Soms zet het leven je in een eigenaardige situatie, ongewild, ongevraagd, soms zo´n bizarre situatie.
Zo was ik enkele tijd geleden met mijn kleinkind aan de wandel. In Antwerpen uiteraard. Hier vlak bij waar ik woon staat een prachtige kerk, de Sint Joriskerk. In tegenstelling tot de kathedraal, die maar één toren heeft, maar wat voor één, en wier schoonheid natuurlijk de Sint Joriskerk overtreft, heeft de Sint Joriskerk, twee witte torens die naar de hemel reiken, maar het interieur van deze, in feite zeer oude kerk, is wat donker en somber. Waar een kerk gebouwd is, vindt men doorgaans ook een ziekenhuis met kapel, een klooster en een soort begijnhofje.En dat is hier dus allemaal. Over het hofje wil ik het hebben. Het heet Het Elzenveld en ik vind het persoonlijk één van de mooiste plekjes van Antwerpen. Temidden van het stadsgewoel heerst daar rust en vrede. Er zullen vroeger hoogstwaarschijnlijk elzen gestaan hebben, vandaar de naam Het Elzenveld, maar nu staan er nog maar twee bomen. Maar wat voor bomen! De ene is volgens mijn fantasie een mannelijke boom. Als een fallus staat hij rechtovereind, stoer, streng, krachtig, puntig. Hij is bijna even hoog als de torens van de Sint Joriskerk en steekt hoog boven de daken van de kapel en daken van de huizen rond het hofje uit. Zijn groei is niet te stuiten. Naast hem groeit zijn partner, een vrouwelijke boom met een brede, grillige schoot. Zij uit zich in de breedte en haar bladerdak heeft schuilhoekjes en herbergt vele vogelnesten. Tegen de gevel van één van de huisjes van het vroegere klooster staat een bankje. Ik zit graag op het bankje, zeker in de lente en de zomer, want de zon richt haar stralen juist naar dat plekje. Ik kijk naar de bomen en ik mijmer hoe ik mij verstop in het dikke bladerdak van de vrouwelijke boom om stillekens uit te huilen over het verdriet dat haar partner mij aandeed in mijn leven, en geloof mij, dat helpt. Meestal loop ik glimlachend door het mooi smeedijzeren hek weer de vermoeiende buitenwereld tegemoet. Soms is het hek gesloten. Ik begrijp dat want er staan ook twee prachtige beeldhouwwerken op het kleine gazon met de twee bomen. Beelden van de Poolse kunstenaar Szukalski. Het zijn net spoken; het zijn lege, witte gewaden die een menselijke vorm aangenomen hebben. Ik heb ze al verscheidene malen gefotografeerd. Spijtig genoeg kan ik dat niet ´s nachts doen vanwege het gesloten hek. Maar ik lig op de loer; ooit zal het me lukken. Ooit zullen ze toch wel eens vergeten de poort te sluiten. En alle avonden ga ik de hond uitlaten
. Op die bewuste dag toen ik dus in die bizarre situatie belandde, stond ik met mijn kleinzoon voor het hek en liet hem van op afstand de beelden zien. Nu is het zo dat een paar straten verder een heel mooie winkel gelegen is, juist naast de Bourla-schouwburg, ook een schitterend gebouw. Boven de winkel zijn enkele étages en
..op het dak staan 2 beelden van Szukalski te pronken. ´s Avonds verlicht door spots. Indrukwekkend en spookachtig mooi. Ik vraag me af hoeveel Antwerpenaars ze zien staan! Enfin, ik zie ze. Als je met een hond wandelt en het dier snuffelt aan één of andere lantaarnpaal, moet je stilhouden en ach ja, dan laat een mens zijn blik zo wel eens langs de gevels en daken dwalen. Een hondenuitlaatmens ziet veel meer dan de doorsnee haastige voetganger!
Ik zeg tegen mijn kleinzoon: Een beetje verderop staan er nog twee van die spookbeelden op het dak van een winkelgebouw. We zullen daar naar toegaan. Natuurlijk zijn dat geen èchte; dat zijn copies. Wie heeft er nu zoveel geld om kunstwerken op z´n dak te zetten? Een dame die achter mij staat, ook met een kleinkind aan haar hand, tikt mij op de schouder. Pardon, mevrouw, zegt ze, die beelden van Szukalski op het dak van die winkel zijn ècht, hoor! Dat zijn geen copies! En ik kan het weten, want ze zijn van mij! Ik ben de eigenares van dat winkelpand en de beelden.
Ik kleur tot aan mijn haarwortels en totaal overrompeld bied ik haar mijn excuses aan, die ze genadig hoofdknikkend aanneemt. Ja, soms kom je the high society tegen.
|