ik zit alleen aan de tafel en voor mij ligt een berg met scherven de restanten van wat eens mijn hart was. op de grond om mij heen liggen allemaal lege lijmtubes, herinneringen aan eerder pogingen om de scherven aan elkaar te plakken
ik doe elke keer mijn best en ben heel voorzichtig maar ik krijg het niet meer in elkaar, het zijn er zoveel en alle stukjes lijken hetzelfde een begin kan ik niet echt vinden. de lijm resten verraden eveneens de eerdere mislukte pogingen om een zaak te herstellen, maar het lukt eenvoudig weg niet, misschien ben ik toch een stukje kwijt
maar waarom krijg ik het niet meer tot een geheel het is toch mijn hart en ik weet hoe het origineel eruit zag, voor dat ik het spontaan in jou handen heb gelegd, jij kon er niets aan doen dat je het liet vallen in duizend stukjes, ik had je eerder moeten waarschuwen hoe broos en breekbaar het was.
het vreemde ik ook dat van de stukjes ook geen schittering meer uitgaat geen glans, daar waar het in jou handen straalde en licht gaf. nu blijft elke reflectie uit en is het slechts een dof hoopje scherven, zelfs zonder scherpe randen. misschien kan ik de scherven maar beter weggooien en een nieuwe kopen een die niet breekt en die ik gewoon kan weggeven zonder dat ik het gevaar loop dat iemand het zomaar laat vallen
|