Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
09-04-2004
Het regent
09/04/2004 Het regent. Onze wandeling valt letterlijk in het water. We gaan naar de bakker en die is gesloten. Het is Goede Vrijdag en dat zijn wij vergeten. We rijden heel Granada door en op de Gran Via de Colón vinden we een bakker die open is. Ik laat René uitstappen en rij het blokske rond. Dat is natuurlijk vlugger gezegd dan gedaan. De meeste straten zijn enkelrichtingsstraten en ik rij de San Juan de Dios in en dan de eerste straat die ik links in mag, de San Jerónimo. Oei die loopt dood op de kathedraal, dus achteruit. Gelukkig is het rustig en kan ik de Los Arandas in. Zo kom ik op de Gran Via maar niet aan de bakker. Terug rondje rijden en voorbij de San Jerónimo en zo de Gran Capitán in. Ik rij het ene straatje in en het andere uit en kom dan toch op de Puerta Real uit. Dat herken ik en zo kom ik links in de Gran Via. René staat al te wachten maar dacht dat ik nog langer weg zou blijven. Ik rij nu zonder problemen de stad uit en zet ons terug op ons plaatske. Het giet nog altijd. We gaan dan maar voetbal zien op de tv. Ze geven Monaco-Real Madrid. Dat kan nog een goede match worden. René valt in slaap. Ik ga dan ook maar een dutje doen.
08/04/2004 We gaan het wandelpad langs de Rio Genil volgen en zien waar we uitkomen. Het is mooi weer en het is rustig stappen langs het water. Amber zit meer in het water dan er uit. We komen in Pinos Genil uit. Het is een klein dorpje en de enige bakker die er is, is gesloten. We zullen in Granada een bakker moeten zoeken. In het centum zien we het kantoor voor toerisme.Ik laat René uitstappen en rij wat rond. Zo leer ik de straatjes van de stad kennen. René heeft een adres van een wasserette gekregen zodat we kunnen gaan wassen. Dit is een probleem dat natuurlijk regelmatig terug komt. Het is vandaag en morgen gesloten. Geen erg, we komen later wel terug.Nu we toch op weg zijn, verkennen we de buurt en rijden naar Güéjar Sierra. Volgens onze wandelgids begint hier de GR 460.Dat is iets voor morgen.We slenteren wat door het dorp met zijn smalle steegjes en zien een terrasje waar we iets kunnen gaan drinken. Het smaakt want het is warmer geworden. We klagen niet hoor het mag zo blijven. We rijden naar Cenes de la Vega en staan op dezelfde plaats.
07/04/2004 We gaan op zoek naar de "Los Infiernos"ravijn. Dat moet spectaculair zijn. Het is zo groot en speciaal dat we ze niet vinden. Dan maar verder naar Santa Fé. Het oude gedeelte is inderdaad in het vierkant gebouwd met op elkaar lopende straten en een grote Plaza Major. We nemen de A 329 om Granada binnen te rijden. In de verte zien we de Sierra Nevada, met de toppen in de sneeuw. Vanop de baan zien we alleen de moderne stad. Op een stadsplan zien we de "carrera del darro" liggen. Ik tik dit in de gps en hij kent het straatje. Maar hij brengt ons op de onmogelijkste plaatsen. Blijkt later dat het een smalle steile straat is. We zien bijna alle hoeken van Granada, ik rij zelfs nipt onder een boog. Eindelijk zien we een wegwijzer en vinden een parking voor campers. Men moet 36 euro betalen om een dag te staan. Dit vinden we wel wat veel, daar wij hier enkele dagen willen blijven. We rijden terug buiten de stad en in Cenes de la Vega vinden we een parking onder de bomen. We blijven hier nu staan en straks gaan we wat dichter bij de stad iets zoeken. We gaan de omgeving verkennen. Achter ons loopt de rio Genil en is er een wandelpad aangelegd. Dat kan nog wel van pas komen. Het is avond en we rijden door. René ziet een plaats waar nog campers staan, het is wel in het zand maar dat geeft niet. Bij het draaien kom ik met mijn rechter achter wiel terecht in een put en krak, de benzinetank van de generator die onder de camper hangt, ligt op de grond. René had die put niet gezien en mij naar achter laten rijden. Wat nu, ik kom op het gedacht om de krik te nemen en die onder de tank te zetten zodat René hem terug aan de camper kan vijzen. Na wat gekreun en gekroch hangt hij stevig op zijn plaats. Wij rijden natuurlijk terug door en staan nu op de parking van deze namiddag. We blijven hier en zullen dan wel zien
06/04/2004 Wat is het hier mooi. We gaan een wandeling maken. We volgen de wegwijzer naar de Mirador de los Embalses. Hier heb je een uitzicht op het stuwmeer en verder over de kloof. Het is prachtig weer en zo kunnen we met de verrekijker heel de omgeving zien. We dalen af naar de rivier, door een korte tunnel en iets verder loopt de weg dood op een afsluiting. De Camino del Rey is verboden. We begrijpen nu waarom. Het is een smal paadje naar boven. Dit pad werd aangelegd toen koning Alfonso XIII in 1921 de dam kwam openen. Van beneden zien we boven het bruggetje en inderdaad het is gevaarlijk. We gaan op onze stappen terug en nemen de landweg naar de Embalse del Gaitanejo. Dan is het langs de rand van het stuwmeer en zo komen we terug op ons beginpunt. We rijden dan door langs de MA 444 door de Desfiladero de los Gaitanes en de Garganta del Chorro. Het is werkelijk prachtig. We stoppen op een parking en zien van hier uit ook de Camino del Rey. Daarna voorbij Alora en dan de A 343 op richting Antequera. Daar terug de A 92 op en in Loja vinden we rechts hoog naast een kapel een parking. Van hier hebben we een prachtig zicht op het stadje. Een vrouw komt ons verwittigen dat we hier nu niet kunnen blijven staan. Vanavond is er een processie,die het Maria beeld komt halen om ze naar de parochiekerk te brengen. We rijden dan maar het stadje binnen en aan de overkant van de Rio Genil vinden we een parking. We staan op het einde van een brede laan met bomen. We wandelen nog rustig naar het stadje en zien overal de affiches hangen van de Semana Santa. We zijn inderdaad vergeten dat het zondag al Pasen is. Wat gaat de tijd vlug vooruit.
05/04/2004 We hebben onze route veranderd en rijden nu richting Granada. De rit is niet zo mooi want we rijden langs Lora del Rio naar Osuna. De natuur is hier niet zo denderend. We kiezen de Embalse del Guadalteba-Guadalhorce uit als overnachtings plaats. Dit blijkt een schot in de roos te zijn. Het is hier prachtig. We hopen hier morgen een wandeling te kunnen maken.
04/04/2004 We worden deze morgen door het zonnetje wakker gemaakt. Zalig. René staat op, neemt een douchke en zijn energie steekt mij ook aan en we staan dan vlug klaar om te gaan wandelen. We nemen de andere kant van het stadje en weer door de "dehesa" langs de schapen en varkens. Amber kan haar pret niet op. Ze loopt achter de dieren aan en gaat zwemmen in het water. In de late namiddag zijn we terug en juist op tijd om het einde van de Ronde van Vlaanderen te zien. Wesemann heeft gewonnen. Spijtig dat het geen Belg is. We zitten nu rustig in onze stoeltjes buiten te genieten van een glaasje wijn en houden de jeugd die hier samenkomen in de gaten. Waar is de tijd, maar niet getreurd dit is ook prettig.
03/04/2004 We worden gewekt door het getoeter van de bakker. Ja hier rijden de bakkers nog rond met hun waren. René loopt vlug naar buiten en we kunnen ontbijten met een lekkere verse baguet. In Lora del Rio nemen we de A 455 naar Constantina en van daar uit naar Cazalla de la Sierra. In onze wandelgids Andalusië van de ANWB staat een wandeling door de "dehesa" en langs de Rio del Huéznar. We zoeken een plaatske en rijden het stadje binnen. Er is een plein voor de kerk, maar geen parking. Ik rij dan een straatje in maar oei een 50 m. verder ligt een rots,waar een hius in rondgebouwd en die de straat versmalt. Daar kan ik niet voorbij. Dus steil achteruit. De camper heeft daar problemen mee maar uiteindelijk zijn we toch terug boven. Ik rij dan maar terug het stadje uit en aan de plaatselijke arena blijf ik staan. Hier vallen we niemand lastig en het is nog rustig ook. Daar het weer beter is en de zon schijnt beslissen we onze wandeling vandaag te doen. Deze is heel goed uitgelegd in het boekje zodat we vlug langs de rivier. Op een eilandje in de rivier is een camping. We moeten die dwars door stappen en komen zo uit op de rechteroever van de Rio. Later ligt aan onze rechterkant een "dehesa". Dit is een steeneikenbos waar de koeien grazen waardoor het een park lijkt. Plots zien we grote vogels boven ons. Ze komen dichterbij en ik denk dat het een soort arenden zijn maar het zijn gieren. Ze zijn wel met een tiental en vooral Amber trekt hen aan. Ze komen tot op een 20 m. boven ons en zien dan hun vergissing in. Zo vlug dat ze gekomen zijn, zijn ze ook verdwenen. We moeten een oude spoorbrug onder maar hier staat alles onderwater. We zoeken een andere weg om naar de andere kant te geraken, maar niets. We moeten op onze passen terugkeren, maar we hebben toch een mooie wandeling gemaakt. De zon schijnt weer uitbundig en we hopen dat het zo blijft.
02/04/2004 Het is droog. We vervolgen onze weg naar Medina Azahara, een paleis gebouwd door Abd ar-Rahmân III voor een van zijn favorieten, genaamd "de bloem". Het geheel werd beschermd door een muur van 1518 x 745 m. Maar toch werd het bijna helemaal vernield. Sinds 1910 worden al de scherven en stukken aan elkaar gelijmd en men heeft nog maar 1/10 van het geheel opgegraven. Tijdens de rondgang begint het hevig te gieten zodat we snel naar de camper vluchten. We wachten maar het water komt met bakken uit de hemel. Dan maar verder rijden richting Cazalla de la Sierra, gelegen in de Sierra Norte de Sevilla. We kiezen Alcolea del Rio uit als overnachtingsplaats. We staan hier met zicht op de rivier.
01/04/2004 Vandaag 1 april. Ik sms naar de kinderen dat de kathedraal van Cordoba is afgebrand. Als ge iets doet moet ge het goed doen hé. Nadja antwoordt direkt dat het een aprilgrap is. Diny antwoordt dat het erg is maar dat we gelukkig aan de overkant staan en Dessia gaat direkt naar de tv om op teletekst te zien of het er op staat. Gelukt een prima aprilvis vind ik. Het regent vandaag. We laten Amber in de camper en gaan op weg. Eerst naar de Mezquita, de grote moskee waar men een kathedraal in gebouwd heeft. Ik vind het spijtig, de kathedraal is groots en apart zou het misschien mooi zijn maar nu het zo in die moskee is ingewrongen, ik vind het toch niet zo goed gelukt. We lopen dan nog wat rond in de steegjes en gaan het muzeum over de stierengevechten binnen. Ik doe dat om René een plezier te doen want ik ben volstrekt tegen die praktijken . Ik vind het verschrikkelijk en ga er dan ook nooit naar kijken. Dit muzeum is vooral een gedenkenis aan de grote Manoleto, de beroemste zoon uit de stad voor de spanjaarden. We gaan iets eten en het wordt Rabo de Torro. Dit is een ossestaart(het kan ook van een koe zijn hoor) bereidt zoals wij konijn klaar maken denk ik . Het is in ieder geval lekker. Daarna nog een ijsje en we kunnen weeral voort. We stappen verder en we horen muziek maken in de straat. We gaan op ons gehoor af en zien enkele tieners flamenco dansen. We blijven natuurlijk staan en genieten van het schouwspel. Daarna gaan we Amber halen en nemen haar mee op een kleine wandeling. Onze "engelbewaarder" loopt er weer rond. René stopt hem nog een kleinigheid in de hand en hij buigt als een knipmes. Zo zijn we weer gerust dat er niets zal gebeuren.
31/03/2004 Er zijn veel wolken maar het is droog. We keren terug naar Cordoba en zoeker er een parking. Wat hebben we geluk, we staan aan de linkeroever van de Guadalquivir met zicht op de Mezquita. We moeten alleen de Puente Romana overgaan en we zijn in het centum. Een spanjaard komt naar ons en vraagt een kleine vergoeding en geeft ons een bewijs van betaling. Er staat wel wat op maar we geloven niet dat het van de stad uitgaat. We stappen uit en gaan de stad bezoeken. Al die mooie smalle steegjes met winkeltjes en de gevels versiert met bloemen. Er is zo veel te zien dat we ogen te kort komen. We gaan een kaartje halen bij het toeristenbureau en met 2 boeken erbij hopen we niets voorbij te lopen. Zo komen we in de Jodenwijk waar feitelijk de wandeling begint, maar daar wij altijd alles in de verkeerde richting doen is dat ons laatste halte. We slenteren door de Calleja de las Flores, het bekendste steegje van Cordoba en zo komen we in de jodenwijk met de oude synagoge. We wandelen voorbij prachtige patios, welke dikwijls afgesloten zijn met smeedijzeren hekken. Je ziet fonteinen, marmeren zuilen en overal tropische planten. Wanneer je het gedenkteken van Maimonides ziet moet je je hand op zijn voeten leggen opdat je even intelligent zou worden als hij. René heeft het geprobeerd maar of het iets geholpen heeft weten we nog niet. Het kan natuurlijk een late werking hebben. Ik kan zoveel van Cordoba vertellen maar dat lees je ook in de verschillende boeken. We gaan vanavond genieten van de vele tapas en Cordoba by night. We komen bij de camper en de spanjaard wuift naar ons en zegt dat alles in orde is. We stappen in en iemand anders komt naar ons. Onze private parkwachter loopt vlug naar hem en volgens zijn gebaren is hij onze "engelbewaarder". We worden dan met rust gelaten. We nemen een douche en laten Amber nu op de camper passen. Ik denk dat we wat vroeg zijn. We zijn de spaanse gewoonte om maar na 22 h. buiten te komen nog niet gewoon. We gaan dan rustig iets eten in een restaurantje rechtover de Mezquita. Ze brengen ons verschillende bordjes en het ene is al lekkerder dan het andere. We eten onze bordjes leeg met een flesje wijn bij. Dan slenteren we nog wat door de straatjes en zien dat de andere toeristen nu naar het centrum afzakken. Voor ons is het laat en we gaan dan ook slapen. Morgen komt nog een dag.
30/03/2004 Alles ligt in de mist. We kunnen zelfs de kathedraal niet zien. We beslissen hier te wachten tot de mist in opgetrokken. Rond de camper lopen verschillende schapen met hun herder en honden. Tot groot ongenoegen van Amber, die haar eigen te pletter blaft. We kijken dan maar naar de begrafenis van koningin Juliana van Nederland op de ZDF. In de namidag komt de zon door de wolken piepen en dat is voor ons het sein om op te breken en te vertrekken. We vervolgen onze weg langs de N IV voorbij Montoro en naderen Cordoba. Op de N 432 ligt een parador en daar is gewoonlijk een parking waar we mogen staan. We zijn genoodzaakt om verder te rijden want er is geen plaats. In het dorpje El Vacar, vlak voor de Embalse Puente Neuvo vinden we een parking. Er loopt wel een treinspoor naast, maar aan de verroeste toestand van de rails te zien rijden hier niet veel treinen. René gaat aan een vrouw vragen of we mogen blijven staan en dit is geen probleem. We staan nu tussen de kippen en de hanen.
29/03/2004 Het heeft heel de nacht geregent. Prettig is anders. René gaat nu naar de bakker. Heeft hij geluk. Er stopt een auto en blijkt dat het een bakker is die aan huis levert. Zo kan hij direkt een brood kopen. We trekken verder tot Banos de la Encina, een klein dorpje met een burcht uit de 10de eeuw en gebouwd door kalief Alaken II. De buitenmuur heeft 15 torens. Na een kort bezoek rijden we verder naar Andújar. Daar gaan we de camper een bad geven want het is nodig. We volgen dan de J 5010 naar het Santuario Virgen de la Cabeza. We rijden langs de Rio Jándula door de coto national de Lugar Nuevo. Daar vindt men nog de laatste Iberische lunx, we rijden rustig maar we hebben geen geluk. De grote poes laat zich niet zien. Boven gekomen zien we op de heuvel een grote kathedraal staan. Ik parkeer de camper op een tamelijk recht stuk. We gaan de trappen op om een bezoek te brengen aan het heiligdom. In april en begin september komen vele bedevaarders naar boven. Terug beneden komt een jongeman naar ons en vraagt aan René een vuurtje. Dan loopt hij met zijn 3 vrienden naar de trap. Ze doen hun schoenen uit en stappen blootvoets naar boven. Dit is het moderne Spanje. We blijven hier staan om te overnachten.
28/03/2004 Vandaag gaat het zomeruur in. Het is een uurtje minder slapen en ik zal zo als altijd weer problemen hebben gedurende een 14tal dagen. Het weer is nog altijd niet denderend. Bij het buiten rijden van Valdepenas zien we een grote witte molen staan die gerestaureerd is door de plaatselijke wijnclub. We rijden langs de N IV Andalucía binnen. In de Sierra Morena is een kloof, de Desfiladero de Despenaperros. Al het verkeer rijdt door de kloof naar het dal van de Guadalquivir. We overnachten in La Carolina, het eerste grote stadje dat we tegen komen.
27/03/2004 Amber is beter. We gaan terug naar de dierenarts en kunnen hem mededelen dat ze niet meer gebraakt heeft. Hij schrijft toch nog medicatie voor en de prijs is....13 euro voor alles. Zelfs de consultatie van gisteren is er bij in begrepen. Verbaasd staan we terug op de straat. Wat een verschil met Frankrijk. We rijden dan verder richting Valdepenas. Onderweg rijden we door Alcaraz. Hier is zelfs een sierra naar dit dorp genoemd. Hier blijven we staan. We wandelen door de straatjes en gaan iets drinken in een taverne. We zetten ons aan een tafeltje in de hoek en de uitbater komt naar ons. Hij brabbelt zinnen vol waar we niets van verstaan. René bestelt een koffie en een pintje, maar hij blijft iets vertellen. Ik denk dat Amber hier niet binnen mag, maar op de deur staat niets vermeld. Hij brengt ons de consumpties en wij betalen. We drinken het uit en sluipen dan de taverne uit. We worden nagekeken door de andere gasten, maar we weten nog altijd niet waarom.
26/03/2004 Het is gisterenavond beginnen regenen en het regent nog steeds. We rijden naar Albacete en René gaat in een apotheek een adres vragen van een dierenarts. Ik tik het adres in de gps en gelukkig, hij kent de straat. Nu nog een parkeerplaats vinden. Dat is vlug gebeurd en wij op pad naar de dierenarts. Hij spreek alleen Spaans en met wat gebarentaal en Frans, Engels en Duits er tussen begrijpt hij wat het probleem is en onderzoekt Amber grondig. Ze heeft geen koorst meer maar toch geeft hij haar 3 spuitjes. Hij vraagt of we in de stad kunnen blijven opdat hij haar morgen nog eens kan onderzoeken en eventueel medicatie voorschrijven. Wij gaan akkoord en beslissen om hier een wasserette te zoeken. Aan een agent vragen we een adres, en ja hij weet er een. Hij brengt er ons zelf naar toe, want ze ligt niet zo ver van het politiebureel. Maar ze in gesloten tot 16.30 h. Dus hebben we tijd om iets te gaan eten en drinken. Stipt op tijd staan we voor de wasserette. Gelukkig zijn we alleen want we hebben veel te wassen. Daarna op zoek naar een overnachtingsplaats. We vinden die iets buiten de stad, waar we rustig staan.
25/03/2004 We vertrekken zeer vroeg op zoek naar de wasserette. Het huis is afgebroken. Dit is een teleurstelling maar kom we rijden verder. We hebben een adres om water te tanken maar in heel de omgeving niets te vinden. Dan maar de A 3 op richting Albacete. In Requena gaan we boodschappen doen. De eigenaar spreekt engels, een van zijn vrienden is een Brit. We blijven met hem een praatje maken. Dan verder tot een tankstation en daar mogen we ook water tanken. Gratis, maar we geven toch 2 euro. Vóór Albacete neem ik een baantje naar Alcalá del Jûcar. Het is een dorpje dat steil tegen de berg is gebouwd. Er kan geen enkele auto door. Vroeger werd alles met de ezel naar boven gebracht, nu met de bromfiets. In het dal, dat de bedding van de Júcar is geweest lopen nu de wegen. Op een parking aan de brug kunnen we staan onder een grote wilgeboom. We wandelen naar boven want er zijn nog grotten waar holbewoners hebben geleefd, maar ze zijn gesloten. Amber is nog steeds niet genezen zodat we in Albacete op zoek gaan naar een dierenarts.
24/03/2004 We rijden verder langs de N 340, welke op sommige stukken zeer eentonig is. In Castellón de la Plana gaan we op zoek naar een wasserette. Het is een grote stad maar nergens geen "lavanderia" te vinden. We blijven in Sagunto staan, want hier is er wel een lavanderia. Het is nog altijd grijs zuur weer. Triestig.
23/03/2004 Door een vergissing van mij komen we terecht in Barcelona. We hadden liever rond de stad gereden. Ik stel dan de gps in zodat hij ons door de stad loodst. Gelukkig want anders had ik met mijn handen in mijn haar gezeten. Er zijn veel ronde punten en ik probeer uiterst rechts te rijden maar daar zijn sommige auto's niet tevreden mee. We komen er wel uit en voorbij de luchthaven van de stad rijden we weer langs de kust. In Salou stoppen we, want ook hier hebben we vroeger onze vakantie doorgebracht. Het is er nu nog rustig en vele winkels, hotels en restaurantjes zijn nog gesloten. We beslissen om nog enkele kilometers verder te rijden tot Cambrils. Vroeger was er tussen Salou en Cambrils een groene zone maar nu is alles volgebouwd. We vinden een plekje aan een bungalowpark.
22/03/2004 De zon schijnt. Dit is altijd prettig om te rijden. We nemen verder de N 114 en deze bochtige weg brengt ons voorbij Banyuls-sur-Mer en Cap Cerbère waar we grens oversteken. We zijn in Spanje. De N 260 leidt ons naar Llança en Figueres, de geboortestad van Dali. Daar rijden we de N II op die ons voorbij Gerona richting Barcelona en de kust brengt. Iets voorbij Calella zien we een parking en ik vind dat na 172 km. we gerust mogen stoppen. Dirk, mijn schoonzoon belt dat alles goed is verlopen maar dat Diny nog veel pijn heeft. Dat zal wel zijn. De dokter heeft een plooi uit het slijmvlies en een stuk van de miniscus moeten snijden. Ga straks nog eens bellen. We krijgen bezoek. Naast ons komt een franse camper parkeren. Goed dan staan we niet alleen.
21/03/2004 De lente begint. Dit is niet te zien want het regent. Na de zonnige dagen die we al gehad hebben is dit niet zo prettig. We rijden dan maar door naar het zuiden in de hoop dat het daar beter is. We mijden natuurlijk de autostrade en we nemen de N 9 die ons voorbij Perpignan brengt. Dan de N 114 op en in Port-Vendres stoppen we om te overnachten. Het is volgens ons een onoogelijk vissersdorpje, maar we kunnen hier van de sanitaire blok genieten voor we Spanje in trekken. Diny wordt morgen geopereerd aan de knie. Ik ga naar haar bellen om ze wat moed te geven.