|
Feest van Christus, Koning van het Heelal

Het feest van Christus, Koning van het Heelal (Dominus Noster Iesus Christus Universorum Rex) of kortweg Christus Koning (Christus Rex) is een hoogfeest in de Katholieke Kerk dat eind november gevierd wordt, op de laatste zondag van het kerkelijk jaar. De daarop volgende zondag (Levavi) is het begin van de Advent, het begin van het nieuwe kerkelijk jaar. Christus Koning valt dus op de zondag in de periode van 20 tot en met 26 november.
Het feest werd in 1925 ingesteld door Paus Pius XI naar aanleiding van de 1600-jarige viering van het Concilie van Nicaea om tegen het laïcisme en atheïsme nadruk te leggen op de allesomvattende betekenis van het koningschap van Christus over de mens en de wereld. Pius XI wijdde de encycliek Quas Primas aan dit feest dat telkens het kerkelijk jaar afsluit. Christus Koning is één van de vele verschillende titels van Jezus Christus.
Achtergrond
De titel "koning" wordt in het Nieuwe Testament meermaals in verband gebracht met Jezus. De term Christus Koning verwijst naar een van de drie Messiaanse functies van Jezus: Koning, Priester en Profeet. In het evangelie van Johannes zegt Jezus tegen Pontius Pilatus: "(...) ik ben koning. Met geen andere bestemming ben ik geboren en in de wereld gekomen dan om te getuigen van de waarheid." (Joh. 18, 37).
Op het kruis hing boven het hoofd van Jezus het opschrift INRI, "Jezus van Nazareth, koning der Joden". Bij zijn geboorte vroegen de drie wijze Koningen ook naar de Koning der Joden. Ook op andere plaatsen wordt deze term nog vermeld.
De titel "Koning van het heelal" wordt in de Bijbel nooit voor Jezus gebruikt; "koning over het heelal" komt in de Willibrordvertaling (editie 2012) één keer voor en heeft dan betrekking op de HEER (Psalm 103:19). Andere vertalingen zeggen daar "Koning over alles".
TOEWIJDING AAN JEZUS CHRISTUS, KONING VAN HET UNIVERSUM
O Jezus, Koning der koningen, God van Goedheid, God van Liefde, God van Barmhartigheid, ik aanbid U, ik bemin U, ik dank U, en ik verheerlijk Uw Allerheiligste Wil, voortkomend uit Uw Almacht, geleid door Uw Wijsheid, vergezeld van Uw Goedheid en Liefde.
Moge Uw Allerheiligste Wil en Uw Goddelijke Liefde overal en op elk moment, of het nu in vreugde of in pijn is, de sterren zijn waarnaar ik kijk, de wet die mij regeert, de lucht die ik adem, de hartslag van mijn hart, het Leven van mijn leven. Daarom verenig ik al mijn gebeden en daden met de Uwe, heel mijn leven met het Uwe, evenals met dat van de Maagd Maria, van de H. Jozef en van alle uitverkorenen die er waren, er nu zijn en er altijd zullen zijn, met al het goede, verleden, heden en toekomst, dat werkelijk en mogelijk is in de Hemel en op aarde.
Ik wijd mij aan U toe en geef alles wat ik heb, wat ik ben, wat mij toebehoort, wat mij dierbaar is, mijn leven, mijn dood, mijn eeuwigheid, alles wat U geschapen hebt en zult scheppen door Uw Allerhoogste Wil, door Uw Oneindige Liefde. En ik bid U, O Oneindige Wijsheid, om mij met onuitwisbare tekens in Uw aanbiddelijke Hart te schrijven als het vurige en ijverige kind van Uw Goddelijke Wil en van Uw zuivere Liefde. Ik doe deze overgave in de Kracht van de Vader, in de Wijsheid van de Zoon, in de Deugd van de Heilige Geest, in mijn naam en in de naam van alle mensen om de komst en de uitbreiding van het Koninkrijk van de Goddelijke Wil en van Uw Goddelijke Liefde op aarde te verkrijgen. O mijn Heer, geef dat op ieders lippen en uit ieders hart voortdurend, als van een heilig altaar, het gebed opstijgt dat Uzelf, als eerste tot de Vader richtte: "UW RIJK KOME! UW WIL GESCHIEDE OP AARDE ZOALS IN DE HEMEL." Amen!
|