ik was daarstraks in Heesveld daar hebben ze veel geld ze krijgen het maar niet geteld en ze hebben het niet doorverteld ik ben uitgeteld iedereen staat versteld
ik heb geen tanden meer mijn gebit gaat op en neer het is me veel te groot ze belanden nog eens in de goot ik durf niet meer te lachen want dan beginnen ze me uit te lachen ik lach graag mijn tanden bloot maar nu zijn ze me dus veel te groot
ik heb teveel lege plastieke flessen ik moet mijn dorst toch kunnen lessen maar wat moet ik doen met al die plastiek ik word daarvan nog ziek ik moet teveel blauwe zakken kopen en die kosten geld met hopen je mag ze wel op straat zetten maar je moet goed opletten of je er niets verkeerd in gooit want dan nemen ze niet mee, nooit dan krijg je er zo een sticker op en je krijgt op je kop
die Kato van ons heeft graag een onderons ze lacht met alles wat ze zegt en luistert goed als je iets uitlegt ze heeft over alles haar zeg en leg haar niets in de weg want dan wordt ze boos en vraagt: wat is er loos ze speelt graag met haar poppen en wil ons ook eens foppen het is een kleine guit het is ook de jongste spruit
ik heb de plastieke flessen geplet en heel goed opgelet of ik ze nog in de blauwe zak kreeg het was net of mijn hoofd naar beneden neeg dat komt zeker van die valling goddank is het geen bevalling daar heb ik drie keer van afgezien ik wou er zeker geen tien de mensen die dat kunnen wil ik het wel gunnen ze krijgen dan ook veel kindergeld maar ze sturen hun kinderen in het veld om aardappels te rapen het zijn toch maar arme schapen
het is nog lang geen vier uur ik doe dan ook mijn dagelijkse kuur dan ga ik op de mat liggen met mijn hoofd op een kussen liggen ik moet dan mijn benen 20maal omhoog krijgen maar ik kan van mijn neus niet afblijven het water loopt er de ganse tijd uit het is net alsof het er uit spuit ik ga zeker een valling krijgen dan moet ik veel zakdoeken krijgen ik krijg dat anders niet opgelost ik wou nochtans nog naar het bos om naar de herfstpaddestoelen te kijken en te zien of ze op iets zullen lijken en in het bos nies ik er maar op los daar kan ik niemand besmetten ik moet maar mijn handen ontsmetten
ik ga ma laten rusten tot vier uur want ze is me teveel vol vuur zo kan ze het niet lang meer volhouden ze weet toch dat we van haar houden ze heeft vroeger nooit rust gekend en veel slapen heeft ze nooit gekend maar nu wordt ze toch al een beetje oud en is met rusten niet vertrouwd ze kan slapen zoveel als ze wil maar ze heeft zo haar eigen wil ze begint ook van de kuren te krijgen dan kan ze nergens van afblijven ik duw haar dikwijls in haar zetel maar ze is heel vermetel ze zegt dan: laat mij maar doen er is toch niets meer aan te doen