Welkom! Op deze blog staat mijn verzameling teksten. Kopiëren mag, maar vermeld dan aub mijn naam. Meermin volstaat. Dank je.
Nieuwe lezer? Meermin in het kort: - vrouw - geboren 1953 - provincie Luik (B) - germaniste - gepensioneerd - zoon (heeft katers Mike en Grisou geadopteerd) - poezen Moira en Molly - eenhandig na trombose - met nadruk op handig - intelligent - lachebek - gezonde levenshonger
Fotoalbums:
Na het downloaden van het album kan je op de 'fotolijst' klikken in de linkerbenedenhoek. om de foto's op eigen tempo en in willekeurige volgorde te bekijken.
vanachter tralies van verplichting is de dood ontsnapping uit de gevangenis die leven heet
de duisternis van het moeten spaarzaam verlicht door ontmoeting een flakkering van de geest een sprankeltje ziel een beetje hemel proeven als muziek en woord zich samenvoegen tot aan de vreugde
voor wie levend achterblijft met een schamel restje herinneringen is er de pijn van het afscheid wie de dood tegemoet treedt ervaart tenslotte de ultieme bevrijding naar het licht
woord voor woord bouw ik realiteit het toeval wordt vermoord ik krijg vat op een duistere wereld kom, neem mijn hand laat mij gids en leider zijn op deze onbekende paden stap voor stap betreden wij het gebied waar vlinders zinnebeeld zijn van symmetrie de lijnen uitgetekend zijn en orchideeën gif uitwasemen
De nacht proeft zoet als druivensuiker, Geurt naar de eerste meiklokjesruiker, Herinnert zich de koolmeesjes, die op hun hoede In de kamperfoelie op hun eitjes broeden.
In deze wondere wereld van stilte Vult opstijgend vocht de lucht met kilte; Het wazige licht heeft elke lijn verzacht, Elke vorm tot zijn essentie teruggebracht.
Beschroomd de nachtelijke rust te storen Laat het beekje zich zacht klaterend horen, Geruisloos rimpelt het water naar de kant.
Wie zich door de lente laat bekoren, Wordt in deze tijd opnieuw geboren, Want is niet alles aan mekaar verwant?
het weerlicht in het oosten voortjagende wolken verbergen soms de maan die hen bijna transparant voorbij laat trekken een onweer heeft de geuren losgeweekt van verregende bloesems en doordrenkte grond
deze nacht nu draagt tederheid in zich de hemel verbonden met moeder aarde dit sacrale ogenblik laat innigheid ontwaken die mij de behoefte aan slaap ontneemt tot het grauwe licht begint te dagen
besef de doorzichtigheid van zijn ziel stralend als het licht in zijn ogen maar bedenk: zoals jij hem helder doorschouwt zo kristalhelder doorziet hij jou
de waterlelie staat vandaag in bloei het hart van gele barnsteen omvat door wit goud de blankheid verzacht door het dieproze binnen in de buitenste bloembladen dat naar lichtroze vervaagt
en met haar de water-vergeet-me-niet die was er gisteren ook nog niet vijf hemelsblauwe blaadjes rond een oranje puntje gezegende tuin
vandaag was slechts een dag zoals morgen er ook één is en misschien de honderd die nog volgen zullen het kunnen er ook duizend zijn of meer
gewoon een dag met werk en verplichting eten en drinken een sigaret mensen die te veel willen of juist niets
ik sta ergens aan de rand bekijk dit spel en schater om de dwazen mijzelf incluis ga grinnikend naar bed binnen mijn eigen ademruimte in harmonie met mijn ik
de god van liefde werd een god van onverdraagzaamheid toen pastoors - moeizaam hun geilheid wegslikkend- mij confronteerden met denkbeelden waar ik nog niet aan toe was ik had mijn lengte en lichaam tegen
qua tolerantie hebben ze niets bijgeleerd hun enggeestigheid bestaat nog steeds
windstil vijf uur voorbij de tuin reeds duister de witte muur een schemervlek de pastelkleur van de lucht aquamarijn met een vleugje groen heel licht nog aan de horizon blaadjes en takjes zwart net als de lantaarnpaal en de boom in de verte twee warm oranje lichten en in de driehoek van de schoorsteen met de rand van de daken het gele sikkeltje van de maan
windstil halfzes het moment is voorbij maar voor de toekomst bewaard
dwarrel met mij deze dans vlinder met de blauwgouden vleugels want de lente is in 't land met bloeiende Kaapse vergeet-mij-niet en onverwoestbare maagdenpalm
de zon knippert met haar ogen tot ze tranen schreit want zij was vergeten hoeveel licht en warmte zij verspreidt
wij zijn de welgekome kraamvisite bij de naakte bolletjes vogel er zijn nieuwe blaadjes jeugdig groen en er is de gele dotterbloem
ik wil met jou de blijheid delen die ik in mij voel de nectar van jouw lippen stelen jou met mijn pootjes kriebelen en met mijn sprieten de jouwe strelen
vlieg nu met mij de hemel in voor een keertje kan het wel