Jared Diamond, een antropoloog van de UCLA, heeft in 1991 een boek geschreven met als titel: "The third Chimpansee", waarin zijn centrale thesis is dat als men objectieve en kwantitatieve criteria gebruikt voor de classificatie der soorten, het verkeerd is de mens en zijn uitgestorven voorouders tot een aparte familie te rekenen; het is zelfs fout ze tot een apart genus te rekenen; eigenlijk behoren wij, samen met de twee andere nog levende chimpanseesoorten, Pan troglodytes (de gewone chimpansee) en Pan paniscus (de dwergchimpansee), tot hetzelfde genus. Dat genus zou dan drie soorten omvatten, Homo sapiens, Homo troglodytes en Homo paniscus.
Het genetisch verschil tussen mensen en de twee chimpanseesoorten was 1,6%. Het verschil is ongelooflijk klein. Het is bvb. kleiner dan dit tussen twee nauw verwante gibbon-apensoorten (2,6%); kleiner ook dan dat tussen twee vogelsoorten die de meeste leken bij oppervlakkige beschouwing niet van mekaar kunnen onderscheiden, zoals de roodogige en de witogige vireo (2,9%). Hemoglobine, de zuurstofvervoerende molecule in het bloed van mensen en gewone chimpansees, is opgebouwd uit dezelfde 287 aminozuren. Slechts één van die aminozuren heeft een andere positie in de ketting bij de twee soorten. Bij de 1.271 aminozuren in proteïneketens die tot nu toe zijn vergeleken bij de mens en de gewone chimpansee heeft men slechts 5 verschillen kunnen ontdekken: één aminozuur verschilt in een proteïne die in spiercellen voorkomt (m.n. myoglobine); één aminozuur neemt een andere positie in in één van de kettingen (de deltaketting) die hemoglobine vormen; drie aminozuren verschillen in een proteïne die koolzuuranhydrase wordt genoemd. De genetische afstand tussen mensen en gorilla's is wat groter: ze verschillen in 2,3% van hun genen en dat is ook de genetische afstand tussen chimpansees en gorilla's. Orang-Oetans en mensen verschillen voor 3,6%.

Men schat dat chimpansees (Pan troglodytes) over zo'n 150 verschillende stemgeluiden beschikken die door soortgenoten kunnen worden geïnterpreteerd. Bij soorten die niet over een taal (een symbolisch communicatiesysteem) beschikken, worden dus wél genetisch voorgeprogrammeerde stemgeluiden gebruikt om aan communicatie te doen. Dit erfelijk communicatiesysteem is echter arm (het aantal tekens is klein) en het is star (de tekens zijn genetisch vastgelegd en vertonen van generatie op generatie geen veranderingen).xml:namespace prefix = o />
|