Het leven gekruid met wijsheid
Met de L van levenslijn
Een gezellige babbel met vrienden kan soms echt inspirerend werken.
Dit overviel me toen ik daarstraks met vrienden rond de tafel zat.
Keuvelen, wereldnieuws bespreken, het ontleden van feiten;
de informaties langs radio en televisie onder de loepe nemen.
We genoten van het samenzijn en werden wat onrustig bij al die verhalen die ons dagelijks bezighouden.
Verhalen en gebeurtenissen die onze denkwereld bijna beheersen.
Ik zeg wel bijna beheersen. Want dat is de kunst. Informatie kunnen
opnemen en selectief in vakjes en schuifjes indelen; een juiste plaats in het geheel geven.
De media zijn uit op sensatie, grote oplagen, speciale nummers
De media zijn uit op provocatie; zijn uit op sentimentele uitbuiting van dramas en gebeurtenissen. En wij mensen, laten ons door de electronische, onzichtbare draden van het Internet en satelietverbindingen, vele overbodige, en onnuttigegegevens opsolferen. Onbewust wordt onze denkwereld gekneed tot een
brei die indigest kan worden.
Handen in de schoot, geeft nog geen brood. Niet reageren, niet werken en het alles ondergaan geeft geen geestelijk brood als voedsel.
De volksuitdrukking zinspeelt natuurlijk op het feit dat wanneer mensen niet werken, ze geen brood hebben of verdienen om onder de tand te steken.
Maar in onze huidige maatschappij kunnen we deze wenk wel doortrekken.
Wie passief alles slikt wat de media verspreiden is een sufferd. Om den brode wordt er geroddeld, wordt er verzonnen, wordt er gelogen.
Maar er is meer !
Laten we de levenslijn van de huidige mens eens indenken als een lange draad.
Een lijn die we ons voorstellen met opeenvolgende punten. Een levenslijn.
De 25 eerste puntjes zijn de studieperiode waarin een mens zich vormt.
Hij brengt nog niets op ; hij kost aan de maatschappij en zijn thuis.
De 5 volgende punten ; hij is werkzoekende; hij kost geld aan de maatschappij.
Vanaf punt 30 tot circa 60 punten op de levenslijn die we voor onze
ogen trekken, is hij werkzaam. Hij verdient geld; hij laat het rollen en betaalt veel, heel veel belasting op zijn arbeid.
Vanaf circa 65 punten(jaren dus) wordt hij minder actief en gaat opnieuw aan de gemeenschap kosten, wellicht nog 30/35 jaar lang.
Het lang leven is hem van harte toegewenst.
Bekijken we even deze redenering van dichterbij :
25 eerste levensjaren : kosten geld
circa 5 volgende levensjaren : kosten alweer geld
Van 30 tot 60/65 : betekenen 30/35 jaren productiviteit
Vanaf circa 60/65 gaat hij opnieuw kosten.
Laten we even een kleine berekening maken : Slechts 30/35 jaar aktief
voor 60/65 jaar inactief qua broodwinnen.
Eigenaardig als we die proporties zien. Misschien begrijpen we dan beter dat het normaal is dat we veel betalen aan taksen om onze eigen toekomst en deze van onze kinderen te vrijwaren.
Kinderen moeten we de kans geven te studeren, zich te vormen. (circa 25 jaar)
Maar we moeten niet toelaten dat zij hun dolle jeugdjaren verbrassen op de kosten van de maatschappij, want daar betaalt de gemeenschap voor.
Jonge mensen, moeten de kans krijgen op leerschool te gaan in bedrijven en ondernemingen; eens te struikelen en eens te zoeken naar de job die bij hun karakter en studieopleiding past.
Rond die leeftijd zullen zij wellicht denken aan het stichten van een gezin of een samen op weg gaan met een mooie toekomst voor ogen. Velen zullen nochtans struikelen onderweg. En daar moeten we begrip voor opbrengen. Er is altijd iemand die het net niet zo gewild heeft.
Tot de pensioenleeftijd in zicht komt en bedrijven ons stilaan maar zeker diets maken dat we beter op brugpensioen gaan.
Dan blijft ons nog in het beste geval een zee van tijd over om te genieten van het leven.
Beter gezegd : om verder te genieten van het leven maar op een ander ritme.
De aktieve bevolking heeft geïnvesteerd in de de spaarpot voor de oude dag. Het pensioen.
Werken moeten we dus voor ons zelf en de anderen. Onze kinderen, onze toekomst.
Mogen leven in een land zoals het onze , waar alles nog geur en kleur heeft, is nog niet zo slecht. We genieten van een grote welstand maar moeten alert blijven voor onze medemens
die de snelle evolutie van computers - Internet - digitale snufjes allerhande niet méér kan volgen. Een hele generatie die onmondig wordt. Hier moeten we alert voor blijven.
We willen er komen in het leven !
Er komen in het leven, betekent nog altijd : inzet, offergave, wilskracht, de ogen gericht op de toekomst en het goede dat we anderen willen aandoen.
Dat het rondom ons, en ook in eigen land verkeerd kan aflopen dat hebben we de laatste jaren en maanden al elke dag door de media voorgeschoteld gekregen, catastrofen, oorlogen, zelfmoorden, verkrachtingen, kindermishandelingn verwaarlozingen enz.
Wordt het niet de hoogste tijd om het positieve nieuws in vedette te stellen zodat we kunnen leven in een sfeer van gelukkig zijn met dankbaarheid tevens voor al het positieve dat we mogen beleven.
Onze levenslijn moet er een zijn van steeds opnieuw op zoek gaan
naar het goede in deze wereld. Datgene waar niet over gesproken en geschreven wordt zodat we ons veilig en gelukkig kunnen voelen en
blijdschap alom kunnen verspreiden.
Kleine dingen zijn inderdaad klein
Maar trouw zijn in kleine dingen is iets groots.
Met de letter Kvan klein.
Fijn weer even achter het scherm van de computer te kunnen zitten
en te bezinnen over de tekst die Moeder Teresa ons naliet. Trouw zijn in kleine dingen.
Kleine voorwerpen kunnen we met minachting benaderen tenzij we ze met grote ogen bekijken. Met verwondering met bewondering. Dan krijgen ze kleur en geur.
Een eigen identiteit.
Wat klein is, trekt ons aan ; het wordt aantrekkelijk ; we kunnen het de baas.
Kleine diertjes zijn over het algemeen heel lief en we gaan ze strelen en koesteren.
Babies trekken ons bijzonder aan omdat ze zo teer lijken, zo freel en schalks.
We willen het ook hebben over grootse dingen.
Grootse dingen doen in het leven is niet voor iedereen weggelegd.
Niet iedereen krijgt de kans uit de band te springen en op te vallen.
Denk maar even aan de zorgende moeder, die onafgebroken zich dag en
nacht inzet voor haar kroost. Ook al gaat ze buitenshuis werken , dan nog
blijft ze permanent bezig met de kinderen. « Wat spoken ze uit tijdens onze
afwezigheid »; « hoever staat het met het huiswerk », « waar spelen ze »,
« met wie en met wat. »
« Staat de televisie niet te luid en welk programma volgen ze », « zijn ze aan het
surfen op het internet ? » Surfen maar ; de telefoonrekening vliegt de hoogte in.
Spaarpotjes werden tot nog toe niet aangelegd om spelletjes te kopen via internet.
Het zijn nog steeds de ouders die opdraaien of zijn er uitzonderingen ?
Spectaculaire dingen zijn er niet altijd om de kans te bieden aan mensen die even op TV of radio willen komen. Men kan niet elke dag een drenkeling redden of
hier en daar een heldendaad verrichten. Kleine dagdagelijkse dingen zijn
zo banaal, zo vanzelfsprekend ; toch worden ze achter pot en pint luidkeels besproken.
Gewikt en gewogen.
En er gebeuren echt vele kleine dingen in de loop van de dag.
Onopvallend, geruisloos : een helpende hand bij een gehandicapt kind ; de tafel
die wordt afgeruimd ; de tv die op een laag pitje wordt gezet omdat klank storend kan zijn voor wie in de nabijheid ervan, wil studeren of lezen.
Wanneer worden kleine dingen dan groot ?
Als we trouw blijven aan een gegeven woord.
Wanneer onze inzet koppig naar de eindmeet loopt.
Wanneer het engagement tegenover de partner gerespecteerd wordt.
Wanneer twijfel wordt verbannen ; het ongeloof weer plaats maakt voor geloof.
Waar vriendschap uitgroeit tot ware liefde in permanente zorg voor elkaar.
Toen Moeder Teresa zei « kleine dingen zijn inderdaad klein, maar trouw zijn in kleine dingen is iets groots » dacht ze wellicht aan haar eigen inzet. De dagelijkse zorg voor de misdeelden ; de warme handdruk aan de zieke, weze het dan met haar kleine, magere, knokige hand ; haar bemoedigende woorden voor haar medezusters.
Haar tere blik en het luisterend hart. Die kleine gestes heeft ze ons voorgedaan.
Haar beeld zal ons nog lang bijblijven.
Zelf was ze niet groot van gestalte ; alle proporties gerespecteerd, zal ze ook een klein hart gehad hebben maar zo groots voor wie haar mocht ontmoeten.
Bij haar was het niet op afspraak, en in functie van een volle agenda, dat je kon aankloppen.
Waar er moest gewerkt worden was ze ; waar er moest verzorgd worden was ze.
Als er moest gebeden worden was ze er ; permanent in kontakt met God en mens.
Is dit geen prachtig voorbeeld voor wie even de bekommernissen van elke dag onder ogen wil zien.
Is het sleur of is het gave ? Is het bitter maar toch drinkbaar ? Is het banaal of overweldigend ?
Ik heb het over het leven. Gewikt en gewogen. Zo kwaad hebben we het hier in het Westen niet.
We mogen daarom niet de ogen sluiten voor het leed rondom ons, de groeiende armoede, ook bij ons. De vereenzaming. Het individualisme. Het gevoel er niet méér bij te horen.
We hebben mekaar nodig. Laten we weinig wikken en wegen maar present zijn.
Een klein gebaar kan wonderen doen; een lief woord kan helend zijn; een kleine traan die meevoelt met het grote leed van iemand kan verzachtend werken en een duidelijk teken zijn van ik ben er voor u ik leef met je mee. In kleine daden schuilen grote levenswaarden.
Lina Van Obergen