Antwerpen, 25 november 2013
‘Het buikgevoel en het geweten’
Brief van de bisschop voor de advent
Goede vrienden,
Izabel en Koko moesten vluchten uit Syrië. Hun leven en dat van hun kinderen was in gevaar. Weerloos waren ze overgeleverd aan het geweld tussen rivaliserende milities. Alles hebben ze achtergelaten, ook hun familie. Sinds een paar maanden wonen ze bij ons. Bij een federatiebezoek in de regio Herentals bracht ik een kort bezoek aan het jonge gezin. Het is een christelijk gezin. Ze hebben drie dochtertjes en een vierde kindje is op komst. Alleen met de moeder kon ik spreken, in het Engels. De drie meisjes gaan naar de kleuterklas; ze leren er de eerste woordjes Nederlands. Dankzij de burgerlijke overheid en de medewerking van de parochie kunnen ze in een net huis wonen. Ze ontvangen een financiële ondersteuning. Dat de kinderen eindelijk veilig zijn en naar school kunnen, is hun grootste voldoening. Enkele vrienden lopen regelmatig binnen voor een babbel of met wat extra gerief voor de kinderen. Ook daarvoor zijn ze dankbaar. Dat bezoek gaf me een goed gevoel. Gastvrijheid bieden aan mensen op de vlucht is een elementaire plicht van menselijkheid. Het kan en het gebeurt, ook in onze samenleving.
Die goede ervaring neemt niet weg dat ik het voorbije jaar meermaals met een slecht gevoel in de maag heb gezeten. Wanneer jongeren die hier jarenlang school hebben gelopen en best een beroep kunnen uitoefenen, naar een land zonder toekomst worden teruggestuurd. Wanneer een gezin na jarenlange inburgering, opnieuw naar een regio zonder hoop moet vertrekken. Wanneer personen die eindelijk toekomst beginnen te zien, weer op de dool moeten. Wanneer gammele schepen met honderden vluchtelingen zinken voor de kust van Lampedusa. Dan komen in het publieke debat alle redelijke argumenten naar boven: argumenten die ons verstand moeten overtuigen van de nood aan een ‘streng maar rechtvaardig’ beleid. Toegegeven: het probleem van de emigratie moet met de nodige redelijkheid en discipline worden aangestuurd. Toch blijft mijn buikgevoel dan tegentrekken. Iets in mij protesteert en zegt dat, ondanks alle redelijkheid, bepaalde fundamentele waarden in de verdrukking zijn geraakt. Van wie zijn de aarde en de natuurlijke middelen die ze voortbrengt? Wat is ouder en echter: de aarde die wij samen bewonen of de grenzen die winnende naties erin hebben getrokken, meestal na bloedige oorlogen? Is het werkelijk zo dat in onze welvoorziene landen geen ruimte is voor een groter aantal vluchtelingen? Hoevelen onder ons hebben deze mensen al persoonlijk in de ogen gekeken? Het is raar om zeggen, maar op zo’n moment protesteert mijn maag tegen de redelijkheid van ons publiek discours. Waar zit ons klankbord voor de stem van het geweten? Waar zit ons klankbord voor de stem van God? Misschien dan toch in de maag.
Deze week begint de advent. Binnenkort zullen we Kerstmis vieren. Dan zullen we opnieuw het verhaal horen van Jozef en Maria, twee mensen onderweg. Eerst was er voor hen geen plaats in de herberg, ondanks de nakende geboortepijn. Nadien moesten ze de wijk nemen naar Egypte, op zoek naar veiligheid voor hun pasgeboren kind. In een gezin als dat van Izabel en Koko kwam Jezus ter wereld. Dat was de plaats waar Gods menswording een aanvang nam. Om mens te worden had God immers een plaats zonder grenzen nodig, een plaats van universele menselijkheid. Wat is universeler dan mensen onderweg, zonder veilige grens of beschermde stek in deze wereld? Hun ervaring is van alle tijden en van alle plaatsen. Alleen in hun midden kon Jezus de ‘universele broeder’ worden: de broer en tochtgenoot van iedere mens op deze aarde. Zijn leven begon met de simpele vraag om er ook te mogen zijn, om ook een menswaardige plaats te mogen krijgen.
In deze tijd van het jaar komt meestal een extra portie beelden over daklozen, vluchtelingen en kansarmen op ons af. Deze beelden zullen ons, zoals elk jaar, aan het denken zetten. Ze zullen het publieke debat aanwakkeren, met alle argumenten pro en contra. Toch hoop ik dat ze ons ook en vooral een raar buikgevoel zullen geven. Daar immers wil God de kille logica van ons verstand trotseren. Daar wil Hij ons opnieuw vertederen en ontroeren. Daar wil Hij ons opnieuw met elkaar verbinden, als broers en zussen van elkaar. Misschien moeten we in deze adventstijd eens meer op huisbezoek gaan bij mensen aan de rand van onze samenleving. Zo’n bezoek kan een apart adventsgevoel teweeg brengen, tot diep in de maag!
+ Johan Bonny
Bisschop van Antwerpen
27-11-2013, 13:14
Geschreven door Parochie Sint-Martinus
|