Ter gelegenheid van Allerzielen maakte ik een gedicht. De Gazet van Antwerpen kondigde aan dat men een speciale bijlage ging maken om op het eerste Novemberweekend waarin de meeste Belgen hun overledenen gedenken, te publiceren.
Ik stuurde het gedicht in en jawel, het werd gepubliceerd.
Na een heel leven vergeefs geprobeerd te hebben om als schrijfster door het leven te gaan, lukt het me vreemd genoeg wel met het dichten. Dichteres worden, die ambitie had ik niet. Maar het is wel leuk. Ik zeg er geen "neen" tegen...
Vroeger maakte ik ook gedichten, maar ik liet ze altijd in de prullenmand verdwijnen. Ik schaamde mij erover. Ik wilde niet in mijn kaarten laten kijken - lees in mijn ziel kijken - die gevoelige kant hield ik angstvallig verborgen.
Marijcke was de flinke vrouw die een moeilijk huwelijk tot een goed einde trachtte te brengen; die haar 4 kinderen zo goed en zo kwaad mogelijk opvoedde; die nooit moe mocht zijn, niet ziek, niet zwak, niet verlangend naar de schoonheid van het leven. Zij moest voetbal gaan waarderen en de Tour de France volgen en het Philomonisch Orkest waarvan zij de muziek, de dirigent en muzikanten zo bewonderde, werd genadeloos in de vergeetput van haar ziel geworpen.
Op het dieptepunt van haar leven stond zij tot in haar enkels in de hondenstrond-en pies in een dierenasiel waar zij de koten schuurde, gaf ze de honden meer eten dan veroorloofd was en probeerde ze zoveel mogelijk het dierenleed te verzachten wanneer zij met de dierenarts moest beslissen welke hond een spuitje kreeg en welke gespaard kon worden. Na 4 uur hard werken ging ze met een paar schamele centen naar huis. Maar, ze kon onderweg aardappelen, vlees en groenten kopen voor haar gezin.
Gelukkig werd zij goede maatjes met de beheerder van het asiel en mocht ze na enige tijd het bureauwerk gaan doen en hondjes en katjes verkopen aan de bezoekers...Het zware werk ging over in andere handen.
Toen was er ´s avonds geen tijd om over het leven te mijmeren. Na de dagtaak had ze maar één verlangen: gaan slapen en hopen op een beter leven.
Het beter leven kwam. In mijn roman "De oude man", kun je dit lezen. Hier ga ik er liever verder niet op in..
Maar het leven bleef meppen en dreunen uitdelen. Meermalen lag ik uitgeteld op de vloer, maar een innerlijke kracht duwde mij weer overeind. En zo strompelde ik verder.
Maar zie, nu heb ik tijd om te lezen, te schrijven, te mijmeren en te dichten. Ik heb een mooie oude dag. Gek genoeg voel ik me alle dagen jonger worden. Zelfs mijn zicht is verbeterd. De oogarts stond versteld.
Mijn geheim?
Dat vertel ik misschien nog wel eens. Nu volgt hier het gedicht
ALLERZIELEN
Ik weet het, mijn lief, je bent daar niet,
tussen het gras van de weide.
Toch sta ik hier met een pot chrysanten
omdat ik je even groeten wou.
Ik weet nog, mijn lief, hoe het was,
de wind speelde met je as
en voerde je tot hoog in de bomen.
Ik keek je na,
mijn ogen droog,
mijn hart gebed in tranen.
In mij zoveel verdriet
omdat we moesten scheiden.
Soms denk ik, in een stil moment,
dat ik je voel
dat je dicht bij me bent,
soms kom je in mijn dromen.
Weet jij het nu, mijn lief,
is er een leven na dit leven?
Is er een hemel? Is er een God?
Wat is het doel?
Wat is het lot?
Gaan wij elkaar weer tegenkomen?
Kun je mij antwoord geven?
Ik zit zo vol met vragen
..
Ach, mijn lief, we zijn niet meer alleen,
er zijn mensen om ons heen.
Kijk hoe ze met gevoel
hun vele bloemen dragen.
De weide wordt een bloemtapijt.
Ik kijk toe , mijn ogen droog,
Mijn hart gebed in tranen.
Straks, thuis, zal ik deemoedig knielen
in stille, stille eenzaamheid
voor jou en alle zielen.
Nu, mijn lief, reik ik jou
de pot chrysanten.
Omdat ik nog altijd van je hou!
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Marijcke Cauwe Antwerpen, 26/10/09