom in de Eeuwige Wil. En aangezien deze Eeuwige Wil één enkele Daad is die alle daden, verleden, heden en toekomst, samen omvat - aangezien ik in de Eeuwige Wil was, nam ik deel aan die ene Daad die alle daden omvat, voor zover dat mogelijk is voor het schepsel. Ik nam ook deel aan de daden die niet bestaan en die nog moeten bestaan, tot het einde der eeuwen, en totdat God God zal zijn.
En ook voor deze daden had ik Hem lief, ik dankte Hem, ik zegende Hem, enz. Er was geen daad die mij ontging. Ik nam de Liefde van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest, en ik maakte die tot de mijne, zoals hun Wil de mijne was; en ik gaf die aan hen alsof het de mijne was. Wat was ik gelukkig dat ik hen hun eigen Liefde kon geven alsof het de mijne was! En hoe vonden zij hun volle tevredenheid en volledige uitstorting in het ontvangen van hun eigen Liefde van mij, alsof die de mijne was!
Maar wie kan alles zeggen? Ik heb geen woorden. Nu vertelde de gezegende Jezus mij: "Heb je gezien wat leven in mijn Wil is? Het is verdwijnen en de sfeer van de Eeuwigheid binnengaan; het is doordringen in de Almacht van de Eeuwige – in de Ongeschapen Geest, en deelnemen aan alles en aan elke Goddelijke daad, zoveel als een schepsel maar kan. Het is gebruik maken, zelfs terwijl men op aarde is, van alle Goddelijke eigenschappen; het is het kwaad haten op een Goddelijke manier.
Het is zich zonder uitputting aan iedereen aanbieden, omdat de Wil die dit schepsel bezielt Goddelijk is. Het is de Heiligheid die nog niet gekend is, die Ik bekend zal maken, en die het laatste sieraad, het mooiste en het stralendste, onder alle andere heiligheden zal plaatsen. Het zal de kroon en de vervulling zijn van alle andere heiligheden.
Nu, verenigd met Mij leven is niet verdwijnen – twee wezens verschijnen samen; maar iemand die niet verdwijnt, kan de sfeer van de Eeuwigheid niet binnengaan om deel te nemen aan alle Goddelijke daden. Denk er goed over na, en je zult het grote verschil zien.
|